Brief regering : Voorhangprocedures tariefmaatregel samenhangend met hoofdlijnenakkoord ouderenzorg en (vervolg) tariefmaatregel meerjarig contracteren sector gehandicaptenzorg en langdurige ggz
29 389 Vergrijzing en het integrale ouderenbeleid
34 104
Langdurige zorg
Nr. 153
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 3 juni 2025.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
2 juli 2025.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2025
Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg), over de zakelijke inhoud van de twee aanwijzingen die ik van plan ben op grond
van artikel 7 Wmg aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven en die aansluiten
bij het onderhandelaarsakkoord Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg (HLO). Het HLO volgt
uit het Regeerprogramma 2024–2028 van 13 september 20241 waarin is besloten tot een hoofdlijnenakkoord voor de ouderenzorg.
In het HLO zijn belangrijke afspraken gemaakt met de sector over de toekomst van de
ouderenzorg op (middel)lange en korte termijn. Het onderhandelaarsakkoord HLO bevat
ook financiële afspraken. In deze brief informeer ik u over de aanwijzing die ik voornemens
ben te geven aan de NZa in verband met de verzachting van de tariefmaatregelen voor
de ouderenzorg die volgen uit het HLO. Daarnaast leidt dit tot een wijziging van een
reeds geldende aanwijzing van mijn ambtsvoorganger2.
Met het oog op een ordentelijke voorbereiding van de zorginkoop 2026, en tijdige vaststelling
en publicatie van de beleidsregelwaarden (in het vervolg van deze brief wordt gesproken
over tarieven) door de NZa, informeer ik uw Kamer met het bereiken van het onderhandelingsakkoord
HLO. De betrokken partijen starten met de consultatie van het onderhandelaarsakkoord
(inclusief het financiële hoofdstuk) bij hun achterban.
Ik zal niet eerder overgaan tot het geven van deze aanwijzingen dan dertig dagen na
verzending van deze brief. Van de vaststelling van de aanwijzingen zal ik mededeling
doen door plaatsing in de Staatscourant. De voorhangtermijn loopt vanaf 3 juni 2025
en eindigt op 2 juli 2025.
1. Voorgenomen aanwijzing in verband met financiële afspraken HLO
In het HLO is afgesproken om de tariefmaatregelen voor de Wlz-ouderenzorg zoals deze volgen uit (het basispad van) het Hoofdlijnenakkoord «Hoop, lef en
trots»3 van 16 mei 2024, te verzachten.
De verzachting bedraagt € 242 miljoen in 2026 oplopend tot € 264 miljoen in 2030 en
€ 250 miljoen structureel vanaf 2031. Hiermee resulteert een aangepaste tariefmaatregel
die oploopt van € 260 miljoen in 2026 tot € 400 miljoen in 2030 en € 414 miljoen structureel
vanaf 2031. Tabel 1 brengt dit in beeld. De financiële afspraken uit het HLO worden
verwerkt in de ontwerpbegroting 2026.
Tabel 1: Tariefmaatregel Wlz-ouderenzorg na HLO (prijspeil 2025)
Bedragen x € 1 miljoen
2026
2027
2028
2029
2030
structureel
1
Tariefmaatregelen zonder HLO
– 502
– 543
– 582
– 625
– 664
– 664
2
Verzachting op grond van HLO
242
243
242
245
264
250
3
Aangepaste tariefmaatregel conform HLO
– 260
– 300
– 340
– 380
– 400
– 414
Het kabinet vindt de tariefmaatregel noodzakelijk in het licht van houdbare overheidsfinanciën.
De algemene financieel-economische situatie en de hoogte van de collectieve uitgaven
nopen tot een beheerste kostenontwikkeling van de zorg en een meer doelmatig gebruik
van de beschikbare middelen. De verzachte tariefmaatregel als onderdeel van het HLO
draagt hieraan bij. De betrokken partijen zijn het erover eens dat het HLO en de daarin
opgenomen bijstelling van de oorspronkelijke tariefmaatregel resulteren in reële maximumtarieven.
Ik ben voornemens om de NZa een aanwijzing te geven met de opdracht om de tariefmaatregel
met ingang van 2026 door te voeren voor de sector ouderenzorg. De aangepaste tariefmaatregel
geldt in prijspeil 2025 en betreft de maximum- en bandbreedtetarieven voor alle vastgestelde
prestaties zzp en vpt V&V 1 t/m 10.4
2. Wijzigen bestaande aanwijzing
Zoals hiervoor aangegeven leidt het HLO ook tot een wijziging van een reeds geldende
aanwijzing van mijn ambtsvoorganger. Met die aanwijzing is de NZa de opdracht gegeven
om de maatregelen (a) doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg en (b) meerjarig
contracteren met budgetafspraken met ingang van 2024 structureel in de tarieven te
verwerken. Voor de jaren 2024 en 2025 heeft de NZa de opdracht gekregen om hier geen
uitvoering aan te geven.5
Op grond van het HLO ben ik voornemens om deze aanwijzing te wijzigen zodat deze niet
(meer) van toepassing is voor de ouderenzorg. Daarmee vervalt de korting op basis
van de doorontwikkeling kwaliteitskader verpleeghuiszorg van structureel € 350 miljoen.
Voor de gehandicaptenzorg (ghz) en de langdurige ggz blijft de aanwijzing (in gewijzigde
vorm) van kracht ten aanzien van meerjarig contracteren. Dit sluit aan bij (het basispad
van) het Hoofdlijnenakkoord «Hoop, lef en trots».
Oorspronkelijk betrof de tariefkorting meerjarige contracten met financiële afspraken
en meerjarige contracteerruimte voor alle drie de sectoren binnen de Wlz € 135 miljoen
structureel. Wanneer de vigerende aanwijzing wordt gewijzigd zodat deze maatregel
zich beperkt tot het aandeel van de sectoren gehandicaptenzorg en langdurige ggz bedraagt
de korting € 65 miljoen structureel. Tabel 2 specificeert de resulterende bedragen
per sector zoals deze gelden per 2026. Het aandeel ouderenzorg (€ 70 miljoen) vervalt
op grond van het HLO.
Tabel 2: Tariefmaatregel meerjarig contracteren naar sector (prijspeil 2025)
Bedragen x € 1 miljoen
2026
2027
2028
2029
2030
structureel
Gehandicaptenzorg
– 52
– 52
– 52
– 52
– 52
– 52
Geestelijke gezondheidszorg
– 13
– 13
– 13
– 13
– 13
– 13
Ik zal de NZa opdragen om de bedragen uit tabel 2 per 2026 sectorspecifiek te verwerken
in de maximumtarieven voor de zzp- en vpt-prestaties.
3. Maatregelen en kostenonderzoeken
Gezien de noodzaak van de hiervoor beschreven maatregelen en in het licht van de financiële
houdbaarheid en de toegankelijkheid van de zorg acht ik het van belang dat de NZa
bij een toekomstig kostenonderzoek voor de Wlz-ouderenzorg de inhoud van de voorgenomen
aanwijzing voor zover dit is aangewezen zal betrekken. Dit betekent dat ik de NZa
zal opdragen de uitkomsten van een dergelijk toekomstig onderzoek te corrigeren voor
deze maatregelen, indien het kostenonderzoek betrekking heeft op een jaar waarin de
maatregelen hun structurele niveau nog niet hebben bereikt6.
4. Zakelijke inhoud twee aanwijzingen
De hiervoor beschreven wijzigingen worden meer in detail vertaald in een aanwijzing
aan de NZa. Ik zal de NZa een aanwijzing geven met de opdracht om de afgesproken tariefmaatregel
op grond van het HLO met ingang van 2026 door te voeren voor de sector ouderenzorg.
Dit betreft de bedragen conform regel 3 in tabel 1 van deze brief. Deze dient de NZa
jaarlijks als een uniforme procentuele korting naar rato te verwerken op de loon-
en materiële kostencomponenten van de betreffende tarieven. Deze worden geschoond
voor de componenten voor niet beïnvloedbare factoren. Het gaat hierbij limitatief
om de maximum- en bandbreedtetarieven voor alle vastgestelde prestaties zzp en vpt
V&V 1 t/m 10 binnen de Wlz7. Dit is inclusief de prestaties voor deeltijdverblijf en de prestaties met een component
voor niet beïnvloedbare factoren. De uniforme taakstellende procentuele korting berekent
de NZa per tarief en bijbehorende prestatiebeschrijving voor 2026 en latere jaren
over de volgende grondslag:
▪ alle vastgestelde prestatiebeschrijvingen voor zzp en vpt V&V 1 tot en met 108 binnen de Wlz contracteerruimte 2024 (het meest recente realisatiejaar) vermenigvuldigd
met loon- en materiële kostencomponenten (geschoond voor de componenten voor niet
beïnvloedbare factoren) voor de betreffende prestatiebeschrijvingen in 2024.
Daarnaast zal ik de Nza een aanwijzing geven om de eerdere aanwijzing van 14 juni
20239 te wijzigen. Ik zal de NZa opdragen om artikel 3 niet toe te passen voor de ouderenzorg.
Ik zal daarbij opdragen om de resterende sectorspecifieke tariefkortingen uit tabel 2
van deze brief jaarlijks als uniforme procentuele kortingen te verwerken op de loon-
en materiële kostencomponenten van de betreffende tarieven. Daarbij geldt per sector
de volgende grondslag:
▪ alle hieronder vermelde prestatiebeschrijvingen voor zzp en vpt binnen de Wlz contracteerruimte
2024 vermenigvuldigd met loon- en materiële kostencomponenten voor de betreffende
prestatiebeschrijvingen in 2024.
De NZa berekent via deze methodiek de taakstellende korting per prestatiebeschrijving
voor de jaren 2026 en latere jaren (voor alle jaren op basis van de grondslag in 2024).
Het betreft de volgende maximumtarieven en bijbehorende prestaties per sector:
Gehandicaptenzorg:
▪ alle zzp- en vpt-prestaties inclusief en exclusief behandeling, inclusief en exclusief
dagbesteding voor vg 1 t/m 8, lvg 1 t/m 5, svlvg 1, lg 1 t/m 7, zg-aud 1 t/m 4, zg-vis
1 t/m 5, de prestaties voor deeltijdverblijf en overbruggingszorg inbegrepen.
Geestelijke gezondheidszorg:
▪ alle zzp- en vpt-prestaties voor ggz-wonen (1 t/m 5), de prestaties voor deeltijdverblijf
inbegrepen en alle zzp-prestaties voor ggz-b (1 t/m 7).
Daarnaast zal ik artikel 4 van de aanwijzing van 14 juni 2023 schrappen.
5. Tot slot
Met het onderhandelingsakkoord HLO wordt een belangrijke stap gezet en worden de tariefmaatregelen
in de ouderenzorg verzacht. Voor de gehandicaptenzorg en langdurige ggz wordt met
de aangepaste aanwijzing ook duidelijkheid gegeven. Voordat de aanwijzingen aan de
NZa worden verzonden, hoop ik u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.