Brief regering : Reactie op verzoek commissie over artikel over boerengegevens die nog geheim moeten blijven en reactie ACOI- advies na bemiddeling
32 802 Toepassing van de Wet open overheid
Nr. 127 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2025
Op 22 mei heeft de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur
verzocht om een reactie op het advies van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding
(ACOI) na bemiddeling op het verzoek van Follow the Money, NRC en Omroep Gelderland
inzake intrekking Woo-besluit RVO.1 Het beschermen van persoonlijke gegevens van boeren is voor mij een belangrijk thema.
Ik wil deze brief dan ook benutten om aan te geven hoe ik om wil gaan met de openbaarmaking
van informatie die raakt aan boerenbedrijven. Ten slotte geef ik via deze brief ook
een reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedeselzekerheid
en Natuur om in te gaan op het Follow the Money-artikel met betrekking tot openbaarmaking
persoonsgegevens van boerenbedrijven.2
Er worden bij mijn ministerie en uitvoeringsorganisaties regelmatig verzoeken op grond
van de Woo ingediend om informatie over agrarische ondernemers openbaar te maken.
Veel van deze gegevens worden door boeren in Nederland aangeleverd via de Gecombineerde
Opgave. Boeren zijn er vaak niet van op de hoogte dat gegevens openbaar kunnen worden
gemaakt.
Bij ingediende Woo-verzoeken, zoals die van Follow the Money, wordt er direct of indirect
naar de adressen van deze bedrijven gevraagd door bijvoorbeeld te vragen naar locaties
van stallen. Veel agrarische ondernemers wonen en werken op hetzelfde terrein. Openbaarmaking
van deze data betekent dus dat hun woonadres, waar ze met hun families wonen, ook
openbaar gemaakt worden. Dit heeft grote impact op boeren en hun families en daarom
vind ik dit een serieus probleem.
Op dit moment worden boeren vaak beperkt geïnformeerd dat hun gegevens openbaar gemaakt
worden, bijvoorbeeld alleen via een publicatie in de Staatscourant. Daardoor zijn
deze boeren er vaak niet van op de hoogte dat de periode loopt waarin er gelegenheid
is om via een zienswijzenprocedure bezwaar te maken. Ik vind dat zeer onwenselijk.
Juist omdat het gaat om woonadressen vind ik dat betrokkenen proactief en persoonlijk
op de hoogte moeten worden gesteld dat een Woo-verzoek loopt over openbaarmaking van
hun gegevens, en van de periode waarin ze de gelegenheid hebben om bezwaar te maken.
De gevolgen van openbaarmaking kunnen aanzienlijk zijn. Land- en Tuinbouw Organisatie
Nederland (LTO) heeft hier een meldpunt voor opgericht waaruit is gebleken dat boeren
regelmatig last hebben van dreigbrieven, ongewenste bezoeken en vandalisme, zoals
ook beschreven is in een NOS-artikel hierover. Ik wil daarom transparant zijn naar
boeren toe over wat er met hun gegevens gebeurt. Ik wil dat ze actief worden geïnformeerd
over Woo-verzoeken die betrekking hebben op gegevens die herleidbaar zijn naar individuele
bedrijven, en over de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. De betrokken boeren
zal ik daarom, middels een brief, actief informeren over deze verzoeken en de zienswijzemogelijkheid.
Dit is ook de reden dat ik tijdens de rechtszaak, genoemd in het Follow the Money-artikel,
heb aangegeven dat ik de zienswijze op het Woo-verzoek wilde herzien.
ACOI
Zoals al genoemd wil ik ervoor zorgen dat iedere betrokken boer kan weten dat zijn
of haar data openbaar worden gemaakt en de kans heeft daar een zienswijze tegen in
te brengen. Recent is er in het kader van een bemiddelingstraject bij het ACOI met
de betrokken journalisten gesproken over bovenstaande casuïstiek. Tijdens de bemiddeling
is het niet gelukt om de bezwaren weg te nemen. Op 19 mei 2025 heeft het ACOI zijn
advies openbaar gemaakt. De Kamer heeft mij op 21 mei 2025 verzocht om voor het stikstofdebat
te reageren op het onderzoek van het Adviescollege Openbaarheid en Informatiehuishouding.
In het advies geeft ACOI twee adviezen en een aanbeveling.
Het ACOI adviseert om zo snel mogelijk een beslissing(en) te nemen op het bezwaar
en af te zien van de voorgenomen zienswijzeprocedure. Ik houd mij uiteraard aan geldende
wet- en regelgeving, en hecht tegelijkertijd grote waarde aan de manier waarop we
met agrarisch ondernemers omgaan. Het gaat hier om bedrijfsgegevens waarvan de openbaarmaking
en de zienswijzenperiode in het verleden is aangekondigd via de Staatscourant. Ik
vind dat daarmee onvoldoende inzet is gepleegd om de betrokkenen proactief te informeren.
Voor deze agrariërs en hun gezinnen is het werkadres vaak ook meteen hun adres waar
zij wonen met hun gezin. Deze boerengezinnen krijgen door dreigbrieven, ongewenste
bezoekers en vandalisme al regelmatig te maken met een gevoel van onveiligheid op
het erf. Aldus is het voorstelbaar en zeer begrijpelijk dat openbaarmaking bij betrokkenen
leidt tot zorgen. Het ACOI merkt in zijn aanbeveling ook terecht op dat de sociale
veiligheid van boerengezinnen een belangrijk onderwerp is. Daarom kies ik voor een
uitgebreidere procedure. De overheid heeft de verantwoordelijkheid om betrokken agrariërs
en hun gezinnen volwaardig in de gelegenheid te stellen om een zienswijze in te dienen.
In de regel is het bij Woo-verzoeken van een kleinere omvang de werkwijze dat betrokkenen
actief en persoonlijk worden geïnformeerd. Ik vind dat boeren niet moeten worden benadeeld
door het feit dat zij toevallig onderdeel zijn van een omvangrijk Woo-verzoek in plaats
van een kleiner Woo-verzoek. Daarom ga ik omvangrijkere verzoeken op eenzelfde manier
behandelen. Een procedure waarbij belanghebbenden van tevoren geïnformeerd worden
en die recht doet aan de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer.
Als structurele oplossing adviseert ACOI daarnaast om in te zetten op actieve openbaarmaking
die recht doet aan alle belangen. Een vorm van actieve openbaarmaking kan zorgen dat
boeren vooraf geïnformeerd zijn en de mogelijkheid hebben om een zienswijze in te
dienen. Daarnaast voorkomt actieve openbaarmaking dat de procedure voor ieder verzoek
opnieuw doorlopen moet worden. Tegelijkertijd zijn er verschillende belangen waar
recht aan moet worden gedaan. Om die reden zal ik een verkennend gesprek organiseren
met de agrarische sector en vertegenwoordigers van de journalistiek en wetenschap.
In zo’n gesprek kan worden onderzocht welke mogelijkheden er zijn om in de toekomst
te komen tot een manier van beschikbaar stellen die recht doet aan de verschillende
belangen.
Ten slotte doet het Adviescollege een dringende aanbeveling om (online) intimidatie,
bedreiging en agressie in de landbouwsector te onderzoeken voor een adequate aanpak
ervan. Dat onderzoek zou tegelijkertijd tot doel moeten hebben om te kunnen sturen
op het voorkomen hiervan, en te investeren in (een gevoel van) sociale veiligheid
van deze specifieke sector. Ik onderschrijf de aanbeveling van het ACOI. Om te bepalen
waar verder onderzoek nodig is, ga ik in gesprek met de belangenbehartigers uit de
agrarische sector.
De Woo
Ik wil ten slotte benadrukken dat de Woo een belangrijk onderdeel is van onze democratische
rechtsstaat en ik hecht veel waarde aan een transparante overheid. Openbaarheid van
overheidsinformatie is een groot goed. Tegelijkertijd rust op de overheid de zorgplicht
om mensen te beschermen tegen uitwassen als intimidatie en bedreiging. Tijdens het
afgelopen commissiedebat Wet Open Overheid (Kamerstuk 32 802, nr. 106) heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aangegeven
vanuit haar stelselverantwoordelijkheid een brief te sturen over hoe de openbaarmaking
van dergelijke gegevens zich verhoudt tot internationale afspraken en regelgeving
en hoe omliggende landen hiermee omgaan. In het commissiedebat is eveneens toegezegd
om het ACOI om zonodig een algemeen advies te vragen over de omgang met emissiegegevens
en de bescherming van privacy. Daarnaast wordt eind 2025 de wetsevaluatie van de Woo
opgestart, waarbij ook nog gekeken kan worden hoe dit punt zich daartoe verhoudt.
Ook wil ik vanuit mijn ministerie samen met BZK in gesprek met de agrarische sector
over het mitigeren van de negatieve neveneffecten van openbaarmaking.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Indieners
-
Indiener
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur