Brief regering : Voorhang tariefmaatregel behandeling Wlz gehandicaptenzorg
34 104 Langdurige zorg
Nr. 445
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Ontvangen ter Griffie op 3 juni 2025.
Het besluit tot het doen van een aanwijzing kan niet eerder worden genomen dan op
2 juli 2025.
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2025
Hierbij informeer ik u, conform artikel 8 van de Wet marktordening gezondheidszorg
(Wmg), over de zakelijke inhoud van de aanwijzing die ik van plan ben op grond van
artikel 7 Wmg aan de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) te geven en die zijn oorsprong
heeft in de maatregel Wlz-behandeling. Dit betreft een korting van € 88 miljoen structureel
op de maximumtarieven van de zorgzwaartepakketten inclusief behandeling voor de sector
gehandicaptenzorg.
Ik zal niet eerder overgaan tot het geven van de aanwijzing dan dertig dagen na verzending
van deze brief. Over de vaststelling van de aanwijzing zal ik mededeling doen door
plaatsing in de Staatscourant. Eerst zal ik ingaan op de achtergrond en de historie
van deze maatregel. In onderdeel 4 van deze brief treft u de zakelijke inhoud van
de voorgenomen aanwijzing.
De voorhangtermijn loopt vanaf 3 juni 2025 en eindigt op 2 juli 2025.
1. Achtergrond
Het basispad van het Hoofdlijnenakkoord «Hoop, lef en trots» van 16 mei 20241 kent een tariefmaatregel van structureel € 170 miljoen met ingang van 2026 in verband
met Wlz-behandeling. Van deze taakstelling heeft € 82 miljoen betrekking op de sector
verpleging en verzorging. De taakstelling behandeling voor de sector verpleging en
verzorging wordt meegenomen in de financiële afspraken die samenhangen met het onderhandelingsakkoord
Hoofdlijnenakkoord ouderenzorg (HLO). Deze vormt daarmee geen onderdeel van de voorgenomen
aanwijzing waarover ik u in deze brief informeer. Over de verwerking van de financiële
effecten van het HLO ontvangt uw Kamer separaat een (voorhang)brief.
Na correctie van het aandeel van de sector verpleging en verzorging blijft er voor
de gehandicaptensector een taakstelling Wlz-behandeling over van € 88 miljoen met
ingang van 2026 en volgende jaren.
2. Eerdere afspraken over de maatregel behandeling
In het coalitieakkoord van het vorige kabinet2 was afgesproken om de aanspraak op behandeling per 2025 voor Wlz-cliënten over te
hevelen naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Betrokken veldpartijen gaven aan dat een
zorgvuldige overheveling van behandeling op een dergelijke korte termijn een ongewenst
hoge druk zou geven op de (continuïteit van) zorgverlening aan de meest kwetsbare
ouderen en mensen met een beperking.
Mijn ambtsvoorganger heeft naar aanleiding daarvan met de betrokken organisaties,
waaronder de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland (VGN), afgesproken om samen te
onderzoeken hoe voor mensen met een zeer complexe zorgvraag de behandeling vanuit
de Wlz geleverd kon blijven worden.
Deze afwijking van het coalitieakkoord van het vorige kabinet kon alleen plaatsvinden
onder een aantal voorwaarden. Ten eerste zou de taakstelling structureel per 2025
binnen de Wlz worden gerealiseerd via aanpassing van de prestatie- en tariefregulering
door de NZa.
Ten tweede zijn in het convenant medisch generalistische zorg van september 2024 in
overleg met de sector afspraken gemaakt hoe de 24/7 beschikbaarheid van medisch-generalistische
zorg voor kwetsbare mensen thuis, in een geclusterde woonvorm en in een instelling
(regionaal) kan worden geborgd.
Een derde onderdeel was dat op langere termijn de bestaande ongelijkheid en onduidelijkheid
in de Wlz tussen mensen op een plek met en zonder behandeling verdwijnt. Uw Kamer
is door mijn ambtsvoorganger geïnformeerd over deze afspraken3.
3. Hoofdlijnenakkoord kabinet en maatregel behandeling
Oorspronkelijk was het voornemen om de korting op behandeling in te laten gaan per
2025.4 De demissionaire status van het vorige kabinet vormde de aanleiding voor de Tweede
Kamer om met een motie dit voornemen controversieel te verklaren. Deze motie is aangenomen
en heeft ertoe geleid dat deze korting niet is gerealiseerd.5 Het huidige kabinet heeft hiervoor de benodigde financiële dekking in 2025 vrijgemaakt.
De maatregel gaat hierdoor pas in met ingang van 2026.
Het kabinet heeft de tariefmaatregel overgenomen in het licht van houdbare overheidsfinanciën.
De algemene financieel-economische situatie en de hoogte van de collectieve uitgaven
nopen tot een beheerste kostenontwikkeling in de gezondheidszorg en een meer doelmatig
gebruik van de beschikbare middelen. Daarbij spelen ook de dreigende personeelstekorten
een rol en het belang om de zorg zodanig te organiseren dat deze gelijkwaardig toegankelijk
blijft voor (zeer) kwetsbare mensen met een beperking die afhankelijk zijn van passende
ondersteuning en zorg. Daarnaast geldt dat door mijn ambtsvoorganger afspraken zijn
gemaakt met de sector over het realiseren van de taakstelling Wlz-behandeling via
prestatie- en tariefregulering door de NZa (zie paragraaf 2 van deze brief).
Omdat de tariefmaatregel zijn oorsprong heeft in het anders organiseren van Wlz-behandeling,
zal ik de NZa vragen om de tariefmaatregel toe te passen op de zzp-tarieven voor gehandicaptenzorg
inclusief behandeling.
4. Zakelijke inhoud aanwijzing tariefmaatregel behandeling Wlz
Ik ben voornemens de NZa een aanwijzing te geven om met ingang van 2026 structureel
€ 88 miljoen (prijspeil 2025) als een uniforme procentuele korting te verwerken op
de integrale maximumtarieven voor:
• zzp vg 3 t/m 8 exclusief en inclusief dagbesteding; inclusief behandeling:
• zzp lg 3 t/m 7 exclusief en inclusief dagbesteding; inclusief behandeling;
• zzp zg aud 1 t/m 4 exclusief en inclusief dagbesteding; inclusief behandeling;
• zzp zg vis 3 t/m 5 exclusief en inclusief dagbesteding; inclusief behandeling.
In de voorhangbrief van 15 april 2024 is aangegeven dat de integrale maximumtarieven
voor zzp lvg 1 t/m 5 incl. behandeling en zzp sglvg 1 zijn uitgezonderd op de verwerking
van deze maatregel. Hier houd ik aan vast.
Ik zal de NZa opdragen de korting te verdelen over de loon- en materiële kostencomponenten
per prestatiebeschrijving, over de volgende grondslag: alle hierboven genoemde prestatiebeschrijvingen
voor de genoemde prestaties binnen de Wlz contracteerruimte 2024 (het meest recente
realisatiejaar) vermenigvuldigd met loon- en materiële kostencomponenten voor de betreffende
prestatiebeschrijvingen in 2024. De NZa berekent via deze methodiek de taakstellende
korting per prestatiebeschrijving voor de jaren 2026 en latere jaren op basis van
de grondslag in 2024, waarmee het kortingspercentage in de jaren constant blijft.
Ik hoop u met bijgaande brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport