Brief regering : Jaarverantwoording ProRail en NS 2024
29 984 Spoor: vervoer- en beheerplan
Nr. 1244
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 mei 2025
Via deze brief wordt de Kamer geïnformeerd over de prestaties van ProRail en NS en
andere belangrijke ontwikkelingen op en rondom het spoor in 2024. ProRail en NS hebben
in 2024 uitvoering gegeven aan het beheerplan 2024–2025 en het vervoerplan 2024.1 De jaarrapportages van ProRail en NS zijn bijgevoegd bij deze brief. Verder wordt
in deze brief stilgestaan bij de evaluatie van het verbeterprogramma HSL-Zuid, de
afsluiting van de HRN-concessie 2015–2024 en de verbindingen naar Brussel. Ook zal
een antwoord gegeven worden op de motie van de leden Eerdmans en Veltman over de netheid
van NS-treinen.2
Jaarverantwoording ProRail en NS
Gezamenlijke prestaties
ProRail en NS hadden in 2024 drie gezamenlijke prestatie-indicatoren met bijbehorende
bodem- en streefwaarden: reizigerspunctualiteit 5 minuten op het Hoofdrailnet (HRN),
reizigerspunctualiteit 15 minuten op het HRN en reizigerspunctualiteit 5 minuten op
de Hogesnelheidslijn (HSL).3 Voor NS en ProRail gelden de bodemwaarden voor elk jaar en de streefwaarden gelden
alleen voor het laatste jaar van een specifieke periode, in dit geval 2024. Indien
een bodemwaarde niet wordt gehaald, zijn NS en ProRail conform de concessies gehouden
een geldsom te voldoen. Een uitzondering hierop is wanneer er naar het oordeel van
IenW een rechtvaardigingsgrond bestaat. Indien NS een streefwaarde niet haalt, is
NS IenW een geldsom verschuldigd; ook in dit geval kan een rechtvaardigingsgrond worden
toegekend.4 Tijdens de Midterm Review van de HRN-concessie in 20195 is besloten dat dit niet geldt voor de prestaties die betrekking hebben op betrouwbaarheid.
De prestaties op het gebied van betrouwbaarheid omvatten de reizigerspunctualiteit.
Voor de prestatie-indicatoren reizigerspunctualiteit 5 en 15 minuten op het HRN scoorden
ProRail en NS in 2024 boven de afgesproken bodemwaarde. Gemeten op 5 minuten was de
score 89,4% (de bodemwaarde was 88,9%). Gemeten op 15 minuten was de score 97,1% (de
bodemwaarde was 96,7%). Voor beide prestatie-indicatoren is de streefwaarde niet behaald
(91,5% respectievelijk 97,4%). Ondanks dat de scores nog onder de streefwaarden lagen,
is het toch lovenswaardig dat ProRail en NS deze scores hebben weten te halen. Eind
2023 vielen de prestaties tegen en ook begin 2024 was er sprake van een lagere score.
In 2024 hebben ProRail en NS binnen het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter veel werk
verzet om de prestaties weer op niveau te krijgen. En met succes. Om de hinder voor
de reiziger te beperken zijn er ruim 30 tijdelijke snelheidsbeperkingen versneld opgelost,
is de materieelbeschikbaarheid weer op orde gebracht en wordt er gewerkt aan een robuuste
dienstregeling tijdens werkzaamheden. Ook is de informatievoorziening bij werkzaamheden
verbeterd. Komende tijd zal het programma Betrouwbaar Beter worden geëvalueerd. Na
afloop zal de Kamer hierover worden geïnformeerd.
De score voor de reizigerspunctualiteit 5 minuten op de HSL was in 2024 69,0%. Dit
is fors onder de bodemwaarde van 82,1% en is ook aanzienlijk lager dan de score in
2023 (73,6%). NS en ProRail hebben rechtvaardigingsgronden ingediend voor het niet
behalen van de bodemwaarde. Hierbij beroepen zij zich op de snelheidsbeperkingen op
de HSL-Zuid, waarbij rekening wordt gehouden met de verschillende maximale snelheden
in 2024 en de mate van verwerking in de dienstregeling. In de rechtvaardigingsgronden
geven ProRail en NS aan dat de bodemwaarde zou zijn behaald zonder de directe en indirecte
effecten van tijdelijke snelheidsbeperkingen op de HSL. Dit is onderbouwd met een
analyse van de gemaakte reizen in 2024. De snelheidsbeperkingen zijn het gevolg van
constructieve ontwerpfouten en betonschade aan de HSL en vallen daarmee buiten de
invloedssfeer van ProRail en NS. Om die reden zijn de rechtvaardigingsgronden van
NS en ProRail voor deze prestatie-indicator gehonoreerd.
Jaarrapportage impactvolle storingen
ProRail en NS rapporteren jaarlijks over de verstoringen die de meeste hinder voor
reizigers hebben veroorzaakt. Ook staan ze gezamenlijk stil bij verbetermaatregelen.
In 2024 hebben er op het Nederlandse spoor (HRN en regionale lijnen) 103 verstoringen
in de hoogste hinderklasse plaatsgevonden. Dit is een afname ten opzichte van 2023
(146).
De meeste storingen in 2024 werden veroorzaakt door technische storingen aan de infrastructuur,
zoals bovenleidingbreuken, spoorverzakkingen en storingen aan de treinbeveiliging.
Ook infrastoringen als gevolg van derden hadden een groot aandeel in het totaal aan
storingen in 2024. Het gaat dan bijvoorbeeld om (bijna) aanrijdingen, maar ook spoorlopers.
Het aandeel technische storingen is beperkt toegenomen ten opzichte van vorig jaar,
het aandeel storingen door derden is licht afgenomen. Ook in 2024 hebben ProRail en
NS weer een aantal maatregelen genomen om storingen te voorkomen, om storingen versneld
op te lossen en om de impact ervan te verzachten. Zo zijn er bijna 20 Niet Actief
Beveiligde Overwegen (NABO’s) opgeheven of beveiligd, is er gewerkt aan een optimale
inzet van Incidentenbestrijding en is een richtlijn voor pendelen opgesteld om reizigers
tijdens een grote storing zo dicht mogelijk in de buurt van hun bestemming te kunnen
brengen.
Jaarverantwoording ProRail
2024 was een jaar waarin veel is gebeurd en bereikt. Zo werkte ProRail aan grootschalige
vernieuwing en vervanging van spoor en stations. Voorbeelden hiervan zijn de vernieuwing
van emplacement Amersfoort, de oplevering van station Ede-Wageningen en de uitbreiding
van het spoor tussen Rotterdam en Den Haag. ProRail kreeg ook te maken met uitdagingen,
zo was er wederom krapte in materieel en personeel. Ook begon de 80-weekse buitendienststelling
in Duitsland, wat zorgt voor extra druk op het Nederlandse spoor door omleidingen
van goederentreinen. 2024 was ook het jaar waarin IenW samen met ProRail het basiskwaliteitsniveau
(BKN) spoor heeft vastgesteld. Een dieptepunt was het ongeluk in Hooge Zwaluwe, waar
in augustus een goederentrein van DB Cargo op een vrachtwagen botste. Hierbij kwam
een medewerker van DB Cargo om het leven. In 2024 was er bovendien veel aandacht voor
het verbeteren van de prestaties van ProRail, dat wordt hieronder verder toegelicht.
Prestaties ProRail
Naast de gezamenlijke prestatie-indicatoren zijn er vier prestatie-indicatoren die
specifiek voor ProRail gelden. Dit zijn de Betrouwbaarheid regionale series, Impactvolle
verstoringen op de infra, het Klantoordeel goederenvervoerders en het Klantoordeel
reizigersvervoerders. ProRail scoorde beter dan de bodemwaarden van al deze prestatie-indicatoren.
De streefwaarden, die ook golden voor 2024, zijn niet behaald. De bodem- en streefwaarden
zijn eerder verlengd tot en met 2025.6 IenW verwacht dan ook dat ProRail haar uiterste best doet om de prestaties in 2025
verder te verbeteren.
In 2024 waren er in totaal 507 impactvolle storingen. Dit is beter dan de bodemwaarde
van 520. Het is wel een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2023 (475 impactvolle
storingen). ProRail geeft aan dat het hogere aantal storingen in 2024 met name verklaard
kan worden door een toename van het aantal technische storingen en storingen als gevolg
van onderhoud aan het spoor (bijvoorbeeld uitgelopen werkzaamheden en storingen als
gevolg van werkzaamheden) in de eerste helft van 2024.
De score voor de prestatie-indicator betrouwbaarheid regionale series in 2024 was
90,7%. Hiermee is de bodemwaarde net behaald (ook 90,7%). ProRail bespreekt voorstellen
voor maatregelen met vervoerders van series met de grootste negatieve impact op deze
prestatie-indicator. Zo is er een verbetering van de dienstregeling in Zuid-Limburg
doorgevoerd. Ook hebben de maatregelen binnen het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter
een positieve impact, bijvoorbeeld door het versneld oplossen van tijdelijke snelheidsbeperkingen.
ProRail kreeg een 7 van de reizigersvervoerders en een 6 van de goederenvervoerders.7 Hiermee is de bodemwaarde van beide prestatie-indicatoren behaald. Het is met name
positief dat ProRail een voldoende kreeg van de goederenvervoerders, die gaven ProRail
in 2022 en 2023 namelijk een onvoldoende (waar IenW ook boetes voor heeft opgelegd).
Toezegging communicatie ProRail
Zoals toegezegd aan Kamerlid Heutink tijdens het commissiedebat Spoorveiligheid en
ERTMS op 11 december 2024 is met ProRail het gesprek gevoerd over hun aankondiging
te stoppen met het gebruik van X om reizigers te informeren en om aandacht te vragen
voor het feit dat goede communicatie via verschillende kanalen gewaarborgd moet blijven.8
ProRail heeft veel aandacht voor snelle en duidelijke communicatie. Het gaat dan over
bijvoorbeeld aankomende werkzaamheden, maar ook incidenten of andere relevante ontwikkelingen.
ProRail is een aantal maanden geleden gestopt met het gebruiken van het platform X,
maar blijft actief op de platforms prorail.nl, Threads, Instagram, LinkedIn, YouTube
en Facebook. Ook via deze platforms (en directe communicatie met belanghebbenden)
is ProRail in staat om belangrijke ontwikkelingen tijdig en helder te communiceren.
Bovendien is er binnen het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter specifiek aandacht
voor communicatie rondom werkzaamheden. Een deel van de boete die ProRail heeft ontvangen
voor het niet behalen van de bodemwaarde op de HSL in 2023 is door IenW bestemd voor
een informatieplatform en een informatiecampagne om reizigers en omwonenden ruim op
tijd te informeren over (de impact van) werkzaamheden en de impact op hun reis.9 Dit is ook opgenomen in het plan van aanpak van het verbeterprogramma dat uw Kamer
in juli 2024 heeft ontvangen.10
Nieuwe Generatie sein (NG sein)
ProRail en IenW zijn in gesprek over hoe de uitkomsten van de evaluatie NG seinen
en het verbeterplan die hieruit volgt. Bij de volgende (half)jaarrapportage wordt
de Kamer geïnformeerd over de implementatie van de verbeteringen. Het verbeterplan
heeft IenW tot op heden niet mogen ontvangen.
Jaarverantwoording NS
2024 was het laatste jaar van de HRN-Concessie 2015–2024 en het jaar waarin voor NS
de streefwaarden gelden, later in deze brief zal hier verder op worden ingegaan. De
prestaties van NS worden daarom ook nog beoordeeld volgens de systematiek van de HRN-Concessie
2015–2025. Sociale veiligheid was een centraal thema in 2024 en hier heeft NS samen
met partners volop ingezet. Op 15 december 2024 is de nieuwe dienstregeling van start
gegaan waarbij NS veel verbeteringen heeft doorgevoerd. Zo rijden er meer treinen
zoals de airportsprinter, extra tienminutentreinen in de daluren; een nieuwe tienminutensprinter
Den Haag–Rotterdam en rijden er meer treinen naar België.
Prestaties NS
In 2024 tonen de prestaties van NS een geleidelijke stijging. Na een moeilijke periode
aan het einde van 2023 en het begin van 2024, is er vanaf het tweede kwartaal een
duidelijke verbetering te zien. Deze vooruitgang is onder meer toe te wijzen aan een
onverminderde inzet op maatregelen van het verbeterprogramma. NS heeft zich samen
met ProRail in 2024 maximaal ingespannen om de hinder voor de reiziger te beperken.
De reiziger kan dan ook weer rekenen op een betrouwbaardere dienstregeling. Daarnaast
liep ook de levering van de Intercity Nieuwe Generatie (ICNG) in 2024 beter. IenW
is hier zeer tevreden over.
Naast de drie gezamenlijke prestatie-indicatoren (PI) gelden er acht prestatie-indicatoren specifiek voor NS, te weten: Zitplaatskans in de spits HRN; Zitplaatskans
in de spits HSL; Aantal drukke treinen in de spits HRN; Gebruiksvriendelijke reisinformatie;
Kwaliteit van aansluitingen; Algemeen klantoordeel HRN; Algemeen klantoordeel HSL;
en Klantoordeel sociale veiligheid. NS haalt de bodemwaarden van deze acht prestatie-indicatoren,
met uitzondering van Kwaliteit van aansluitingen. NS heeft de streefwaarden, zoals
opgenomen in de concessie, behaald voor de prestatie-indicatoren Aantal drukke treinen
in de spits, Gebruiksvriendelijke Reisinformatie evenals voor de prestatie-indicatoren
Klantoordeel Sociale Veiligheid en Algemeen klantoordeel HRN en HSL die zijn gepresenteerd
in de OV-Klantenbarometer. Wel scoort NS in 2024 iets lager dan in 2023 op Algemeen
klantoordeel HSL.
Kwaliteit van aansluitingen
Voor de prestatie-indicator Kwaliteit van aansluitingen haalt NS met 93,8% de bodemwaarde
van 94% net niet. De streefwaarde wordt met 1,8% niet gehaald. Deze prestatie-indicator
meet de aansluitingen van NS op het regionale treinverkeer. Voor het niet halen van
de bodem- en streefwaarde voor Kwaliteit van aansluitingen heeft NS een rechtvaardigingsgrond
aangedragen en een nadere onderbouwing opgeleverd. NS geeft aan dat de oorzaken voor
het niet behalen van de bodem- en streefwaarde van deze prestatie-indicator buiten
de eigen invloedsfeer lagen. Het ging hierbij om tijdelijke snelheidsbeperkingen,
vertragingen van internationale treinverbindingen uit Duitsland en langdurige werkzaamheden
tussen Emmerich en Oberhausen. De onderliggende analyse bevestigt dat NS lager heeft
gescoord door oorzaken buiten de eigen invloedsfeer. De rechtvaardigingsgrond voor
de bodem- en streefwaarde van Kwaliteit van aansluitingen wordt daarom gehonoreerd.
Bonus-malus
In de HRN-concessie 2015–2025 zijn streefwaarden afgesproken, met een bijbehorende
bonus-malus systematiek. Indien NS de streefwaarden niet haalt, is NS IenW per prestatie-indicator
een maximale geldsom van € 1,5 miljoen verschuldigd behoudens het geval dat voor het
niet halen van een streefwaarde een rechtvaardigingsgrond bestaat. Indien NS de bedoelde
waarden ruimschoots haalt, ontvangt NS een bonus van maximaal € 1 miljoen per prestatie-indicator.
De hoogte van de bonus-malus wordt beoordeeld conform een puntensysteem zoals vastgesteld
in de vervoersconcessie.
Van de acht prestatie-indicatoren die specifiek voor NS gelden, heeft NS in 2024 vijf
streefwaarden gehaald. Zo heeft NS de prestatie-indicator Aantal drukke treinen per
werkweek met 88 van de 98 en Gebruikersvriendelijke reisinformatie met 81,4% van de
68,5% ruimschoots gehaald. NS ontvangt een bonus voor het ruim behalen van deze prestatie-indicatoren.
Algemeen klantoordeel HSL & HRN en Klantoordeel sociale veiligheid hebben de gestelde
streefwaarde gehaald, maar niet ruimschoots. Daarvoor ontvangt NS dan ook geen bonus.
Voor Zitplaatskans in de spits HRN & HSL behaalde NS de streefwaarden met 94,6% en
95,0% niet en hiervoor ontvangt NS een malus. De eindafrekening van de HRN-concessie leidt tot een bonus van € 500.000,– voor NS.
IenW en NS hebben afgesproken om deze bonus in te zetten voor sociale veiligheid,
bij voorkeur voor de uitrol van bodycams voor het servicepersoneel om zo de veiligheid
van zowel reizigers als personeel te bevorderen. Dit is voor IenW en NS een topprioriteit
en dat blijft het ook.
Klantoordeel Sociale Veiligheid
Het Klantoordeel sociale veiligheid is met een 8,0 iets lager dan in 2023. De toename
van geweldsincidenten tegen NS-personeel is zorgwekkend en onacceptabel. NS is momenteel
in gesprek met IenW over de verdere financiering van de brede uitrol van bodycams
onder servicepersoneel. NS meldt dat het cameratoezicht is uitgebreid, zodat de Meldkamer
NS op meer locaties kan meekijken ten behoeve van de veiligheid van reizigers en personeel.
Daarnaast is er een proef gestart op Utrecht Centraal en Rotterdam Centraal om onveiligheidsgevoel
en overlast door mensen met onbegrepen gedrag op het station tegen te gaan en handhavers
te ontlasten. Interventiemedewerkers Onbegrepen Gedrag zoeken contact met deze mensen
en helpen hen naar de juiste zorg- en hulpinstanties.
Reinheid treinen
Een schone trein draagt bij aan een prettige reiservaring, en is het uithangbord van
NS. NS spant zich daarom maximaal in om treinen zowel van binnen als van buiten schoon
goed en efficiënt te reinigen. De kosten hiervoor zijn tussen 2023 en 2024 gestegen
van € 60 miljoen naar circa € 75 miljoen per jaar. In de jaarverantwoording over 2024
geeft NS desondanks aan dat het interieur en exterieur van treinen niet altijd zo
schoon waren als gewenst. Er zijn volgens NS verschillende uitdagingen in het reinigingsproces.
Zo staan de treinwasinstallaties door ontwikkelingen in de infrastructuur en de dienstregeling
niet langer op de meest optimale locaties, terwijl personeelstekorten en veranderd
reizigersgedrag het schoonhouden van het interieur beïnvloeden. Mede naar aanleiding
van de motie Eerdmans (Kamerstuk 29 984, nr. 1228), heeft IenW met NS gesproken over de maatregelen die NS neemt om, ondanks deze uitdagingen,
de netheid van treinen te verbeteren. NS licht deze maatregelen ook toe in de jaarverantwoording.
Voor het interieur van de treinen richten de maatregelen van NS zich o.a. op (1) het
werven en behouden van schoonmaakpersoneel, (2) het efficiënter inzetten van de beschikbare
schoonmaakcapaciteit (waarbij de vuilste treinen voorrang krijgen), en (3) het optimaliseren
van het reinigingsproces. Ook probeert NS reizigers door berichtgeving in de trein
te stimuleren om zijn of haar afval op te ruimen of mee te nemen. Voor de buitenkant
van de treinen probeert NS de reinigingsbeurten – die idealiter eens per twee weken
met zeep worden uitgevoerd – efficiënter te plannen, bijvoorbeeld door deze te combineren
met onderhoudsbeurten. Voor de langere termijn investeert NS onder meer in nieuwe
treinwasinstallaties (circa € 100 miljoen), en de ontwikkeling en toepassing van vuilbestendige(re)
treincoatings. Het is positief dat NS maatregelen neemt om de reinheid van treinen
te verbeteren, en dit ook heel serieus oppakt. NS is gevraagd om in de halfjaarverantwoording
over 2025 een update te geven over de voortgang van deze inspanningen. De motie wordt
hiermee als afgedaan beschouwd.
Afsluiting HRN-Concessie 2015–2024
Met het ingaan van de HRN-Concessie 2025–2033 is een einde gekomen aan de HRN-Concessie
2015–2024. Deze concessie werd aan NS verleend met het doel het beste product aan
de reiziger in Nederland te kunnen bieden. Gedurende die tien jaar hebben het Ministerie
van IenW en NS gezamenlijk verschillende ontwikkelingen doorlopen, met zowel successen
als uitdagingen. Hieronder wordt een weergave van de afgelopen concessieperiode geschetst.
Groei op het spoor
In de eerste vijf jaar van deze concessie zat er een flinke groei in de trein. Het
aantal dagelijkse treinreizigers groeide van 1,1 miljoen in 2015 naar 1,3 miljoen
in 2019 en de tevredenheid van de reizigers groeide met 14% naar 89% in 2019. Tot
de pandemie wist NS de stevige reizigersgroei goed op te vangen door voldoende treinen
in te zetten en het aantal rijdende treinen op drukke trajecten te verhogen. Met elke
dienstregeling steeg het aantal rijdende treinen op het Nederlandse spoor en 2018
zette NS voor het eerst tienminutendiensten in op het traject Amsterdam–Utrecht–Eindhoven.
Hierna volgden ook tienminutendiensten op andere trajecten, zoals tussen Rotterdam
en Dordrecht.
Innovaties
Gedurende de concessieperiode heeft NS gewerkt aan het innoveren van haar dienstverlening.
In 2016 ontwikkelde NS een innovatief dashboard om de deur-tot-deurreis beter te monitoren.
Hiermee was meer transparantie geboden over de kwaliteit van aansluitingen met andere
vervoerders.
In de jaren die volgden heeft NS meer geïnvesteerd in het verbeteren van de reisinformatie.
Tegenwoordig kunnen reizigers via de NS-app eenvoudig toegang krijgen tot actuele
informatie over geplande werkzaamheden, verstoringen en alternatieve routes. Daarnaast
biedt de app ook inzicht in de verwachte drukte in treinen, waardoor reizigers beter
voorbereid hun reis kunnen plannen.
Toegankelijkheid
In het kader van toegankelijkheid heeft NS gedurende de concessie het naast reizen
met de klassieke kaart uit de automaat ook mogelijk gemaakt om te reizen met een ov-chipkaart
of een e-ticket. Het gebruik van de e-ticket optie steeg stevig over de jaren heen.
Tegelijkertijd was NS ook bezig met het ontwikkelen van alternatieve ticketopties,
waarvan de bankpas via OV Pay in 2023 officieel ingevoerd werd en hiermee nog meer
flexibiliteit biedt voor de reizigers. Ook biedt NS sinds twee jaar de nieuwe ticketoptie
«PrijsTijd Deal», welke reizigers stimuleert om op minder drukke momenten in de daluren
goedkoper te kunnen reizen.
Ook heeft NS haar reisassistentie verbeterd, waardoor ondertussen op 241 van de 247
NS stations die bedient worden reisassistentie beschikbaar is.
Duurzaamheid
Gedurende de afgelopen concessieperiode heeft NS zich ook ingezet op het gebied van
duurzaamheid. Sinds 2017 rijden alle NS treinen volledig op groene windenergie, waardoor
destijds al de duurzaamheidsdoelstelling uit de concessie behaald werd. Omdat windenergie
in Nederland schaars is, werkt NS sinds dien aan het verlagen van het energieverbruik
in de operatie. Hiernaast streeft NS ook naar circulariteit, bijvoorbeeld door oude
treinen te moderniseren. In 2021 is de eerste gemoderniseerde VIRM 2/3 in dienst genomen,
die nog meer reizigerscomfort biedt en ook in de tweede klas over usb-poorten voor
het opladen van smartphones beschikt. Ondertussen rijden er 242 rijtuigen van dit
type op het hoofdrailnet en loopt de voorbereiding van de modernisering van de volgende
treintypes.
Uitdagingen
Met de pandemie en daaraan verbonden flink lagere reizigersaantallen, stond NS voor
veel uitdagingen. Op vraag van het Kabinet opereerde NS zo volledig als mogelijk volgens
dienstregeling. Gezien de lage reizigersopkomst heeft NS hieraan financiële schade
opgelopen, waarvan zij nog niet hersteld is. Ook is het reizigerspatroon dat tot 2020
gebruikelijk was fors veranderd, waardoor het efficiënt inzetten van treinen uitdagender
geworden is.
Ook zijn in de afgelopen jaren enkele incidenten in treinen en op NS-stations gebeurd,
waar NS aandacht aan heeft besteed. Zo heeft NS in 2020 een meldkamer opgericht, waar
reizigers in onveilige situaties geholpen kunnen worden. Ook heeft NS in het afgelopen
jaar een pilot met bodycams voor de hoofdconducteurs uitgevoerd en extraveiligheidspersoneel
op stations ingezet en werkt NS nauw samen aan veiligheid met politie, handhaving
en regionale overheden. In de toekomst blijft sociale veiligheid in treinen en op
stations voor NS een belangrijk aandachtspunt.
In 2022 moest NS tijdelijk de dienstregeling aanpassen, vanwege te weinig beschikbaar
personeel. Om vergelijkbare problemen in de toekomst te voorkomen heeft NS hiervoor
strategische maatregelen ontwikkeld, zoals het efficiënter inrichten van werkzaamheden
in de operatie en aan de treinen, bijvoorbeeld door datagedreven innovaties. Tegenwoordig
lukt het weer goed om voldoende personeel te hebben om de dienstregeling te kunnen
rijden.
Conclusie
De HRN-Concessie 2015–2024 begon goed met een groei in het aantal reizigers, bijzonder
hoge prestatiecijfers en een positieve Midterm review. De coronapandemie en de bijbehorende
terugval van reizigers heeft gezorgd voor een nieuwe realiteit waar NS zich naar moest
verhouden. Ondanks vele inspanningen bleven de prestaties daarom soms achter. Inmiddels
is met de HRN-Concessie 2025–2033 een nieuwe start gemaakt. Gericht op kwalitatief
goed vervoer per trein in Nederland.
Evaluatie verbeterprogramma HSL-Zuid
Het Verbeterprogramma HSL-Zuid viel onder de Hoofdrailnet Concessie 2015–2025. Nu
deze concessie afgelopen is, heeft het Ministerie het programma laten evalueren (zie
de bijgevoegde evaluatie). Uit deze evaluatie volgt dat het verbeterprogramma beëindigd
kan worden. Beëindigen van het programma is mogelijk, omdat de maatregelen uit het
programma zijn gerealiseerd en de sturing op de HSL-Zuid is ondergebracht in de reguliere
organisatie van NS en ProRail.
Gelet op de huidige prestaties op de HSL-Zuid is het volgens het rapport belangrijk
om de specifieke aandacht van NS en ProRail scherp te houden. Verder wordt aanbevolen
om de frequentie de Stuurgroep HSL-Zuid afhankelijk te maken van de ontwikkelingen
en deze tevens te richten op besluitvorming naast de aandacht voor informatieoverdracht.
Ook wordt aanbevolen om de gevolgen van potentiële nieuwe toetreders op de HSL-Zuid
goed te onderzoeken, vanwege de complexiteit van de HSL-Zuid en de daaruit voortvloeiende
kwetsbaarheid van het leveren van betrouwbare diensten.
In lijn met het rapport zal het Verbeterprogramma beëindigd worden. Vanwege de tijdelijke
snelheidsbeperkingen en nog lopende instroom van de Intercity’s Nieuwe Generatie (hierna:
ICNG) en uitstroom van het oude materieel, worden de prestaties op de HSL-Zuid in
2025 nog gemonitord. De overlegstructuur tussen het Ministerie, NS en ProRail zal
daarom dit jaar nog voortgezet worden. Daarbij wordt op het herstel van de viaducten
middels de MIRT systematiek gestuurd. IenW gaat met ProRail in gesprek over hoe nieuwe
toetreders goed geïnformeerd kunnen worden over de HSL-infrastructuur.
Sinds begin 2025 is een duidelijke verbetering te zien in de prestaties: de tijdelijke
snelheidsbeperkingen zijn in de dienstregeling van 2025 verwerkt en er stromen steeds
meer ICNG’s in. Dit heeft een positieve invloed op de prestaties.
Verbindingen naar Brussel
Sinds de start van de dienstregeling 2025 rijdt NS, in samenwerking met de Belgische
partnervervoerder NMBS, twee verbindingen naar Brussel. Dit betreft een snelle verbinding
tussen Amsterdam en Brussel (de Eurocity Direct) en een verbinding tussen Rotterdam
en Brussel met een regionaal karakter (de EuroCity). Beide verbindingen naar Brussel
zijn opgenomen in de Concessie voor het Hoofdrailnet 2025–2033.
De Eurocity Direct rijdt met nieuw NS-materieel, namelijk een uitvoering van de Intercity
Nieuwe Generatie die ook voor België geschikt is (hierna: ICNG-B). Met de inzet van
de ICNG-B en een andere lijnvoering heeft de Eurocity Direct een tijdswinst van ongeveer
45 minuten ten opzichte van de dienstregeling 2024. Het afgelopen jaar heeft NS gewerkt
aan het Proefbedrijf voor de ICNG-B. Op 14 december 2024 heeft NS dit afgerond na
een Ingebruikname Advies (hierna: IGA) voorgelegd te hebben aan de Stuurgroep HSL-Zuid,
bestaande uit NS, ProRail, IenW, ILT en Infraspeed. Op het moment van het IGA was
het bekend dat NS bij de start van dienstregeling 2025 een transitiefase met een gemengde
inzet van ICNG-B en TRAXX-ICR composities in de Eurocity Direct hanteert. NS verwacht
dat de volledige instroom van de ICNG-B in de Eurocity Direct in het voorjaar van
2025 voltooid zal zijn.
De EuroCity rijdt met NMBS-materieel bestaande uit TRAXX-locomotieven met I11-rijtuigen
(sandwich TRAXX-I11). Het afgelopen jaar heeft NS gewerkt aan het Proefbedrijf voor
de TRAXX-I11. Eind 2024 heeft NS dit afgerond na een IGA voorgelegd te hebben aan
de Stuurgroep HSL-Zuid. In een reactie op het IGA van NS voor de EuroCity heeft IenW
aangeven de inzet van TRAXX-materieel onwenselijk te vinden vanwege de mogelijke schade
die hierdoor ontstaat aan de spoorstaven op de HSL-infrastructuur. IenW verwacht dat
het TRAXX-materieel zo snel als mogelijk wordt vervangen door geschikter materieel.
NS geeft aan dat de TRAXX-locomotieven door NMBS na 2027 worden vervangen door een
nieuwe generatie TRAXX-locomotieven waarbij een snelheidsverhoging naar 200 km/u kan
worden behaald.
Tot slot
2024 was een uitdagend jaar voor ProRail en NS. Ondanks dat de prestaties in 2024
onder druk stonden, hebben ProRail en NS de bodemwaarden van de meeste prestatie-indicatoren
weten te behalen. Hiervoor is binnen het verbeterprogramma Betrouwbaar Beter door
beide partijen veel werk verzet. IenW is zeer tevreden over de succesvolle inspanningen
ProRail en NS hiervoor. Voor 2024 golden ook de streefwaarden, die zijn niet allemaal
behaald. Met de start van de nieuwe HRN-concessie gelden er vanaf 2025 voor ProRail
en NS ook weer nieuwe afspraken gezamenlijke rondom prestatie-indicatoren, zoals 3
en 10 min Reizigerspunctualiteit HRN. IenW verwacht dat ProRail en NS zich ook in
2025 in blijven zetten voor het verbeteren van de prestaties en de dienstverlening
aan reizigers, vervoerders en andere belanghebbenden.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Indieners
-
Indiener
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat