Brief regering : Dienstenwet: Onderzoek Terugverdientijd Ambulante Handel
32 637 Bedrijfslevenbeleid
Nr. 698 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juni 2025
Bloemen, vis, kaas, oliebollen, poffertjes, lederwaren: allemaal producten die ambulante
handelaren verkopen in de buurt. Deze ondernemers zijn voor mij van groot belang voor
het bruisend houden van de lokale economieën in Nederland. Ook dragen zij bij aan
de werkgelegenheid en een ruim aanbod voor de consument. Daarom wil ik de ambulante
handelaren zo vrij als mogelijk laten ondernemen.
De vergunningen die ambulante handelaren nodig hebben om te ondernemen zijn zogeheten
schaarse vergunningen onder de Dienstenwet.1 Deze vergunningen mogen enkel voor een bepaalde tijd uitgegeven worden. Omdat ik
het belangrijk vind dat ambulante handelaren voldoende tijd hebben om een redelijk
rendement van de door hen gedane investeringen terug te verdienen, heb ik toegezegd
om de gemeenten een handreiking te geven middels een geactualiseerd onderzoek.2 Hiermee kunnen zij voor deze ondernemers een gepaste vergunningsduur vaststellen.
In 2021 heeft mijn voorganger opdracht gegeven aan SEO Economisch Onderzoek (hierna
SEO) om te onderzoeken hoeveel tijd een ambulante handelaar nodig heeft om zijn investeringen
terug te verdienen met een redelijk rendement.3 Dit heet de terugverdientijd.4 De Kamer en ambulante handelaren uitten recent zorgen over nieuwe ontwikkelingen
rondom de terugverdientijd, zoals mogelijk sterk stijgende kosten door invoering van
zero-emissiezones en afnemende inkomsten na de coronacrisis. Daarom heb ik besloten
om dit onderzoek nogmaals uit te laten voeren. Hiermee volg ik de motie Grinwis c.s.
op.5
SEO stelt vast dat in 2024 de gemiddelde terugverdientijd tussen de 8 en 11 jaar is,
op basis van de volledige set van jaarcijfers van ambulante handelaren uit 2023. Dit
is niet significant gewijzigd ten opzichte van 2021 (tussen de 9 en 12 jaar). Ik vroeg
SEO om aandacht te besteden aan de zorgen over de invoering van zero-emissiezones.
SEO stelt vast dat eventuele investeringen in emissieloze voertuigen van invloed zijn
op de terugverdientijd, en dat dit kan leiden tot een toename van tussen de 0,6 en
2,3 jaar. SEO heeft de toename aan de hand van verwachte aanschafprijzen berekend,
omdat het onderzoek uitwees dat veel ambulante handelaren nog geen emissieloze voertuigen
hebben aangeschaft. Daarom adviseert SEO mij om dit onderzoek in 2030 nogmaals uit
te laten voeren, op basis van de jaarcijfers uit 2029. Dit advies volg ik op.
Omdat ambulante handelaren vaak in meerdere gemeenten actief zijn, en de kans groot
is dat zij diensten verrichten in gemeenten met zero-emissiezones, vind ik het redelijk
dat alle gemeenten de toename (0,6–2,3 jaar) meenemen in het bepalen van de vergunningsduur,
ook als zij zelf geen zero-emissiezone hebben. Uiteindelijk is het aan de gemeenten
om een gepaste vergunningsduur te bepalen. Ik heb de VNG gevraagd om het onderzoek
onder de aandacht te brengen bij gemeenten en ik heb nader contact met de VNG over
het meenemen van de toename zoals eerdergenoemd.
Voor de ambulante handelaar die tegen bedrijfseconomische omstandigheden aanloopt
bij investeringen in emissieloze voertuigen bieden gemeenten uitzonderingsmogelijkheden.
Zo kan er een ontheffing aangevraagd worden wegens bedrijfseconomische omstandigheden,
zoals het (nog) niet kunnen investeren in een emissieloos voertuig. De Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat heeft in bestuurlijk overleg met gemeenten afgesproken
dat zij zich inzetten voor maatwerk-afspraken voor ambulante handelaren indien zij
geen oplossing vinden in al bestaande ontheffingen.6
Daarnaast heeft SEO de behoefte aan externe financiering voor ambulante handelaren
onderzocht, omdat ik merk dat ambulante handelaren zorgen hebben over de financiering
van investeringen in emissieloze voertuigen. De financieringsbehoefte is vergelijkbaar
met het doorsnee mkb-bedrijf. Er zijn geen significante verschillen ondervonden in
de mate waarin zij deze financiering wisten te verkrijgen. Toch vind ik het belangrijk
om oog te hebben voor deze zorgen. Daarom ben ik zeer positief over de eerdergenoemde
ontheffingsmogelijkheden die gemeenten bieden en de afspraken die de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat heeft gemaakt met gemeenten. Daarnaast draag ik in
algemene zin bij aan het vergroten van de toegang tot financiering voor het MKB met
de Borgstelling MKB-kredieten, Qredits microfinanciering en de Financieringsgids7. Ik ben voornemens me blijvend in te zetten voor de financieringszorgen van deze
groep ondernemers.
Naast het nieuwe onderzoek van SEO voor ambulante handelaren, vind ik het ook belangrijk
om aandacht te hebben voor alle andere dienstverrichters (zoals schilders en loodgieters),
zodat ook zij zo vrij als mogelijk kunnen ondernemen met zo min mogelijk regeldruk.
Daarom zet ik mij in op het bevorderen van de dialoog tussen ondernemers en medeoverheden,
zoals ik heb toegezegd aan de Kamer. In oktober 2024 heb ik daartoe een ronde tafel
georganiseerd met dienstverrichters uit verschillende sectoren (o.a. retail, horeca),
VNO-NCW en de VNG. Hier kreeg ik een beeld van waar partijen tegenaan lopen en kwam
het belang van duidelijke regels en betere informatievoorziening sterk naar voren.
Hierover ben ik momenteel verder in gesprek met medeoverheden.
Ook ben ik een pilot gestart om te onderzoeken of AI een bijdrage kan leveren in het
verbeteren van de informatievoorziening. Medeoverheden leveren momenteel handmatig
informatie aan voor dienstverrichters via het Digitaal Ondernemersplein. De inzet
van AI kan dit mogelijk deels automatiseren, zodat het proces voor medeoverheden vergemakkelijkt,
en informatievoorziening voor dienstverrichters verbetert.
De Minister van Economische Zaken, D.S. Beljaarts
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken