Brief regering : Voortgangsrapportage Nederlandse inzet NAVO-oostflank
28 676 NAVO
Nr. 505
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN DEFENSIE EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 mei 2025
Deze voortgangsrapportage geeft inzicht in de Nederlandse militaire inzet aan de oostflank
van het NAVO-verdragsgebied over de periode mei 2024 tot en met april 2025.1
De grootschalige agressieoorlog van Rusland tegen Oekraïne en de onverminderde Russische
dreiging vormen de grootste geopolitieke uitdaging voor het NAVO-bondgenootschap sinds
het einde van de Koude Oorlog. De Russische dreiging manifesteert zich nadrukkelijk
aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied. In deze voortgangsrapportage licht het
kabinet de ontwikkelingen en besluiten over de inzet aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied
toe.
De voortgangsrapportage bestaat uit drie onderdelen:
1. Geopolitieke context;
2. Overzicht en voortgang van de Nederlandse inzet;
a. Militaire bijdrage aan Multinational Battlegroup Litouwen (voorheen enhanced Forward Presence);
b. Inzet enhanced Vigilance Activity MQ-9 Reaper vanuit Roemenië;
c. Inzet enhanced Air Policing F-35 vanuit Estland;
d. Special Operations Liaison Element in de Baltische Staten;
e. Nederlandse deelname aan Baltic Sentry;
3. Financiën.
1) Geopolitieke context
Door de principes van territoriale integriteit en soevereiniteit niet te respecteren,
schendt Rusland de internationale rechtsorde. Daarbij maakt Rusland gebruik van informatiemanipulatie
en agressieve desinformatiecampagnes.
Tegelijkertijd zijn mondiale machtsverhoudingen aan het verschuiven. De opkomst van
nieuwe machten en de fragmentatie van de huidige mondiale ordening leiden tot geopolitieke
competitie, spanningen en conflicten. Vanuit de VS komt klare taal dat Europese bondgenoten
meer verantwoordelijkheid moeten dragen voor de Europese veiligheid. Ook de NAVO vraagt
als onderdeel van het NATO Force Model (NFM) een grotere militaire bijdrage van bondgenoten (waaronder Nederland) aan de
collectieve veiligheid. Het bondgenootschap moet zich op nieuwe wijze tot deze geopolitieke
context verhouden. Meer dan ooit moeten Europese landen zelf het initiatief nemen;
voor zowel financiële en militaire ondersteuning van Oekraïne als het afschrikken
van Rusland en zijn bondgenoten langs de oostflank van het NAVO-verdragsgebied.
Met het oog hierop blijft Nederland in NAVO-verband inzetten op de versterking van
de afschrikking en verdediging aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied. De NAVO
onderstreept door de directe militaire aanwezigheid in de regio de boodschap dat het
nu en in de toekomst elke centimeter van het verdragsgebied zal verdedigen.
Om weerstand te kunnen bieden aan de toegenomen dreiging, stelt de Nederlandse krijgsmacht
zich in verhoogde mate gereed voor hoofdtaak 1: bescherming van het eigen grondgebied
en dat van NAVO-bondgenoten.
De mate waarin de strategische doelstellingen van de inzet langs de oostflank worden
behaald en of er sprake is van daadwerkelijk succesvolle afschrikking is moeilijk
«meetbaar». Rusland heeft het NAVO-verdragsgebied niet daadwerkelijk aangevallen, maar voert wel voortdurend cyber- en hybride-activiteiten
uit gericht op NAVO-bondgenoten. Hiervan is niet alleen sprake aan de oostflank van
het NAVO-verdragsgebied maar ook steeds verder naar het westen. Tegelijkertijd vinden
luchtruimschendingen aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied plaats. NAVO en
de EU spannen zich, met behulp van de bijdragen van bondgenoten waaronder Nederland,
in om de weerbaarheid van landen aan de oostflank te vergroten.
2) Overzicht en voortgang van de Nederlandse inzet aan de oostflank
De Nederlandse militaire inzet als onderdeel van de bredere NAVO-aanwezigheid draagt bij aan de verdediging van het NAVO-verdragsgebied, afschrikking van tegenstanders (met name Rusland), geruststelling van (de
bevolking van) bondgenoten, de eensgezindheid en solidariteit binnen de NAVO, de onderlinge
samenwerking en interoperabiliteit en nieuwe kansen voor (andere) vormen van samenwerking
met bondgenoten. De Nederlandse krijgsmacht doet door de inzet aan de oostflank waardevolle
ervaring op met het opereren binnen een context van (hybride) dreiging en het inzetten
van nieuwe complexe (wapen)systemen, die de gereedheid en de geoefendheid van de Nederlandse
krijgsmacht bevorderen.
De Nederlandse inzet als onderdeel van de bredere NAVO-aanwezigheid kan aan de gehele
oostflank van het NAVO-verdragsgebied onverminderd op veel waardering rekenen. Er
is brede steun onder de lokale bevolking voor de NAVO-inzet; de bijdragen van de Nederlandse
krijgsmacht aan de militaire presentie worden ervaren als een wezenlijke bijdrage
aan de veiligheid van de betreffende landen.
In de periode mei 2024 tot en met april 2025 bestond de Nederlandse inzet uit:
• Een bijdrage aan de Multinationale Battlegroup (MNBG) in Litouwen met compagnieën vanuit de 43e Gemechaniseerde Brigade en een verkenningseskadron
(alle rotaties met circa 300 militairen). Het mandaat voor deze inzet loopt tot en
met 31 december 2026;
• De inzet van MQ-9 Reapers vanuit Roemenië vanaf maart 2024 tot en met maart 2026;
• De inzet van F-35’s vanuit Estland van december 2024 tot en met maart 2025;
• Special Operations Liaison Element in de Baltische Staten;
• Nederlandse deelname aan Baltic Sentry; het beveiligen van de (onderwater) infrastructuur in de Baltische zee.
Multinational Battlegroup (MNBG) Litouwen
De NAVO-bondgenoten besloten na de illegale annexatie van de Krim door Rusland in
2014 tot de versterking van de afschrikking- en verdedigingsfunctie aan de oostflank
van het NAVO-verdragsgebied met MNBGs. Deze zijn ter geruststelling van de Baltische
Staten en Polen en voor geloofwaardige afschrikking van Rusland.
Nederland neemt sinds 2017 onafgebroken deel aan de MNBG in Litouwen onder Framework Nation Duitsland. Medio 2024 heeft het kabinet het mandaat van de inzet tot en met eind
2026 verlengd (Kamerstuk 29 521, nr. 481 van 6 mei 2024). Het kabinet streeft ernaar uw Kamer uiterlijk in Q2 2026 te informeren
over een mogelijke vervolg van de missie.
In februari 2022 is het commando van de MNBG-eenheden aan SACEUR overgedragen. SACEUR
heeft daarmee het mandaat om, indien nodig, over te gaan tot verplaatsing en inzet
van MNBG-eenheden binnen de door de NAVO gestelde kaders. Nederland bepaalt aan de
hand van de NAVO-plannen voor de versterking van de collectieve verdediging op de
langere termijn, de toekomstige inzet in het Balticum en dus ook inzet in Litouwen.
Hierover staat Nederland in nauw contact met Duitsland en Litouwen.
Met de langjarige Nederlandse bijdrage aan de MNBG toont Nederland zich een betrouwbare
bondgenoot. Tevens verstevigt de bijdrage de samenwerking met partners zoals Litouwen,
Duitsland en Noorwegen. Dit draagt bij aan het verhogen van de ervaring met het gezamenlijk
optreden en komt de interoperabiliteit ten goede. Nationaal draagt de inzet bij aan
de operationele gereedheid van de eenheden en verhoging van de situational awareness aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied.
Een aandachtspunt blijft ook voor 2025 de toegenomen aanwezigheid van internationale
eenheden waardoor de druk op de aanwezige oefenterreinen toeneemt. In het kader van
de inzet in Litouwen verkent Defensie daarom vanaf de huidige rotatie proactief opties
om in buurlanden te oefenen. Tot op heden is uitwijken naar de buurlanden voor oefenen
voor Nederland nog niet nodig geweest.
Inzet MQ-9 Roemenië
Vanwege de Russische dreiging aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied ontplooit de NAVO activiteiten in het kader van afschrikking en verdediging,
waaronder enhanced Vigiliance Activities (eVA). Sinds maart 2024 worden drie MQ-9’s ingezet vanuit Roemenië. Met deze inzet
draagt Nederland bij aan het versterken van de inlichtingenpositie van de NAVO en
aan het geruststellen van bondgenoten in de regio. De MQ-9’s vliegen langs de grens
van het NAVO-verdragsgebied en over internationale wateren. Zij dragen met hun sensoren
bij aan het opbouwen van een accuraat situationeel beeld. Over het doel en de missie
van deze systemen is uw Kamer met een Kamerbrief op 17 oktober 2023 geïnformeerd (Kamerstukken
28 676 en 30 806, nr. 442).
Tevens toont Nederland op deze wijze solidariteit met bondgenoot en gastland Roemenië.
Nationaal biedt deze inzet van MQ-9’s kansen om ervaring op te doen met nieuwe, hightech
Intelligence, Surveillance en Reconnaissance (ISR)-capaciteiten. De operationele ervaring bij stationering in het buitenland is
van groot belang voor zowel de werk- als leerprocessen van de Nederlandse eenheid,
alsook voor het inrichten van de inlichtingenketen in nationaal en internationaal
verband.
Door inzet in Roemenië breiden de mogelijkheden om te leren van de inzet van een ISR-platform
en het uitvoeren van de (verwerkings-)processen die daarmee samenhangen zich uit. De Nederlandse inzet heeft ervoor gezorgd
dat de MQ-9 capaciteit geïntegreerd is in de NAVO ISR-structuur, waar de Nederlandse
MQ-9 sinds 1 januari 2025 als «in place forces» deel van uitmaakt.
Met de Kamerbrief van 21 februari 2025 (Kamerstuk 28 676, nr. 486) is uw Kamer geïnformeerd over de verlenging van de inzet van twee MQ-9’s tot 31 maart
2026.
Inzet F-35’s Estland
Bondgenoten zetten zich o.a. via NAVO-luchtruimactiviteiten in voor effectieve bescherming
en verdediging van het luchtruim boven het NAVO-verdragsgebied.
Zoals eerder aan de Kamer gecommuniceerd (Kamerstuk 29 521, nr. 481 van 6 mei 2024) heeft Nederland in de periode december 2024 tot en met maart 2025
een bijdrage geleverd aan NAVO- enhanced Air Policing (eAP), met een flexibele inzet van drie tot zes F-35-toestellen en Nationale Datalink Management Cell (NDMC) capaciteiten vanuit Estland. Dit op specifiek verzoek van Estland, die zelf
geen vijfde generatie vliegtuigen zoals de F-35 bezit.
De eAP-activiteiten hadden tot doel om de veiligheid en integriteit van het NAVO-luchtruim
boven de Baltische staten te bewaken. Via Quick Reaction Alert-activiteiten stonden F-35 toestellen 24 uur per dag klaar om snel te kunnen reageren
op mogelijke indringers in het luchtruim. De Nederlandse F-35’s onderschepten en escorteerden
tijdens hun inzetperiode 23 Russische vliegtuigen aan de oostflank van het NAVO-verdragsgebied.
Als onderdeel van de NAVO enhanced Vigilance Activities monitorden de toestellen gedurende Air Shielding-operaties de situatie aan de grens van het verdragsgebied.
De eAP activiteiten zijn doorlopende activiteiten van de NAVO, waarvoor de NAVO bijdragen
aan de bondgenoten vraagt. Daarnaast heeft de NAVO een doorlopende behoefte aan tactische
datalink (TDL) management capaciteiten ter ondersteuning van deze activiteiten.
De F-35 toestellen traden op onder directe aansturing van de NAVO. Dit betekende dat
het Nederlandse eAP-detachement als geheel was overgedragen aan NAVO middels een transfer of authority (TOA).
Tijdens de inzet werkten Nederlandse militairen nauw samen met hun Estse collega’s
toen technici van de Estse luchtmacht het onderhoud aan de F-35 vliegtuigen observeerden
tijdens een Agile Combat Employment (ACE) evenement. Daarnaast namen de F-35’s deel aan de Find, Fix, Track and Trace (F2T2)-oefening om de geavanceerde mogelijkheden van de F-35 te demonstreren. Tijdens
de oefening werden internationale ISR-middelen ingezet om trainingsdoelen te lokaliseren
en deze door te geven aan andere vliegtuigen, waaronder de Nederlandse F-35’s.
Special Operations Liaison Element in de Baltische Staten
Sinds 2017 hebben Nederlandse Special Operations Forces (SOF) een goede verstandhouding opgebouwd met de special forces in Litouwen. Vanaf 2022 tot heden is besloten een permanente Special Operations Liaison Element (SOLE) in te zetten in de Baltische Staten. Het doel van deze SOLE-capaciteit is
het opbouwen van relaties met zowel lokale en internationale SOF-partners in de regio,
het bijdragen aan beeldopbouw en het identificeren van handelingsopties voor het Nederlandse
Special Operations Command (SOCOM). Tevens biedt het SOLE ondersteuning in de NAVO-planning voor SOF-eenheden.
In het afgelopen jaar hebben diverse trainingsuitwisselingen plaatsgevonden op het
gebied van Unmanned Aerial Vehicle (UAV) en maritiem optreden. Dit draagt bij aan de interoperabiliteit met lokale SOF-partners
en toont solidariteit met de Baltische Staten.
Nederlandse bijdrage Baltic Sentry
De NAVO heeft een nieuwe enhanced Vigilance Activity (eVA) opgestart ter beveiliging van de vitale infrastructuur in de Oostzee. Met Baltic Sentry wil de NAVO een beter beeld krijgen van wat zich op en onder water afspeelt in de
regio. De NAVO aanwezigheid moet zo staten en niet-statelijke actoren afschrikken
om kritieke onderzeese infrastructuur in de Oostzee te beschadigen.
De maritieme operatie wordt gecoördineerd vanuit het Allied Maritime Command (MARCOM), onder leiding van Joint Forces Command Brunssum (JFCBS) in Nederland. SACEUR heeft de Standing NATO Maritime Group 1 (SNMG1) onder een Nederlandse commandant en de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1 (SNMCMG1) onder Belgisch/Nederlands commando aangewezen om de eerste maanden van
2025 deel te nemen aan Baltic Sentry. Nederland droeg reeds met het fregat Zr.Ms. Tromp en het hydrografische opnemingsvaartuig
Zr.Ms. Luymes bij aan deze NAVO-vlootverbanden. Beide schepen vervullen daarin de
rol van stafschip. Daarnaast is het mijnenbestrijdingsvaartuig Zr.Ms. Schiedam onderdeel
van SNMCMG1. Daarmee is Nederland voorlopig onderdeel van de inzet voor Baltic Sentry. Om een zo volledig mogelijk beeld te schetsen van de Nederlandse inzet aan de oostflank
is deze tijdelijke deelname van Nederlands personeel en materieel aan Baltic Sentry in deze voortgangsrapportage opgenomen.
3) Financiën
De inzet aan de oostflank van de NAVO werd in 2024 voor € 51,0 miljoen bekostigd2 vanuit het Budget Internationale Veiligheid (BIV).
Dit bedrag omvat:
− MNBG Litouwen: € 42,4 miljoen
− Inzet eVA MQ9 Roemenië: € 5,1 miljoen
− Inzet eAP F-35 Estland: € 1,2 miljoen. De meeste uitgaven vinden in 2025 plaats en
zullen daarom worden opgenomen in de volgende voortgangsrapportage
− eFP Roemenië: € 2,3 miljoen (ter afronding van inzet in eerdere periode3)
Vanwege operationele veiligheidsredenen kunnen geen uitspraken gedaan worden over
de financiële omvang van de SOLE inzet.
Baltic Sentry is pas in 2025 opgestart; er zijn nog geen uitgaven geweest voor Baltic Sentry in 2024.
Tot slot
We bevinden ons op een kantelpunt voor de veiligheid en toekomst van Nederland en
Europa. De Russische dreiging is onverminderd groot en zal naar verwachting aanhouden.
De VS vragen Europese bondgenoten om meer verantwoordelijkheid te nemen voor de eigen
veiligheid. Het kabinet onderschrijft die wens en is van mening dat deze discussie
binnen NAVO gevoerd moet worden. Een actieve Nederlandse bijdrage aan de bescherming
en verdediging van het NAVO-verdragsgebied is nu en in de toekomst essentieel om de
eigen en collectieve veiligheid in Europa te waarborgen.
Voortzetting van de noodzakelijke en uitgebreide inspanningen ter versterking van
de oostflank van het NAVO-verdragsgebied behouden daarbij prioriteit.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Indieners
-
Indiener
R.P. Brekelmans, minister van Defensie -
Medeindiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken