Brief regering : Voortgang Justitie en Veiligheid Beleidsagenda Caribisch Nederland (CN) 2021-2025 over 2024
29 279 Rechtsstaat en Rechtsorde
Nr. 971
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VAN ASIEL EN MIGRATIE EN DE
STAATSSECRETARISSEN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
Met deze brief brengen wij u op de hoogte van de voortgang van de Justitie en Veiligheid
beleidsagenda voor Caribisch Nederland (CN) 2021–20251 over het jaar 2024. Jaarlijks vindt een terugkoppeling plaats, waarvan dit de derde
is. De brief volgt de opzet van de beleidsagenda 2021–2025 en gaat eerst in op de
vier speerpunten van deze agenda: 1) georganiseerde en ondermijnende criminaliteit,
2) grensbewaking en migratie, 3) resocialisatie, re-integratie en jeugdbeleid, en
4) crisisbeheersing. Vervolgens komen de ontwikkelingen rond de randvoorwaarden uit
de beleidsagenda aan bod. Ook wordt er in deze brief stil gestaan bij de motie Verbetering
ketensamenwerking van de leden Bruyning en Mutluer2 en het uitstel van het Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO) van januari naar juni
2025.
Georganiseerde Ondermijnende criminaliteit
Aanpak witwassen
In augustus 2022 is het evaluatierapport van de Financial Action Task Force (FATF)
inclusief de aanbevelingen gepubliceerd. Dit evaluatierapport ging in op het Nederlandse
beleid tegen witwassen, terrorismefinanciering en financiering van de verspreiding
van massavernietigingswapens. Daarin was Caribisch Nederland ook meegenomen. In 2024
is er door het Ministerie van Justitie en Veiligheid (JenV), in nauwe samenwerking
met het Ministerie van Financiën en partners in CN, verder gewerkt aan de opvolging
van deze aanbevelingen. Eén van de aanbevelingen vanuit de FATF was om de voorlichtingsrol
die de Financial Intelligence Unit (FIU)-Nederland onder andere heeft te verbeteren.
In dit kader heeft de FIU in 2024 gewerkt aan het verbeteren van de website, waardoor
kennis- en voorlichting producten beter vindbaar zijn op de website. Daarnaast is
ook de zoekfunctie verbeterd op de website zodat informatie makkelijker te vinden
is, bijvoorbeeld door middel van semantisch zoeken. Dit draagt bij aan een betere
voorlichting en kennisoverdracht voor de meldingsplichtige instellingen en dienstverleners.
Daarnaast wordt Caribisch Nederland periodiek bezocht om voorlichting te geven.
Verder is er met middelen van het Directoraat Generaal Ondermijning sinds 2022 bij
het Korps Politie Caribisch Nederland een specialist van de Nederlandse politie op
het domein financieel ingezet. Deze specialist traint, coacht en begeleidt lokale
medewerkers. Er vindt daarmee overdracht van kennis en kunde vanuit de Nationale Politie
(NP) plaats. Daarnaast draagt de specialist daadwerkelijk bij aan opsporingsonderzoeken
inzake ondermijnende criminaliteit. Deze ondersteuning loopt dit jaar af.
Corruptiebestrijding
Op 1 januari jl. is het Besluit politiegegevens gewijzigd waardoor themaverwerking
voor ambtelijke omkoping sindsdien ook in Caribisch Nederland mogelijk is.3 Het themaregister is opgericht om zachte (opsporings)informatie te kunnen opslaan,
bewaren en analyseren om zo inzicht te krijgen in de betrokkenheid van personen bij
handelingen die kunnen wijzen op het bewaren of plegen van misdrijven die een ernstig
gevaar op de rechtsorde plegen, waaronder ambtelijke omkoping.4
De beleidsreactie op het onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum
(WODC) naar de aard en oorzaken van ambtelijke corruptie in Caribisch Nederland is
op 18 december 2024 door de Minister van JenV en de Staatssecretaris Koninkrijksrelaties
en Digitalisering (BZK) naar uw Kamer verzonden.5 Deze beleidsreactie geeft aan op welke niveaus extra waarborgen voor integriteit
moeten worden gerealiseerd. Daarbij wordt ingezet op periodieke monitoring van de
voortgang. Daarnaast wordt in het tweede kwartaal van dit jaar een Agenda Goed Bestuur
aan uw Kamer verzonden. Deze Agenda zal onder meer ingaan op het versterken van goed
bestuur op Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Inrichting notariële dienstverlening
JenV is blijvend in gesprek met het notariaat in CN. In juli 2024 heeft JenV samen
met de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) een werkbezoek gebracht aan
Bonaire. Dit bezoek is gebruikt om te bezien op welke wijze samenwerking kan worden
gevonden tussen het Caribisch en Europees deel van Nederland op notarieel gebied.
Hierbij is blijvende aandacht voor de toegang van het notariaat tot informatiesystemen.
Mede in het kader van het versterken van het ondernemersklimaat wordt, in samenwerking
met BZK, gewerkt aan digitalisering op de eilanden. Hierbij wordt door JenV verkend
hoe het notariaat, onder andere door elektronische toegang tot persoons- en bedrijfsgegevens
en Kadastrale gegevens en het elektronisch in laten schrijven van aktes in de registers,
gedigitaliseerd kan worden.
Bij wijzigingen in Europees Nederland blijven we uiteraard bezien wat dit betekent
voor het notariaat in Caribisch Nederland.
Cybercrime
De afgelopen jaren heeft het Korps Politie Caribisch Nederland (KPCN) ondersteuning
ontvangen van de NP op het gebied van cyber. Deze ondersteuning was specifiek gericht
op het opzetten, verder ontwikkelen en opleiden van het cyberteam van KPCN. De huidige
NP-collega is de derde en tevens laatste ondersteuning voor het cyberteam van KPCN.
Hierna zal het cyberteam zelfstandig kunnen opereren, waarbij waar nodig met de NP
de samenwerking opgezocht blijft worden.
Inrichting Informatie knooppunt (KPCN)
Er zijn het afgelopen jaar verdere stappen gezet in de doorontwikkeling van de informatieafdeling
van KPCN en de vorming van een Real Time Intelligence Center (RTIC). Zo zijn aanvullende
systemen geïmplementeerd en worden vorderingen gemaakt binnen het sensingdossier.
Dit geschiedt in contact met de NP met de intentie om relevante applicaties uit Nederland
ook bij KPCN te implementeren.
Versterking aanpak financieel economische criminaliteit / verdieping samenwerking
Recherche Samenwerkingsteam (RST) en KPCN
Als hierboven genoemd heeft het KPCN met door JenV toegekende middelen tijdelijk een
specialist op het gebied van bestrijding van financieel economische criminaliteit
kunnen aantrekken. Per augustus respectievelijk september 2023 zijn er twee FIOD-medewerkers
toegevoegd aan het KPCN. Eén van hen is toegevoegd aan de afdeling Informatie en Expertise
en de andere aan de afdeling Opsporing, waarbij ook een bijdrage zal worden geleverd
aan het gecombineerde Recherchesamenwerking (RST)-KPCN team. Hiermee zijn deze afdelingen
in 2024 nader versterkt en zijn de processen en werkwijzen en daarmee de kennis geborgd.
Ook heeft het RST, net als de lokale korpsen in de andere landen in het Koninkrijk,
aan het KPCN capaciteit beschikbaar gesteld ten behoeve van het gezamenlijke decentrale
«embedded»-team en het intelligence center van KPCN. Het decentrale «embedded»-team
richt zich primair op de bestrijding van misdrijven die een ernstige inbreuk maken
op de rechtsorde van het betreffende (ei)land. Er is in 2024 gezamenlijk (meer) richting
gegeven aan de effectieve en efficiënte inzet van de medewerkers in deze gezamenlijke
decentrale teams door de inrichting van het periodiek overleg tussen de Hoofdofficier
van Justitie (HOvJ), Korpschef en teamchef RST, zoals genoemd in artikel 8 lid 6 van
het Protocol Recherchesamenwerking.
Tot slot is de deskundigheid binnen KPCN, de andere korpsen en het RST, structureel
versterkt door de uitbreiding van analysecapaciteit. KPCN is begin 2024 versterkt
met één analist op operationeel/tactisch niveau. Deze analist werkt fulltime binnen
de analyse-afdeling van KPCN en wordt operationeel aangestuurd door de Korpschef.
De personele zorg voor deze analist valt onder de verantwoordelijkheid van het RST.
Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) CN
In 2024 heeft het RIEC CN op de prioritaire thema’s horeca en aanverwante detailhandel,
lucht- en zeehavens, mensenhandel/-smokkel en vastgoed werkzaamheden verricht onder
andere op het gebied van bewustwording, intelligence en analyse, bestuurlijke weerbaarheid,
flexibele slagkracht en duurzame samenwerking. Daarmee is een stevig fundament gelegd
tussen de ketenpartners om de samenwerking duurzaam en consistent in te bedden voor
de integrale aanpak van ondermijning in Caribisch Nederland.
Noemenswaardig is het vergroten van de bewustwording bij de verschillende partners
op de prioritaire thema’s, waardoor de aanpak van ondermijning hoog op de bestuurlijke
agenda is gekomen. Bovendien heeft het RIEC CN eind 2024 een seminar georganiseerd
om samen met de partners te onderzoeken hoe de aanpak verder kan worden versterkt.
Al deze inspanningen resulteerden er onder andere in dat de aanpak van ondermijning
in het bestuursakkoord 2024–2027 van het Openbaar Lichaam Bonaire is opgenomen.
Verder heeft het RIEC CN zich ingezet om bestuurders weerbaarder te maken. Bij de
Openbare Lichamen Bonaire en Sint Eustatius zijn weerbaarheidsscans uitgevoerd. Een
weerbaarheidsscan op Saba volgt nog dit voorjaar. Met de weerbaarheidsscans wordt
inzichtelijk op welke punten extra inzet nodig is om de Openbare Lichamen te versterken
tegen de invloeden van ondermijnende criminaliteit.
De stuurgroep RIEC CN heeft twee handhavingsknelpunten aangewezen, te weten Bonaire
International Airport en de woondeal Bonaire. Met betrekking tot Bonaire International
Airport betekent dit dat extra aandacht wordt besteed om samen met de partners te
werken aan een veilige en integere luchthaven. Ten aanzien van de woondeal Bonaire,
waar de aankomende jaren een significant aantal woningen wordt gerealiseerd, zet het
RIEC CN zich samen met de partners in om malafide bedrijven tijdens het aanbestedingstraject
buiten de deur te houden.
Uitwerking Bibob
Naar aanleiding van een aanbeveling van de Raad voor de Rechtshandhaving uit 20226 wordt al enige tijd toegewerkt naar een wettelijke basis voor een Wet Bibob op Bonaire,
Sint Eustatius en Saba. Om hiertoe te komen is de afgelopen periode geïnvesteerd in
een zorgvuldige beleidsvoorbereiding, waarbij Caribisch Nederland nauw is betrokken.
Inmiddels zijn de laatste stappen in dit proces met succes afgerond, waardoor recent
gestart is met het wetgevingstraject. De komende tijd wordt benut om de specifieke
behoeften van CN door te vertalen naar een concreet wetsvoorstel. De Europees Nederlandse
Wet Bibob geldt daarbij als uitgangspunt, waarbij nadrukkelijk rekening gehouden wordt
met de eilandelijke context.
Hiernaast kijkt JenV naar oplossingen voor de huidige beperkte mogelijkheden voor
informatie-uitwisseling binnen en buiten het Koninkrijk. Goede informatie-uitwisseling
is cruciaal voor een goede werking van het Bibob-instrument, waarvoor wetgeving aangepast
zal moeten worden. Ook is er aandacht voor het zo optimaal mogelijk voorbereiden van
de Openbare Lichamen op de Bibob-wetgeving. Het Ministerie van JenV ondersteunt hen
onder andere bij het vergroten van kennis over de Wet Bibob en het inzichtelijk maken
van noodzakelijk door te voeren wijzigingen in lokaal beleid en regelgeving. Ook tijdens
de implementatiefase zal ondersteuning geboden worden.
Hierbij wordt gestreefd naar een spoedige voortgang. Wanneer het Bibob-instrument
beschikbaar is voor CN is echter nog niet te zeggen. Dit is namelijk afhankelijk van
verschillende factoren, waaronder de tijd die het kost om het wetsvoorstel te maken.
Over de voortgang van het traject zullen wij uw Kamer geregeld op de hoogte houden.
Grensbewaking en migratie
Grensbewaking: organiseren info-uitwisseling watchlists, overstays en ongewenste personen
Voor versterking van het grenstoezicht zijn in de afgelopen periode de werkzaamheden
tot het beter inrichten van de werkprocessen aan de grens voortgezet, onder andere
ten behoeve van het beter onderkennen van gesignaleerde personen aan de grens. Een
onderdeel hiervan is de versterkte samenwerking met de landen binnen het Koninkrijk
door middel van het organiseren van informatie-uitwisseling over ongewenste personen
en overstayers. Uitwisseling van informatie van gesignaleerde personen biedt de verantwoordelijke
grensbewakingsautoriteiten in de landen de mogelijkheid om gesignaleerde en ongewenste
vreemdelingen door andere landen aan de grens te onderkennen en het vrij reizen van
deze vreemdelingen binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk tegen te gaan. Hiertoe
zijn de afgelopen periode procedures en het juridisch kader verder uitgewerkt om de
uitwisseling van informatie van gesignaleerde personen op een geautomatiseerde en
geanonimiseerde wijze in een pilotvorm te laten plaatsvinden. De landen zijn akkoord
gegaan met het pilotvoorstel wat betekent dat de voorbereidende activiteiten ten behoeve
van uitvoering van de pilot in gang zijn gezet.
API BES
Advanced Passenger Information (API) stelt de Koninklijke Marechaussee (KMar) in staat
om een analyse te maken van de risico’s van passagiers voordat zij op het grondgebied
van CN zijn aangekomen. Deze analyses leiden er ook toe dat de KMar beter informatie
gestuurd kan optreden aan de grens. De KMar is momenteel een webportaal aan het opstellen
zodat een aantal van de regionale luchtvaartmaatschappijen op het API systeem aangesloten
kunnen worden. Dit webportaal zal in 2025 opgeleverd worden, waarna de gesprekken
omtrent aansluiting van de regionale luchtvaartmaatschappijen opgestart zullen worden.
Migratiebeleid: visiedocument migratie per eiland
Caribisch Nederland behoeft een goed ontwikkeld, integraal en gelijkwaardig migratiebeleid.
Hierbij vragen de unieke kenmerken van ieder eiland tegelijkertijd een toegespitst
migratiebeleid dat rekening houdt met deze kenmerken. Ontwikkelingen zoals bevolkingstoename,
diversifiëring van de economie en de groei van toerisme hebben invloed op het te voeren
migratiebeleid per eiland. In nauwe samenspraak met de openbare lichamen, lokale ketenpartners,
uitvoeringsorganisaties en ministeries in Den Haag is gewerkt aan een meerjarige richtinggevende
integrale beleidsvisie op migratie voor Caribisch Nederland 2035. De integrale beleidsvisie
is medio 2024 formeel door de voormalige Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
vastgesteld. Verder wordt er momenteel gewerkt aan een integrale aanpak. In november
2024 is een eerste versie van een plan van aanpak ten behoeve van de implementatie
van de ambities en acties die volgen uit de Integrale beleidsvisie Caribisch Nederland
2035 met alle relevante ketenpartners besproken. In samenwerking met deze ketenpartners
wordt de operationalisering hiervan in 2025 nader uitgewerkt.
Aanpassing WTU BES
Verder wordt momenteel gewerkt aan de aanpassing van de Wet toelating en uitzetting
(WTU) BES, waar de bovengenoemde meerjarige beleidsvisie op migratie, lokale operationele
wensen en de evaluatie van de WTU BES input voor leveren. Met de aanpassing van de
regelgeving kan volgens de uitvoeringsorganisaties meer handvatten worden gecreëerd
om de werkprocessen beter in te richten en te optimaliseren. Het wetgevingstraject
is vanwege de prioriteiten uit het regeerprogramma vertraagd. Op dit moment is dan
ook niet te overzien wanneer het voorstel formeel in consultatie kan worden gebracht.
Uw Kamer zal via de gebruikelijke procedure over de inhoud van de beoogde wijzigingen
worden geïnformeerd.
Implementatie themaregister mensenhandel
Voor wat betreft de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel heeft in de afgelopen
periode een intensivering plaatsgevonden ten aanzien van het vergroten van bewustwording
van signalen van mensenhandel bij de uitvoeringsorganisaties en de maatschappij, door
middel van specifieke trainingen, workshops en voorlichtingscampagnes.
De komende tijd is er verdere optimalisering van het gebruik en de effectiviteit van
het themaregister mensenhandel en mensensmokkel nodig om de informatiepositie te verbeteren.
KPCN is verantwoordelijk voor het gebruik en het vullen van dit themaregister en zowel
KPCN als andere ketenpartners, waaronder de Koninklijke Marechaussee, hebben recentelijk
meer prioriteit gegeven aan het vullen hiervan, mede naar aanleiding van trainingen
op dit vlak.
Daarnaast is in 2024 er onverminderd ingezet op de samenwerking tussen de landen in
het Koninkrijk voor de aanpak van mensenhandel en mensensmokkel. In het kader van
het herziene Memorandum of Understanding (MoU) Mensenhandel en Mensensmokkel heeft
in november 2024 een bijeenkomst plaatsgevonden tussen de Landelijke Coördinatoren
Mensenhandel en Mensensmokkel. Tijdens deze bijeenkomst zijn de recente ontwikkelingen
en trends gedeeld en zijn aandachtspunten gesignaleerd in de huidige samenwerking
tussen de Landen. In 2025 zal verder gewerkt worden om de samenwerking tussen de Landen
te verdiepen.
Resocialisatie, re-integratie en jeugdbeleid
Actieve detentie gericht op re-integratie
In de laatste voortgangsbrief van de beleidsagenda is aangegeven dat het traject «Veranderende
Sanctietoepassing Caribisch Nederland» een beleidskader heeft ontwikkeld. Uit dit
beleidskader zijn maatregelen voortgevloeid die zien op re-integratie en resocialisatie.
Daarnaast is aangegeven dat op elk eiland een ketensessie georganiseerd zal worden
met als doel de visie op detentie, re-integratie en resocialisatie breed te delen
met ketenpartners en stakeholders. In 2024 heeft de eerste ketensessie plaatsgevonden
op Bonaire en is ter afsluiting een intentieverklaring ondertekend door de aanwezige
partijen. Op de andere eilanden zullen ook ketensessies worden georganiseerd.
Verbetering forensische zorg
Het verbeteren van de forensische zorg in Caribisch Nederland en de rest van het Caribisch
deel van het Koninkrijk is van groot belang. Het gebrek aan (passende) forensische
zorg binnen het Caribisch deel van het Koninkrijk zorgt voor onwenselijke en onveilige
situaties in elk van de landen. Daarom is vanuit alle landen binnen het Koninkrijk
inzet en commitment nodig om de verbetering tot stand te brengen.
Deze ambities komen samen in het meerjarig programma forensische zorg en behandeling,
tbs en pij. Het commitment voor dit meerjarig programma is tijdens het JVO van juni
2024 uitgesproken. Hier hebben alle landen ingestemd met de ontwikkeling van dit meerjarig
programma met het doel de forensische zorg in het Caribisch deel van het Koninkrijk
te verbeteren, waarbij ook wordt samengewerkt met de reguliere geestelijke gezondheidszorg.
Nederland heeft zich gecommitteerd aan deze inzet en reserveert financiële middelen,
expertise en ondersteuning voor een periode van 4–5 jaar voor de programmamanager/het
overkoepelende programma en voor de inrichting van het lokale projectteam voor Caribisch
Nederland. Aruba, Curaçao en Sint Maarten spannen zich in om middelen, expertise en
ondersteuning vrij te maken voor de eigen landelijke projectteams. Over dit meerjarig
programma voor het Caribisch deel van het Koninkrijk hebben wij uw Kamer in december
2024 nader geïnformeerd.7
Dit meerjarig programma is gericht op verbetering van de forensische zorg in zowel
Caribisch Nederland als binnen de zelfstandige landen binnen het Koninkrijk. Daarom
was het van belang om de governance structuur nader uit te werken op een manier die
boven de structuren van de verschillende landen uitstijgt. De Koninkrijksbrede JVO-werkgroep
forensische zorg, tbs en pij heeft een outline ontwikkeld met een voorstel voor een governance structuur, waarbij vanuit ieder land
een gedelegeerd opdrachtgever voor besluitvorming over het meerjarig programma wordt
aangewezen. Hiermee wordt een efficiëntere vorm van besluitvorming beoogd, zonder
daarbij afhankelijk te zijn van de vergadercyclus van het JVO. Verder vraagt de outline van de werkgroep om financieel commitment van alle landen.
Toen het JVO van januari 2025 werd uitgesteld naar juni 2025, heeft het JVO ervoor
gekozen om schriftelijk te besluiten over de voorstellen van de JVO-werkgroep. Aangezien
nog niet alle landen op de schriftelijke besluiten hebben gereageerd, wordt nu ingezet
op besluitvorming in het JVO van juni 2025.
Kwaliteit jeugdstrafrecht / monitoren jeugdstrafrecht
Met ingang van 1 augustus 2020 is het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland formeel
van kracht geworden. In de Beleidsagenda CN 2021–2025 is hierover aangegeven dat aandacht
zal worden besteed aan het verder op peil brengen van de kwaliteit van de uitvoering.
Om een beeld te krijgen van de voortgang, is in 2022 door de betrokken ketenpartners
in gezamenlijkheid een brede evaluatie uitgevoerd waaruit diverse verbeterpunten naar
voren kwamen. Dit beeld werd bevestigd in het onderzoek van de Raad voor de rechtshandhaving
van maart 2023 naar de toepassing van het jeugdstrafrecht in Caribisch Nederland.8 Daarin constateert de Raad dat de toepassing van het jeugdstrafrecht op diverse punten
kan worden verbeterd, waaronder het stimuleren van Halt-trajecten in strafzaken en
het investeren in de samenwerking in jeugdreclasseringszaken. Dit vraagt om continue
aandacht van ketenpartners in CN en het Ministerie van Justitie en Veiligheid.
Inmiddels zijn al belangrijke stappen gezet ter verbetering. Zo is de Voogdijraad
Caribisch Nederland (VRCN) in 2024 opnieuw gestart met het informeren van de politie
en leerplichtambtenaren over Halt om deze interventie beter op het netvlies te brengen.
Op 1 november 2024 is bij VRCN een extra Halt-medewerker gestart. Daarnaast is door
VRCN in samenwerking met de Stichting Reclassering Caribisch Nederland (SRCN) gewerkt
aan de ontwikkeling van een voor de doelgroep in CN passend instrument voor risicotaxatie.
Dit instrument is sinds oktober 2024 beschikbaar voor de advisering in jeugdstrafzaken.
Op het terrein van jeugdreclasseringszaken zijn de bestaande werkafspraken tussen
betrokken organisaties geëvalueerd en aangescherpt. Ook is in 2024 gestart met een
specifiek op jeugd gerichte gedragstraining op het gebied van zeden. Tot slot kan
gewezen worden op het feit dat per maart 2024 – in eerste instantie op Bonaire – het
justitieel casusoverleg is gestart, waar zowel over casuïstiek als over de onderlinge
samenwerking tussen ketenpartners wordt gesproken.
Inzet preventie jeugdcriminaliteit
In 2024 zijn de preventieve justitiële gedragsinterventie «Alleen jij bepaalt wie
je bent» (AJB) en het Leerorkest in Caribisch Nederland voortgezet. In totaal hebben
ruim 80 kinderen deelgenomen aan AJB en ruim 340 kinderen aan het Leerorkest. In 2024
is een kader opgesteld voor de inzet van Preventie met Gezag in Caribisch Nederland.
Het kader bouwt voort op bestaande inzet op het gebied van preventie jeugdcriminaliteit
en is gebaseerd op 3 pijlers, namelijk, voorkomen, repressie en nazorg. In uitwerking
van het kader zijn in 2024 ook verkennende gesprekken gevoerd over de start van de
interventie Re-integratie officier (RIO) op Bonaire. De RIO biedt hulp voor ex-gedetineerde
geweldplegers en plegers van drugsdelicten van 18–27 jaar met hardnekkige multiproblematiek.
Deze doelgroep is lastig te motiveren, heeft een hoog recidive gehalte en heeft intensieve
langdurige begeleiding nodig. Het doel van de RIO is het verminderen van recidive
onder (veel)plegers van woninginbraken, straatroven, geweld, overvallen en drugs.
Door gericht in te zetten op het op orde krijgen van de vijf basisvoorwaarden: identiteitsbewijs,
werk en inkomen, huisvesting, zorg en schulden, draagt de RIO bij aan perspectiefvolle
terugkeer in de maatschappij. De verkennende gesprekken hebben geleid tot een verzoek
voor ondersteuning voor de start van RIO op Bonaire en dat verzoek is toegekend. De
interventie is ontwikkeld gericht op het Nederlands stelsel, maar zal toegespitst
op de lokale situatie worden uitgevoerd in Caribisch Nederland. Naar verwachting start
de RIO in 2025.
Crisisbeheersing
Voortgang Veiligheidswet BES
Naar aanleiding van de evaluatie door de commissie Muller9 en het kabinetsstandpunt zoals opgenomen in de Contourennota10 wordt de Wet veiligheidsregio’s (Wvr) herzien. In het kader van het principe van
comply or explain wordt de Veiligheidswet BES met hetzelfde wetsvoorstel gewijzigd als de herziening
van de Wet veiligheidsregio’s. Dit gebeurt in tranches. Ook wordt de rol van de Rijksvertegenwoordiger
uit de Veiligheidswet BES gehaald door zijn taken te schrappen of te herbeleggen,
mede naar aanleiding van de bevindingen in het rapport «Evaluatie Veiligheidswet BES».
In dit evaluatierapport is onder meer geconcludeerd dat de rol van de Rijksvertegenwoordiger
als bestuurlijke schakel tussen Rijk en de eilanden niet functioneert zoals beoogd.
Met de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben afgelopen periode
overleggen plaatsgevonden, waarbij zij zijn geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingsvoorstellen
van de Wet Veiligheidsregio’s en de gevolgen hiervan voor de Veiligheidswet BES. Ook
zijn zij uitgenodigd om te reageren op de voorgenomen wijzigingen van de Wvr en de
eventuele implicaties hiervan voor de openbare lichamen. Voor de zomer van 2025 zal
worden gestart met de formele consultatiefase voor de wijziging van de eerste tranche.
Informatiemanagement
Netcentrisch werken, ondersteund door het Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS),
draagt bij aan de versterking van de crisisbeheersing op de eilanden, vooral als het
gaat om de kwaliteit van de informatie-uitwisseling tussen betrokken partijen tijdens
grote en complexe crises. Op Saba en Sint Eustatius is de netcentrisch werken met
LCMS nagenoeg geïmplementeerd. Er zijn informatiemanagers aangewezen en opgeleid,
processen zijn beschreven en de techniek is ingericht. In het najaar van 2024 is de
werkwijze geoefend en getest tijdens reguliere crisisoefeningen op Saba en Sint Eustatius
met goed resultaat. Het is nu van belang om de werkwijze op te nemen in de reguliere
crisisorganisatie en standaard onderdeel te laten zijn van oefeningen en trainingen.
Op Bonaire worden er informatiemanagers geworven en er zal op korte termijn ook een
meerdaagse fysieke training worden georganiseerd, waarna dezelfde stappen worden doorlopen
als op Sint Eustatius en Saba.
Ook wordt verkend of de landelijke voorziening slachtofferinformatiesystematiek (SIS)11 geïmplementeerd kan worden in het Caribisch deel van het Koninkrijk. Begin vorig
jaar heeft een oefening plaatsgevonden op Sint Maarten waarbij patiënten zijn gespreid
over Saba en Sint Eustatius en met inzet van SIS. Hoewel er – specifiek voor het Caribisch
deel van het Koninkrijk een aantal verbeterpunten is onderkend – zijn de eilanden
zeer geïnteresseerd in het systeem. SIS kan bijvoorbeeld behulpzaam zijn na een orkaan,
waarbij sprake is van een grote patiëntenspreiding en als gevolg daarvan ongeruste
verwanten. Er wordt uitgewerkt hoe de eilanden gebruik zouden kunnen maken van het
systeem en de operationele voorziening die in Europees Nederland inzetbaar is.
Opleidingen en oefeningen
In de rapportage van Crisisplan (2023) naar aanleiding van haar onderzoek «Naar een
versterkte crisissamenwerking met de Caribische (ei)landen»12, wordt ten aanzien van de (boven)eilandelijke samenwerking onder meer aanbevolen
naar analogie van het European Union Civil Protection Mechanism een Caribische variant
(een Caribbean Civil Protection Mechanism (CCPM)) in te richten.
Afgelopen jaar heeft een verkenning hiernaar plaatsgevonden en dit heeft geleid tot
de oprichting van een CCPM begin dit jaar. Er is een aantal taken voorzien voor het
CCPM, waaronder het faciliteren van gezamenlijke (boven)eilandelijke oefeningen en
trainingen en het opzetten en strategisch beheer van een gezamenlijke (boven)eilandelijk
oefen- en trainingsprogramma. In 2025 wordt een strategisch boveneilandelijk opleidings-
en trainingsplan opgesteld en zal in ieder geval in één gezamenlijke, boveneilandelijke
oefening worden gefaciliteerd door het CCPM.
Randvoorwaarden
Voor het bereiken van de doelen genoemd onder de bovengenoemde speerpunten van het
JenV-beleid in Caribisch Nederland, maar ook voor het in brede zin verbeteren van
de rechtvaardigheid en veiligheid in Caribisch Nederland, werken het Ministerie van
JenV en het Ministerie van Asiel en Migratie (AenM) aan het beter op orde brengen
van diverse randvoorwaarden.
Toegang tot het recht
Eerstelijns voorziening voor rechtshulp
De afgelopen tijd is veel werk verzet om de contouren van de, eind 2023 aangekondigde,
voorziening voor eerstelijns rechtshulp13 te concretiseren. Gedurende de kwartiermakersfase is onder meer gekeken naar de praktische
invulling van de dienstverlening, de inrichting van de front-office, de inbedding
van de antidiscriminatievoorzieningen en de gewenste huisvesting. Daarnaast is gekeken
naar een duurzame organisatorische inbedding van de voorziening. Hieruit is naar voren
gekomen dat de duurzaamheid van de voorziening en de mate waarin een passend dienstverleningsaanbod
gerealiseerd kan worden een lokale rechtspersoon vereisen.
Deze conclusie heeft geleid tot een herziening van de aanvankelijke koers in die zin
dat de voorkeur uitgaat naar een lokaal op te zetten overheidsstichting, die door
JenV en het ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)14 gefinancierd wordt. Om de oprichting van de stichting in gang te zetten wordt momenteel
conform de Comptabiliteitswet het Stichtingenkader doorlopen. De verwachting is dat
het voorstel voor de stichting rond het zomerreces voor 30 dagen voorgehangen zal
worden bij de Tweede Kamer en de Eerste Kamer. In de tweede helft van 2025 zal vervolgens
gewerkt worden aan het oprichten en operationeel maken van de stichting.
Onderzoek ervaren juridische problemen (nulmeting)
In opdracht van JenV en BZK is medio 2024 onderzoek gedaan naar ervaren juridische
problemen en ervaren discriminatie. Het eindrapport is op 5 november jl. naar uw Kamer
gestuurd als bijlage bij de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel
bescherming tegen discriminatie op de BES15. Het rapport maakt inzichtelijk wat de aard en omvang van juridische problemen van
burgers in Caribisch Nederland is en geeft inzicht in de belangrijkste leefgebieden
waarop zij (juridische) problemen ondervinden. Ook legt het rapport een aantal elementen
bloot die van belang zijn bij het opzetten van de voorziening voor eerstelijns rechtshulp.
De opbrengsten van het rapport worden de komende tijd gebruikt bij de verdere uitwerking
van de voorziening.
Kosteloze rechtskundige bijstand
Het uitgangpunt is dat burgers in Caribisch Nederland toegang hebben tot voorzieningen
die hen in staat stellen problemen en geschillen, het liefst in een vroeg stadium,
op te lossen. Hiertoe zijn naast een goede eerstelijnsvoorziening voor rechtshulp,
ook toegankelijke en kwalitatief goede tweedelijnsvoorzieningen cruciaal. Daarom wordt
momenteel ook gekeken naar de toegankelijkheid van de kosteloze rechtskundige bijstand
voor burgers. Als eerste concrete maatregel is recent in samenspraak met de Raad voor
Rechtsbijstand en in overleg met partners in Caribisch Nederland het beleid aangepast
ten aanzien van de inkomensnorm die bepaalt of burgers in aanmerking komen voor kosteloze
rechtskundige bijstand. Als gevolg van deze maatregel komen substantieel meer burgers
in aanmerking voor kosteloze rechtskundige bijstand. De komende tijd zal worden bezien
welke verdere maatregelen nodig zijn voor een toegankelijk, passend en duurzaam stelsel
van rechtsbijstand.
Inzetten digitale aangifte KPCN
KPCN is in principe binnen een termijn van een jaar in staat om digitale aangifte
te faciliteren. Deze termijn is met name nodig om de benodigde aanpassingen aan de
technische infrastructuur en de implementatie van ondersteunende systemen te realiseren.
Desondanks is volledige invoering van digitale aangifte op korte termijn niet realiseerbaar,
met name vanwege het ontbreken van een digitaal identificatiemiddel voor burgers in
Caribisch Nederland. Een essentiële voorwaarde voor de invoering van digitale aangifte
is de mogelijkheid voor burgers om zich op een betrouwbare wijze digitaal te identificeren.
Op dit moment beschikken inwoners van Caribisch Nederland nog niet over DigiD of een
vergelijkbaar erkend digitaal identificatiemiddel. Hierdoor is het niet mogelijk om
een aangifte volledig digitaal en rechtsgeldig in te dienen. Totdat een dergelijk
middel beschikbaar is, zal in elk geval de ondertekening van de aangifte fysiek op
het politiebureau moeten plaatsvinden. In overleg met KPCN zal bezien worden of, en
zo ja wanneer, de mogelijkheid voor een dergelijke semi-digitale aangifte kan worden
gecreëerd.
Invoering Algemene wet bestuursrecht (Awb) CN
In het op 13 september 2024 gepresenteerde regeerprogramma is aangekondigd dat het
kabinet ter bevordering van goed bestuur en meer waarborgen voor burgers en bedrijven
in Caribisch Nederland een Algemene wet bestuursrecht zal ontwikkelen, die zal worden
toegesneden op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Hiermee wordt voortgebouwd op het onderzoeksrapport «Wenselijkheid van en mogelijkheden
voor een Algemene wet bestuursrecht voor de BES-eilanden» dat op 14 juni 2024 is aangeboden
aan de Tweede Kamer en de eilandsbesturen.16 Het doel van dit onderzoek was te verkennen in hoeverre invoering van algemeen bestuursrechtelijke
wetgeving voor Caribisch Nederland wenselijk, dan wel (voor onderdelen) noodzakelijk
is. Ook is er verkend wat een mogelijke inhoud van een Algemene wet bestuursrecht
voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Awb BES) zou kunnen zijn. De uitkomst van het
onderzoek is dat er zowel constitutioneel rechtelijk als bestuurlijk-juridisch diverse
argumenten bestaan die pleiten voor de totstandbrenging van een Awb BES. De onderzoekers
hebben een uitgebreide analyse verricht van wet- en regelgeving en jurisprudentie
m.b.t. Caribisch Nederland. Ook is per artikel van de Europees Nederlandse algemene
wet bestuursrecht bekeken of dat zich, al dan niet in aangepaste vorm, leent voor
opname in een Awb BES. Op basis daarvan concluderen de onderzoekers dat een substantieel
deel van de Awb voor opname in aanmerking komt.
De onderzoekers geven ook aan dat invoering van een Awb BES uitgebreide en ingewikkelde
aanpassingswetgeving vergt. Veel CN-wetgeving en vele eilandsverordeningen, inclusief
de daarop gebaseerde lagere regelingen, zullen moeten worden aangepast. Tevens zijn
er uiteraard aanzienlijke gevolgen voor de uitvoering te verwachten. Het is van belang
dat de selectie van onderwerpen en de wijze waarop die geregeld worden in een Awb
BES goed uitvoerbaar zijn voor de (rechts)praktijk. Dit vergt nader onderzoek, afstemming
met betrokkenen en het maken van (politieke) beleidskeuzes.
Gelet op het voorgaande is eind 2024 een werkgroep van start gegaan waaraan ambtenaren
van JenV, BZK en de Openbare Lichamen deelnemen. Het doel is om de eilandelijke context
van de invoering van een Awb BES goed in beeld te brengen. Ook moeten de financiële
gevolgen hiervan inzichtelijk worden gemaakt. Aan de hand van de uitkomst van de gesprekken
kan een ontwerp-wetsvoorstel worden opgesteld en in procedure worden gebracht, zodra
daarvoor is voorzien in financiële dekking.
Bestuurlijke bevoegdheden
Vanuit het principe comply or explain is Caribisch Nederland meegenomen in de wet van 25 oktober 2023 tot wijziging van
de Gemeentewet, de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en enkele
andere wetten in verband met uitbreiding van de sluitingsbevoegdheid van de burgemeester
en de gezaghebber ter handhaving van de openbare orde en om enkele omissies te herstellen
(Stb. 2023, nr. 387). Deze wet is op 1 januari 2024 in werking is getreden.
Verder is in 2024 tot stand gebracht de wet van 20 november 2024 tot wijziging van
de Opiumwet 1960 in verband met de invoering van de bevoegdheid voor het lokaal gezag
van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba tot de oplegging van een
last onder bestuursdwang ten aanzien van drugspanden (Stb. 2024, nr. 377). Deze wet was in de beleidsagenda aangekondigd. De wet biedt de gezaghebbers de
mogelijkheid om drugspanden te sluiten en zijn zij beter in staat de uit drugsgebruik
voortvloeiende risico’s voor de volksgezondheid te voorkomen en te beheersen en de
nadelige effecten van de productie en distributie van, handel in en het gebruik van
drugs tegen te gaan. Deze wet is op 1 april 2025 in werking getreden.
Tenslotte wordt, in vervolg op de verkennende werkzaamheden in voorbereiding op de
wijziging van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (WolBES) ten
behoeve van enkele bevelsbevoegdheden ter handhaving van de openbare orde en een bestuurlijke
boete voor overlast in de openbare ruimte, een bespreekpuntennota opgesteld met concept
wetsteksten. Overleg op ambtelijk niveau hierover vindt rond de zomer van 2025 plaats.
Verbetertraject Voogdijraad Caribisch Nederland
De Voogdijraad Caribisch Nederland (Voogdijraad) kampt al geruime tijd met uitdagingen
bij de uitvoering van haar wettelijke taken. De organisatie is verantwoordelijk voor
een breed scala aan taken op het gebied van jeugdbescherming, jeugdcriminaliteit en
familierecht, waaronder advisering in rechtszaken betreffende minderjarigen, de uitvoering
van de Halt-afdoening en rol van de centrale autoriteit voor de Haagse verdragen inzake
de kinderbescherming en kindontvoering.17 Daarnaast heeft de Voogdijraad zowel een adviserende als uitvoerende rol op het gebied
van kinderalimentatie. De groei van de bevolking op de eilanden en de toenemende complexiteit
van de taakuitvoering, zoals de invoering van het jeugdstrafrecht in 2020, maken het
noodzakelijk om de inrichting van deze taken te herzien.
In maart 2024 is gestart met de voorbereidingen voor een verandertraject binnen de
Voogdijraad, gericht op het verbeteren van de taakuitvoering en bedrijfsvoering. Dit
traject, dat loopt van 2024 tot en met 2026, heeft als doel de taakinrichting te optimaliseren
en de samenwerking tussen betrokken partijen te versterken. Voor de coördinatie en
uitvoering van het traject is een verandermanager aangesteld. Daarnaast is het team
voor deze periode versterkt met extra capaciteit op de terreinen kinderalimentatie,
Halt-afdoeningen, beleidsvorming en raadsonderzoek.
Het verbetertraject is de komende twee jaar gericht op de volgende speerpunten:
• Het inrichten van een effectief sturingsmodel, zodat de Voogdijraad beter kan functioneren
binnen het bredere justitiële stelsel.
• Het waarborgen van betrouwbare en effectieve uitvoering van wettelijke taken.
• Het optimaliseren van de bedrijfsvoering, om de efficiëntie en kwaliteit van processen
te verhogen.
• Het versterken van interne processen en het creëren van een flexibele, wendbare organisatie,
zodat beter kan worden ingespeeld op veranderingen en uitdagingen.
Binnen deze speerpunten krijgen de volgende drie onderwerpen extra aandacht:
1. Kinderalimentatie: De Voogdijraad is in Caribisch Nederland de enige instantie die
het Gerecht adviseert over kinderalimentatie. Het is dan ook belangrijk dat er focus
ligt op dit deel van deze belangrijke wettelijke taak. De afgelopen jaren is samen
met de ketenpartners ingezet om aan de voorkant te komen tot een systematiek tot vaststelling
van de kinderalimentatie. De nieuwe berekeningswijze – die speciaal voor Caribisch
Nederland is ontwikkeld – is inmiddels ingevoerd. De komende jaren ligt de focus op
het verbeteren van daadwerkelijke inning en uitbetaling (de achterkant van het kinderalimentatieproces).
Hierbij wordt in nauwe samenwerking met het Landelijk Bureau voor Inning Onderhoudsbijdragen
(LBIO) in Europees Nederland en andere ketenpartners, zoals de Belastingdienst Caribisch
Nederland, met grote urgentie gewerkt aan het wegwerken van de betalingsachterstanden.
Daarnaast wordt ingezet op:
a. Het verbeteren van de naleving op inning van de kinderalimentatie, zodat de financiële
middelen ook bij de kinderen en de verzorgende ouder terecht komen en beter gewaarborgd
zijn.
b. Het ontwikkelen van een toekomstvisie op de taakuitvoering kinderalimentatie in de
maatschappelijke context van Caribisch Nederland.
2. Halt-maatregelen: Het versterken van de ketensamenwerking en het verbeteren van de
uitvoering van Halt-afdoeningen.
3. Digitalisering en ICT-verbetering: Het moderniseren en optimaliseren van ICT-systemen
om efficiëntie, toegankelijkheid en betrouwbaarheid te vergroten. Dit omvat zowel
de digitalisering van processen als de verbetering van de onderlinge koppeling van
systemen binnen en tussen organisaties, met als doel de dienstverlening te verbeteren
en administratieve lasten te verlagen.
Met deze aanpak beogen de Voogdijraad en JenV structurele verbeteringen te realiseren
die bijdragen aan een efficiëntere en effectievere taakuitvoering. Uw Kamer wordt
in de volgende voortgangsbrief op de hoogte gebracht van de voortgang en resultaten
van dit verbetertraject.
Aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling
Het kabinet bereidt momenteel voor Caribisch Nederland de aanvaarding voor van het
Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen
vrouwen en huiselijk geweld (het Verdrag van Istanbul) en het Verdrag van de Raad
van Europa inzake de bescherming van kinderen tegen seksuele uitbuiting en seksueel
misbruik (Verdrag van Lanzarote). De vereisten die deze verdragen stellen bieden een
belangrijke basis voor het voorkomen en bestrijden van deze delicten. De Ministeries
van JenV, Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
(OCW), en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) bereiden momenteel een nieuw bestuursakkoord
voor met de openbare lichamen inzake de aanpak van geweld tegen vrouwen, huiselijk
geweld en kindermishandeling. Dit bestuursakkoord zal acties bevatten die gericht
zijn op het versterken van bewustwording en preventie, signalering, zorg- en hulpverlening
en repressieve maatregelen. De verdere implementatie van de eisen van de genoemde
verdragen zullen centraal staan, inclusief voorstellen voor de benodigde wetgeving.
Een van de verplichtingen uit het Verdrag van Istanbul is de inzet van het tijdelijk
huisverbod voor plegers van huiselijk geweld. Momenteel bestaat dit tijdelijk huisverbod
niet in Caribisch Nederland. De Ministeries van JenV en VWS hebben samen met de openbare
lichamen en de betrokken uitvoeringsorganisaties een werkproces uitgewerkt voor Bonaire,
Saba en Sint Eustatius, zodat ook op deze eilanden een pleger van huiselijk geweld
of kindermishandeling tijdelijk uit huis geplaatst kan worden en zodat de juiste hulpverlening
kan worden opgestart om de onveiligheid duurzaam te beëindigen. De bevindingen hiervan
worden meegenomen in bovengenoemd traject ter bekrachtiging van de verdragen van Istanbul
en Lanzarote voor Caribisch Nederland.
Tevens heeft de Raad voor de rechtshandhaving vervolgonderzoek uitgevoerd naar de
justitiële aanpak van huiselijk geweld («relationeel geweld») in Caribisch Nederland.
Dit inspectieonderzoek «Justitiële aanpak van relationeel geweld in Caribisch Nederland»
is op 9 december 2024 gedeeld met uw Kamer.18 De Minister en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid hebben in hun beleidsreactie
op dit inspectierapport beschreven hoe de strafrechtelijke aanpak in Caribisch Nederland
de komende periode zal worden versterkt.19
Consensus Rijkswet gegevensbescherming
De projectgroep harmonisatie gegevensbescherming, bestaande uit vertegenwoordigers
van de vier landen, werkt in gezamenlijkheid aan de totstandkoming van een consensusrijkwet
om het gegevensbeschermingsrecht binnen het Koninkrijk te harmoniseren. De beoogde
consensusrijkswet omvat vier hoofdstukken met bijbehorende memorie van toelichting
en per hoofdstuk wordt een uitvoeringstoets gedaan.
De consensusrijkwet wordt in het JVO besproken en voorgelegd ter goedkeuring. Zowel
concept hoofdstuk 3 wettekst en memorie van toelichting als de conceptversie van de
uitvoeringstoets op hoofdstuk 2 is voorgelegd aan het JVO van juni 2024. In de conceptversie
van hoofdstuk 3 wordt teruggekomen op de verdere specificatie van het begrip persoonsgegevens
in onder andere politie, justitiële en strafvorderlijke gegevens waarbij aansluiting
werd gezocht bij de systematiek van de Wet Politie Gegevens (WPG) en de Wet Justitiële
en Strafvorderlijke gegevens (WJSG). Verder is met de landen overeengekomen Conventie
108+ en Richtlijn 2016/680, als uitgangspunt te nemen en het begrip persoonsgegevens
niet nader meer uit te splitsen in deelcategorieën, zoals in de Wpg en de Wjsg gebeurt.
Hierdoor wordt tegemoetgekomen aan een van de beginselen als afgesproken in contourennota
bij de start van het traject om te komen tot een consensusrijkwet.
Er wordt gestreefd om de gehele consensusrijkswet inclusief de memorie van toelichting
in concept in het JVO van januari 2026 voor te kunnen leggen, waarna de wet in consultatie
kan gaan. Gelet op de omvang van de beoogde consensusrijkswet, de complexiteit van
de daarin te regelen materie en de beleidsmatige en inhoudelijke keuzes die daarbij
gezamenlijk door de vier landen moeten worden gemaakt, is deze planning momenteel
echter nog met onzekerheden omgeven.
Motie verbetering ketensamenwerking
N.a.v. het commissiedebat «Justitieketen van het Caribisch deel van het Koninkrijk»,
wat op 26 september 2024 heeft plaatsgevonden (Kamerstuk 29 279, nr. 898), vond er op 6 november 2024 een aanvullend tweeminutendebat plaats. Tijdens dit
tweeminutendebat is een motie door de leden Bruyning en Mutluer ingediend.20 Deze motie ziet op het verbeteren van de huidige samenwerking binnen de justitiële
keten in Caribisch Nederland, zodat de rechtshandhaving en de veiligheid geoptimaliseerd
kunnen worden. Om deze optimalisatie te realiseren zijn er de afgelopen jaren de reeds
volgende stappen gezet. Zo is in 2023 het Strategisch Overleg Justitieketen (SOJ)
in de huidige vorm opnieuw opgestart. Dit overleg wordt voorgezeten door de Hoofdofficier
van Justitie van Caribisch Nederland (HOvJ CN) en hier sluiten alle diensthoofden
van de rechtshandhavingsketen binnen Caribisch Nederland bij aan. Verder is er in
2024 onder begeleiding van de Directie Strafrechtketen (DSK) van het Ministerie van
JenV en het SOJ een meerjarenagenda opgesteld. Eén van de punten uit de meerjarenagenda
is het ontwikkelen van een ketenmonitor om eventuele knelpunten te ondervangen. Hier
zal de komende tijd aan gewerkt worden. Naast de stappen die het SOJ heeft gezet,
en zoals ook eerder vermeld aan uw Kamer21, is in het JenV Directeurenoverleg Cariben eind 2023 afgesproken dat de HovJ CN,
in zijn rol als voorzitter van het SOJ, bij dit overleg aansluit. Zo wordt er verbinding
gemaakt tussen de afstemming in de rechtshandhavingsketen in CN en op het departement.
Uitstel Justitieel Vierpartijenoverleg (JVO)
Het Justitieel Vierpartijenoverleg is een halfjaarlijks overleg tussen de vier Ministers
van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland met het doel bij te dragen
aan een effectieve gezamenlijke aanpak van justitiële aangelegenheden binnen het Koninkrijk.
Het voorzitterschap van het JVO rouleert elk half jaar tussen de vier betrokken landen,
waarbij het JVO van januari 2025 georganiseerd zou worden door Aruba. Op verzoek van
dat land en in goed overleg met Curaçao, Sint Maarten en Nederland is besloten om
dat JVO – onder voorzitterschap van Aruba – uit te stellen naar 20 juni 2025. Zoals
gebruikelijk wordt uw Kamer na afloop van het JVO geïnformeerd over de uitkomsten
van dit overleg.
JenV Beleidsagenda CN 2026–2030
De huidige JenV Beleidsagenda Caribisch Nederland loopt af eind 2025. Onze departementen
werken momenteel aan een beleidsagenda voor de hierop volgende periode. De nieuwe
beleidsagenda wordt in nauwe samenwerking met de relevante departementen en de partners
in Caribisch Nederland opgesteld. Zo worden momenteel verschillende gesprekken gevoerd
over de thema’s en de speerpunten die in de nieuwe beleidsagenda opgenomen zullen
worden. In de nieuwe beleidsagenda zal ingegaan worden op trends, ontwikkelingen en
vernieuwde verschijnselen zoals bijvoorbeeld de gesignaleerde capaciteitstekorten
in de rechtshandhavingsketen en digitalisering. Wij streven ernaar deze beleidsagenda
eind 2025 met uw Kamer te delen.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D.M. van Weel
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-Van de Klashorst
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
De staatsecretaris van Justitie en Veiligheid, I. Coenradie
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
I. Coenradie, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie -
Mede ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid