Brief regering : Geannoteerde Agenda Raad Buitenlandse Zaken Defensie 20 mei 2025
21 501-28 Defensieraad
Nr. 283
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2025
Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) met
                  Ministers van Defensie die op 20 mei in Brussel plaatsvindt. Op de agenda staat als
                  eerste agendapunt de militaire EU-steun aan Oekraïne. Daarna wordt in het kader van
                  EU Defense Readiness gesproken over vervolgstappen om te komen tot gezamenlijke aanschaf
                  en ontwikkeling van capabilities. Aansluitend op de RBZ Defensie zal er een Bestuursraad van het Europees Defensie
                  Agentschap (EDA) plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst zullen de Ministers van Defensie
                  spreken over de rol van het EDA bij de gezamenlijke aanpak van capability tekortkomingen.
               
A. Geannoteerde agenda
               
1. Militaire EU-steun aan Oekraïne
               
De Ministers van Defensie zullen spreken over de voortdurende Russische agressieoorlog
                  tegen Oekraïne en de rol die de EU kan vervullen in het steunen van Oekraïne. De Raad
                  zal stilstaan bij de recente ontwikkelingen op het gebied van het door de VS geleide
                  onderhandelingsproces en de uitwerking van een duurzame vrede.
               
Nederland blijft Oekraïne onverminderd steunen. De veiligheid van Oekraïne is onlosmakelijk
                  verbonden met de veiligheid van de rest van Europa. De dreiging die van de Russische
                  Federatie uitgaat, manifesteert zich in Oekraïne, maar is daartoe niet beperkt. Om
                  Oekraïne in staat te stellen zich te blijven verdedigen en vanuit een krachtige positie
                  te onderhandelen over een duurzame vrede, is het van belang om de militaire steun
                  op te schalen. Hoge Vertegenwoordiger (HV) Kallas heeft het initiatief genomen om
                  additionele militaire steun aan Oekraïne te leveren in 2025. De EU-lidstaten gezamenlijk
                  hebben tot dusver reeds circa € 23 mld. aan militaire steun voor Oekraïne gecommitteerd
                  voor 2025. Het kabinet pleit voor € 40 mld. aan leveringen door EU-lidstaten in 2025.
               
Het kabinet heeft met de Voorjaarsnota € 3.5 mld. extra beschikbaar gesteld voor steun
                  aan Oekraïne, en roept andere landen op om eveneens aanvullende bijdragen te doen.
                  Om de militaire materiele steun vorm te geven wordt nauw samengewerkt met partners,
                  zowel nationaal als internationaal en zowel met overheden als het bedrijfsleven. Ter
                  implementatie van de Veiligheidsovereenkomst die Nederland en Oekraïne vorig jaar
                  tekenden wordt gewerkt aan het intensiveren van samenwerking op het gebied van de
                  defensie-industrie. Daartoe worden de meest impactvolle mogelijkheden voor capaciteitsontwikkeling
                  en innovatie geïdentificeerd. Met deze samenwerking ondersteunen we Oekraïne en bouwen
                  we gezamenlijk kennis op voor de versterking van onze krijgsmachten.
               
2. Defensie gereedheid
               
De Commissie presenteerde op 19 maart het Witboek Europese Defensie – Gereedheid 2030
                  («Witboek»). Hierin zetten de Commissie en de HV hun plannen uiteen om EU-lidstaten
                  te helpen volledig militair gereed te zijn in 2030.1 De Raad zal spreken over de implementatie en voortgang van het Witboek. Onderdeel
                  van deze plannen zijn het vergroten van militaire vermogens (capabilities) van de lidstaten, versterken van de Europese defensie-industrie, stimuleren van partnerschappen
                  met derde landen en het bieden van extra financieringsopties.
               
De Europese regeringsleiders hebben tijdens de Europese Raad van 6 maart 2025 de prioriteiten
                  vastgesteld voor de gezamenlijke ontwikkeling van capabilities (militaire vermogens).2 Deze prioriteiten zijn in lijn met de NAVO-doelstellingen en de Capability Development Priorities (CDP) van het EDA. Naar verwachting zal tijdens de RBZ gesproken worden over de manier
                  waarop lidstaten hier concreet invulling aan kunnen geven. Het kabinet onderschrijft
                  het belang van een gezamenlijke aanpak van kritieke capability tekortkomingen
               
Eén van de capabilities waarop de EU zich richt, is militaire mobiliteit. De EU heeft
                  een cruciale rol door te investeren in infrastructuur en het harmoniseren van nationale
                  wetgeving van lidstaten. Zo heeft de Commissie via het huidig Meerjarig Financieel
                  Kader (MFK) in totaal € 1,76 mld. co-financiering toegekend aan 95 dual use infrastructuurprojecten in 21 lidstaten.3 Nederland heeft in totaal € 51 mln. subsidie ontvangen en daarmee twee dual use infrastructuurprojecten kunnen financieren: een spooraansluiting op een terminal
                  in de haven van Vlissingen en de aanpassing van vijf spooremplacementen zodat deze
                  geschikt zijn voor langere treinen. Het kabinet acht het van groot belang om militaire
                  mobiliteit te verbeteren, omdat snelle en efficiënte verplaatsing van militair materieel
                  en personeel een belangrijke voorwaarde is voor effectieve verdediging en afschrikking,
                  ook in NAVO-verband.4 Zoals blijkt uit het rapport van de Europese Rekenkamer en het verslag van de Commissie
                  en de HV heeft de EU nog de nodige stappen te zetten ter verbetering van militaire
                  mobiliteit binnen de EU.5 Het kabinet pleit ervoor dat de Commissie hier werk van maakt en kijkt uit naar de
                  in het Witboek door de Commissie aangekondigde voorstellen ter verbetering van militaire
                  mobiliteit.
               
In lijn met de prioriteiten uit het Witboek moet de EU zich inzetten voor het versterken
                  van de Europese defensie-industrie, zodat die in staat is om Europese krijgsmachten
                  van de meest geavanceerde defensiecapaciteiten te voorzien. Voor het versterken van
                  de defensie-industrie is gezamenlijke aanschaf en ontwikkeling van capabilities cruciaal. Daarom is het van belang dat er snel een akkoord wordt bereikt op initiatieven
                  die dit aanjagen, zoals het Europees Defensie-Industrie Programma (EDIP) en de SAFE
                  verordening. Nederland blijft zich inzetten voor openheid voor samenwerking met (industrie
                  uit) derde landen.
               
Een belangrijk onderdeel van de Nederlandse inzet is het streven naar het verminderen
                  van juridische barrières voor de inzet en gereedstelling van nationale krijgsmachten.
                  Het kabinet steunt het voornemen van de Commissie om een voorstel te doen voor een
                  Defence Omnibus Simplification, dat zich richt op het op EU-niveau wegnemen van juridische knelpunten voor de defensie-industrie.
                  Het kabinet zou graag zien dat de Commissie een analyse maakt en oplossingen aandraagt
                  voor knellende EU wetgeving voor de gereedstelling van de krijgsmachten van de EU,
                  niet alleen voor de defensie-industrie.
               
B. EDA Bestuursraad
               
Aansluitend op de RBZ zal de Bestuursraad van het EDA plaatsvinden. Tijdens deze bijeenkomst,
                  waar Generaal-Majoor Andre Denk voor het eerst aanwezig zal zijn als de nieuwe Chief Executive van het EDA, zal gesproken worden over de rol van het EDA bij de gezamenlijke aanpak
                  van capability tekortkomingen. Het kabinet is van mening dat het EDA een belangrijke rol moet spelen
                  in gezamenlijke aanschaf en ontwikkeling. Het kabinet heeft op initiatief van het
                  EDA tijdens de vorige EDA Bestuursraad intentieverklaringen getekend op het gebied
                  van Loitering munitions, Integrated Air & Missile Defence (IAMD) en de European Combat Vessel.6 Nederland werkt samen met andere lidstaten en het EDA aan de verdere uitwerking hiervan.
                  Dit gebeurt onder meer via de EDA Priority Implementation Roadmaps. In deze roadmaps wordt uitgewerkt welke acties, op zowel korte- als middellange-
                  en lange termijn, nodig zijn om invulling aan deze capabilities te geven. Hierbij valt bijvoorbeeld voor IAMD te denken aan vraagbundeling en gezamenlijke
                  aanschaf van munitie op de korte termijn, en aan de gezamenlijke ontwikkeling van
                  nieuwe detectie-technologie en systemen op langere termijn.
               
De Minister van Defensie,
                  R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 R.P. Brekelmans, minister van Defensie
