Brief regering : Voortgang halfgeleiderindustrie in een veranderende geopolitieke omgeving
33 009 Innovatiebeleid
32 637
Bedrijfslevenbeleid
Nr. 159
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP,
VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP EN VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS
VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
Halfgeleiders zijn van cruciaal belang voor allerlei sectoren en producten, zoals
onze stroomvoorziening, elektrische auto’s, medische apparatuur, communicatie, kunstmatige
intelligentie, voedselproductie en geavanceerde militaire systemen. De halfgeleidermarkt
is een sterke wereldwijde groeimarkt, die naar verwachting in 2030 de grens van 1
biljoen dollar zal passeren.1 De halfgeleiderwaardeketen is zeer complex, gespecialiseerd en internationaal sterk
geconcentreerd. Nederland heeft een belangrijke positie in die internationale halfgeleiderwaardeketen.
Daarmee is de sector ook belangrijk voor onze economie, welvaart en veiligheid.
In eerdere brieven2 heeft het kabinet zijn ambities ter versterking van de Nederlandse halfgeleidersector
met u gedeeld. Echter, gezien de huidige geopolitieke situatie staat onze sterke positie
in de halfgeleiderindustrie onder druk. Ik deel daarom graag de urgentie met uw Kamer
om onze ambitie voor deze industrie verder te verhogen om er samen met de sector voor
te zorgen dat Nederland ook in 2035 een internationaal toonaangevende en duurzame
kennis- en industriepositie heeft.
Vorig jaar hebben we met het project Beethoven een goede, betekenisvolle stap gezet
om de halfgeleidersector in Nederland te kunnen laten doorgroeien.3 Maar er is nog meer nodig. Het project Beethoven speelt in op de randvoorwaarden
om de groei van de sector te kunnen faciliteren, maar betreft geen investeringen in
de innovatie- en concurrentiekracht van de sector. Daar komt bij dat het internationale
speelveld in rap tempo is veranderd en een bedreiging vormt voor Nederland en Europa.
De halfgeleiderindustrie is het afgelopen jaar nog meer onderwerp geworden van wereldwijde
geopolitieke spanningen. Op het speelveld van technologische concurrentie en handel
wordt een leiderschapsstrijd gevoerd over de controle, productie en levering van halfgeleiders.
Internationaal nemen de spanningen toe en willen landen als de VS en China een steeds
groter deel van de waardeketen in eigen land krijgen. Tegelijkertijd versterken andere
spelers die een belangrijk gedeelte van de waardeketen in handen hebben zoals Taiwan,
Zuid-Korea, Japan en Singapore hun positie. Ze investeren vaak vele tientallen miljarden
aan private en publieke middelen in deze industrie.4 Op dit moment blijven wij in Nederland en Europa hierbij achter. Daarom heb ik onlangs
Zuid-Korea, Japan en Singapore bezocht, om de economische en technologische relatie
met Nederland te stimuleren en samenwerkingen te versterken voor Nederlandse bedrijven.
Doordat Nederland en Europa slechts over een bescheiden deel van de gehele halfgeleiderwaardeketen
beschikken, worden wij steeds afhankelijker van andere landen. Dit zorgt voor risico’s
voor de leveringszekerheid van halfgeleiders, met alle gevolgen van dien.
Zonder extra inzet vanuit de overheid en het bedrijfsleven kan dit ertoe leiden dat
we in Nederland en Europa in toenemende mate kwetsbaar worden. Dit zet onze wereldwijde
vooraanstaande R&D-positie, ons toekomstig verdienvermogen en onze economische weerbaarheid
onder druk. Deze risico’s wil ik voorkomen. Hiertoe moeten Nederland en Europa zich
richten op (i) «controlepunten»: dit zijn essentiële onderdelen van de halfgeleiderwaardeketen
waarbij Nederland of Europa een mondiaal leidende positie heeft. Een goed voorbeeld
hiervan is de kennis en kunde die ASML gebruikt bij de productie van de meest geavanceerde
chipproductiemachines ter wereld. Het creëren van meer controlepunten is nodig om
wederzijdse afhankelijkheden te creëren en daarmee onze weerbaarheid te versterken;
(ii) productiecapaciteit: op dit moment verdient Europa ca. 10% van de gehele omzet
van de halfgeleiderwaardeketen.5 Daarmee heb je echter nog geen chips: verschillende belangrijke stappen in de chipproductie
zijn slechts marginaal aanwezig in Europa. Gegeven de verwachte toename van de vraag
naar chips en de eerdergenoemde grootschalige buitenlandse investeringen, worden we
zonder eigen fabrieken steeds afhankelijker van andere landen voor onze behoefte aan
chips.
Ook in het rapport van Mario Draghi over de toekomst van het Europees concurrentievermogen
is gesteld dat Europa steeds verder achterop raakt. Draghi roept op om urgentie te
geven aan een stevige Europese inzet en werk te maken van een concurrerende en weerbare
economie. Het kabinet ondersteunt deze oproep en deelt de urgentie voor beleidsactie.6
De belangrijke boodschap die het kabinet met deze brief wil onderstrepen is, dat technologisch
leiderschap in deze sector van cruciaal belang is voor het behoud van onze strategische
autonomie, weerbaarheid, militair-technologisch voordeel en verdienvermogen. Dit is
echter geen gegeven. Gezien de internationale ontwikkelingen, zullen er stevigere
ambities op nationaal en Europees niveau moeten komen en ook door Nederland en Europa
met meer urgentie in de sector geïnvesteerd moeten worden. Voor die stevigere ambities
werk ik op dit moment aan een vernieuwing van het industriebeleid voor de halfgeleidersector
en heb ik de Semicon Board NL opgericht. In Europa neem ik het voortouw om mijn collega’s
te mobiliseren. Ter voorbereiding op het
Commissiedebat halfgeleiderindustrie op 4 juni aanstaande, informeer ik u in deze
brief over:
A. De voortgang van het project Beethoven;
B. Initiatieven ter versterking van de sector.
A. Voortgang project Beethoven
In de eerste maanden van 2024 heeft de halfgeleiderindustrie onder aanvoering van
ASML meermaals haar zorgen geuit over de knelpunten die worden ervaren bij het realiseren
van groeiambities in Nederland. Onder de noemer van het project Beethoven7 is toen een nationale impuls aan het vestigingsklimaat voor de halfgeleidersector
gegeven. De nationale impuls zorgt voor de benodigde randvoorwaarden voor bedrijven
als ASML om grote investeringsbeslissingen te kunnen nemen zodat verdere groei en
uitbreiding mogelijk wordt in Nederland. In totaal hebben het Rijk, de regio en de
sector tot en met 2030 € 2,51 miljard uitgetrokken voor deze nationale impuls. Daarvan
wordt € 1,73 miljard bijgedragen door het Rijk en € 778 miljoen door de regio en de
sector.
Gebiedsgerichte opgave Brainportregio
De Brainportregio heeft een cruciale positie binnen de halfgeleidersector. Het overgrote
deel van de sector is in deze regio gevestigd. Daarom is het noodzakelijk dat de groei
in deze regio wordt geaccommodeerd met voldoende betaalbare woningen en een goede
bereikbaarheid. De nationale impuls uit het project Beethoven draagt tot en met 2030
in de Brainportregio bij aan de bouw van 62.000 woningen, een stevige verbetering
van de weginfrastructuur en een hoogwaardig openbaar vervoer tussen het centrum van
Eindhoven en de verschillende toplocaties met campussen, waaronder de campus van ASML,
de High Tech Campus Eindhoven (HTC) en de Brainport Innovation Campus (BIC) waar ASML
voornemens is haar nieuwe vestiging te bouwen.
Deze gebiedsgerichte opgave is majeur en heeft verantwoordelijkheden waarvoor de besluitvorming
deels op regionaal niveau ligt en deels bij het Rijk. De samenwerking tussen het Rijk,
de regio en ook ASML aan de uitvoering van de woningbouw- en de bereikbaarheidsopgave
verloopt uitstekend. De executiekracht van deze gebiedsgerichte opgave bewaak ik samen
met de regionale bestuurders, de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, de Minister
van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de Minister van Onderwijs Cultuur en
Wetenschap en de Minister van Klimaat en Groene Groei, in het Bestuurlijk Overleg
Brainport (BO-Brainport). Ik verwacht voor de zomer tijdens het BO-Brainport samen
met hen een uitvoeringsagenda vast te stellen die de gebiedsgerichte voortgang bewaakt,
knelpunten identificeert en helpt te sturen op de executiekracht voor uitvoering.
Randvoorwaarden
Ook zijn voldoende stroom en voldoende stikstofruimte essentieel voor de doorgroei
van de Nederlandse halfgeleiderindustrie en daarmee onze weerbaarheid en internationale
concurrentiepositie. De belasting van het energienetwerk en de stikstofdepositie mogen
geen aanleiding geven voor het vertrek van de halfgeleiderindustrie uit Nederland.
Deze twee onderwerpen hebben dan ook nadrukkelijk mijn prioriteit. Momenteel verken
ik mogelijke oplossingsrichtingen om de verdere groei van de sector mogelijk te maken.
Nationaal versterkingsplan van microchiptalent
Het Nationaal Versterkingsplan van microchiptalent, onderdeel van de nationale impuls,
heeft als doel om zo spoedig mogelijk extra technisch talent voor de halfgeleiderindustrie
op te leiden. Dat is hard nodig en urgent: tot en met 2030 verwacht de sector een
groei in de talentbehoefte van 38.000 extra technisch opgeleide mensen op mbo-, hbo-,
en wo-niveau. Voor de talentopgave is tot en met 2030 incidenteel € 450 miljoen beschikbaar
(als onderdeel van de € 2,51 miljard die voor de Beethovenimpuls is uitgetrokken)
en vanaf 2031 is er structureel € 80 miljoen per jaar gereserveerd.
Door de sterke groei van de Nederlandse halfgeleiderindustrie is een schaalsprong
nodig in de beschikbaarheid van gekwalificeerd technisch talent op alle niveaus. In
het Beethovenconvenant zijn hiervoor vier opleidingsregio’s genoemd, namelijk Brainport,
Twente, Zuid-Holland en het Noorden. De regio’s zijn aangewezen op basis van de inhoud
van de opleidingen, de bestaande samenwerking met de halfgeleiderindustrie en data
over de opleidingsplaats in relatie tot de plaats van de huidige werkkring in de halfgeleiderindustrie.
De lijn van het kabinet is dat alle regio’s, buiten de vier in het convenant genoemde
opleidingsregio’s, kunnen bijdragen aan Beethoven als zij aansluiting vinden bij één
van de vier regio’s.
Op 20 november 2024 heeft het kabinet bekend gemaakt dat er een bedrag van € 80,9
miljoen uit de incidentele middelen toegekend wordt aan de 4 regio’s voor het verhogen
van de instroom van initiële studenten.8 De toekenning is gedaan op basis van ingediende regionale plannen en gaat over de
periode 2025 en 2026. Om aan het extra talent te komen, is het essentieel dat hiernaast
ingezet wordt op leven lang ontwikkelen (LLO). Het gaat hierbij over om- en bijscholing.
De regio’s hebben eind januari de extra uitwerking op het gebied van LLO ingediend.
Uw Kamer is in mei jl. via een separate Kamerbrief geïnformeerd over de toekenning
van de middelen voor LLO over de periode 2025 en 2026.
Ook bij de sector en de onderwijsinstellingen is er veel energie om het Versterkingsplan
ten uitvoer te brengen. Op 12 maart jl. waren er vanuit het hele land zo’n 200 mensen
aanwezig bij ASML om de uitvoering van het Versterkingsplan af te trappen. Daardoor
zijn nieuwe partnerschappen aan het ontstaan. Bedrijven en onderwijsinstellingen weten
elkaar op dit thema nu beter te vinden.
B. Initiatieven ter versterking van de sector
Naast Project Beethoven en reeds ingezette beleidsprogramma’s zijn additionele initiatieven
nodig om onze positie wereldwijd te verstevigen, zodat we ook in 2035 een internationaal
toonaangevende en duurzame kennis- en industriepositie hebben.
Europa en Internationaal
Semicon Coalition
Samenwerking binnen Europa is essentieel. Samen met een kopgroep van Europese lidstaten
(België, Duitsland, Finland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Polen en Spanje) en in
nauwe samenwerking met de Europese Commissie heb ik op 12 maart jl. de Europese Semicon
Coalition9 aangekondigd. Ik heb deze coalitie geïnitieerd omdat we niet kunnen wachten op de
Europese Commissie voor nieuw beleid. We moeten sneller handelen en Nederland wil
zo de brugfunctie naar andere Europese landen op zich nemen. Hiervoor is er door de
lidstaten en de Europese Commissie veel waardering uitgesproken.
Ik verwacht begin deze zomer met de betrokken lidstaten en ondersteuning vanuit de
industrie tot een verklaring te komen voor de noodzakelijke versterking van de Europese
halfgeleiderindustrie gericht op de revisie van de Europese Chips Act. De Nederlandse
inzet is enerzijds gericht op het verstevigen van onze onmisbaarheid (indispensability) in de waardeketen door het versterken van Europese control points. Anderzijds moet de huidige productiecapaciteit voor halfgeleiders worden uitgebreid
in Europa om zo weerbaarder (resilience) te worden tegen geopolitieke verstoringen en strategische sectoren (bv. automotive,
AI, zorg, defensie) operationeel te houden. Deze inzet wordt door de sector volledig
ondersteund in de Semicon Board NL, wat onze stem in Europa heel krachtig maakt. Ook
de Europese Commissie heeft de revisie van de Europese Chips Act op deze wijze volledig
omarmd. Andere landen hebben inmiddels aangegeven ook te willen participeren.
IPCEI Advanced Semiconductor Technologies (IPCEI AST)
In de afgelopen decennia heeft globalisering geleid tot een verschuiving van de productiecapaciteit
van chips naar de VS en Azië. Deze trend heeft ook Europese bedrijven beïnvloed, waarvan
velen een deel van hun productieactiviteiten naar landen buiten Europa hebben verplaatst.
Ondertussen is Europa een wereldleider gebleven op het gebied van onderzoek en ontwikkeling,
ondersteund door zijn uitstekende onderzoeksinstellingen en robuuste kennisinfrastructuur.
Nu andere landen hun investeringen en capaciteiten versnellen, kunnen Nederland en
Europa het zich niet veroorloven achter te blijven. Doordat de wereldwijde concurrentie
steeds sterker wordt, zijn een duidelijke focus en coördinatie door Europa vereist
om weerbaar te blijven.
Nederland coördineert daarom de Europese verkenning voor een mogelijke IPCEI Advanced
Semiconductor Technologies (IPCEI AST). Momenteel participeren 15 lidstaten in deze
verkenning, inclusief de lidstaten die bijdragen aan de Europese Semicon Coalition.
IPCEI-AST streeft ernaar tot gerichte keuzes voor strategische onderdelen van de waardeketen
te komen, waarin Europa door technologisch leiderschap mondiaal het verschil kan maken
en zich onmisbaar kan maken. Door coördinatie van projecten en gerichte investeringen
in First Industrial Deployment van beyond state of the art technologie kan Europa een serieuze impact maken in de mondiale waardeketens. Nederland
kan alleen blijven deelnemen aan deze IPCEI als er budget beschikbaar is. Ook voor
IPCEI AST verken ik de mogelijke financieringsopties. Naar verwachting kom ik rond
de zomer met een besluit over onze deelname.
Internationale partnerschappen
Nederland en Europa kunnen niet alles zelf in huis hebben, we zullen ook blijvend
moeten inzetten op internationale partnerschappen buiten Europa. Deze partnerschappen
onder leiding van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp richten
zich met name op samenwerkingen op het gebied van handel, investeringen, innovatie
& kennis en talent. Deze intensievere samenwerkingsverbanden versterken onze eigen
positie binnen het mondiale ecosysteem en kunnen als springplank dienen voor investeringsgesprekken
met derde landen. Op dit moment zijn er diverse structurele dialogen en samenwerkingsverbanden
actief. Enkele voorbeelden van afgesloten partnerschappen of samenwerkingen die Nederland
samen met onze kennisinstellingen en industrie hebben gesloten zijn: het MoU met Zuid
Korea (samenwerking op talentontwikkeling voor de halfgeleidersector), het MoU met
NY State en Arizona State (samenwerking o.g.v. innovatie en talent), een talentprogramma
met India (betrokkenheid van enkele Technische Universiteiten en Nederlandse bedrijven),
twee nationale meerjarige publiek-private marktbewerkingsprogramma’s gericht op Taiwan
resp. Maleisië (met doorkijk naar Singapore en Vietnam) en meerdere dialogen (Japan,
Zuid-Korea, Taiwan, de VS en Singapore).
Exportcontrolemaatregelen
Internationaal hebben en houden we ook oog voor het veiligheidsaspect. Per 1 september
2023 heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp aanvullende exportcontrolemaatregelen
voor geavanceerde productieapparatuur voor halfgeleiders ingesteld. Dit betekent dat
in Nederland voor de uitvoer van bepaalde geavanceerde apparatuur een nationale vergunningplicht
geldt. Deze ministeriële regeling heeft betrekking op specifieke technologieën die
essentieel zijn voor de ontwikkeling en productie van geavanceerde halfgeleiders.
Vanwege de potentiële geavanceerde militaire toepassingen van deze halfgeleiders kan
ongecontroleerde uitvoer van deze technologieën risico's voor de (inter)nationale
veiligheid met zich meebrengen. Nederland speelt hierin een cruciale rol vanwege zijn
leidende positie in deze technologie. De maatregelen zijn landenneutraal. Op 7 september
2024 en 1 april 2025 werden de exportcontrolemaatregelen verder uitgebreid. Vanaf
deze data geldt voor een aanvullende set specifieke technologieën een nationale vergunningplicht.
Deze aanscherpingen zijn genomen omdat veiligheidsrisico’s van ongecontroleerde export
zijn toegenomen, daar waar deze technologieën gecombineerd kunnen worden – met die
uit andere landen – om geavanceerde halfgeleiders te produceren, die vervolgens weer
een belangrijke rol kunnen spelen in de hierboven genoemde militaire toepassingen.
Het kabinet blijft de internationale ontwikkelingen zeer nauwlettend volgen. De Minister
voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp zal voor de zomer ingaan op de Kabinetsinzet
ten aanzien van internationale handel, partnerschappen en exportcontrole in haar beleidsbrief
buitenlandse handel.
Nationaal
Nationaal innovatieprogramma ChipNL – Motie lid Inge van Dijk (Kamerstuk 36 600 L, nr. 19)
In afwachting van de uitkomsten van de Semicon Coalition en de IPCEI AST zullen nu
al stappen moeten worden gezet voor de financiering van een aantal nationale programma’s
om onze innovatiekracht te versterken en te voorkomen dat de concurrentiepositie verder
onder druk komt te staan. Daarom ben ik verheugd dat op 29 januari jl. een consortium
van 64 partijen (MKB en multinationals) uit de Nederlandse halfgeleidersector het
onderzoeks- en innovatieprogramma ChipNL aan mij heeft aangeboden. Het programma begon
aanvankelijk als voorstel voor de 4e ronde van het Nationaal Groeifonds (NGF), maar de mogelijkheid om het voorstel langs
die weg in te dienen is komen te vervallen. Ik ben blij om te zien hoe voortvarend
de sector heeft verder gewerkt aan dit initiatief ter versterking van het Nederlandse
ecosysteem. Het programma richt zich op ontwikkelkansen voor chip design, advanced
packaging en equipment, drie sterktes binnen het Nederlandse ecosysteem. Tevens levert
ChipNL belangrijke bouwstenen voor de actieagenda van de Nationale Technologiestrategie
(NTS) voor Semiconductor Technologies die momenteel door het veld wordt uitgewerkt.10
Tijdens de Semicon Board NL-meeting van 29 januari jl. heeft de sector aangegeven
dat met de overhandiging van het programma een private commitment op tafel is gelegd
van € 315 miljoen. Om het programma te kunnen uitvoeren wordt ook een Rijksbijdrage
gevraagd. Tijdens het Tweeminutendebat Verdienvermogen op 10 april jl. heeft het lid
Inge van Dijk de regering verzocht, gelet op de urgentie en snelheid die geboden zijn,
niet te wachten tot het najaar met besluitvorming voor ChipNL, maar eerder over de
cofinanciering van het innovatieprogramma te besluiten. Op dit moment laat ik het
programma op uitvoerbaarheid beoordelen.
Samenwerking met Defensie
Om als Europa weerbaarder te worden, heeft de Europese Commissie plannen aangekondigd
waarmee lidstaten extra geld kunnen investeren in het versterken van de Europese defensie.
In het bijzonder speelt hier ook het belang voor de technologieontwikkeling en de
productie- en leveringszekerheid van defensiematerieel. Gezien de snelle ontwikkelingen
in en de toenemende afhankelijkheid van geavanceerde technologieën in moderne oorlogsvoering,
is het verkrijgen en behouden van een militair-technologisch voordeel van cruciaal
belang om de operationele effectiviteit en veiligheid van strijdkrachten te garanderen.
De krijgsmacht moet dus over betere technologie beschikken dan de tegenstander. Daartoe
heeft Defensie 5 prioritaire kennis- en technologie gebieden geïdentificeerd (slimme
materialen, intelligente systemen, sensoren, quantum en ruimtevaarttechnologie).11 Voor al deze gebieden en hun defensietoepassingen zijn chips en snelle rekenkracht
doorslaggevend. Halfgeleidertechnologie is daarom een enabling technologie voor Defensie. Nederland heeft hierbij ten opzichte van andere landen
een forse kennis- en technologie voorsprong. Door in de halfgeleiderindustrie te blijven
investeren, te innoveren en deze kennis gelijktijdig te beschermen, kunnen we deze
voorsprong vasthouden en mogelijk zelfs uitbouwen. Daarom wil ik samen met de Minister
en Staatssecretaris van Defensie en de sector de samenwerking aan de tussentijdse
versterking door nieuwe innovatieprogramma’s bestendigen en er zorg voor te dragen
dat in de behoefte van Defensie wordt voorzien.
Semicon Board Nederland
Om stappen te kunnen maken met de vernieuwing van het industriebeleid heb ik op 29 januari
jl. de Semicon Board NL ingesteld. Hiermee heb ik conform de inzet van het Kabinet
het voortouw genomen om samen te werken met de sector aan een aantrekkelijk én veerkrachtig
internationaal concurrerend vestigings- en ondernemingsklimaat waarin de halfgeleiderindustrie
moet kunnen doorinnoveren, doorinvesteren en doorgroeien.12 Naast mij als voorzitter van dit «raadgevend platform» zijn de vaste leden vanuit
de departementen: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp en de Minister van Defensie. ASML, ASM, VDL
ETG, NXP, SmartPhotonics, Nearfield Instruments, Axelera AI, High Tech NL (namens
het MKB) en TKI HTSM13 namens het relevante kennis- en innovatie-ecosysteem, nemen namens de sector deel
aan de Semicon Board NL.
Samen met de leden van de Semicon Board NL werk ik momenteel aan het opstellen van
een sectoragenda voor de vernieuwing van het industriebeleid, inclusief een investeringsstrategie.
Deze agenda beoogt vorm en inhoud te geven aan de opgaven, ambities, instrumenten
en investeringen die nodig zijn voor een internationaal toonaangevende en duurzame
kennis- en industriepositie van de Nederlandse sector in 2035. Belangrijke onderwerpen
van die agenda zijn internationaal concurrentievermogen, kapitaal, talent en weerbaarheid.
Ik verwacht de sectoragenda en de investeringsstrategie in het najaar met uw Kamer
te kunnen delen. De sectoragenda wordt opgesteld in nauwe samenhang met de relevante
actieagenda’s van Nationale Technologie Strategie (NTS), die tevens in 2025 worden
ontwikkeld.14
Tot slot
Het Nederlandse halfgeleiderecosysteem blinkt uit door de nauwe onderlinge verwevenheid,
de hechte samenwerkingen met kennisinstellingen en de wereldwijd vooraanstaande positie
in verschillende waardeketens. Hierdoor speelt Nederland in de Champions League. Tegelijkertijd
is het behoud van deze positie zonder verdere publieke en private inspanningen en
investeringen allerminst vanzelfsprekend. Zeker te midden van de grootschalige geopolitieke
ontwikkelingen die sterk tot uiting komen in de ambities van verschillende landen
en regio’s om hun halfgeleiderindustrie te versterken, kunnen we vanuit Nederland
en Europa niet achterblijven. Via het project Beethoven hebben we betekenisvolle stappen
gezet voor het versterken van de randvoorwaarden voor onze halfgeleiderindustrie.
Om ons verdienvermogen, weerbaarheid en strategische autonomie in Nederland en Europa
te bestendigen en ontwikkelen, moeten we deze industrie verder versterken. Daar zet
ik mij vol overtuiging samen met de sector en de collega’s uit het kabinet voor in.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Mede namens de collega’s van het kabinet,
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
De Staatssecretaris van Defensie,
G.P. Tuinman
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Medeindiener
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Medeindiener
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp -
Medeindiener
G.P. Tuinman, staatssecretaris van Defensie -
Medeindiener
R.P. Brekelmans, minister van Defensie