Brief regering : Verslag van de informele EPSCO-Raad gelijkheid 16 april 2025
21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken
Nr. 786
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2025
Hierbij zend ik uw Kamer het verslag van de informele Raad Werkgelegenheid, Sociaal
Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken (EPSCO) van 16 april 2025 in Warschau
voor het onderdeel «sociaal beleid: gelijkheid».
De informele Raad werd georganiseerd door het Poolse voorzitterschap van de Raad van
de EU. Het bracht Ministers van gelijkheid uit EU-lidstaten, Schengenlanden en vertegenwoordigers
van relevante EU-instellingen en maatschappelijke organisaties samen. Ik nam deel
als coördinerend bewindspersoon voor emancipatiebeleid.
En marge van de informele Raad heb ik bilaterale gesprekken gevoerd met onder andere
de Deense Minister voor Milieu en Gelijkheid, met de Belgische Minister van Personen
met een handicap en gelijke kansen, met de Franse Minister van Gelijkheid tussen Vrouwen
en Mannen en de Strijd tegen Discriminatie, en met de Spaanse Staatssecretaris voor
Gelijkheid en de Uitbanning van Geweld tegen Vrouwen. Uitwisselingen over de aanpak
van femicide en Europese samenwerking op het gebied van emancipatie stonden centraal
in al deze gesprekken.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Op de agenda van de informele Raad van 16 april jl. in Warschau stonden drie gedachtewisselingen
geagendeerd.
Aanpak van genderongelijkheden in de digitale omgeving
Het Poolse Voorzitterschap organiseerde een gedachtewisseling over genderongelijkheid
in de digitale omgeving, waarbij de nadruk lag op de invloed van kunstmatige intelligentie
op vooroordelen en stereotypen.
Veel lidstaten benadrukten dat online geweld tegen vrouwen en meisjes onaanvaardbaar
is en krachtig moet worden aangepakt, onder meer door de EU-richtlijn ter bestrijding
van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld om te zetten in nationale regelgeving
en de mogelijkheden ervan ten volle te benutten. De Ministers van de EU-lidstaten
spraken hun steun uit voor samenwerking op dit gebied. Daarbij werd benadrukt dat
digitale technologieën, zoals kunstmatige intelligentie, zowel kansen als risico’s
met zich meebrengen. Ook werd breed onderstreept dat het betrekken van mannen en jongens
essentieel is om schadelijke stereotypen te doorbreken. De Roadmap voor vrouwenrechten
van de Europese Commissie werd genoemd als een belangrijke leidraad voor krachtig
optreden binnen de toekomstige EU-strategieën. Tot slot benadrukten verschillende
lidstaten het belang van goed onderwijs en het versterken van digitale vaardigheden
bij jongeren als sleutelelementen in de strijd tegen online haat.
Nederland heeft ingebracht dat het zich inzet voor een Europa waar iedereen veilig
is en volwaardig kan meedoen, ook online. Daarbij wees Nederland ook op de toenemende
online polarisatie en de schadelijke invloed van de zogenoemde «manosphere». Nederland
heeft ingebracht dat mannen en jongens actief betrokken moeten worden bij het bevorderen
van gendergelijkheid. Daarnaast heeft Nederland het belang van preventie onderstreept.
Dit begint onder andere met goed onderwijs en een herzien curriculum waarin mediawijsheid
en digitale geletterdheid een belangrijke rol spelen, zodat jongeren beter in staat
zijn om desinformatie te herkennen en kritisch na te denken over online content. Tot
slot benadrukte Nederland dat online platforms ook verantwoordelijk zijn voor de inhoud
die ze aanbieden en het weren van schadelijke content.
Roma en misinformatie
Het Poolse Voorzitterschap organiseerde een gedachtewisseling over misinformatie gericht
tegen de Romagemeenschap in Europa. De organisatie Dom na Pograniczu gaf een presentatie over haar onderzoeksrapport «Roma Shield» en het belang van het
bestrijden van stereotypen over de Roma-gemeenschap. Na de presentatie merkte het
Voorzitterschap op hoe deze schadelijke beeldvorming haat, geweld en uitsluiting normaliseert.
Het Voorzitterschap toonde ook belangstelling voor een versterkte aanpak op Europees
niveau, in aanvulling op het huidige strategische kader voor de gelijkheid, inclusie
en participatie van de Roma in de EU-landen tot 2030. Deze uitkomsten werden gedeeld
met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, het ministerie dat verantwoordelijk
is voor het beleid rondom de Roma en Sinti gemeenschap.
Ambitie en knelpunten in het Europese gelijkheidsbeleid
Het Poolse Voorzitterschap organiseerde een gedachtewisseling om te bespreken hoe
de wettelijke bescherming tegen discriminatie op EU-niveau kan worden verbeterd en
hoe de Europese kernwaarden kunnen worden beschermd, waaronder op het gebied van seksuele
oriëntatie.
Veel lidstaten noemden nationale voorbeelden van ongelijkheid en kijken met belangstelling
uit naar de Europese strategieën op dit gebied. Sommige lidstaten constateren knelpunten
in het EU-rechtskader tegen discriminatie, ook specifiek op het gebied van seksuele
oriëntatie, door het gebrek aan overeenstemming over het EU Richtlijnvoorstel Gelijke
Behandeling buiten de arbeid. Sommige EU-lidstaten erkennen intersectionele discriminatie
al in de wetgeving en passen het toe in de rechtspraktijk.
Nederland heeft benadrukt dat gelijkheid een fundamentele waarde van de Europese Unie
is en dat de EU vooruitgang heeft geboekt met onder andere de ratificatie van het
Verdrag van Istanbul, de publicatie van de Europese Roadmap voor vrouwenrechten, en
de EU-richtlijnen over loontransparantie en versterking van de rol van organen voor
gelijke behandeling in de hele EU. Tegelijkertijd maakt Nederland zich zorgen over
de toename van wetten en wetswijzigingen die afgelopen jaren zijn voorgesteld en geïntroduceerd
in diverse Europese landen, die zich richten op de inperking van de gelijke behandeling
van lhbtiq+ personen. Nederland heeft daarom namens achttien lidstaten een verklaring
afgegeven waarin bezorgdheid wordt geuit over recent aangenomen wetgeving in Hongarije
die de rechten van lhbtiq+ personen ondermijnt en de vrijheid van vergadering en meningsuiting
beperkt. Volgens deze groep van achttien lidstaten is het respecteren van mensenrechten,
waaronder die van lhbtiq+ personen, essentieel in de Europese Unie. Tot slot heeft
Nederland het belang onderstreept van de doelstellingen van het EU Richtlijnvoorstel
Gelijke Behandeling buiten de arbeid en benadrukt dat Nederland grote waarde hecht
aan de bescherming van fundamentele rechten, waaronder het recht op gelijke behandeling.
Nederland heeft overgebracht dat het zal aandringen op alternatieve manieren om de
doelstellingen uit de Verdragen op het gebied van gelijkheid en non-discriminatie
te bereiken, mocht het richtlijnvoorstel daadwerkelijk worden ingetrokken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap