Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad juni 2025 en jaarvergaderingen EIB en ESM
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2118
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 juni 2025
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en
Ecofinraad van 19 en 20 juni a.s. en de jaarvergaderingen van de Europese Investeringsbank
en het Europees Stabiliteitsmechanisme.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Europese Commissie heeft op 4 juni haar Lentepakket voor het Europees Semester
gepresenteerd, waarvan het grootste deel geagendeerd zal worden voor de Eurogroep
en Ecofinraad van 19 en 20 juni. Het is niet gelukt om dit Lentepakket al mee te nemen
in deze geannoteerde agenda. Daarom ontvangt uw Kamer zo spoedig mogelijk nog een
nazending over het Lentepakket.
Op 26 mei 2025 heb ik samen met de Ministers van Financiën van 14 lidstaten een brief
gestuurd aan de Voorzitter van de Europese Commissie met de dringende oproep een voorstel
voor herziening van de Richtlijn Tabaksaccijns te publiceren.1 Deze brief is bijgevoegd.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 19–20 juni 2025
Eurogroep
Agendaonderwerp: IMF Article IV review of euro area policies
Document: N.v.t.
Aard bespreking: presentatie
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Het IMF zal de bevindingen van de zogenaamde Art IV consultaties naar het beleid van
de eurozone presenteren. Bij Art IV consultaties analyseert het IMF de financieel-economische
situatie in een land of regio stelt het op basis daarvan gerichte beleidsadviezen
op. Deze worden in een rapport gepubliceerd. Het rapport van het IMF zal naar verwachting
enige tijd na de vergadering worden gepubliceerd. Op het moment van schrijven was
er geen document beschikbaar. Nederland kan de presentatie van het IMF aanhoren.
Agendaonderwerp: Budgettaire ontwikkelingen in eurozone lidstaten
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep spreekt over budgettaire ontwikkelingen in eurozonelidstaten. De Eurogroep
staat in dat kader stil bij de implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact, waaronder
de recente indiening van de ontwerpbegrotingen 2025 door België. België heeft de ontwerpbegroting
later ingediend in verband met hun regeringswissel ten tijde van de oorspronkelijke
deadline in oktober 2024. De Commissie heeft op 4 juni 2025 de beoordeling van de
ontwerpbegroting van België gepubliceerd. De Commissie heeft beoordeeld dat de uitgavengroei
voor 2025 hoger is dan het aanbevolen uitgavenpad, maar dat deze afwijking is toegestaan
onder de nationale ontsnappingsclausule. Zoals gebruikelijk vindt een bespreking plaats
en neemt de Eurogroep een verklaring aan over de ontwerpbegroting. Dit vindt waarschijnlijk
plaats tijdens de Eurogroep van juni of juli. Het kabinet kan zich vinden in de Commissiebeoordeling
van de Belgische ontwerpbegroting. Het kabinet kan de gedachtewisseling in deze Eurogroep
aanhoren.
Agendaonderwerp Concurrentievermogen: presentatie van IMF-onderzoek over interne barrières
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ministers zullen van gedachten wisselen over de barrières binnen de Europese interne
markt in het kader van het EU concurrentievermogen. Het IMF zal een presentatie verzorgen
over de barrières in de EU en de grote economische baten van het verder verdiepen
van de interne markt.
De Europese interne markt is van groot belang voor de welvaart van EU-lidstaten. De
handel tussen EU-lidstaten is groter dan de handel met niet-EU landen. Zo exporteerde
Nederland in 2022 ongeveer 8,5 keer meer naar EU-landen dan naar de VS.2
Het IMF zal eigen onderzoek presenteren waarin de grote voordelen van volledige integratie
binnen de EU interne markt worden geïllustreerd. Het IMF laat zien dat het reduceren
van barrières voor goederenhandel binnen de EU en voor productie door multinationals
het bbp van de EU met 7%3 kan verhogen. Uit eerder onderzoek4 van het IMF blijkt dat handelsbarrières binnen de EU gelijk zijn aan heffingen van
45 procent voor handel in goederen (driemaal zo hoog als tussen staten in de VS) en
110 procent voor handel in diensten.
Het IMF noemt vier aandachtsgebieden waarbinnen concrete stappen gezet kunnen worden5: 1) het invoeren van een 28ste regime voor bedrijven, inclusief insolventieregels, zodat bedrijven binnen de EU
met één set aan regels kunnen werken, 2) het verdiepen van de kapitaalmarktunie om
investeringen met eigen vermogen en durfkapitaal te stimuleren, 3) het vergroten van
de arbeidsmobiliteit binnen de EU en 4) het beter integreren van Europese elektriciteitsmarkten.
Ook concludeert het IMF dat er een belangrijke rol is weggelegd voor lidstaten om
groeibevorderende hervormingen door te voeren.
6 Het IMF schat dat een pakket van maatregelen op deze vier terreinen het EU bbp met
3% kan verhogen binnen 10 jaar.
Nederland herkent de uitdagingen die het IMF schetst, en kan zich vinden in een belangrijk
deel van de geschetste oplossingsrichtingen: het verder verdiepen van markten (interne
markt, energiemarkten, kapitaalmarktunie) en het wegnemen van barrières tussen lidstaten
dragen bij aan het concurrentievermogen, hogere productiviteitsgroei en daarmee de
welvaart van de Unie. Nederland onderschrijft ook dat er een belangrijke rol is weggelegd
voor lidstaten om groeibevorderende hervormingen door te voeren. Nederland kan langs
deze lijn deelnemen aan de gedachtewisseling.
Agendaonderwerp: Digitale euro – stand van zaken
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de voortgang van het voorbereidende werk voor een mogelijke
invoering van de digitale euro, in het bijzonder over de lopende onderhandelingen
over de wetsvoorstellen die een juridische basis moeten vormen voor een digitale euro.
Daarbij zal de Eurogroep naar verwachting stilstaan bij onderwerpen als het compensatiemodel
en de aanhoudingslimieten van de digitale euro.
Het kabinet vindt dat de digitale euro bij een mogelijke invoering toegevoegde waarde
moet hebben voor Nederlandse burgers en bedrijven. Deze toegevoegde waarde ziet het
kabinet met name wanneer de digitale euro een pan-Europees digitaal betaalmiddel wordt,
gestoeld op Europese infrastructuur. De digitale euro kan dan bijdragen aan de strategische
autonomie van Nederland en de Europese Unie. Daarnaast ziet het kabinet meerwaarde
in de offline variant van de digitale euro. De offline functionaliteit zou een terugvaloptie
kunnen zijn voor digitale betalingen in het geval dat andere digitale betaaloplossingen
tijdelijk verstoord of onderbroken zijn. Het kabinet zet zich er daarom voor in dat
de offline functionaliteiten vanaf de introductie van de digitale euro beschikbaar
zijn, als er een digitale euro komt. Ook moet de digitale euro voldoen aan waarborgen
omtrent niet-programmeerbaarheid en moet de digitale euro een hoog niveau van privacy
hebben.
Ten aanzien van het compensatiemodel vindt het kabinet dat er sprake moet zijn van
een proportionele verdeling van de kosten die een digitale euro met zich brengt. Het
compensatiemodel moet waarborgen dat de digitale euro een aantrekkelijk betaalmiddel
wordt om te gebruiken en te accepteren. Daarbij is het ook van belang dat banken en
betaaldienstverleners op termijn voldoende gecompenseerd worden voor de kosten die
zij maken voor de distributie van de digitale euro. Het kabinet vindt daarom dat het
compensatiemodel op lange termijn gebaseerd moet worden op de daadwerkelijke kosten
voor de digitale euro infrastructuur. Het is op korte termijn passend om het compensatiemodel
voor de digitale euro tijdelijk te koppelen aan bestaande betaalmethodes, zolang er
onvoldoende data beschikbaar zijn over de daadwerkelijke kosten.
Het kabinet vindt het daarnaast passend dat er aanhoudingslimieten (holding limits) komen voor de digitale euro, om de financiële stabiliteit te waarborgen en omdat
de digitale euro met name een betaalmiddel moet zijn en niet een middel om te sparen.
Het is passend dat de ECB een bevoegdheid krijgt bij het stellen van deze limiet,
maar deze bevoegdheid dient niet zover te strekken dat de rol van de digitale euro
in het financiële stelsel fundamenteel kan veranderen zonder politieke besluitvorming.
Daarnaast vindt het kabinet het passend dat er limieten komen om offline functionaliteiten
te begrenzen, bijvoorbeeld met het oog op witwasrisico’s. Het is passend om deze bevoegdheid
bij de Europese Commissie te beleggen, maar tegelijkertijd ligt er ook enige betrokkenheid
van medewetgevers in de rede. Het kabinet zal er oog voor hebben dat een rol voor
medewetgevers op een passende wijze tot uitdrukking komt bij de vaststelling van aanhoudings-
en/of transactielimieten.
Het kabinet vindt het goed dat de gesprekken over het wetsvoorstel zijn voortgezet
onder het Poolse voorzitterschap en kijkt uit naar de verdere voortzetting onder het
Deense voorzitterschap. Het is belangrijk dat gesprekken over de vormgeving en mogelijke
consequenties van invoering van de digitale euro worden voortgezet. De invoering kan
immers maar één keer plaatsvinden en moet voldoen aan eerder genoemde waarborgen.
Nederland kan in lijn met bovenstaande deelnemen aan de gedachtewisseling.
Ecofinraad
Agendaonderwerp: Hervormingspakket douane-unie
Document: voortgangsrapport nog niet beschikbaar
Aard bespreking: update over de voortgang in de onderhandelingen
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De voorzitter zal een presentatie geven over de voortgang in de onderhandelingen met
betrekking tot de hervorming van de douane-unie en de oprichting van een EU-douaneautoriteit.
Bij het schrijven van deze geannoteerde agenda is de voortgangsrapportage die ter
bespreking voor zal liggen nog niet beschikbaar. Indien het voortgangsrapport aanleiding
geeft tot een nadere duiding volgt er nog een nazending op deze geannoteerde agenda.
De rechtsbasis is gelegen in de artikelen 33, 114 en 207 van het Verdrag betreffende
de werking van de Europese Unie (VWEU). De besluitvorming ten aanzien van het voorstel
is gekwalificeerde meerderheid met medebeslissing van het Europees Parlement. Er is
op dit moment nog geen sprake van besluitvorming.
Op 17 mei 2023 heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd voor de hervorming
van de douane-unie. De voorstellen zijn besproken onder het Spaans, Belgisch, Hongaars
en Pools voorzitterschap van de Raad. Het kabinet is in grote lijnen tevreden met
de wijzigingen die worden voorgesteld ten opzichte van de voorstellen van de Commissie.
De teksten zijn echter nog niet volledig stabiel en de vertalingen nog niet beschikbaar.
Op dit moment kan dan ook nog geen mandaat worden verleend voor de triloog tussen
Raad, Europees Parlement en Europese Commissie.
Het kabinet hecht groot belang aan goede voortang op dit dossier. De huidige wetgeving
is niet langer toereikend voor de uitdagingen waar de douane mee wordt geconfronteerd.
Het kabinet zet dan ook in om nog onder het Pools voorzitterschap van de Raad tot
een Raadscompromis te komen.
Vrijwel alle lidstaten zijn voorstander van de hervorming van de douane-unie steunen
in grote lijnen de wijzigingen die worden voorgesteld ten opzichte van de voorstellen
van de Commissie.
Het Europees Parlement heeft op 13 maart 2024 een standpunt ingenomen op het totale
hervormingspakket voor de douane-unie. Zij stellen geen ingrijpende wijzigingen voor.
Agendaonderwerp:Concurrentievermogen en ondernemersklimaat in Europa: wat is de strategie voor het
verlagen van energieprijzen in Europa
Document:
Presidency issue notes (nog niet beschikbaar)
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Tijdens de Econfinraad zal worden gesproken over het onderwerp energieprijzen in het
licht van het concurrentievermogen van de Europese economie. Er is op het moment van
schrijven nog geen duidelijkheid over de precieze insteek van de gedachtewisseling.
Waarschijnlijk zal in het kader van het Europese concurrentievermogen worden gesproken
over de relatief hoge energieprijzen ten opzichte van verschillende landen buiten
de Europese Unie en de uitdagingen die dat met zich meebrengen. Op het moment van
schrijven zijn er nog geen stukken gedeeld. Voor het Poolse voorzitterschap is energie
en energieveiligheid een van de prioriteiten van het voorzitterschap van de Raad.
Voor Nederland is in het energiedomein diversificatie van energiebronnen en afbouw
van risicovolle strategische afhankelijkheden van belang. Nederlands deelt in zijn
algemeenheid het belang van het adresseren van de hoge energieprijzen voor bedrijven
en huishoudens. Om de prijzen te verlagen zijn er volgens Nederland vooral structurele
maatregelen nodig, waaronder een sterkere integratie van de Europese energiemarkt
met voldoende grensoverschrijdende interconnectie, versterking van flexibiliteit in
het systeem, en bevordering van energiebesparing. Voor Nederland zijn prijs- en marktprikkels
en de efficiënte werking van de interne markt cruciaal om energiekosten betaalbaar
te houden en efficiënte investeringen te stimuleren. Onnodig ingrijpen op de werking
van de energiemarkt, bijvoorbeeld door het instellen van prijslimieten, een infra-marginale
elektriciteitsheffing of gerichte prijssteun voor de industrie beziet Nederland daarom
kritisch. Nederland zal in lijn hiermee deelnemen aan de gedachtewisseling.
Agendaonderwerp: Economische en financiële impact van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Besluitvorming
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact
van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Dit is
een terugkerend punt op de Ecofinagenda. Oekraïne is afhankelijk van externe steun
om de Russische agressie te blijven weren en tegelijkertijd het land overeind te houden.
Nederland blijft Oekraïne politiek, militair, financieel en moreel actief en onverminderd
blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw, zolang als dat nodig is.
Dit is onlosmakelijk verbonden met de afschrikking van verdere Russische agressie.
Op 20 mei jl. zijn de eerste gesprekken tussen het IMF en Oekraïense autoriteiten
voor de achtste review van het Extended Fund Facility (EFF) programma van start gegaan.
De uitbetalingen zijn afhankelijk van het behalen van diverse doelstellingen die beoordeeld
worden tijdens de review. De Oekraïense autoriteiten slagen er tot nu toe nog steeds
in om tegen een complexe achtergrond de nodige hervormingen door te voeren. Tot nu
toe komen de totale uitbetalingen neer op USD 10,1 mld.
In de zevende review raamde het IMF het totale externe financieringstekort voor de
periode 2025-2027Q1 op tussen de USD 69,3 mld. euro en USD 83,4 mld. euro, afhankelijk
van wanneer de oorlog eindigt. Dit tekort wordt deels gedekt door het IMF-programma,
maar de resterende omvang van het programma is beperkt (USD 5,2 mld.). De financieringstekorten
in 2025 zijn in zowel de baseline als downside scenario’s van het IMF gedekt.7 Voor 2026 en verder is de situatie nog onzeker. Nederland roept op om vooruit te
blijven kijken naar de financiële noden van Oekraïne in 2026. Totale herstel- en wederopbouwnoden
worden door de Wereldbank geschat op USD 524 mld. voor de komende tien jaar en staan
los van de schattingen van het externe financieringstekort door het IMF.
De Europese Commissie zal een update geven over de implementatie van bestaande EU-initiatieven.
De Europese Oekraïne-faciliteit van 50 mld. euro voor de periode 2024–2027, de G7
Extraordinary Revenue Acceleration (ERA) leningen van ca. 45 mld. euro en het bovengenoemde
IMF-programma8 zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten
(deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie
voort te zetten. De Commissie heeft tot nu toe 19,6 mld. euro aan macro-financiële
steun onder de EU Oekraïne-faciliteit uitbetaald. Op 8 mei jl. heeft de Commissie
de vierde tranche van het EU-aandeel in de ERA-leningen van 1 mld. euro verstrekt
aan Oekraïne. Er is tot op heden 6 mld. euro van het EU-aandeel uitbetaald. De overige
12,1 mld. euro zal voor eind 2025 uitbetaald worden.
Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken van 20 mei jl. is het zeventiende sanctiepakket
aangenomen, met een focus op de Russische militaire industrie, de Russische schaduwvloot
en entiteiten uit derde landen die de agressieoorlog faciliteren. Nederland verwelkomt
de aanname van dit pakket en roept op tot snelle opvolging met een ambitieus achttiende
sanctiepakket, met een focus op Russische energie-inkomsten en banken in derde landen
die sanctie-omzeiling faciliteren. In lijn met de motie Boswijk c.s.9 blijft Nederland serieus kijken naar het onderzoeken van de mogelijkheden om aanvullende
maatregelen t.a.v. de bevroren Russische Centrale-banktegoeden te nemen. Eventuele
aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen. Gedegen onderzoek
naar de juridische, en financieel-economische mogelijkheden en risico’s is hierbij
van belang.
Agendaonderwerp Jaarvergadering Raad van Gouverneurs van Europese Investeringsbank (EIB)
Document: Agendastukken Jaarvergadering, nog niet publiek beschikbaar
Aard bespreking: Goedkeuring jaarlijkse rapportages en managementreactie Review and Evaluation Process
(REP) Assessment Rapport
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Op vrijdag 20 juni 2025 zal de jaarvergadering van de Raad van gouverneurs van de
EIB plaatsvinden. Naar verwachting zullen de President en gouverneurs terugblikken
op de activiteiten van de EIB-Groep van het afgelopen jaar en zal de voorzitter van
het auditcomité een toelichting geven op de resultaten.
Het kabinet steunt de huidige koers die de EIB is ingeslagen. Het kabinet waardeert
de toegenomen inzet van de Bank in het financieren van technologische innovatie, defensie
en veiligheid, strategische autonomie, energietransitie en kritieke grondstoffen.
Een grotere rol van de EIB op deze terreinen hangt samen met bredere EU discussies
over concurrentievermogen, kapitaalmarktunie en defensie.
Op de agenda staan de jaarverslagen van het auditcomité voor 2024 met een reactie
van het Management Comité (MC) van de EIB en het 2024 EIB Review and Evaluation Process Assessment Report met een reactie van het MC van de EIB. De Kamer zal na afloop van de jaarvergadering
worden geïnformeerd over het financiële jaarverslag en de andere besproken onderwerpen.
Agendaonderwerp: Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF) en
aanname Raadsconclusies over Europese Rekenkamer rapporten.
Document: De Commissievoorstellen voor aanpassing van uitvoeringsbesluiten van de Raad ter goedkeuring
van de herstel- en veerkrachtplannen zijn te vinden op eur-lex.Europa.eu.10 De voorliggende Raadsconclusies zijn nog niet beschikbaar.
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad en aanname Raadsconclusies
Besluitvormingsprocedure: Uitvoeringsbesluiten met gekwalificeerde meerderheid, Raadsconclusies met consensus
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van
de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Naar verwachting zal de Europese Commissie (de
Commissie) een update geven over de implementatie. Nederland kan de update aanhoren.
Daarnaast liggen er aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring van de
herstel- en veerkrachtplannen van een aantal lidstaten voor en zullen er Raadsconclusies
worden aangenomen over drie rapporten van de Europese Rekenkamer (ERK).
Raadsconclusies ERK-rapporten
De Raad zal conclusies aannemen over drie rapporten van de ERK11, die zijn samengevat in het analyserapport van de Europese Rekenkamer over de HVF
dat op 6 mei is gepubliceerd.12 De Tweede Kamer is middels beantwoording van schriftelijke vragen geïnformeerd over
de inhoud en de kabinetsappreciatie van het analyserapport.13 In de voorliggende Raadsconclusies wordt aangegeven dat de bevindingen en aanbevelingen
van de ERK in overweging moeten worden genomen. De antwoorden van de Commissie op
de bevindingen en aanbevelingen van de ERK worden erkend. De Commissie neemt een aantal
ERK-aanbevelingen over, namelijk de aanbevelingen die zien op: het verbeteren van
de beoordeling van maatregelen die de landspecifieke aanbevelingen adresseren, het
verbeteren van de zekerheid over de naleving van openbare aanbestedingen en staatssteunregels,
het verbeteren van verslaglegging, de richtsnoeren voor controles en audits actualiseren
en transparantie vergroten door middel van aanpassingen aan het jaarverslag. De conclusies
roepen in herinnering dat, conform de HVF-verordening, lidstaten worden geacht alle
of een significant deel van de landspecifieke aanbevelingen (LSA) aan te pakken, maar
zonder verplichting daarbij specifieke beleidsopties in te voeren. Daarnaast halen
de conclusies aan dat de lidstaten primair verantwoordelijk zijn voor het aanpakken
van inbreuken op het gebied van overheidsopdrachten en dat de HVF-verordening nadrukkelijk
toelaat dat lidstaten gebruik maken van bestaande nationale controlesystemen. Met
deze conclusies nodigt de Raad de Commissie uit om lessen te blijven trekken uit de
implementatie van dit prestatiegerichte instrument. Daarnaast wordt er opgemerkt dat
sommige aanbevelingen van de ERK verder gaan dan de bepalingen van de HVF-verordening.
Daarnaast geeft de Raad in de conclusies aan dat de bevindingen en aanbevelingen niet
vooruit moeten lopen op toekomstige besprekingen over het volgende Meerjarig Financieel
Kader (MFK) en benadrukt zij dat het van belang is dat beide instituties, de Commissie
en de ERK, hetzelfde begrip hebben van het wettelijk kader. Ten slotte wordt in de
Raadsconclusies het belang onderschreven dat de HVP’s van de lidstaten tijdig worden
uitgevoerd overeenkomstig het huidige juridisch raamwerk.
Het kabinet kan zich vinden in de opgestelde Raadsconclusies en het belang dat daarin
wordt gegeven aan de rapporten van de Europese Rekenkamer en is voornemens om ermee
in te stemmen.
Aanpassingen uitvoeringsbesluiten
Tijdens de Ecofinraad zullen de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring
van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Spanje, Malta, Slovenië, Litouwen,
Italië, Cyprus, België, Kroatië en Polen ter besluitvorming voorliggen. Al deze lidstaten
maken gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden, op basis van artikel 21 van de HVF-verordening. Voor een uitgebreide
toelichting op deze grondslag voor wijziging verwijs ik u naar het verslag van de
Eurogroep- en Ecofinraad van juni 2024.14
De Europese Commissie oordeelt dat de redenen die de lidstaten aandragen, aanpassingen
van de plannen rechtvaardigen en dat de herstelplannen ook na deze aanpassingen voldoen
aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich vinden in het oordeel van
de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen met de voorstellen tot
aanpassing van de uitvoeringsbesluiten van de Raad. Er wordt geen discussie verwachting
in de Ecofinraad.
Spanje
De aanpassing van het Spaanse plan heeft betrekking op één maatregel. Deze wordt aangepast
omdat er een beter alternatief geïmplementeerd kan worden waarbij de administratieve
lasten lager liggen. De oorspronkelijke ambitie van de maatregel blijft gewaarborgd.
Deze maatregel heeft betrekking op het onderdeel van het HVP dat ziet op steun aan
het MKB.
Malta
De aanpassing van het Maltese plan heeft betrekking op 18 maatregelen. Door objectieve
omstandigheden is één maatregel op het gebied van gezondheidszorg niet langer haalbaar
en dient de tijdslijn voor een andere maatregel onder het onderdeel «versterken van
het institutionele kader» aangepast te worden. Drie maatregelen worden aangepast,
omdat er betere alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke
ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Deze zien op duurzaam vervoer
en het versterken van het institutionele kader. 16 maatregelen worden aangepast, omdat
er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager
liggen. Deze zien o.a. op klimaat, (duurzaam) vervoer, digitalisering, gezondheidszorg,
onderwijs en het versterken van het institutionele kader. Tenslotte wordt één maatregel
onder het onderdeel onderwijs aangepast, omdat een deel van het doel, het opleiden
van leerkrachten, al was bereikt voordat dit in aanmerking kon komen voor de HVF.
Slovenië
De aanpassing van het Sloveense plan heeft betrekking op 50 maatregelen. Vier van
deze maatregelen zijn niet langer haalbaar, deze vallen onder de onderdelen: hernieuwbare
energie en energie-efficiëntie, R&D en innovatie, arbeidsmarkt, en REPowerEU. Eén
doelstelling gerelateerd aan een maatregel op het gebied van hernieuwbare energie
is niet langer haalbaar door de inwerkingtreding van een nieuw juridisch kader voor
energie-efficiëntie. Een aantal mijlpalen en doelstellingen zijn gedeeltelijk niet
langer haalbaar, o.a. door vertragingen en overige objectieve omstandigheden. Deze
hebben betrekking op de onderdelen: schone en veilige leefomgeving, duurzaam vervoer,
arbeidsmarkt, onderwijs, gezondheidszorg en REPowerEU. Slovenië heeft verzocht om
de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen in te zetten om een aantal
mijlpalen en doelstellingen toe te voegen aan het HVP en om het ambitieniveau van
een aantal maatregelen, o.a. op het gebied van energie-efficiëntie, arbeidsmarkt en
klimaatweerbaarheid, te verhogen. Zes maatregelen worden aangepast, omdat er betere
alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau
van de maatregelen onveranderd blijft. Daarnaast heeft Slovenië aangegeven dat 26
maatregelen worden aangepast omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden
waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op infrastructuur,
arbeidsmarkt, gezondheidszorg, hernieuwbare energie, schone en veilige leefomgeving,
circulaire economie, digitalisering, R&D en innovatie, toerisme, gezondheidszorg,
woningmarkt en REPowerEU. Ten slotte heeft Slovenië aangegeven dat de verwoording
van één maatregel wordt aangepast.
Litouwen
De aanpassing van het Litouwse plan heeft betrekking op 74 maatregelen. Litouwen heeft
aangegeven dat 27 maatregelen gedeeltelijk niet langer haalbaar zijn door veranderingen
in marktvraag. Deze maatregelen zien op de onderdelen: groene transitie, digitalisering,
onderwijs en REPowerEU. Zeven maatregelen zijn niet langer haalbaar als gevolg van
toenemende kosten door de hoge inflatie. Deze zien o.a. op gezondheidszorg, onderwijs
en kansengelijkheid. Drie maatregelen zijn niet langer haalbaar door vertragingen.
Zestien maatregelen worden aangepast omdat er betere alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd
blijft. Litouwen heeft aangegeven dat 20 maatregelen worden aangepast, omdat er alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze
aanpassingen zien o.a. op gezondheidszorg, de groene transitie, digitalisering, onderwijs,
kansengelijkheid en REPowerEU. Ten slotte wordt één maatregel aangepast door de hogere
administratieve lasten als gevolg van de sancties die zijn opgelegd tegen Rusland.
Italië
De aanpassing van het Italiaanse plan heeft betrekking op 67 maatregelen. Italië heeft
aangegeven dat een aantal maatregelen (gedeeltelijk) niet langer haalbaar zijn, o.a.
door verandering in marktvraag, verstoringen in toeleveringstekens, vertragingen,
en hoge inflatie. Deze maatregelen zien op elektriciteit, vervoer en infrastructuur,
circulaire economie en arbeidsmarkt. 37 maatregelen worden aangepast, omdat er betere
alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau
van de maatregelen onveranderd blijft. Daarnaast heeft Italië aangegeven dat 20 maatregelen
worden aangepast, omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de
administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op verbeteringen in
de publieke sector, cultuur, landbouw en visserij, hernieuwbare energie, onderwijs,
kansengelijkheid, onderzoek en infrastructuur (duurzaam) openbaar vervoer, infrastructuur,
waterbeheer, cultuur, en digitalisering. Italië heeft verzocht om de middelen die
door deze aanpassingen beschikbaar komen in te zetten om twee maatregelen, op het
gebied van elektrisch vervoer en treininfrastructuur, toe te voegen aan het HVP.
Cyprus
De aanpassing van het Cypriotische plan heeft betrekking op 87 maatregelen. Cyprus
heeft aangegeven dat 16 maatregelen gedeeltelijk niet langer haalbaar zijn door een
gebrek aan marktvraag en hoge inflatie. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg,
diversificatie van de economie, hernieuwbare energie, duurzaam vervoer, R&D, modernisering
van de publieke sector, onderwijs, arbeidsmarkt en REPowerEU. Cyprus heeft aangegeven
dat 14 maatregelen worden aangepast, omdat er betere alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd
blijft. Voor 57 maatregelen geldt dat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden
waarbij de administratieve lasten lager liggen. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg,
waterbeheer, modernisering van de publieke sector, onderwijs, R&D, financiële stabiliteit,
infrastructuur, digitalisering, arbeidsmarkt en REPowerEU.
België
De aanpassing van het Belgische plan heeft betrekking op 22 maatregelen. België heeft
aangegeven dat acht maatregelen worden aangepast, omdat er betere alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd
blijft. Deze maatregelen zien o.a. op biodiversiteit en klimaatverandering, cybersecurity,
digitalisering, openbaar bestuur en arbeidsmarkt. Daarnaast worden acht maatregelen
die o.a. zien op klimaat, digitalisering, duurzaam vervoer, kansengelijkheid en hernieuwbare
energie, aangepast omdat er alternatieven geïmplementeerd kunnen worden waarbij de
administratieve lasten lager liggen. België heeft aangegeven dat één maatregel gedeeltelijk
niet langer haalbaar is door hoge inflatie en de verwoording van één maatregel wordt
aangepast in het kader van simplificatie. Ten slotte worden vier maatregelen aangepast
door onverwachte technische problemen.
Kroatië
De aanpassing van het Kroatische plan heeft betrekking op 30 maatregelen. Een aantal
maatregelen worden aangepast, omdat deze (gedeeltelijk) niet langer haalbaar zijn
door hoge inflatie, een gebrek aan marktvraag en onverwachte vertragingen in openbare
aanbestedingen. Deze maatregelen zien o.a. op de onderdelen: groene en digitale economie,
arbeidsmarkt, duurzaam vervoersysteem en digitalisering. Kroatië heeft aangegeven
dat er voor negen maatregelen betere alternatieven geïmplementeerd kunnen worden,
waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Daarnaast
heeft Kroatië aangegeven dat er voor vijf maatregelen alternatieven geïmplementeerd
kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd
blijft. Deze maatregelen zien o.a. op waterbeheer, duurzaam vervoerssysteem, openbare
aanbestedingen, R&D en innovatie, pensioensysteem, energietransitie, en digitalisering.
Kroatië heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen
in te zetten om twee maatregelen toe te voegen aan het HVP en om het implementatieniveau
van vijf maatregelen te verhogen. Deze maatregelen zien o.a. op water- en afvalbeheer,
R&D en innovatie binnen universiteiten, en de renovatie van gebouwen.
Polen
De aanpassing van het Poolse plan heeft betrekking op 42 maatregelen. Voor 11 maatregelen
geldt dat er betere alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke
ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Daarnaast heeft Polen aangegeven
dat er voor 19 maatregelen alternatieven geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het
oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen onveranderd blijft. Deze maatregelen
zien o.a. op concurrentievermogen, arbeidsmarkt, digitalisering, groene energie, REPowerEU,
gezondheidszorg en de kwaliteit van instituties. Polen heeft aangegeven dat een aantal
maatregelen gedeeltelijk niet langer haalbaar zijn door een gebrek aan aanmeldingen
en vertragingen door objectieve omstandigheden. Deze maatregelen zien o.a. op concurrentievermogen
en weerbaarheid van de economie, groene energie, de digitale transitie, cybersecurity
en gezondheidszorg. Polen heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen
beschikbaar te komen in te zetten om twee maatregelen toe te voegen aan het HVP en
om het implementatieniveau van twee maatregelen te verhogen. Deze aanpassingen zien
o.a. op het overhevelen van een deel van de middelen naar InvestEU en een kapitaalinjectie
in een Veiligheid en Defensiefonds.
Agendaonderwerp: Implementatie Europees begrotingsraamwerk: Raadsaanbevelingen budgettair-structurele
plannen België en Bulgarije
Document: Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst.
Aard bespreking: Besluitvorming Raadsaanbevelingen
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
In het kader van het herziene Europese begrotingsraamwerk hebben lidstaten budgettair-structurele
plannen (hierna: plannen) voor de middellange termijn ingediend, met daarin hun voorgenomen
begrotingsbeleid, hervormingen en investeringen. Tot nu toe hebben 26 lidstaten hun
plan ingediend. Voor 22 plannen heeft de Raad van de Europese Unie (Raad) reeds aanbevelingen
aangenomen. Uw Kamer is hierover geïnformeerd op 20 december 2024 met een Kamerbrief
over implementatie van het Europees begrotingsraamwerk15. De aanbevelingen zagen op i) het vaststellen van het meerjarig uitgavenpad, ii)
het goedkeuren van hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen aan een
verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode voor vijf lidstaten en iii) de correctie
van buitensporige tekorten voor acht lidstaten. De Commissie heeft recent de plannen
van België en Bulgarije beoordeeld en aanbevelingen gedaan aan de Raad voor het vaststellen
van het uitgavenpad. Voor België heeft de Commissie ook aanbevelingen gedaan aan de
Raad voor de correctie van het buitensporig tekort en goedkeuring van hervormingen
en investeringen die ten grondslag liggen aan verlenging van de aanpassingsperiode.
De Ecofinraad van 20 juni 2025 besluit over Raadsaanbevelingen voor België en Bulgarije.
Kabinetsinzet Raadsaanbevelingen
Het kabinet neemt de Commissiebeoordeling van de plannen als uitgangspunt bij het
bepalen van zijn inzet ten aanzien van de Raadsaanbevelingen. Het kabinet heeft beoordeeld
of deze Commissiebeoordeling in lijn is met de vereisten aan het uitgavenpad van lidstaten
op basis van Verordening 2024/1263, het correctief uitgavenpad op basis van Verordening
1467/97 en de vereisten voor de set van investeringen en hervormingen die ten grondslag
ligt aan een verlenging van de budgettaire aanpassingsperiode op basis van Verordening
2024/1263.
Het kabinet kan zich vinden in de beoordeling van de Commissie en is voornemens in
te stemmen met de Raadsaanbevelingen.
Hieronder volgt per lidstaat een beschrijving van de belangrijkste onderdelen van
de Raadsaanbevelingen, inclusief tabellen met een weergave van de uitgavengroei, het
structureel primair saldo, de ontwikkeling van het begrotingstekort en de ontwikkeling
van de overheidsschuld.
België
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door België voldoet aan
de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad
om het uitgavenpad vast te stellen. Het uitgavenpad is gebaseerd op een aanpassingsperiode
van zeven jaar.
Correctie buitensporig tekort
De Commissie doet een herziene aanbeveling aan de Raad voor de correctie van het buitensporig
tekort, op grond van het uitgavenpad zoals voorgesteld door België. De Commissie oordeelt
dat dit uitgavenpad voldoet aan de vereiste minimale jaarlijkse verbetering van het
structureel (primair) saldo van 0,5% bbp voor lidstaten in een buitensporigtekortprocedure.
Het begrotingstekort daalt naar verwachting in 2030 onder de referentiewaarde van
3%.
In afwezigheid van een budgettair-structureel plan in verband met een regeringswissel,
heeft de Raad in januari een correctief uitgavenpad aanbevolen dat gebaseerd is op
het vierjarig referentiepad van de Commissie. De Raad kwam overeen dat het een nieuw
correctief uitgavenpad zou worden aanbevolen nadat België een budgettair-structureel
plan had ingediend.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2029
2030
2031
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
3,0%
2,6%
2,6%
2,2%
2,2%
2,4%
2,4%
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
3,6%
2,5%
2,5%
2,1%
2,1%
2,3%
2,4%
N.v.t.
SPS Commissie (jaarlijkse verandering)
0,5%
0,5%
0,5%
0,6%
0,6%
0,5%
0,5%
N.v.t.
SPS in plan (jaarlijkse verandering)
0,2%
0,6%
0,6%
0,6%
0,6%
0,5%
0,5%
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
4,7%
4,6%
4,1%
3,5%
3,0%
2,5%
2,0%
1,8%
Schuldratio in plan (in % bbp)
105,1%
107,0%
107,3%
107,3%
106,7%
105,6%
104,0%
87,6%
België haalt de begrotingsinspanning naar achteren ten opzichte van het lineaire pad
dat als regel geldt volgens Verordening 2024/1263. In 2025 is de begrotingsopgave
lager als gevolg van vertraging in de implementatie van begrotingsmaatregelen door
het aantreden van een nieuwe regering in februari 2025. De begrotingsinspanning wordt
wel gecompenseerd in de latere jaren van het plan.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat België in het plan nauwelijks afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie.
Hervormingen en investeringen ten grondslag aan verlenging aanpassingsperiode
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen die ten grondslag liggen
aan een verlenging van de aanpassingsperiode voldoen aan de vereisten van verordening
2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan de Raad om de investeringen en hervormingen
goed te keuren.
Effect op economische groei en schuldhoudbaarheid
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen een positief effect hebben
op de schuldhoudbaarheid en economische groei van België. Ten eerste beoogt België
twee derde van de begrotingsopgave te bereiken aan de hand van structurele hervormingen
gericht op de arbeidsmarkt (in het bijzonder het WW-stelsel) en het pensioensysteem.
Ten tweede bevat het plan structurele hervormingen gericht op diverse belastingheffingen.
Ten derde beoogt België de efficiëntie en kwaliteit van overheidsuitgaven te verbeteren
en de coördinatie van begrotingsbeleid te verbeteren. Ten vierde zet België in op
het verbeteren van het concurrentievermogen en het ondernemingsklimaat door onder
meer het digitaliseren van overheidsdiensten en het verlagen van administratieve lasten.
Het verlagen van de belasting op arbeid moet werken ook aantrekkelijker maken. Een
deel van deze hervormingen en investeringen is tevens onderdeel van het Belgische
Herstel- en Veerkrachtplan.
Gemeenschappelijke EU-prioriteiten
De Commissie oordeelt dat de hervormingen en investeringen bijdragen aan de verschillende
gemeenschappelijke prioriteiten van de EU en de sociale en economische veerkracht.
Ook bevat het plan investeringen in onderzoek en innovatie op het gebied van koolstofarme
technologie en energie-infrastructuur, wat bij moet dragen aan de groene transitie
en energiezekerheid. De Commissie benoemt dat door middel van digitalisering van publieke
diensten ook aan een eerlijke digitale transitie wordt bijgedragen.
Landspecifieke aanbevelingen
De Commissie concludeert dat in het Belgische plan relevante landspecifieke aanbevelingen
uit het Europees Semester worden geadresseerd op onder andere het gebied van de financiële
houdbaarheid van het pensioenstelsel, de effectiviteit en kwaliteit van overheidsuitgaven
en het verbeteren van de coördinatie van begrotingsbeleid tussen verschillende overheidslagen.
Ook dragen de hervormingen op het gebied van arbeidsmarkt en concurrentievermogen
relateren aan recente landspecifieke aanbevelingen, zoals het aanjagen van de aanpakken
van arbeids- en vaardighedentekorten.
Bulgarije
Begrotingsbeleid
Uitgavenpad
De Commissie oordeelt dat het uitgavenpad zoals voorgesteld door Bulgarije voldoet
aan de vereisten van verordening 2024/1263. De Commissie doet een aanbeveling aan
de Raad om het uitgavenpad vast te stellen.
Tabel kerncijfers begrotingsbeleid
2025
2026
2027
2028
2041
Uitgavengroei Commissie (%)
6,2%
4,9%
4,4%
4,0%
N.v.t.
Uitgavengroei in plan (%)
6,2%
4,9%
4,4%
4,0%
N.v.t.
Begrotingstekort in plan (in % bbp)
– 3,0%
– 2,9%
– 2,9%
– 2,9%
– 2,9%
Schuldratio in plan (in % bbp)
25,8%
27,4%
29,1%
30,8%
45,3%
* Voor lidstaten met een tekort en schuld onder de referentiewaarden is technische informatie
verstrekt. Deze technische informatie bevat geen jaarlijkse verandering van het structureel
primair saldo. Deze is dan ook niet weergegeven in de tabellen van deze lidstaten.
Economische aannames
De Commissie merkt op dat Bulgarije in het plan afwijkt van een aantal economische
aannames onder het referentiepad van de Commissie, met name voor het structureel primair
saldo bij aanvang, de potentiële groei, de inflatie en de rente. De Commissie concludeert
dat de afwijkingen in de aannames leiden tot een lagere uitgavengroei ten opzichte
van de technische informatie van de Commissie. Bulgarije heeft daarmee een ambitieuzer
uitgavenpad opgenomen in het plan.
Agendaonderwerp: Jaarvergadering Raad van gouverneurs van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM)
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling en besluitvorming over jaarverslag, financiële rekeningen en leden
van het auditcomité.
Besluitvormingsprocedure: De Raad van Gouverneurs besluit met gekwalificeerde meerderheid (80% van de uitgebrachte
stemmen) over het jaarverslag en nieuwe leden van het auditcomité
Toelichting:
Op 19 juni 2025 zal de jaarvergadering van de Raad van Gouverneurs van het ESM plaatsvinden.
Op de agenda staat onder andere het goedkeuren van het jaarverslag en de financiële
rekeningen van het ESM over 2024, een bespreking met het ESM-auditcomité en de verklaring
van de externe accountant. Ook wordt de Raad van gouverneurs, zoals gebruikelijk,
om goedkeuring gevraagd om het financiële resultaat van 2024 over te boeken naar het
reservefonds. Daarnaast wordt de Raad van Gouverneurs gevraagd om in te stemmen met
twee nieuwe leden van de auditcomité. Tot slot zal de Raad van Gouverneurs van gedachten
wisselen over de opvolging die het ESM heeft gegeven aan de comprehensive review van het instrumentarium die op 17 juni 2024 werd gepubliceerd.16
Net als in voorgaande jaren ontvangt de Kamer na de jaarvergadering: het jaarverslag
en de financiële rekeningen, en het jaarverslag van het ESM-auditcomité, als ook een
verslag van de jaarvergadering. Daarbij ontvangt de Kamer dan ook de jaarrekeningen
van de Europese Financiële Stabiliteitsfaciliteit (EFSF). Nederland is voornemens
om het jaarverslag en de financiële rekeningen van het ESM over 2024 goed te keuren
en in te stemmen met het overboeken van het resultaat over 2024 naar het reservefonds.
Ook is Nederland voornemens om in te stemmen met de benoeming van de nieuwe leden
van het auditcomité. Zoals gebruikelijk zal in het verslag van de vergadering nader
op de financiële rekeningen en deze besluiten worden ingegaan.
De Raad van Gouverneurs heeft tijdens de jaarvergadering van 2024 van gedachten gewisseld
over de comprehensive review en aan het ESM het mandaat gegeven om de hoofdbevindingen verder uit te werken. De
Kamer is over deze discussie geïnformeerd middels het verslag van de Eurogroep en
Ecofinraad van juni 2024.17 Het ESM heeft hier invulling aan gegeven door een aanvullend rapport op te stellen
voor de jaarvergadering 2025. Het ESM doet hierin enkele voorstellen om het ESM-instrumentarium
te verfijnen. De voorstellen vallen uiteen in drie blokken. Ten eerste stelt het ESM
voor om de toegangscriteria voor de preventieve kredietlijnen onder het herziene ESM-verdrag
in lijn te brengen met de nieuwe Europese begrotingsregels. Ten tweede zou het ESM
het vermeende stigma dat kleeft aan het ESM-instrumentarium willen aanpassen door
vertrouwelijke consultaties en groepsaanvragen mogelijk te maken. Ten derde doet het
ESM een voorstel voor een nieuw permanent preventief instrument dat financiële steun
kan verlenen aan lidstaten voor specifieke doeleinden in reactie op een externe economische
schok die de financiële stabiliteit bedreigt. Deze laatste twee voorstellen kunnen
volgens het ESM ook binnen het huidige ESM-verdrag worden uitgewerkt. Ten slotte acht
het ESM het wenselijk om het Indirect Recapitalisation Instrument aan te passen. Hiervoor dient volgens het ESM wel eerst de herziening van het Crisis Management and Deposit Insurance (CMDI) raamwerk afgerond te worden.
Nederland ziet geen concrete aanleiding om de toegangscriteria onder het herziene
ESM-verdrag aan te passen zolang niet alle lidstaten het herziene ESM-verdrag geratificeerd
hebben. Onder het huidige ESM-verdrag is een aanpassing van de toegangscriteria niet
nodig, omdat de criteria die verband houden met de begrotingsregels niet in het verdrag
zelf zijn vastgelegd.
Nederland weegt de andere voorstellen van het ESM af tegen de doelstelling van het
ESM. In het ESM-verdrag is dit omschreven als: het verstrekken van stabiliteitssteun,
onder stringente voorwaarden die passend zijn voor het gekozen financiële-bijstand
instrument, ten gunste van ESM-leden die te maken hebben met of worden bedreigd door
ernstige financieringsproblemen, indien zulks onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit
van de eurozone in haar geheel en van de lidstaten ervan te vrijwaren. Allereerst
ten aanzien van het voorstel tot groepsaanvragen en vertrouwelijke consultaties voor
preventieve kredietlijnen ziet Nederland weinig nadelen aan de voorgestelde aanpassingen,
omdat de voorwaarden voor financiële bijstand gelijk blijven. Nederland zal zich daarom
constructief opstellen in de discussie over deze potentiële wijziging. Daarnaast staat
Nederland kritisch tegenover het voorstel om een nieuw permanent preventief instrument
op te richten. De noodzaak en additionele waarde van dit instrument ten opzichte van
de bestaande preventieve kredietlijnen is niet evident. Voor Nederland is van belang
dat financiële steun gepaard gaat met «passende stringente voorwaarden» en alleen
wordt verstrekt als dat onontbeerlijk is om de financiële stabiliteit van de eurozone
en de lidstaten te vrijwaren. Nederland kan in lijn met het voorgaande deelnemen aan
de gedachtewisseling.
Agendaonderwerp: Ecofin report to the European Council on tax issues
Document: Nog niet beschikbaar
Aard bespreking: goedkeuring rapportage
Besluitvormingsprocedure: consensus
Toelichting:
Dit betreft de halfjaarlijkse voortgangsrapportage met betrekking tot de belangrijkste
dossiers die momenteel spelen op fiscaal terrein. Deze rapportage bevat een feitelijke
beschrijving van de voortgang die onder het Poolse voorzitterschap in de Raad is geboekt
op de verschillende fiscale dossiers. De Raad zal dit rapport als hamerstuk aannemen.
Nederland kan er mee instemmen.
Agendaonderwerp: CoC Conduct Group conclusions
Document: Nog niet beschikbaar
Aard bespreking: Aannemen conclusies
Besluitvormingsprocedure: consensus
Toelichting:
De Raad zal conclusies van de Gedragscodegroep als hamerstuk aannemen, wat een feitelijke
beschrijving is van de voortgang die tijdens het Poolse voorzitterschap in de Raad
is geboekt op de lopende dossiers. Nederland kan instemmen met deze conclusies.
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.