Brief regering : Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 12-13 mei 2025
21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken
Nr. 2111
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2025
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de vergaderingen van de Eurogroep en
Ecofinraad van 12 en 13 mei a.s.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen
worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 12–13 mei 2025
Eurogroep
Kapitaalmarktunie: de spaar- en investeringsunie
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep in inclusieve samenstelling (met alle EU-lidstaten) zal spreken over
de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarkten, mede in het licht van de recente
Commissiemededeling over de spaar- en investeringsunie.1 In het eigen werkprogramma heeft de Eurogroep voor de eerste helft van 2025 discussies
over deze plannen opgenomen, als vervolg op de Eurogroep-verklaring over de kapitaalmarktunie
van maart 2024.2 In het najaar zal de Eurogroep het eerste jaarlijkse monitoringsrapport over de voortgang
op dit dossier en implementatie van de maatregelen op nationaal en EU-niveau publiceren.3
Het kabinet ziet de urgentie om voortgang te boeken met de kapitaalmarktunie en heeft hiertoe een ambitieuze inzet opgesteld.4 De huidige situatie, waarin sommige lidstaten vasthouden aan eigenbelang ter bescherming
van een kleinere en inefficiëntere nationale kapitaalmarkt, maakt de EU collectief
armer dan wanneer er een diepe, gezamenlijke Europese kapitaalmarkt zou zijn. Barrières
in de interne markt staan gelijk aan handelstarieven van 45 tot 110%5. Dit belemmert het Nederlandse en Europese bedrijfsleven in hun toegang tot voldoende
private financiering, met negatieve gevolgen voor de concurrentiepositie en productiviteit
van de EU. Daarnaast beperkt het huishoudens om makkelijker vermogen op te bouwen.
Daarom zet het kabinet zich ambitieus in voor de kapitaalmarktunie, gezien het Nederlandse
belang dat hiermee gemoeid is. Dit geldt zowel voor acties op Europees niveau als
voor maatregelen die nationaal genomen moeten worden. De kabinetsinzet bestaat uit
drie pijlers: sterker toezicht, een breder en diverser kapitaalaanbod, en eenduidigere
regels. Het kabinet zet erop in dat op alle deelgebieden voortgang wordt geboekt,
vanwege de onderlinge verbondenheid van deze bouwstenen.
De Eurogroep heeft zich meermaals positief uitgelaten over verdere versterking van
de kapitaalmarktunie en ontwikkeling van de spaar- en investeringsunie. Tijdens de
afgelopen bijeenkomsten van de Eurogroep en de informele Ecofinraad in Warschau hebben
veel lidstaten het belang van snelle voortgang bij de verdieping en integratie van
de EU-kapitaalmarkten benadrukt, ook in het licht van de huidige geopolitieke situatie. Ontwikkeling
van de kapitaalmarktunie wordt als cruciale component van versterking van de interne
markt beschouwd, omdat de EU hiermee concurrerender, veerkrachtiger en autonomer kan
worden. Ondanks deze ambities blijft het krachtenveld op deelonderwerpen divers en
zal significante voortgang een lange adem en toenadering van posities van lidstaten
en andere belanghebbenden vereisen.
Agendaonderwerp: Digitale euro – stand van zaken voorbereidend werk
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Raad zal spreken over de voortgang van het voorbereidende werk voor een mogelijke
invoering van de digitale euro. De Raad zal naar verwachting stilstaan bij de gesprekken
die worden gevoerd over de wetsvoorstellen voor de digitale euro die de juridische
basis moeten vormen voor de mogelijke introductie van de digitale euro. De Raad zal
daarnaast naar verwachting stilstaan bij het voorbereidend werk van het Eurosysteem.
Het kabinet vindt dat de digitale euro bij een mogelijke invoering toegevoegde waarde
moet hebben voor Nederlandse burgers en bedrijven. Deze toegevoegde waarde ziet het
kabinet met name wanneer de digitale euro een pan-Europees digitaal betaalmiddel wordt,
gestoeld op Europese infrastructuur. De digitale euro kan dan bijdragen aan de strategische
autonomie van de Europese Unie. Daarnaast ziet het kabinet meerwaarde in de offline
variant van de digitale euro. De offline functionaliteit zou een terugvaloptie kunnen
zijn voor digitale betalingen in het geval dat andere digitale betaaloplossingen tijdelijk
verstoord of onderbroken zijn. Het kabinet zet zich er daarom voor in dat de offline
functionaliteiten vanaf de introductie van de digitale euro beschikbaar zijn, als
er een digitale euro komt.
Daarnaast zet het kabinet zich bij de mogelijke invoering van de digitale euro in
voor waarborgen omtrent privacy, niet-programmeerbaarheid en het kostenmodel. Zo is
het kabinet van mening dat de digitale euro aan de hoogste standaarden moet voldoen
op het gebied van privacy en daarmee zoveel mogelijk moet aansluiten bij de eigenschappen
van contant geld. Daarnaast is het kabinet van mening dat de kosten voor de digitale
euro proportioneel verdeeld moeten worden over winkeliers, betaaldienstverleners en
burgers.
De gesprekken in de Raad over de wetsvoorstellen voor een digitale euro zijn onder
het Poolse voorzitterschap voortgezet. Het kabinet vindt het goed dat deze gesprekken
worden voortgezet en is van mening dat kwaliteit belangrijker is dan snelheid bij
de behandeling van de wetsvoorstellen. De mogelijke invoering van de digitale euro
kan immers maar één keer plaatsvinden en moet voldoen aan de eerder genoemde waarborgen.
Het is nog onduidelijk wat de tijdlijn is voor de behandeling van de wetsvoorstellen
voor de digitale euro in het Europees Parlement; de huidige rapporteur moet zijn conceptrapport
nog publiceren. Gelijktijdig met de gesprekken in de Raad is het Eurosysteem voorbereidend
werk aan het doen voor de mogelijke invoering. Het kabinet vindt het passend dat het
Eurosysteem bezig is met deze voorbereiding. Het kabinet vindt wel dat het Eurosysteem
geen onomkeerbare stappen mag zetten en is van mening dat partijen die een rol spelen
bij de mogelijke invoering van de digitale euro, zoals winkeliers, banken en betaaldienstverleners
goed betrokken moeten worden.
Terugkoppeling van internationale vergaderingen
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Raad zal de terugkoppeling van de Commissie over de voorjaarsvergadering van het
IMF en de Wereldbank en de vergadering van de G20 Finance Ministers and Central Bank Governors aanhoren.
Toelichting over de recente ontwikkelingen van de Bankenunie door afgevaardigden van
het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme en de Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad
Document: Nog geen document ontvangen
Aard bespreking: Periodieke rapportage van SRB en SSM in Eurogroep
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Op grond van een memorandum van overeenstemming tussen de Ecofinraad en de Europese
Centrale Bank (ECB) neemt de voorzitter van het Gemeenschappelijk Toezichtsmechanisme
(SSM) twee keer per jaar deel aan de Eurogroep om van gedachten te wisselen. De voorzitter
van het SSM zal naar verwachting toelichten hoe de Europese bankensector ervoor staat.
Er zijn nog geen agendastukken of documenten beschikbaar over hetgeen dat gepresenteerd
zal worden.
Tijdens de Eurogroep van november 2016 is afgesproken dat ook de voorzitter van de
Gemeenschappelijke Afwikkelingsraad (SRB) elk halfjaar een toelichting geeft over
de werkzaamheden van de SRB, waaronder de resolutieplanning en de opbouw van het SRF.
Er zijn nog geen agendastukken of documenten beschikbaar over hetgeen dat gepresenteerd
zal worden.
Naar verwachting zullen de voorzitters van het SSM en de SRB ook een update geven
over de progressie op de Eurogroepverklaring over de toekomst van de Bankenunie. De
Eurogroepverklaring over de toekomst van de Bankenunie is een herziening van de Eurogroepverklaring
die is gepubliceerd in 20226. Het document schetst de prioriteiten en stappen die nodig zijn om de Europese Bankenunie
te voltooien en versterken. Het kabinet is voorstander van de vervolmaking van de
Bankenunie, mits dit gepaard gaat met een passende prudentiële behandeling van overheidsobligaties
op de bankbalansen.
Ecofinraad
Uitvoeringsbesluiten van de Raad onder de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit (HVF)
Document: Nog niet beschikbaar
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van
de Herstel- en Veerkrachtfaciliteit. Naar verwachting zal de Europese Commissie (de
Commissie) een update geven over de implementatie. Nederland kan de update aanhoren.
Daarnaast zal tijdens de Ecofinraad de aanpassingen van de uitvoeringsbesluiten ter
goedkeuring van de herstel- en veerkrachtplannen (HVP) van Luxemburg, Spanje, Slowakije,
Portugal en Nederland ter besluitvorming voorliggen. Toelichting over de aanpassing
van het Nederlandse HVP is separaat opgenomen in deze geannoteerde agenda.
Luxemburg
De Commissie heeft op 4 maart het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Luxemburgse HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van Luxemburg op 10 februari
2025 tot aanpassing van het HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd, en is eerder aangepast op 17 januari 2023
en 23 september 2024.
Luxemburg maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van
objectieve omstandigheden. Voor een uitgebreide toelichting op deze grondslag voor
wijziging verwijs ik u naar het verslag van de Eurogroep- en Ecofinraad van juni 2024[1].
De aanpassing heeft betrekking op één maatregel, die ziet op het versterken van het
gezondheidssysteem. Deze maatregel wordt aangepast, omdat er een beter alternatief
geïmplementeerd kan worden waarbij de administratieve lasten lager liggen. De oorspronkelijke
ambitie van de maatregel blijft gewaarborgd.
Spanje
De Commissie heeft op 11 april het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Spaanse HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van Spanje op 21 maart 2025
tot aanpassing van het HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd, en is eerder aangepast op 17 oktober 2023,
14 mei 2024 en 21 januari 2025.
Spanje maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden. Deze aanpassing heeft betrekking op twaalf maatregelen, die o.a. zien
op biodiversiteit en ecosystemen, (groene) infrastructuur, digitalisering, ondersteuning
voor het MKB, gezondheidszorg, en (digitalisering in het) onderwijs. Spanje heeft
aangevraagd om onnodige achtergrondinformatie of procedurele elementen die niet bijdragen
aan de doelstellingen van de maatregelen te verwijderen en om de beschrijvingen van
maatregelen die onnodige lasten veroorzaken te vereenvoudigen. Het oorspronkelijke
ambitieniveau van de maatregelen blijft gewaarborgd. Daarnaast heeft Spanje aangegeven
dat een mijlpaal gerelateerd aan het investeringsplan om de sociale economie te stimuleren
niet langer haalbaar is vanwege grootschalige overstromingen. Om deze reden heeft
Spanje aangevraagd om de tijdlijn voor deze mijlpaal aan te passen.
Slowakije
De Commissie heeft op 11 april het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Slowaakse HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van Slowakije op 21 maart 2025
tot aanpassing van het HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd, en is eerder aangepast op 14 juli 2023.
Slowakije maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van
objectieve omstandigheden. Deze aanpassing heeft betrekking op zevenenvijftig maatregelen.
Slowakije heeft aangegeven dat tien van deze maatregelen gedeeltelijk niet langer
haalbaar zijn door onverwachte technische problemen die de uitvoering aanzienlijk
hebben vertraagd, vanwege onvoldoende vraag en het feit dat aanbestedingen niet genoeg
inschrijvers trokken, en vanwege verstoringen in toeleveringsketens. Deze maatregelen
zien o.a. op de groene transitie, onderwijs en openbaar bestuur. Slowakije heeft ook
aangegeven dat één maatregel, die ziet op digitalisering in het juridische systeem,
niet langer haalbaar is door vertragingen in openbare aanbestedingen. Daarnaast heeft
Slowakije aangegeven dat veertien maatregelen worden aangepast omdat er betere alternatieven
geïmplementeerd kunnen worden, waarbij het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen
onveranderd blijft. Deze maatregelen zien o.a. op infrastructuur, (mentale-)gezondheidszorg,
en digitalisering. Verder heeft Slowakije aangegeven dat elf maatregelen worden aangepast
omdat er betere alternatieve kunnen worden geïmplementeerd waarbij de administratieve
lasten lager liggen. Het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen blijft gewaarborgd.
Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg, het verminderen van regeldruk voor
bedrijven en digitalisering.
Slowakije heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen
in te zetten om twee maatregelen toe te voegen aan het HVP en om het ambitieniveau
van tien maatregelen te verhogen. Deze maatregelen zien o.a. op klimaattransitie,
infrastructuur, duurzaam transport, onderwijs en gezondheidszorg.
Portugal
De Commissie heeft op 11 april het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit
van de Raad ter goedkeuring van het Portugese HVP gepubliceerd. Er wordt geen discussie
verwacht in de Ecofinraad. Aanleiding was het verzoek van Portugal op 3 februari 2025
tot aanpassing van het HVP. Het oorspronkelijke HVP werd middels een uitvoeringsbesluit
van de Raad op 13 juli 2021 goedgekeurd, en is eerder aangepast op 17 oktober 2023
en 8 oktober 2024.
Portugal maakt gebruik van de mogelijkheid om het HVP aan te passen op grond van objectieve
omstandigheden. Deze aanpassing heeft betrekking op 108 maatregelen. Portugal heeft
aangegeven dat vijf maatregelen helemaal niet langer haalbaar zijn doordat aanbestedingen
niet genoeg inschrijvers trokken en door onverwachte technische problemen die de uitvoering
aanzienlijk hebben vertraagd. Deze maatregelen zien o.a. op watermanagement en duurzame
mobiliteit. Ook heeft Portugal aangegeven dat zeventien maatregelen gedeeltelijk niet
langer haalbaar zijn door technische problemen die de uitvoering hebben vertraagd,
aanbestedingen die niet genoeg inschrijvers hebben getrokken, een gebrek aan vraag,
aanbodbeperkingen en technische problemen waardoor uitgebreide onderhandelingen met
stakeholders nodig waren. Deze maatregelen zien o.a. op watermanagement, energietransitie,
woningmarkt, cultuur, energie-efficiëntie, een regionale strategie ter bestrijding
van armoede en sociale uitsluiting, onderwijs, digitalisering, gezondheidszorg, en
duurzame transport.
Daarnaast heeft Portugal aangegeven dat veertig maatregelen worden aangepast omdat
er betere alternatieve kunnen worden geïmplementeerd om de originele ambitie van de
mijlpalen te behalen. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg, woningmarkt,
de regionale strategie ter bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, investeringen
en innovatie, onderwijs, infrastructuur, bosbeheer, duurzame mobiliteit, bedrijven,
en digitalisering. Portugal heeft ook aangegeven dat zesenveertig maatregelen zijn
aangepast omdat er betere alternatieven kunnen worden geïmplementeerd waarbij de administratieve
lasten lager liggen. Het oorspronkelijke ambitieniveau van de maatregelen blijft gewaarborgd.
Deze maatregelen zien o.a. op de bovengenoemde onderdelen van het HVP.
Portugal heeft verzocht om de middelen die door deze aanpassingen beschikbaar komen
in te zetten om zeven maatregelen toe te voegen aan het HVP en om het ambitieniveau
van 21 maatregelen te verhogen. Deze maatregelen zien o.a. op gezondheidszorg, bedrijfsinnovatie,
watermanagement, cultuur, digitalisering, energie-efficiëntie en hernieuwbare energie,
en duurzaam transport.
Vervolgproces
De Commissie oordeelt dat de redenen die Luxemburg, Spanje, Slowakije en Portugal
aandragen een aanpassing van het plan rechtvaardigen en dat de herstelplannen ook
na de aanpassing voldoen aan de eisen van de HVF-verordening. Het kabinet kan zich
vinden in het oordeel van de Commissie. Nederland is daarom voornemens om in te stemmen
met de voorstellen tot aanpassing van de uitvoeringsbesluiten van de Raad.
Mogelijk zullen er meer voorstellen tot aanpassing van uitvoeringsbesluiten ter goedkeuring
van een HVP van lidstaten worden gepubliceerd in aanloop naar de Ecofinraad. In dat
geval zal de Kamer hierover een nazending van deze geannoteerde agenda ontvangen waarin
de aanpassing wordt toegelicht en een kabinetsappreciatie wordt gegeven.
Uitvoeringsbesluit van de Raad onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit (HVF) – NL
herstel- en veerkrachtplan
Document: niet openbaar, in te zien op Delegates Portal.
Aard bespreking: Aanname uitvoeringsbesluiten van de Raad
Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
Tijdens de Ecofinraad zal een aanpassing van het Raadsuitvoeringsbesluit van het Nederlandse
herstel- en veerkrachtplan (HVP) voorliggen. Er wordt geen discussie verwacht.
Artikel 21 van de HVF-verordening biedt de mogelijkheid een wijziging door te voeren
in het HVP als er sprake is van objectieve omstandigheden waardoor een (onderdeel
van een) maatregel niet meer haalbaar blijkt of als de opgetreden objectieve omstandigheden
ertoe leiden dat een alternatieve maatregel beter uitvoerbaar blijkt. De gewijzigde
of vervangende maatregel moet bovendien voldoen aan alle criteria van de HVF-verordening.
De meest recente RRF guidance note van de Commissie voegt hier de mogelijkheid aan toe om een HVP te wijzigen met als
doel de administratieve last te verminderen en administratieve fouten te corrigeren.
Voorafgaand aan de Ecofinraad heeft de Commissie het Nederlandse wijzigingsvoorstel
positief beoordeeld en doet een voorstel aan de Raad om deze beoordeling goed te keuren
via een uitvoeringsbesluit. De wijzigingen hebben betrekking op in totaal 16 maatregelen.
Het betreft een aantal technische en administratieve wijzigingen die vooral zien op
het verminderen van administratieve lasten en het corrigeren van administratieve fouten.
Daarnaast is het nodig gebleken om van een aantal mijlpalen en doelstellingen aan
te passen en/of om ze te verplaatsen naar een later betaalverzoek. Dat betreft de
energiebelasting, autobelasting (vervangen door de vrachtwagenheffing), Wind op Zee,
project ZES, luchtvaart in transitie, AI Ned, ERTMS, Veilige, Slimme en Duurzame Mobiliteit,
intelligente wegkantstations, IT-infrastructuur voor defensie, wet BAZ en het energiemarkthervormingspakket.
Nederland zal vanzelfsprekend instemmen met de wijziging van het eigen HVP en zal
desgevraagd een toelichting geven op de voorgestelde wijzigingen. Na goedkeuring van
het aangepaste plan wordt voortgegaan met de implementatie van het HVP, waaronder
indiening van het derde betaalverzoek.
Presentatie en gedachtewisseling over concurrentievermogen, versimpeling en het verbeteren
van het ondernemingsklimaat in Europa in het kader van de spaar- en investeringsunie
Document:
Nog geen document ontvangen
Aard bespreking: Presentatie van de Europese Commissie
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
Tijdens de bijeenkomst van de Ecofinraad op 13 mei zal de Commissie een presentatie
geven over concurrentievermogen, versimpeling en het verbeteren van het ondernemingsklimaat
in Europa in het kader van de spaar- en investeringsunie, waarover de Commissie op
19 maart een mededeling heeft gepubliceerd.7 Opvolgend is de mogelijkheid om van gedachte te wisselen. Het kabinet heeft nog geen
vergaderstukken ontvangen. De spaar- en investeringsunie staat ook separaat op de
agenda van de Eurogroep in inclusieve samenstelling, zie de toelichting bij dit agendaonderwerp
voor meer informatie.
Het kabinet ziet de urgentie om voortgang te boeken met de ontwikkeling van de spaar-
en investeringsunie en heeft in dit kader een ambitieuze inzet opgesteld voor de kapitaalmarktunie8. De kabinetsinzet bestaat uit drie pijlers: sterker toezicht, een breder en meer
divers kapitaalaanbod, en eenduidigere regels. Het kabinet zet erop in dat op alle
pijlers voortgang geboekt wordt, vanwege de onderlinge verbondenheid van deze bouwstenen.
Het vergroten van het concurrentievermogen van Europese ondernemingen, o.a. door middel
van het verminderen van de administratieve lastendruk en versimpeling van regelgeving,
is één van de speerpunten van de Europese Commissie. Naar verwachting zal de presentatie
over de spaar- en investeringsunie in het licht van deze prioriteit worden besproken.
Voor het kabinet is het aanpakken van onnodige regeldruk topprioriteit, zoals aangegeven
in het Actieprogramma Minder Druk Met Regels9. Het kabinet bepleit dat de regeldruk voor bedrijven sterk wordt verminderd. Het
versimpelen van regelgeving kan bijdragen aan de totstandkoming van de spaar- en investeringsunie
door het makkelijker te maken voor bedrijven om kapitaal op te halen en grensoverschrijdend
te opereren. Daarnaast wil de Europese Commissie met de aangekondigde maatregelen
in de Commissiemededeling over de spaar- en investeringsunie zorgen voor diepere en
meer geïntegreerde Europese kapitaalmarkten, wat bijdraagt aan het concurrentievermogen
en ondernemingsklimaat in Europa.
Richtlijn voor btw-regels voor afstandsverkopen en btw bij invoer
Document: momenteel nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering
op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Directive on VAT rules for distance sales of imported goods and import VAT.
Aard bespreking: Besluitvorming
Besluitvormingsprocedure: unanimiteit
Toelichting:
De Raad zal over de artikelen uit het Commissievoorstel voor btw-regels voor afstandsverkopen
en btw bij invoer die alleen zien op de btw besluiten. De rechtsbasis is artikel 113
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU). De besluitvorming ten
aanzien van het voorstel is unanimiteit (met raadpleging van het Europees Parlement).
Het nu voor besluitvorming voorliggende voorstel ziet op het stimuleren van het gebruik
van het éénloketsysteem voor invoer (IOSS). De artikelen uit het voorliggende voorstelen
waren oorspronkelijk onderdeel van het door de Ecofinraad op 11 maart jl. aangenomen
voorstel VAT in the digital age. Gezien er nog geen overeenstemming bereikt kon worden over deze artikelen is op
de Ecofinraad van 5 november 2024 besloten om de artikelen onder te brengen in het
voorstel over de richtlijn voor btw-regels voor afstandsverkopen en btw bij invoer,
welke onderdeel is van het grotere pakket met hervormingen van het EU Douanewetboek.
Op de Ecofinraad van 5 november jl. is ook besloten om de artikelen die zien op het
verwijderen van de € 150 grens voor het gebruik van het éénloketsysteem voor invoer
en het uitbreiden het éénloketsysteem voor invoer met leveringen van goederen vanuit
douane-entrepots zijn onder te brengen in het voorstel over de richtlijn voor btw-regels
voor afstandsverkopen en import btw, welke onderdeel is van het grotere pakket met
hervormingen van het EU Douanewetboek. Volgens het Pools voorzitterschap zijn deze
artikelen nauw verbonden met de onderhandelingen over het nieuwe Douanewetboek. Vandaar
dat het Pools voorzitterschap voorstelt dat de Raad hier nog verder aan werkt.
Het kabinet is voorstander van een toekomstbestendig btw-systeem met zo min mogelijk
administratieve lasten, uitvoeringskosten en effectieve fraudebestrijding. Het kabinet
heeft tijdens de onderhandelingen ingezet op de invoering van een verplicht éénloketsysteem
voor invoer. Met het oog op het bereiken van een compromis kan het kabinet zich echter
ook vinden in het voorliggende voorstel waarin het gebruik van het éénloketsysteem
voor invoer wordt gestimuleerd door de (veronderstelde) leverancier verantwoordelijk
te maken voor de btw bij invoer voor goederen met een waarde kleiner dan € 150 en
dat de (veronderstelde) leveranciers uit derde landen waar de EU geen overeenkomst
tot wederzijdse bijstand heeft verplicht een fiscaal vertegenwoordiger aanwijzen.
In de basis steunen alle lidstaten het voorliggende voorstel. Enkele lidstaten hebben
aangegeven dat het nog te vroeg is om het voorstel aan de Ecofinraad voor te leggen.
Het overgrote deel van de lidstaten, waaronder Nederland, kan zich echter vinden in
het voorliggende voorstel en wil hiermee juist richting geven aan de verdere onderhandelingen
over het EU Douanewetboek.
Security Action for Europe: SAFE-verordening
Document: Op dit moment nog niet beschikbaar
Aard bespreking: Besluitvorming
Besluitvormingsprocedure: Gekwalificeerde meerderheid
Toelichting:
De Raad zal besluiten over de «Security Action for Europe»-verordening (SAFE). Middels deze verordening wordt een tijdelijk noodinstrument ter
financiële ondersteuning van lidstaten opgericht. De rechtsbasis is artikel 122 VWEU.
Met het SAFE-instrument wordt lidstaten de mogelijkheid gegeven bij de Commissie leningen
aan te gaan tot een maximum van in totaal 150 miljard euro. Hiervoor zal de Commissie
namens de EU middelen lenen op de kapitaalmarkt en deze doorlenen aan lidstaten. Deelname
is vrijwillig. Lidstaten die gebruikmaken van de leningen zijn zelf verantwoordelijk
voor de terugbetaling, inclusief de rentelasten. De leningen worden gegarandeerd binnen
de bestaande headroom van de Europese begroting; dit is het verschil tussen het jaarlijks maximum voor
de eigen middelen die de Unie op mag vragen bij de lidstaten (vastgelegd in het Eigenmiddelenbesluit,
EMB) en het maximale jaarlijkse uitgavenplafond van de EU (vastgelegd in het Meerjarig
Financieel Kader, MFK). Nederland staat reeds garant voor het Nederlandse aandeel
in de headroom, via het EMB dat in 2021 door beide Kamers is geratificeerd en omgezet in nationale
wetgeving.
Sinds de publicatie van het Commissievoorstel hebben de onderhandelingen over het
SAFE-instrument plaatsgevonden in de (hoog)ambtelijke voorportalen. Uit deze onderhandelingen
zijn geen fundamentele wijzigingen voortgekomen ten opzichte van het Commissievoorstel.
De waarborgen voor tijdelijkheid, gerichtheid en schuldhoudbaarheid die reeds in het
Commissievoorstel waren opgenomen zijn daarbij in stand gebleven. Discussies in de
(hoog)ambtelijke voorportalen richtten zich vooral op de betrekking van derde landen
in het instrument en de criteria waaraan producten moeten voldoen om in aanmerking
te komen voor financiering vanuit SAFE.
Naar verwachting zal er tussen de ontvangst van deze geannoteerde agenda en de betreffende
Ecofin nog dooronderhandeld worden over de verordening. In deze komende onderhandelingsrondes
zal Nederland de inzet zoals geschetst in het BNC-fiche inbrengen. Het kabinet zal
de definitieve tekstvoorstellen zorgvuldig wegen en beoordelen of deze voldoende in
lijn zijn met de NL positie conform het BNC-fiche, in eerste plaats gericht op de
waarborgen voor tijdelijkheid, gerichtheid en schuldhoudbaarheid. In de huidige compromistekst
lijken bovengenoemde voorwaarden voldoende geborgd en zou Nederland daarmee kunnen
instemmen.
Economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne
Document: N.v.t.
Aard bespreking: Gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de economische en financiële impact
van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Dit is
een terugkerend punt op de Ecofinagenda. Oekraïne is afhankelijk van externe steun om de Russische agressie te blijven
weren en tegelijkertijd het land overeind te houden. Op 28 maart jl. is de zevende
review van het Extended Fund Facility (EFF) programma van het IMF afgerond. Oekraïne
ontvangt ca. USD 0,4 mld. als uitbetaling, waarmee de totale uitbetalingen onder het
programma op USD 10,1 mld. komen. De uitbetalingen zijn afhankelijk van het behalen
van diverse doelstellingen die beoordeeld worden tijdens de review. De Oekraïense
autoriteiten slagen er nog steeds in om tegen een complexe achtergrond de nodige hervormingen
door te voeren.
In deze review raamt het IMF het totale externe financieringstekort voor de periode
2025–2027Q1 op tussen de USD 69,3 mld. euro en USD 83,4 mld. euro, afhankelijk van
wanneer de oorlog eindigt. Dit tekort wordt deels gedekt door het IMF-programma, maar
de resterende omvang is beperkt (USD 5,2 mld.). De financieringstekorten in 2025 zijn
in zowel de baseline als downside scenario’s van het IMF gedekt.10 Voor 2026 en verder is de situatie nog onzeker. De totale herstel- en wederopbouwnoden
worden door de Wereldbank geschat op USD 524 mld. voor de komende tien jaar en staan
los van de schattingen van het externe financieringstekort door het IMF.
De Europese Commissie zal een update geven over de implementatie van bestaande EU-initiatieven.
De Europese Oekraïne-faciliteit van 50 mld. euro voor de periode 2024–2027, de G7
Extraordinary Revenue Acceleration (ERA) leningen van ca. 45 mld. euro en het bovengenoemde IMF-programma11 zijn belangrijke onderdelen van de internationale inzet om de begrotingstekorten
(deels) te dekken en om Oekraïne in staat te stellen de strijd tegen Russische agressie
voort te zetten. De Commissie heeft op 1 april jl. de derde reguliere tranche financiële
steun onder de EU Oekraïne-faciliteit uitbetaald. Hiermee komt het totaal aan uitbetaalde
macro-financiële steun onder de faciliteit tot nu toe neer op 19,6 mld. In april 2025
is er bovendien 1 mld. euro aan Oekraïne verstrekt vanuit het EU-aandeel in de ERA-leningen.
Er is tot op heden 5 mld. euro van het EU-aandeel uitbetaald. De overige 13,1 mld.
euro zal voor eind 2025 uitbetaald worden. Tot slot heeft de Commissie in april 2025
2,1 mld. euro aan middelen van centrale effectenbewaarinstellingen ontvangen, die
voortkomen uit de buitengewone inkomsten van de bevroren Russische Centrale-banktegoeden.
De inkomsten zijn gegenereerd over de tweede helft van 2024 en worden aan Oekraïne
uitgekeerd via de European Peace Facility (EPF) en de Oekraïne-faciliteit. Het is
de tweede uitbetaling van middelen op deze wijze, na een eerste tranche in juli 2024.
De Ecofinraad zal ook de (uitvoering van de) sancties tegen Rusland bespreken. Nederland
zal oproepen tot een ambitieus 17e sanctiepakket met een focus op olie, banken, derde landen en de schaduwvloot. In
lijn met de motie Boswijk c.s.12 blijft Nederland serieus kijken naar het onderzoeken van de mogelijkheden om aanvullende
maatregelen t.a.v. de bevroren Russische Centrale-banktegoeden te nemen. Eventuele
aanvullende maatregelen moeten in EU- en G7-verband worden genomen. Gedegen onderzoek
naar de juridische, en financieel-economische mogelijkheden en risico’s is hierbij
van belang. Kabinetsbeleid is dat Nederland Oekraïne politiek, militair, financieel
en moreel actief en onverminderd blijft steunen in tijd van oorlog, herstel en wederopbouw,
zolang als dat nodig is.
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.