Brief regering : Voortzetting asbestleningenfonds
25 834 Problematiek rondom asbest
Nr. 198
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 mei 2025
In een eerdere reactie aan de Kamer1 is toegezegd om te onderzoeken of en hoe het bestaande leningenfonds voor de sanering
van asbestdaken effectief ingezet kan worden. In 2021 is het leningenfonds ingesteld
voor particuliere woningeigenaren met asbestdaken en een laag inkomen en/of beperkt
vermogen. Dit fonds was oorspronkelijk bedoeld als financieel vangnet in aanloop naar
een voorgenomen asbestdakenverbod. Dit verbod is door de Eerste Kamer verworpen. Het
fonds blijft echter bestaan, met een resterend budget van 9 miljoen euro tot en met
2028. Tot op heden is het fonds beperkt benut. Het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting
Nederland (SVn) heeft daarom voorgesteld het fonds te verruimen, zodat ook andere
doelgroepen toegang krijgen. Ook stelden zij voor om de financieringsverdeling aan
te passen naar een model waarbij 50% van de kosten door het Rijk en 50% door gemeenten
wordt gedragen. Dit voorstel is beoordeeld met behulp van het Beleidskompas. Daarbij
zijn verschillende scenario’s tegen elkaar afgewogen op effectiviteit, uitvoerbaarheid,
juridische houdbaarheid en financiële haalbaarheid.
Uitkomsten van het Beleidskompas
1. Huidig beleid
Uit de analyse blijkt dat het huidige beleid, waarbij alleen financieel kwetsbare
particulieren in aanmerking komen voor het leningenfonds (met een financieringsverdeling
van 25% Rijk en 75% lokale overheden), slechts beperkte effectiviteit heeft.
Hoewel deze regeling financieel haalbaar is en eenvoudig uitvoerbaar blijft door de
kleine en afgebakende doelgroep, wordt het fonds in de praktijk nauwelijks benut.
Blijkbaar is nu er beperkte stimulans bij particuliere eigenaren om asbestdaken te
saneren.
2. Gewenst scenario
Sinds april 2025 is er gestart met specifieke communicatie onder andere gericht op
de doelgroep particuliere dakeigenaren. In combinatie met deze communicatie wordt
een verruimde inzet van het fonds naar alle particuliere dakeigenaren voorgenomen,
om daarmee de effectiviteit en reikwijdte van het fonds te vergroten. Dit voornemen
is dan gecombineerd met een aanpassing van financieringsmodel van 50% Rijk en 50%
lokale overheden2. Dit scenario biedt samengevat de volgende voordelen:
• Goede aansluiting op de communicatiestrategie: De verruiming van het fonds sluit aan bij de strategie die sinds april 2025 loopt,
waarin het fonds wordt gepositioneerd als toegankelijke financieringsoptie voor sanering
van asbestdaken.
• Vergroting van bereik en doeltreffendheid: Door het fonds beschikbaar te stellen aan een bredere doelgroep wordt verwacht, dat
de benutting vergroot. Dit creëert momentum, vergroot de bekendheid van het fonds
en versterkt de financiële gezondheid ervan door een lager risico op wanbetaling.
• Budgettair verantwoord binnen bestaande kaders: Het fonds blijft functioneren binnen het beschikbare Rijksbudget, zonder noodzaak
tot extra Rijksmiddelen.
• Stimulering van gemeentelijke betrokkenheid: De 50/50-kostenverdeling, maakt deelname aantrekkelijker voor gemeenten en vergroot hun financiële
en bestuurlijke inzet.
• Tijdige bijsturing mogelijk: De geplande evaluatie in het vierde kwartaal van 2026 fungeert als go/no-go-moment, waarbij op basis van de effectiviteit
wordt besloten of het fonds wordt voortgezet of beëindigd.
• Lager gebruik van privévermogen stimuleert deelname: een aantrekkelijke lening bevordert mogelijk vrijwillige sanering.
3. Beëindigen van het fonds
Het stopzetten van het fonds is op dit moment geen wenselijke optie, aangezien juist
recent is gestart met de communicatiestrategie. Deze strategie is gericht op het stimuleren
van asbestsanering en het creëren van bewustzijn bij onder andere particuliere dakeigenaren.
Het stopzetten van het fonds zou deze boodschap ondermijnen en de gewenste gedragsverandering
in de samenleving moeilijker maken. In het vierde kwartaal van 2026 is een evaluatie
gepland naar de effectiviteit van het fonds. Op basis daarvan wordt besloten of het
fonds wordt voortgezet of beëindigd.
Conclusie en vervolgstappen
Gezien deze overwegingen is besloten het leningenfonds open te stellen voor alle particuliere
dakeigenaren, met een financieringsverdeling van 50% door het Rijk en 50% door de
lokale overheden3. Ik zal de Kamer op de hoogte houden van de voortgang van deze regeling.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat