Brief regering : Appreciatie motie van de leden Eerdmans en Bikker over een landelijk programma Skaeve Huse (Kamerstuk 25424-760)
25 424 Geestelijke gezondheidszorg
Nr. 761
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juni 2025
In het debat over de parlementaire verkenning verward/onbegrepen gedrag en veiligheid
van 28 mei 2025 is de motie Eerdmans/Bikker ingediend die het kabinet verzoekt een
landelijk programma Skaeve Huse vorm te geven en hiervoor bij de begroting voor 2026
voldoende middelen te reserveren (Kamerstuk 25 424, nr. 760). Daarbij heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties toegezegd
dat ik uw Kamer een oordeel over deze motie zou doen toekomen. Bij deze voldoe ik
aan deze toezegging.
De motie Eerdmans/Bikker moet ik ontraden. Ik herken de positieve ervaringen met Skaeve
Huse die in de motie worden genoemd en ik ben met de indieners van mening dat het
wenselijk is dat gemeenten dit woonconcept zo goed mogelijk benutten. Dat neemt niet
weg dat ik geen meerwaarde zie in een aanvullend landelijk programma en ook geen noodzaak
en/of ruimte zie hiervoor aanvullende middelen te reserveren.
Aan de eerdere motie Eerdmans/Bikker over dit onderwerp (Kamerstuk 36 410 XVI, nr. 91) is invulling gegeven door de Staatssecretaris van VWS in de voortgangsrapportage
Nationaal Actieplan Dakloosheid en Beschermd wonen van 4 juni 2024 (Kamerstuk 29 325, nr. 159). Daarbij is gewezen op de verschillende lopende programma’s en initiatieven waar
het stimuleren van Skaeve Huse onderdeel van uitmaakt of uit zou kunnen gaan uitmaken,
en op het bekend maken van praktijkervaringen bij het realiseren van Skaeve Huse.
De invulling van de eerdere motie Eerdmans/Bikker is naar het oordeel van het kabinet
een passende wijze om op landelijk niveau Skaeve Huse waar deze gewenst zijn te stimuleren.
Vanuit het Ministerie van VWS worden gemeenten al breed ondersteund bij de huisvesting
van personen met verward/onbegrepen gedrag en andere aandachtsgroepen, bijvoorbeeld
vanuit de middelen van het Nationaal Actieplan Dakloosheid en het actieplan dakloze
mensen met een WLZ-indicatie. In het wetsvoorstel Versterking regie volkshuisvesting,
dat op dit moment bij uw Kamer ligt voor behandeling zitten verschillende elementen
die zorgen dat gemeenten regie kunnen voeren over de huisvestingsvraag van personen
met onbegrepen/verward gedrag. Die regie kan onder andere worden gevoerd door middel
van het verplichte volkshuisvestingsprogramma, waarin gemeenten de huisvestingsopgave
van onder andere personen met verward/onbegrepen gedrag in beeld moeten brengen en
woonconcepten als Skaeve Huse kunnen inzetten om in (een deel van) deze huisvestingopgave
te voorzien. Dit is een gemeentelijke taak.
Het realiseren van huisvestingsconcepten voor personen met onbegrepen/verward gedrag
zoals Skaeve Huse ondersteun ik ook financieel. Op 10 juni 2025 opent een nieuwe tranche
van de Regeling Huisvesting Aandachtsgroepen, waarbij € 30 miljoen beschikbaar is
om betaalbare woningen voor aandachtsgroepen te financieren. Onder de aandachtsgroepen
vallen ook personen met verward/onbegrepen gedrag. Voor wat betreft de middelen tot
en met 2030 heeft uw Kamer op 19 mei 2025 een brief ontvangen waarin wordt uiteengezet
hoe dit kabinet de middelen die beschikbaar zijn voor de woningbouw inzet om gemeenten
te ondersteunen om betaalbare woningen te realiseren. Het kabinet reserveert voor
specifieke bouwopgaven met hogere kosten circa € 900 miljoen om gemeenten hiervoor
extra te ondersteunen. De extra steun is beschikbaar voor woningbouw in kwetsbare
gebieden, het versterken van de ambtelijke capaciteit bij gemeenten en specifieke
bouwopgaven voor het realiseren van zorggeschikte en geclusterde woningen.
Ik vind tot slot dat met alle lopende initiatieven en regelingen een passende invulling
wordt gegeven aan de verantwoordelijkheid die het kabinet kan nemen, omdat huisvesting
een lokale aangelegenheid is en lokaal de keuze moet worden gemaakt welke woonconcepten
het meest nodig en nuttig zijn. Lokaal moeten gemeenten, corporaties, projectontwikkelaars,
zorgaanbieders en zorgkantoren samenwerken om passende huisvesting te realiseren door
in te zetten op nieuwbouw, flexwonen en door het beter benutten van bestaande woonruimte.
Een landelijk programma specifiek gericht op één woonconcept doet onvoldoende recht
aan de noodzaak om lokaal ruimte te laten aan partijen om hier een vrije afweging
in te maken.
De Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, M.C.G. Keijzer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening