Brief regering : Reactie op verzoek commissie over uitwerking van de motie van de leden Bushoff en Van den Hil over in gesprek gaan met het veld over een vereenvoudiging van de beroepen- en opleidingenstructuur (Kamerstuk 29282-589)
29 282 Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 606 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2025
De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft mij in de procedurevergadering
van 3 april 2025 verzocht om u te informeren over de wijze van uitwerking van de motie
van de leden Bushoff (GroenLinks/PvdA) en Van den Hil (VVD) (Kamerstuk 29 282, nr. 589), waarin de regering wordt verzocht met het veld in gesprek te gaan over de vereenvoudiging
van de beroepen- en opleidingenstructuur in de geestelijke gezondheidszorg alsmede
over de stand van zaken van de uitwerking van deze motie. In het commissiedebat GGZ/Suïcidepreventie
op 15 april1 hebben mevrouw Van den Hil (VVD) en mevrouw Westerveld (GroenLinks/PvdA) nogmaals
het belang van een overgangsregeling voor Kinder- en jeugdpsychologen (NIP) (hierna:
K&J-psychologen) aangekaart. Dit werd gekoppeld aan een vraag over de mogelijkheid
om K&J-psychologen op te leiden tot gezondheidszorgpsycholoog (hierna: GZ-psycholoog)
via een EVC-traject (Eerder Verworven Competenties).
In deze brief ga ik mede namens de Staatssecretaris Jeugd, Preventie en Sport (JPS)
nader in op de in uw motie genoemde inhoudelijke punten en de verdere uitwerking hiervan.
Ik ben uiteraard bereid om het gesprek met het veld hierover aan te gaan. Graag stel
ik voorop dat uw verzoek aansluit bij de bredere afspraak in het Integraal Zorgakkoord
(IZA) om de beroepen- en opleidingenstructuur in de geestelijke gezondheidszorg efficiënter
en flexibeler in te richten.2
Beroepenstructuur in de geestelijke gezondheidszorg
In februari jl. is met de stuurgroep van het programma Beroepenstructuur psychologische
zorg gesproken over het beëindigen van het voorgestelde wetstraject tot wijziging
van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg in verband met het vereenvoudigen
van de beroepenstructuur in de geestelijke gezondheidszorg. In dit kader zijn de beroepsverenigingen
van de K&J-psychologen (NIP) en psychotherapeuten (NVP) geïnformeerd dat zal worden
verkend op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de motie en welke beroepsgroepen
daarbij betrokken zullen worden. In uw motie noemt u een drietal punten waarop ik
hierbij nader inga:
(1) K&J-psychologen (in opleiding) kunnen voor kinderen en jongvolwassenen aan de
slag, ook zonder BIG registratie als GZ-psychologen.
De Wet BIG reguleert beroepen enkel wanneer dit noodzakelijk is voor patiëntveiligheid
en het behoud van de kwaliteit van zorg. Het Zorginstituut Nederland heeft in mei
2022 aangegeven dat zwaardere regulering van het beroep K&J-psycholoog door opname
in het BIG-register in dat licht niet noodzakelijk is en dat de kwaliteit van de zorg
al voldoende wordt gewaarborgd door het Kwaliteitsregister Jeugd.3 K&J-psychologen kunnen (blijven) werken in de jeugdhulp, ook zonder registratie als
GZ-psycholoog. Zij kunnen zich ook zonder overgangsregeling desgewenst bij- of omscholen
tot GZ-psycholoog.
(2) Capaciteit in de jeugdzorg is conform ramingen Capaciteitsorgaan
Het niet doorzetten van het bovengenoemde wetsvoorstel heeft geen effect op de capaciteit
van de betrokken zorgmedewerkers. Daarbovenop heb ik geen reden om aan te nemen dat
de wachtlijsten in de GGZ worden veroorzaakt door een tekort aan BIG-geregistreerde
GZ-psychologen. VWS bekostigt voor een aantal GGZ-beroepen de vervolgopleidingen.
Voor deze zorgopleidingen wordt het aantal opleidingsplaatsen jaarlijks bepaald op
basis van onder andere de zorgbehoefte via het advies van het Capaciteitsorgaan. Om
tekorten en wachtlijsten in de GGZ te voorkomen en waar nodig te verminderen, heeft
VWS de afgelopen jaren het advies van het Capaciteitsorgaan gevolgd met betrekking
tot de GGZ-opleidingen. Zie hierover ook verderop in deze brief het vervolg van de
pilot EVC voor psychologen.
(3) Overgangsregeling voor K&J-psychologen behorende bij de BIG wetswijziging leidt
tot hogere kosten
Het bovengenoemde wetsvoorstel beoogde het beroep van K&J-psycholoog op te laten gaan
in het nieuwe in de Wet BIG gereguleerde basisberoep van GZ-psycholoog-generalist. Dit wetsvoorstel is niet doorgezet omdat er onvoldoende steun was en de beoogde
doelstellingen om te vereenvoudigen en te verduidelijken niet werden behaald. Ten
slotte zou dit leiden tot een stijging van de zorgkosten in het jeugddomein van € 12 miljoen
per jaar. Hierbij verwijs ik graag naar mijn Kamerbrief van 12 november 2024 en het
bijhorende rapport.4 Een overgangsregeling zou dus wel degelijk tot hogere kosten leiden en er komt in
dit kader geen overgangsregeling.
Ook zonder wetswijziging blijft het van groot belang dat de toegankelijkheid van GGZ-zorg
wordt vergroot, zorgprofessionals voldoende worden ondersteund en duidelijkheid bestaat
voor patiënten en verwijzers. Ik vind het daarbij belangrijk dat eventuele oplossingen
voor vereenvoudiging geen extra administratieve lasten en kosten met zich meebrengen
en de flexibiliteit bevorderen. Vooruitlopend op mijn gesprek met beroepsverenigingen
in de geestelijke gezondheidszorg kan ik u melden dat ik voor wat betreft de verdere
uitwerking van de motie van de leden Bushoff en Van den Hil vooral kansen zie als
het gaat om flexibel op te leiden.
Opleidingenstructuur in de geestelijke gezondheidszorg
In 2023 is een pilot EVC voor psychologen gestart waarin is onderzocht of masterpsychologen
versneld opgeleid kunnen worden tot GZ-psycholoog via verkorte opleidingstrajecten.
Inmiddels is deze pilot afgerond en heeft de Stichting Centrum EVC voor GZ-psychologen
(hierna: Stichting EVC) de eindrapportage met de resultaten opgeleverd. Deze ontvangt
u bij deze Kamerbrief.5 Belangrijkste conclusie is dat specifiek voor de doelgroep masterstudenten met ruime
praktijkervaring het haalbaar lijkt om een EVC traject in te richten qua werving,
selectie, assessment en cursorisch en praktijk onderwijs, dat dit inhoudelijk en organisatorisch
perspectief biedt op een passende toegang tot een diploma tot GZ-psycholoog.6
Op basis van de bevindingen uit de pilot zal worden verkend of en zo ja, op welke
wijze een mogelijk vervolg concreet vormgegeven kan worden voor een groep psychologen
die veel werkervaring hebben. Hierbij staat zorgvuldigheid en kwaliteit voorop, ook
met het oog op de huidige situatie rondom EVC-fraude. Bij het vervolg zullen partijen
vertegenwoordigd in de Stuurgroep EVC, zoals GGZ brancheorganisaties en beroepsverenigingen
en onder andere het Capaciteitsorgaan en de NZa worden betrokken. Belangrijke vraag
bij de verkenning van een vervolg betreft de (structurele) financiering van deze EVC-trajecten.
VWS zal in afstemming met alle betrokken partijen onderzoeken hoe deze EVC-trajecten
meegenomen kunnen worden in de ramingen van de benodigde GZ-psychologen door het Capaciteitsorgaan
en in hoeverre EVC-trajecten tot GZ-psycholoog geïntegreerd zou kunnen worden in de
huidige verdeel- en bekostigingssystematiek van door VWS beschikbaar gestelde opleidingsplekken
tot GZ-psycholoog. Zo zal verkend worden of EVC-trajecten eventueel deel kunnen uitmaken
van de door VWS beschikbaar te stellen opleidingsplaatsen, gebaseerd op de ramingen
van het Capaciteitsorgaan. Randvoorwaarde is dat een en ander niet zal leiden tot
een uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen voor de GZ-psycholoog, hoger dan
de door het Capaciteitsorgaan geraamde aantallen.
Gezien het voorgaande en zoals ik ook in mijn brief en tijdens het debat7 heb aangegeven, zie ik geen aanleiding om de beroepenstructuur van de geestelijke
gezondheidszorg in de Wet BIG te wijzigen. Ik ga naar aanleiding van de EVC pilot
na of er een concreet vervolg aan gegeven kan worden binnen de door mij geschetste
randvoorwaarden van kwaliteit, ramingen en bekostiging. Met betrokken partijen en
vertegenwoordigers van de beroepsgroepen blijf ik mij inzetten voor de toegankelijkheid
van de geestelijke gezondheidszorg en de ondersteuning van zorgprofessionals en patiënten.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Agema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport