Brief regering : Vergroten voedselzekerheid Caribische delen van het Koninkrijk
36 600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025
Nr. 64
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2025
Voedselzekerheid is een belangrijk thema voor de Caribische delen van het Koninkrijk.
De eilanden zijn op dit moment namelijk in grote mate afhankelijk van voedselimport.
Met name sinds de COVID-pandemie is het besef gegroeid dat deze afhankelijkheid, zeker
voor verse producten als groente, fruit, zuivel, vis en vlees, kwetsbaar maakt. Import
is niet alleen kostbaarder, maar blijkt in tijden van wereldwijde crisis ook risicovol.
De huidige geopolitieke spanningen en stijgende importtarieven onderstrepen dit. Bovendien
is het geïmporteerde voedsel lang niet altijd vers of gezond.
Om de zelfredzaamheid van de eilanden te vergroten is het dan ook essentieel om de
voedselzekerheid te vergroten. Het kabinet heeft hiervoor € 24 mln. beschikbaar gesteld.
Mijn inzet is om dit bedrag in te zetten langs twee pijlers met hierbij een sterke
nadruk op het stimuleren van ondernemerschap. In deze brief licht ik toe hoe ik de
middelen voornemens ben aan te wenden.
Uit onderzoek blijkt dat verschillende factoren essentieel zijn voor het vergroten
van de voedselzekerheid op de eilanden: stimulering van ondernemerschap, innovatie-
en kennisontwikkeling en inzet van de overheid. Deze zijn uitgewerkt in twee samenhangede
pijlers.
Pijler 1: stimulering ondernemerschap (revolverend fonds en kennisontwikkeling):
Deze pijler zicht zich op versterking van de private sector. Het uitgangspunt is dat
ondernemers vooral moeten zorgen voor een toename van de voedselproductie op de eilanden.
Een belangrijk knelpunt voor ondernemers op de eilanden is echter de beperkte toegang
tot kapitaal. Dit remt de ontwikkeling van de sector. Daarom wil ik een extern revolverend
fonds oprichten in de vorm van een stichting, om zo de private voedselproductie op
de eilanden en ondernemerschap te stimuleren. Dit fonds biedt financiële diensten,
waaronder laagrentende leningen, en vergroot op die manier de toegang tot financiering
voor ondernemers in de voedselketen. Door samen te werken met private financiers,
zoals banken en pensioenfondsen, wordt het beschikbare budget vergroot en wordt tegelijkertijd
gezorgd voor een innovatieve en langdurige inzet van de middelen.
Een tweede belangrijk onderdeel van deze pijler is de oprichting van een (Agri-)academy.
Deze academy heeft als doel om kennisontwikkeling en business-development te stimuleren.
Het fungeert als kennisplatform en draagt bij aan de verspreiding en ontwikkeling
van innovatieve werkwijzen. Ook bevordert het de samenwerking tussen kennisinstellingen
en ondernemers, zodat kennis optimaal kan worden benut en gedeeld. Meer kennis leidt
tot meer innovatie, versterkt samenwerking en vergroot het bewustzijn over het belang
van gezond voedsel.
Pijler 2: programma via bijdragen aan lokale overheden
De tweede pijler bestaat uit directe subsidies en bijdragen aan lokale overheden,
gericht op het ondersteunen van (beleids)initiatieven op het gebied van voedselzekerheid.
Met deze inzet wordt beoogd het beleid op de eilanden te versterken en om randvoorwaarden
te creëren die lokaal ondernemerschap in de voedselproductie sector mogelijk maken.
Daarbij kan gedacht worden aan investeringen in infrastructuur of andere voorzieningen
die bijdragen aan de lokale voedselproductie. In samenwerking met het Ministerie van
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur wordt gezorgd dat het programma waar
mogelijk en passend aansluiting vindt bij bestaande beleidsinitiatieven. De middelen
binnen deze pijler zijn niet revolverend, maar worden via subsidies of bijdragen ingezet.
De uitgaven worden zorgvuldig gemonitord en geëvalueerd.
Het is voor mij van groot belang dat uw Kamer de voortgang en de effectiviteit van
het fonds en de ingezette middelen goed en regelmatig kan controleren en beoordelen.
Daarom geef ik een opdracht aan een kennisinstelling om dit jaar een nulmeting naar
de huidige stand van voedselzekerheid uit te voeren. Daarbij wordt een passende monitoringsmethodiek
gekozen. Op basis daarvan wordt met vaste regelmatig gemeten of de ingezette middelen
daadwerkelijk bijdragen aan versterking van de voedselzekerheid. De resultaten worden
met uw Kamer gedeeld. Indien nodig wordt het beleid bijgestuurd. Daarnaast vinden
er periodieke beleidsevaluaties plaats en wijs ik een onafhankelijke toezichthouder
aan, die zitting krijgt in het governance-model van de stichting.
De komende periode werk ik, samen met de eilanden en andere betrokken partijen, de
inrichting van de twee pijlers verder uit. Zodra de inrichting van het fonds gereed
is, zal ik dit voorstel aan uw Kamer voorleggen. Het streven is om het fonds en het
programma voor lokale overheden vervolgens begin 2026 open te stellen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Indieners
-
Indiener
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties