Brief regering : Beleidsreactie rapport Panteia/VHP kidfluencers, gezinsvloggers en mom- en dadfluencers
25 883 Arbeidsomstandigheden
26 643
Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 526
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2025
Vormen van kinderarbeid als kidfluencers, gezinsvloggers en mom- en dadfluencers worden
steeds populairder. Onderzoeksbureau Regioplan1 constateerde al in het rapport «Modernisering regelgeving kinderarbeid» van 5 april
2022 dat deze vormen van kinderarbeid positieve aspecten hebben, maar ook risico’s
voor de gezondheid, veiligheid en de schoolgang met zich brengen. Zo kan het inzetten
van kinderen als verdienmodel door bedrijven of ouders schadelijk zijn voor hun welzijn
en ontwikkeling. Om die reden wil ik dit tegengaan. Om meer inzicht te krijgen in
de mogelijke opties voor een passende aanpak van deze vormen van kinderarbeid heb
ik Panteia samen met VHP Human Performance onderzoek laten doen.2 Bureau Jeugd en Media heeft vanuit een adviserende rol het onderzoek ondersteund.
Met deze brief informeer ik uw Kamer over mijn aanpak in reactie op dit onderzoek
en het gevolg dat ik geef aan de motie van het lid Palland c.s. over een normenkader
voor kinderen die als influencer werken of figureren op sociale media.3 Vanwege de potentiële impact op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen zet ik
binnen mijn beleidsdomein in op een aanpassing van de wet- en regelgeving en meer
voorlichting over deze vormen van kinderarbeid.
Uitkomsten Onderzoek Panteia/VHP en beleidsreactie
Uit het onderzoek blijkt een beperkt aantal kinderen zelf te vloggen, in familievlogs
voor te komen of door mom- en dadfluencers in beeld te worden gebracht.4 Als er al een werkgever is aan te wijzen dan is dat de ouder. Zeker beginnende influencers
hebben een gebrek aan informatie. Uit het onderzoek volgt dat niet op grote schaal
sprake is van misstanden en verdienmodellen.
Er zijn wel duidelijk risico’s vanaf het moment dat hobby werk wordt en kinderen dagelijks
vlogs posten of in vlogs van het gezin voorkomen om zo geld te verdienen en/of gratis
producten te krijgen. Die risico’s geven deskundigen in het kader van dit onderzoek
en in de media ook aan.
Kinderen hebben het recht om gezond op te groeien en zich zo goed mogelijk te ontwikkelen.
Uitgangspunt bij wet- en regelgeving rondom kinderarbeid is te voorkomen dat de gezondheid
en de veiligheid van kinderen in gevaar komt en de schoolgang belemmerd wordt. Kinderen
moeten ook voldoende tijd overhouden voor huiswerk en sociale activiteiten. Deelname
aan familievlogs en (bijna) dagelijks filmen zet die rechten van kinderen onder druk
en kan schadelijk zijn voor de gezondheid, veiligheid en schoolgang van een kind.
De privacy van kinderen wordt lang niet altijd gerespecteerd. Ook komt het voor dat
kwetsbare en angstige momenten in het leven van jonge kinderen, soms vanaf dat ze
baby zijn online worden gezet. Dit kan leiden tot een verminderd gevoel van veiligheid,
ook op latere leeftijd. Ook heeft het constant gefilmd worden risico’s voor het zelfbeeld
en de prestatiedruk van het kind. Dit zijn factoren die de mentale gezondheid negatief
kunnen beïnvloeden en kunnen leiden tot faalangst, stress en depressieve gevoelens.
Daarbij komt nog dat zoals in de media is aangegeven beelden van kinderen rond kunnen
gaan in pedofiele netwerken.
Ouders moeten beseffen dat het de ontwikkeling van een kind kan schaden om altijd
online te zijn. Ouders dienen hun kinderen juist te beschermen. Dat staat volgens
Panteia/VHP op gespannen voet met het verdienen aan vlogs door of met je kinderen.
Waar breed risico’s zijn van kinderarbeid voor de ontwikkeling, gezondheid, veiligheid
en de schoolgang van kinderen, zie ik een rol voor de overheid. Zeker bij een vorm
van kinderarbeid die de komende jaren alleen maar zal toenemen.
Hierna ga ik eerst in op mijn inzet op een aanpassing van de wet- en regelgeving.
Daarna schets ik de bredere maatschappelijke opgave en besluit ik met mijn inzet op
voorlichting.
1. Regelgeving
Influencing door en met kinderen heeft overeenkomsten met kinderen in films of theaterproducties.
Ik wil kidfluencing, kinderen in famillievlogs en mom- en dadfluencers daarom, net
als in Frankrijk het geval is, gelijkstellen met kinderen die artistiek werk doen.
Daarvoor is al een basis. De beleidsregel inzake ontheffing verbod kinderarbeid (BOVK)
spreekt over audiovisuele opnamen In de toelichting is opgenomen dat voor uitvoeringen
door kinderen tot 13 jaar op het internet ontheffing noodzakelijk is bij de Arbeidsinspectie.
De Arbeidsinspectie geeft aan dat vlogfilmpjes met een duidelijke commerciële insteek
nu al onder de ontheffingsregel vallen.
Volgens de Arbeidsinspectie is de handhaving van deze huidige regelgeving voor de
categorie influencing door en met kinderen echter zeer lastig. Anders dan bij het
reguliere artistiek werk waarbij kinderen in een musical of film spelen, is het minder
georganiseerd. De grens tussen hobby en werk is niet altijd duidelijk en het filmen
vindt plaats in de privésfeer. Daarnaast is een werkgever bij deze vorm van kinderarbeid
lastig aan te wijzen.5
Om tot een betere aanpak te komen zal ik de bestaande wet- en regelgeving rondom kinderarbeid
zodanig aanpassen dat deze beter toegesneden wordt op de doelgroep en daardoor beter
handhaafbaar wordt. Daarbij kijk ik onder meer naar de rol van de ouders bij de ontheffingsregeling.
Ik wil in de Arbeidstijdenwet het werkgeversbegrip verbreden, zodat de ouder (bij
gebrek aan een «reguliere» werkgever) de aanvrager van de ontheffing bij influencing
door en met kinderen wordt. Door de huidige ontheffingsregeling (BOVK) uit te breiden,
verwacht ik het welzijn en de veiligheid van kinderen beter te borgen.
De boetes die de Arbeidsinspectie voor een overtreding van wettelijke voorschriften
kan opleggen, zoals ingeval van het ontbreken van een ontheffing van het verbod van
kinderarbeid, moeten passend zijn en tegelijkertijd het beoogde effect hebben. Ik
werk uit hoe deze nieuwe vormen van kinderarbeid kunnen leiden tot een aanscherping
van de beleidsregel boeteoplegging Arbeidstijdenwet en Arbeidstijdenbesluit 2013.6
Voor een omschrijving van de onlineactiviteiten die onder deze ontheffingsplicht vallen,
kijk ik of ik kan aansluiten bij de beoordelingscriteria die Frankrijk hanteert. Daarbij
gaat het om een kind dat producent is van de online content en een kind dat een hoofdrol
speelt in online content voor commercieel gewin op een onlineplatform. Waar de grens
in de praktijk ligt (wat een (hoofd)rol is bijvoorbeeld), dus feitelijk de grens tussen
hobby en werk, zal ik in de regelgeving als beginsel nader uitwerken.
2. De bredere maatschappelijke opgave
Dat kinderen die zelf influencer zijn of via familievlogs of mom- en dadfluencers
veel in beeld komen en «moeten» optreden risico’s lopen, is de afgelopen tijd duidelijk
geworden. Deze ontwikkeling van kidfluencers en kinderen in familievlogs is onderdeel
van een breder maatschappelijk probleem en opgave.
Kinderen moeten opgroeien in een veilige omgeving, zowel offline als online. De rechten
in de offlinewereld op het gebied van onder meer onderwijs en gezondheid, moeten ook
in de onlinewereld gelden. Kinderen moeten beschermd worden tegen onder meer uitbuiting
en schadelijke content.
Een veilige onlinewereld voor kinderen is een thema waarop de Staatssecretaris Digitalisering
en Koninkrijksrelaties coördineert en waarbij meerdere departementen (JenV, OCW, VWS
en SZW) betrokken zijn.7 OCW ondersteunt het Netwerk Mediawijsheid in het mediawijzer maken van de samenleving.
Gezond opgroeien in een sterk gemedialiseerde wereld hoort daarbij. Het Commissariaat
voor de Media houdt toezicht op commerciële influencers. Zij moeten transparant zijn
dat er reclame voorkomt in hun video’s en moeten zich in sommige gevallen ook aansluiten
bij de Nederlandse Reclame Code. Deze Code beschermt consumenten tegen onjuiste en
oneerlijke claims in reclame en draagt daarmee bij aan betrouwbare reclame.
3. Voorlichting
Onderdeel van de bredere aanpak is voorlichting. Zo start BZK in het najaar een campagne
die bewustwording van ouders tot doel heeft over het gebruik van de smartphone door
kinderen. Hiermee wordt beoogd dat ouders afspraken maken met kinderen over het gebruik
van de smartphone. Daarnaast is er het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn
dat kennis bundelt en verspreidt over het welzijn in de digitale wereld, bijvoorbeeld
over de thema’s Digitale Technologie en Welzijn én Sociale Media.
Mijn aanpak van uitwassen waarbij kinderen door hun ouders via familievlogs of als
influencer als verdienmodel worden ingezet maakt onderdeel uit van de geschetste bredere
interdepartementale aanpak. Dit geldt ook voor mijn inzet op voorlichting voor ouders,
als essentieel onderdeel van deze aanpak van uitwassen.
Er zijn ouders die niet beseffen wat het betekent voor een kind om zelf te vloggen
of om voor te komen in vlogs van ouders. Ik ben ervan overtuigd dat een substantieel
deel van deze ouders het goed voor heeft met hun kinderen en bereid is om – zelfs
voor hen pijnlijke – stappen te ondernemen om negatieve effecten te voorkomen. Daarom
wil ik via voorlichting ouders duidelijk maken wat de risico’s zijn voor het welzijn
van kinderen en ook wijzen op de rechten van kinderen op een gezonde en veilige omgeving,
het belang van het naar school gaan en sociale activiteiten, wat er allemaal komt
kijken bij vloggen en welke wet- en regelgeving van toepassing is.
Ik zet in op het zo goed mogelijk bereiken van ouders, via bij hen passende kanalen
en goed afgestemd op de specifieke kenmerken van deze doelgroep.
Tot slot
Vormen van kinderarbeid als kidfluencers, gezinsvloggers en mom- en dadfluencers kunnen
impact hebben op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen. Daarom zet ik in op
een aanpassing van de wet- en regelgeving en voorlichting voor deze groep kinderen.
Over de verdere uitwerking verwacht ik uw Kamer eind 2025 te informeren.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid