Brief regering : Verslag van de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3161
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 juni 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag Raad Algemene Zaken van 27 mei 2025
Op 27 mei jl. vond de Raad Algemene Zaken plaats in Brussel. Op de agenda stond de
verordening mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens, de voorbereiding van de
Europese Raad (ER) van 26-27 juni a.s., het voorstel voor aanpassing van de verordening
over officiële EU-talen, de voorzitterschapsconclusies over democratische weerbaarheid,
de artikel 7-procedure aangaande Hongarije en de landenspecifieke rechtsstaatdialoog.
Voorafgaand aan de Raad vond een ontbijt plaats met de Ministers for the Future en er was een lunch over democratische weerbaarheid. De Minister van Buitenlandse
Zaken was verhinderd; Nederland werd vertegenwoordigd door zijn Permanent Vertegenwoordiger
bij de EU. In de geannoteerde agenda voor deze Raad stond nog niet vermeld dat gesproken
zou worden over de aanpassing van de verordening over officiële EU-talen: dit punt
is op verzoek van Spanje later aan de agenda toegevoegd. Dit geldt ook voor het overige
agendapunt («AOB») over Radio Free Europe/Radio Liberty, op verzoek van Tsjechië.
Mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens
De Raad stelde een algemene oriëntatie1 vast over de verordening ter vereenvoudiging van het Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM) uit Omnibus I. In navolging van het akkoord in het Europees Parlement op 21 mei
jl. zullen de trilogen waarschijnlijk op 2 juni beginnen. Het kabinet is positief
over het bereikte akkoord met grote vereenvoudigingen, zonder afbreuk te doen aan
de beleidsdoelstellingen van CBAM. Met de hogere drempelwaarde in het huidige voorstel
wordt ongeveer 90% van de Europese importeurs vrijgesteld van hun CBAM-verplichtingen
terwijl 99% van de CO2-uitstoot gekoppeld aan de invoer van koolstofintensieve producten ondervangen blijft.
De kabinetsinzet inzake vindt u in het BNC-fiche van 24 maart jl.2
Voorbereiding Europese Raad
De Raad besprak de ER van 26 en 27 juni a.s. aan de hand van de geannoteerde conceptagenda.3 Ten aanzien van Oekraïne benadrukte een groot aantal lidstaten, waaronder Nederland, de noodzaak voor blijvende
steun, druk op Rusland en voorbereiding op een staakt-het-vuren. Een aantal lidstaten
riep daarbij tevens op voortgang te maken met de Oekraïense EU-toetredingsonderhandelingen.
In het verlengde daarvan vroegen ook meerdere lidstaten om agendering van de Westelijke
Balkan.
Ten aanzien van het Midden-Oosten drongen lidstaten, waaronder Nederland, aan op toegang voor humanitaire hulp in Gaza
en vrijlating van gijzelaars. Bij veiligheid en defensie lag het zwaartepunt van de discussie bij versterking van de Europese defensie-industrie,
en met name de rol van het MKB daarbij. Enkele lidstaten riepen daarbij op tot ruimere
financieringsmogelijkheden; Nederland verwees daarentegen naar het bereikte akkoord
op SAFE4 en de activatie van de nationale ontsnappingsclausule waardoor een nieuwe financieringsdiscussie
niet aan de orde is. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, wezen in dit kader op
de NAVO-top in Den Haag voorafgaand aan de ER.
Bij EU in de wereld vroegen lidstaten aandacht voor de relatie met de VS, het VK, het Midden-Oosten,
Latijns-Amerika en Afrika. Onder concurrentievermogen wees een groot aantal lidstaten op het belang van versimpeling van regelgeving en
verlaging van administratieve lasten, en verwelkomden zij de Interne Marktstrategie5. Ten aanzien van migratie vroegen enkele lidstaten om voortgang op de terugkeerverordening en herziening van
het veilige derde land-concept. Tot slot vroegen lidstaten, waaronder Nederland, om
agendering van interne veiligheid en weerbaarheid.
Voorstel voor aanpassing van verordening 1/1958 over officiële EU-talen
De Raad stond, in navolging van de bespreking in december 2023, stil bij het ingelaste
Spaanse voorstel om Baskisch, Catalaans en Galicisch tot officiële EU-talen te maken.
Spanje wees, in het kader van 50 jaar vrijheid en democratie in Spanje, op het historische
belang van dit voorstel voor Spanje en herhaalde de toezegging alle kosten te dragen.
Lidstaten, waaronder Nederland, hadden in de aanloop naar deze Raad het belang van
taalverscheidenheid in de EU benadrukt en begrip uitgesproken voor de Spaanse wens.
Het was echter eveneens duidelijk dat er nog een groot aantal vragen leefde over de
juridische en financiële consequenties. De juridische dienst van de Raad bevestigde
dat het voorstel in de huidige vorm op gespannen voet staat met het EU-Verdrag. Het
voorzitterschap concludeerde daarop dat dit voorstel niet op de benodigde unanimiteit
kon rekenen en nader behandeld zal moeten worden.
Artikel 7-procedure Hongarije
De Raad hoorde Hongarije voor de achtste keer in het kader van de Artikel 7-procedure.
De hoorzitting betrof alle onderwerpen uit het met redenen omkleed voorstel dat het
Europees Parlement in 2018 uitbracht.
Tijdens de hoorzitting ging de meeste aandacht uit naar zorgen over de recente anti-lhbtiq+-wetswijzigingen
van Hongarije en het voorgenoemde wetsvoorstel. België sprak namens de Benelux ook
zorgen uit over deze twee onderwerpen en riep Hongarije daarnaast op tot geloofwaardige
stappen om de zorgen te adresseren, in nauwe samenwerking met de Commissie. België
verwees naar de verklaring6
over de recente Hongaarse anti-lhbtiq+-wetswijzigingen. Nederland werkte in aanloop naar de RAZ aan deze verklaring om afkeur uit te spreken
over de anti-lhbtiq+ ontwikkelingen in Hongarije en het belang te benadrukken van
respect voor mensenrechten en fundamentele rechten voor iedereen, inclusief lhbtiq+-personen.
Deze verklaring is uiteindelijk door 20 lidstaten ondertekend en werd en marge van
de RAZ gepubliceerd. De lidstaten veroordelen deze wetgeving, roepen Hongarije op
deze te wijzigen en verzoeken de Commissie volledig gebruik te maken van de rechtsstaatinstrumenten
die zij ter beschikking heeft. De Kamer wordt bijtijds geïnformeerd over de uitvoering
van de motie Koekkoek/Van Campen.7
Hongarije liet zich kritisch uit over de procedure, die in Hongaarse ogen wordt gepolitiseerd.
Hongarije gaf aan wel constructief aan de procedure deel te nemen en ging vervolgens
in op de actuele stand van zaken op de verschillende terreinen van zorg. De Commissie
gaf een kort overzicht van de recente, zorgelijke ontwikkelingen in Hongarije sinds
de laatste stand-van-zakenbespreking op 19 november 2024. De Commissie ging daarbij
onder andere in op de recente anti-lhbtiq+-wetgeving in Hongarije en het wetsvoorstel
On the Transparency of Public Life. De Commissie drong er bij Hongarije op aan het wetsvoorstel in te trekken. Als de
Hongaarse regering de wet toch aanneemt, dan zal de Commissie alle beschikbare rechtsstaatinstrumenten
inzetten. De Commissie concludeerde dat een groot deel van de zorgen uit het met redenen
omkleed voorstel nog altijd gegrond zijn.
Verder lichtte Hongarije in reactie op de interventies de technische details toe van
de wetswijziging en het wetsvoorstel. Na afloop concludeerde het voorzitterschap dat
de Raad de besprekingen in het kader van de Artikel 7-procedure tegen Hongarije zal
voortzetten. Het kabinet verwelkomt dat voornemen. In uitvoering van de motie-Paternotte/Van
Campen8 heeft het kabinet ook gesproken met andere lidstaten over de mogelijkheden om verdere
stappen te zetten in de Artikel 7-procedure en het krachtenveld in kaart gebracht.
Het kabinet constateert naar aanleiding hiervan dat de meerderheden om verdere stappen
onder de Artikel 7-procedure te zetten momenteel nog niet in zicht zijn.
Landenspecifieke rechtsstaatdialoog
Tijdens de Raad vond voor de twaalfde keer sinds de start in 2020, de landenspecifieke
rechtsstaatdialoog plaats op basis van de landenhoofdstukken uit het Commissie rechtsstaatrapport.9 Deze keer stonden de landenhoofdstukken van Slowakije, Zweden, België en Finland
op de agenda. Vanwege tijdsgebrek werd de dialoog met Finland verplaatst naar de RAZ
van juni a.s. Zoals gebruikelijk leidde de Commissie de afzonderlijke dialogen in
met een korte samenvatting van haar bevindingen. De betreffende lidstaat gaf daarna
een korte presentatie van de staat van de rechtsstaat in het eigen land, waarna een
ronde van vragen en antwoorden volgde.
Luxemburg intervenieerde mede namens Nederland bij de besprekingen van Slowakije en
Zweden. Omdat België zelf op de agenda stond, was de interventie niet in Benelux-verband.
Luxemburg vroeg in een kritische interventie hoe Slowakije voldoende waarborgen van
onafhankelijke rechtspraak verzekert. Ook uitte Luxemburg zorgen over de recente strafrechtelijke
hervormingen en de afschaffing van de speciaal aanklager. In dat kader werd gevraagd
hoe Slowakije corruptie tegengaat en de bescherming van de financiële belangen van
de unie waarborgt. Daarnaast werd het belang van onafhankelijke media benadrukt. Zweden
werd bevraagd over de recente inzet om corruptie en infiltratie van georganiseerde
misdaad tegen te gaan. Luxemburg verwelkomde de aanscherping van de regels om draaideur-problematiek
tegen te gaan. Tenslotte werd gevraagd hoe Zweden verzekert dat recente hervormingen
ten aanzien van de financiering en organisatie van het maatschappelijk middenveld
niet leiden tot beperking van betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld.
Democratische weerbaarheid
Het voorzitterschap nam conclusies aan over democratische weerbaarheid in de EU.10 Deze conclusies zullen als input dienen voor het European Democracy Shield. Het Commissievoorstel hiertoe wordt dit najaar verwacht. Uw Kamer wordt t.z.t. via
een BNC-fiche over geïnformeerd.
Ook sprak de Raad tijdens de lunch met Commissaris McGrath over dit onderwerp.
Overige agendapunt («AOB»): Radio Free Europe/Radio Liberty
De Raad sprak op verzoek van Tsjechië over huidige situatie waarin Radio Free Europe/Radio Liberty verkeert. Het gastland van Radio Free Europe/Radio Liberty onderstreepte dat naast noodmaatregelen ook nagedacht moet worden over oplossingen
op de langere termijn. Nederland sprak conform motie-Timmermans11 uit actief te zoeken naar manieren om Radio Free Europe/Radio Liberty te steunen. Na de Raad, op 3 juni jl., heeft het kabinet toegezegd Radio Free Europe/Radio Liberty met 3 miljoen euro te steunen.
Ontbijt Ministers for the Future
Tijdens een ontbijtsessie spraken de Ministers for the Future met Commissaris Micallef over Strategic Foresight en weerbaarheid in brede zin.12 Onderwerpen die aan bod kwamen waren veiligheid en defensie, cohesiegelden, energiezekerheid,
sociaaleconomische uitdagingen en concurrentiekracht. De kabinetspositie op weerbaarheid
is opgenomen in de kabinetsappreciatie van het Niinistö-rapport13 en de BNC-fiches over de Paraatheidsuniestrategie14 en de EU-Interne Veiligheidsstrategie.15
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken