Brief regering : Appreciatie gewijzigde amendementen Verzamelwet gegevensbescherming (Kamerstuk 36264)
36 264 Wijziging van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming en enkele andere wetten in verband met het stroomlijnen en actualiseren van het gegevensbeschermingsrecht (Verzamelwet gegevensbescherming)
Nr. 21
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 mei 2025
Bij het wetsvoorstel Verzamelwet gegevensbescherming (Kamerstukken 36 264) zijn twee gewijzigde amendementen ingediend. Tijdens de plenaire behandeling van
dit wetsvoorstel op 15 april jongstleden heb ik de oorspronkelijke versie van deze
amendementen ontraden, omdat er nog wetstechnische opmerkingen waren en omdat ik met
de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) van gedachten zou willen wisselen over de impact
van de amendementen op de AP. In deze brief geef ik mijn appreciatie over deze gewijzigde
amendementen.
Gewijzigd amendement-Six Dijkstra over een verplichting tot openbaarmaking van een
door de Autoriteit Persoonsgegevens opgelegde bestuurlijke sanctie (Kamerstukken II
2024/25, 36 264, nr. 19)
Het amendement is gewijzigd op de noodzakelijke wetstechnische aspecten, waardoor
mijn appreciatie nu oordeel Kamer is geworden. Openbaarmaking van sanctiebesluiten
geschiedt nu reeds op basis van artikel 3.1 van de Wet open overheid (Woo). Het amendement
bevestigt de vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad
van State hierover, die inhoudt dat het belang van openbaarmaking van het sanctiebesluit
vrijwel altijd zwaarder weegt dan bijvoorbeeld de dreigende reputatieschade voor de
overtreder, tenzij de voorzieningenrechter ernstige twijfels heeft over de rechtmatigheid
van het sanctiebesluit.1 Een wettelijke openbaarmakingsplicht verduidelijkt dat openbaarmaking de standaard
is, zodat procedures over openbaarmaking eenvoudiger en korter kunnen worden.
Met het amendement wordt verduidelijkt dat in de belangenafweging een groot gewicht
moet worden toegekend aan openbaarmaking, tenzij sprake is van voornoemde ernstige
twijfels. Ik onderschrijf dat het huidige amendement onverlet laat dat vooraf om een
zienswijze wordt gevraagd, dat de weigeringsgronden uit de Woo gelden, en dat een
procedure bij de voorlopige voorzieningenrechter mogelijk is.
Oordeel: Oordeel Kamer.
Gewijzigd amendement-Krul over de verplichting aan de AP om voordat de AP beleidsregels
vaststelt ter bevordering van een consequente toepassing van de Algemene verordening
gegevensbescherming (AVG) of over de uitoefening van haar handhavingsbevoegdheden,
voor zover passend, belanghebbende partijen te raadplegen (Kamerstukken II 2024/25,
36 264, nr. 20)
Zorgvuldige besluitvorming wordt bevorderd als belanghebbenden vooraf worden geraadpleegd
over de normuitleg van de AP over de AVG of over haar handhavingsbeleid.2Consultaties kunnen verder bijdragen aan transparantie, meer begrip voor het werk
van de toezichthouder en een betere aansluiting op de praktijk. Consultaties zijn
ook gangbaar en in principe verplicht indien het Europees Comité voor gegevensbescherming
(EDPB), waarin de Europese gegevensbeschermingstoezichthouders samenwerken, richtsnoeren
uitvaardigt.3 Ook de Franse en Britse gegevensbeschermingstoezichthouders, respectievelijk CNIL
en ICO, hebben positieve ervaringen met consultaties over hun richtsnoeren inzake
de AVG.4 De AP zelf heeft zich ook reeds voorgenomen, onder meer naar aanleiding van de evaluatie
over de AP, om vaker consultaties uit te zetten.5 Zo heeft de AP dit voorjaar een consultatie gehouden over handvatten voor betekenisvolle
menselijke tussenkomst bij algoritmische besluitvorming.6
Er is over het aanvankelijke amendement gesproken met de AP, die ten aanzien van het
oorspronkelijke amendement bedenkingen had en het van belang vindt dat de AP enerzijds
recht moet kunnen doen aan de Europeesrechtelijke context en anderzijds dat de doeltreffendheid
en doelmatigheid van het optreden van de AP niet in het gedrang komen. De AP is ook
van mening dat bijzondere wettelijke bepalingen die toezichthouders verplichten tot
consultatie of extra bekendmakingen van beleid ongebruikelijk zijn. In het gewijzigde
amendement is rekening gehouden met deze bedenkingen, onder meer door de reikwijdte
en begrippen uit het amendement af te bakenen en te verhelderen. De AP is daarom van
mening dat de tekst van het gewijzigde amendement op deze aspecten een verbetering
is.
Ook ten aanzien van dit gewijzigde amendement kan ik dit alles overwegende het oordeel
aan uw Kamer laten.
Oordeel: Oordeel Kamer.
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
T.H.D. Struycken
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T.H.D. Struycken, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid