Brief regering : Geannoteerde Agenda formele Telecomraad 6 juni 2025
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1130
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE
ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2025
Op 6 juni 2025 vindt de formele Telecomraad plaats in Luxemburg. In deze brief vindt
u de geannoteerde agenda met daarin een beschrijving van de onderwerpen waarover een
beleidsdebat zal plaatsvinden en de Nederlandse inzet.
Ook stuurt het kabinet u een non-paper met de Nederlandse inzet op de toekomst van
digitale infrastructuur en connectiviteit ten behoeve van het aankomende EU-wetsvoorstel
inzake digitale netwerken (Digital Networks Act).
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Beleidsdebat over satelliet connectiviteit
De Raad zal spreken over satelliet connectiviteit als bouwsteen voor strategische
autonomie. Het kabinet volgt actief de ontwikkelingen op dit dossier. De Europese
Commissie is bezig met de ontwikkeling van het programma IRIS²: een Europese satellietconstellatie
van circa 300 satellieten in verschillende banen om de aarde om veilige, robuuste en wereldwijde communicatie
mogelijk te maken. Dit systeem is bedoeld als aanvulling op bestaande netwerken en
kan een bijdrage leveren in geval van crisis of bij uitval van infrastructuur voor
publieke telecommunicatie. Daarmee draagt het ook bij aan onze (digitale) open strategische
autonomie. De IRIS²-wetgeving bevat bovendien bepalingen die zorgen voor deelname
van het midden- en kleinbedrijf aan aanbestedingen, wat past bij het Nederlandse belang
van diverse industriële toegang. Het kabinet steunt de ontwikkeling van IRIS² en zet,
binnen de beschikbare middelen, in op gerichte deelname van Nederlandse partijen aan
dit strategisch belangrijke Europese project.
Naast IRIS² kijkt het kabinet in het kader van maatschappelijke weerbaarheid tegen militaire en hybride dreigingen naar afhankelijkheid van satellietsignalen
binnen de digitale infrastructuur. Informatie over de exacte tijd is veelal afkomstig
van satellietsystemen zoals GPS en Galileo. In een situatie van hybride en militaire
dreiging worden die systemen steeds vaker verstoord (jamming). Het kabinet doet onderzoek
naar opties om dit te voorkomen en volgt hier ook de Europese ontwikkelingen. Het
gebruik van een alternatieve tijdvoorziening is noodzakelijk om instabiliteit en uitval
van netwerken te voorkomen. Vanuit de EU wordt Galileo PRS aangeboden, een beveiligde
en versleutelde dienst die continuïteit en integriteit van de signalen waarborgt.
Via het traject maatschappelijke weerbaarheid tegen hybride en militaire dreigingen
wordt u erover nader geïnformeerd.
De Radio Spectrum Policy Group, een orgaan waarin vertegenwoordigers van lidstaten
advies geven aan de Europese Commissie over spectrumbeleid, is bezig met een opinie
over direct-to-device (D2D) satellietconnectiviteit. Deze opinie is recent geconsulteerd
en medio juni wordt de definitieve opinie opgeleverd. Deze opinie geeft aanbevelingen
voor geharmoniseerd spectrumbeleid voor de introductie van D2D communicatie in Europa
en voor Europees gecoördineerde handhaving op satellietnetwerken. D2D is ook onderwerp
op de aankomende World Radio Conference (WRC) in 2027, waar in VN-verband elke vier
jaar wordt gesproken over de verdeling van frequenties. In Europees verband zijn de
voorbereidingen op de WRC al gestart en wordt aan een Europees standpunt gewerkt.
De nationale wet voor ruimtevaartactiviteiten (Wra) regelt de vergunningverlening,
aansprakelijkheid en toezicht op ruimtevaartactiviteiten vanuit Nederland en waarborgt
zo de veiligheid, rechtszekerheid en internationale verantwoordelijkheden van Nederland.
Hiermee biedt het een juridisch kader voor het verantwoord lanceren en gebruiken van
satellieten door Nederlandse partijen.
De bovengenoemde initiatieven en het wetgevend kader vormen een belangrijke basis
voor onze satelliet connectiviteit. Het kabinet zal het belang van satelliet connectiviteit
voor onze (digitale) open strategische autonomie uitdragen op de aankomende Raad.
Beleidsdebat over het mobiliseren van investeringen in AI (n.a.v. AI Continent Action Plan)
De Raad zal spreken over het mobiliseren van investeringen in AI. Op 9 april jl. heeft
de Europese Commissie een mededeling over het AI Continent Actieplan (hierna: het
actieplan) gepubliceerd. Dit actieplan heeft tot doel om van Europa een leidend continent
op het gebied van AI te maken. Daarnaast zet het actieplan een overkoepelend kader
neer voor verschillende initiatieven van de Europese Commissie om dit doel te bereiken,
waaronder het opschalen van AI-rekeninfrastructuur door onder andere een aantal AI-Gigafabrieken
in de EU te realiseren en om private investeringen hiervoor te mobiliseren. Op deze
manier wil de Commissie het Europese AI-ecosysteem en concurrentievermogen versterken,
en de strategische autonomie en weerbaarheid van de Europese economie vergroten.
Een beoordeling van dit actieplan is via een BNC-fiche op 16 mei jl. naar de Tweede
Kamer gestuurd.1 Samen met het actieplan, waarin het initiatief van de AI-Gigafabrieken is beschreven,
heeft de Europese Commissie ook een Call for expression of interest in AI-Gigafabrieken gepubliceerd2 om informatie en ideeën van geïnteresseerde consortia te verzamelen. Nederland onderstreept
het belang van investeringen in strategische technologieën, waaronder AI en cloud,
zoals onder meer onderschreven in de Nationale Technologiestrategie3 en in de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie.4 Investeringen in strategische technologieën zoals AI en cloud zijn cruciaal voor
het Europese verdienvermogen en het verkleinen van de aanzienlijke afhankelijkheden
van derde landen voor deze technologieën. Daarbij benadrukt Nederland dat het essentieel
is om private investeringen in de fundamentele bouwstenen van deze technologieën,
zoals rekeninfrastructuur, te stimuleren. Daarnaast bevat het plan meerdere aanknopingspunten
om AI in te zetten voor het versterken van de publieke sector. Dit sluit aan bij de
prioriteiten van de Nederlandse Digitaliseringsstrategie (NDS), waarin het benutten
van de innovatieve kansen van AI voor overheden en belangrijke prioriteit is. Het
actieplan is in lijn met het standpunt van het kabinet. De voorgestelde initiatieven
zullen deels door bestaande Europese programma’s met publieke middelen en deels met
private investeringen gefinancierd moeten worden. Zo zullen initiatieven zoals InvestAI
en AI-Gigafabrieken grote private investeringen moeten aantrekken. Meerdere lidstaten
vragen naar verheldering over de financieringsmogelijkheden. Zo vraagt Nederland meer
informatie over de wijze waarop private investeringen uitgelokt zullen worden en hoe
de beoogde verdeling van publieke en private middelen zal zijn. Het kabinet ziet dat
private AI-dienstaanbieders buiten Europa hoge bedragen in AI-infrastructuur investeren,
omdat de verwachting is dat het gebruik van hun AI-diensten sterk zal toenemen en
dat de vraag naar rekenkracht daardoor ook sterk zal groeien. In Europa zien we minder
van dit soort grote private investeringen. Het kabinet is daarom, zonder vooruit te
lopen op de onderhandelingen over het volgend Meerjarig Financieel Kader, van mening
dat in de Europese investeringsplannen met name ook investeringen van Europese AI-
en clouddienstaanbieders verder aangejaagd dienen te worden, zodat het aanbod van
rekenkracht en AI-dienstverlening aansluit op de (toekomstige) vraag.
Aannemen van de Raadsaanbeveling over de EU-blauwdruk voor crisisbeheersing op het
gebied van cyberbeveiliging (Cyber Blueprint)
De Raad zal waarschijnlijk een Raadsaanbeveling over de EU-blauwdruk voor crisisbeheersing
op het gebied van cyberbeveiliging (Cyber Blueprint) aannemen. Hiervoor heeft de Europese
Commissie op 24 februari jl. een voorstel gepubliceerd. Sinds de eerste publicatie
van de Cyber Blueprint in 2017 zijn er veel ontwikkelingen geweest binnen het cyberdomein,
zowel met betrekking tot beleid, als de dreiging en de opgave waar de EU mee te maken
heeft. De Cyber Blueprint die in 2017 is uitgebracht is daarmee niet meer toepasbaar
op het huidige EU cybercrisisstelsel. De herziene Cyber Blueprint poogt de huidige
uitdagingen en complexe cyberdreigingen aan te pakken, samenwerkingen tussen de relevante
crisisactoren op EU-niveau te bevorderen en bestaande cybercrisisnetwerken te versterken.
Het BNC-fiche hierover is op 4 april met de Tweede Kamer gedeeld.5 Zoals beschreven in het BNC-fiche onderschrijft het kabinet het belang van de herziening
van het document en heeft het belang bij een praktisch document dat effectief is en
daadwerkelijk wordt gebruikt ten tijde van cybercrises. Het kabinet is daarbij in
het bijzonder positief over de sectie die beschrijft hoe er op Unieniveau kan worden
gereageerd op een cybercrisis vanuit de verschillende betrokken actoren. Het kabinet
had echter vragen bij de relevantie van sommige onderdelen van de Blueprint Cyber
met de aanmerking dat dit document zich alleen zou moeten richten op cybercrisismanagement
en niet op aanverwante zaken. Daarnaast miste het kabinet ook nog de link met nationale
crisismechanismen en verdere uitwerking van horizontale en sectorale verbanden.
De afgelopen weken hebben onderhandelingen plaatsgevonden in de Horizontale Raadswerkgroep
voor Cyberaangelenheden (HWPCI) waarbij lidstaten schriftelijke suggesties konden
indienen ten aanzien van de Blueprint Cyber. In deze onderhandelingen zijn de belangrijkste
aandachtspunten voor Nederland aan bod gekomen en de meeste door Nederland voorgestelde
suggesties opgenomen in het herziene document. Tijdens de aankomende Telecomraad op
6 juni zal het Poolse voorzitterschap de Blueprint Cyber presenteren en de Raadsaanbeveling
indien mogelijk willen aannemen. Naar verwachting kan Nederland hiermee instemmen.
Aannemen van de Raadsconclusies over weerbare en veilige connectiviteit
Naar verwachting zullen tijdens de aankomende Raad de Raadsconclusies over weerbare
en veilige connectiviteit worden aangenomen. Hiermee gaat de Raad in op de prioriteiten
voor het digitaal beleid in den brede voor de komende periode en wordt de urgentie
geschetst voor een versterkte inzet op het gebied van Europese communicatie-infrastructuur.
De conclusies weerspiegelen het groeiende besef dat digitale weerbaarheid en autonomie
essentieel zijn in een snel veranderende geopolitieke context. Tegen die achtergrond
onderstrepen de lidstaten het belang van gezamenlijke Europese inspanningen ter bevordering
van veilige, robuuste en toekomstbestendige digitale netwerken.
De Raadsconclusies benadrukken dat de Europese Unie zich sterker dient te positioneren
in strategisch gevoelige onderdelen van de digitale infrastructuur. Dit betreft onder
meer de afhankelijkheid van niet-Europese technologieaanbieders op het gebied van
5G, 6G, onderzeese kabels en satellietcommunicatie. De Raad spreekt zijn zorg uit
over mogelijke dreigingen voor de integriteit van deze netwerken, onder meer als gevolg
van geopolitieke spanningen en hybride dreigingsvormen. Om die reden wordt gepleit
voor meer Europese technologische soevereiniteit, versterkte publiek-private samenwerking
en verhoogde investeringen in cruciale infrastructuur. Daarbij is specifieke aandacht
voor het beschermen en monitoren van onderzeese kabels, mede gezien hun strategische
belang voor de wereldwijde digitale communicatie. Ook wordt het belang van een versterkte
coördinatie op het gebied van cybersecurity onderstreept. In aansluiting op bestaande
wetgeving, zoals de NIS2-richtlijn, vragen de conclusies om een geïntegreerde aanpak
van netwerkbeveiliging en incidentrespons op EU-niveau. De Raad roept daarnaast op
tot versnelling van Europese initiatieven op het gebied van satellietcommunicatie,
waaronder het IRIS²-programma, en pleit voor versnelde uitvoering en nauwere samenwerking
tussen lidstaten en de Europese Commissie.
Het kabinet verwelkomt de Raadsconclusies en onderschrijft de daarin geformuleerde
beleidsprioriteiten. Nederland acht het versterken van de Europese digitale weerbaarheid
en strategische autonomie van groot belang, mede om de continuïteit van economische
processen, maatschappelijke diensten en democratische instellingen te waarborgen.
Het kabinet erkent dat digitale infrastructuur niet alleen een economische, maar ook
een geopolitieke dimensie kent, en onderschrijft de noodzaak van gezamenlijke Europese
actie op dit terrein. Nederland zal zich actief inzetten voor de uitvoering van de
aanbevelingen uit de conclusies en blijft zich binnen de EU inzetten voor een open,
veilige en veerkrachtige digitale omgeving.
Diversenpunten
Tijdens de Raad wordt bij de diversenpunten over een aantal onderwerpen informatie
gedeeld, waaronder een terugkoppeling van het Poolse voorzitterschap over de initiatieven
op het gebied van vereenvoudiging van regelgeving in het digitale domein, de presentatie
van het Europees actieplan voor de cyberbeveiliging van ziekenhuizen en zorgaanbieders,
en informatie over de roamingafspraken met Oekraïne. Hierover zal ik u via het verslag
van deze Telecomraad nader informeren.
Non-Paper Towards a Strong and Competitive European Digital Connectivity Ecosystem
Middels deze geannoteerde agenda deelt het kabinet, conform de EU-informatievoorzieningsafspraken,
het non-paper over de toekomst van digitale infrastructuur en connectiviteit ten behoeve
van het aankomende EU-wetsvoorstel inzake digitale netwerken (Digital Networks Act).
Het non-paper bevat de randvoorwaarden die volgens het Kabinet nodig zijn om te komen
tot een sterk en concurrerend digitaal connectiviteit ecosysteem in de EU. Deze punten
bouwen voort op de Kabinetsappreciatie van het EU-Witboek «How to master Europe’s digital infrastucture needs» dat op 5 april 2024 naar de Tweede Kamer is gestuurd.6 Het kabinet zal het non-paper gebruiken om zijn positie uit te dragen in Brussel
en richting andere lidstaten.
Indieners
-
Indiener
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken -
Medeindiener
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.