Brief regering : Verslag informele OJCS-raad in Warschau 7-8 april (cultuurdeel)
21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport
Nr. 439
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 april 2025
Hierbij stuur ik u het verslag van de informele bijeenkomst van EU-cultuurministers
van 7–8 april 2025 die plaatsvond in Warschau en werd georganiseerd door het Poolse
EU-voorzitterschap.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
E.E.W. Bruins
VERSLAG INFORMELE OJCS-RAAD Cultuur 7–8 april 2025
Tijdens de informele bijeenkomst stonden drie onderwerpen op de agenda:
1. Debat over de bescherming van cultureel erfgoed tegen natuurlijke en door mensen veroorzaakte
rampen.
2. Werkontbijt Europees Cultuur Kompas.
3. Debat over het ondersteunen van jonge kunstenaars en culturele en creatieve professionals
bij de start van hun carrière.
De bijeenkomst werd geopend en voorgezeten door Hanna Wróblewska, de Poolse Minister
van Cultuur en Nationaal Erfgoed.
1. De bescherming van cultureel erfgoed tegen natuurlijke en door mensen veroorzaakte
rampen
Het debat begon met twee speeches. Glenn Micallef, Europese commissaris met de portefeuille
Intergenerationele Rechtvaardigheid, Jeugd, Cultuur en Sport, gaf aan dat de Europese
Commissie drie belangrijke punten zag voor de bescherming van erfgoed: capaciteitsopbouw,
Europese weerbaarheid op verschillende terreinen, waaronder civiel, militair en door
publiek private samenwerking, en zoveel mogelijk doen om schade aan erfgoed door natuurlijke
rampen te voorkomen of beperken.
Daarna schetste Mykola Tochytskyi, de Oekraïense Minister voor Cultuur en Strategische
Communicatie, de gevolgen voor cultuur en erfgoed van de inval van Rusland. Hij noemde
de behoefte van Oekraïne aan een mechanisme om hulp van de EU-lidstaten te coördineren
en vroeg aandacht voor illegale handel van cultuurgoederen.
Nederland heeft de in de geannoteerde agenda beschreven inzet ingebracht in de discussie.1 Nederland heeft aangegeven dat dit onderwerp goed aansluit bij het Nederlandse beleid
voor de bescherming van cultuur tijdens gewapende conflicten. Zo is afgelopen najaar
een Taskforce Veilig Erfgoed ingericht, om de weerbaarheid van de erfgoedsector in
Nederland te verhogen. Daarnaast heeft Nederland het UNESCO Haags Verdrag inzake de
bescherming van culturele goederen in geval van een gewapend conflict (1954, hierna
Haags Verdrag) en bijbehorende protocollen ondertekend, waarbij Nederland zich vorig
jaar specifiek heeft ingezet voor het 70-jarige jubileum van het Verdrag. Nederland
heeft zich dus internationaal gecommitteerd om erfgoedbescherming in tijden van oorlog
zoveel mogelijk te waarborgen, mede door het treffen van preventieve maatregelen om
erfgoed te beschermen in vredestijd. Nederland voldoet aan het Haags Verdrag door
onder meer in de Erfgoedwet illegale handel en invoer en uitvoer van cultuurgoederen
tegen te gaan, door middel van verschillende beschermingsregimes en maatregelen. Verder
ontwikkelt en voert het Ministerie van Defensie lesprogramma’s uit over cultuurhistorische
en maatschappelijke achtergronden en de noodzaak tot erfgoedbescherming in gebieden
waar de Nederlandse krijgsmacht deelneemt of gaat deelnemen aan vredes-, humanitaire
of crisisbeheersingsoperaties.
Nederland heeft in de discussie aangegeven steun te blijven geven aan de bescherming,
herstel en wederopbouw van het Oekraïense culturele erfgoed en de culturele sector.
Waar mogelijk en indien gevraagd zal Nederland hulp bieden bij het implementeren van
Europese standaarden en werkwijzen. Ook ondersteunt Nederland Oekraïne met onder meer
training ten behoeve van forensische bewijsverzameling voor accountability en tegengaan
illegale handel, digitalisering van erfgoedobjecten, reconstructieplanning met Oekraïne
en Nederlandse architecten, alsook bezoekersprogramma’s van culturele professionals
naar Nederland.
Door alle lidstaten werd steun uitgesproken aan Oekraïne voor hulp bij het beschermen
en herbouwen van cultureel erfgoed en aan de erfgoedsector. De oproep van Oekraïne
voor meer coördinatie van de hulp wordt gesteund door de Europese Commissie met het
voorstel voor een platform om informatie uit te wisselen.
Veel lidstaten, inclusief Nederland, vroegen ook aandacht voor de invloed van klimaatverandering
en de effecten daarvan op cultureel erfgoed. Hiervoor worden in verschillende lidstaten
maatregelen genomen om schade te voorkomen.
2. Werkontbijt Europees Cultuur Kompas
Eurocommissaris Glenn Micallef gaf een presentatie over het plan voor een Europees
Cultuur Kompas. De Europese Commissie heeft voor ogen dat het een strategie wordt
die richting geeft, voor samenhang zorgt en een ambitieuze visie is voor het cultuurbeleid
in de EU. Het plan van de Commissie is om lidstaten en stakeholders hier uitgebreid
bij te betrekken en de strategie van daaruit op te bouwen. De Europese Commissie wil
de strategie Europees Cultuur Kompas voor eind 2025 afronden.
Nederland heeft zoals eerder aangekondigd in de geannoteerde agenda aangegeven positief
te zijn over het idee van het ontwikkelen van een Europees Cultuur Kompas. Het Kompas
biedt de mogelijkheid om samenhang te bevorderen in het Europese cultuurbeleid en
beleid met raakvlakken met of kansen voor cultuur. Nederland heeft aangegeven veel
waarde te hechten aan de samenwerking rond cultuur in Europa omdat het bijdraagt aan
het versterken van waarden van artistieke vrijheid, de vrijheid van meningsuiting
en een onafhankelijke en vrije pers. Daarbij heeft Nederland benadrukt dat het van
belang is om aandacht te hebben voor meertaligheid en culturele diversiteit in de
EU. Ook zal Nederland oog hebben voor de verdeling van bevoegdheden tussen de Europese
Commissie en de lidstaten en de samenhang met de onderhandelingen rond het MFK. Nederland
heeft waardering uitgesproken voor een proces waarin stakeholders en lidstaten uitgebreid
worden betrokken.
De reacties van de lidstaten waren overwegend positief over het ontwikkelen van een
strategie, maar bleven algemeen omdat er nog weinig bekend is. In de inbreng werd
vaak verwezen naar huidige (geopolitieke) ontwikkelingen in de wereld en het belang
van het beschermen en behouden van cultuur en het beschermen van waarden als artistieke
vrijheid, vrijheid van meningsuiting en een onafhankelijke en vrije pers die cultuur
mogelijk maken. Ook werd de meerwaarde van een sterke culturele sector door lidstaten
benoemd voor het behoud van een democratische samenleving. Aandachtspunten van de
lidstaten voor cultuurbeleid waren: omgaan met AI en digitalisering (ook in relatie
tot meertaligheid), inclusiviteit en diversiteit, duurzaamheid, internationale culturele
samenwerking als «soft diplomacy» en werkomstandigheden van kunstenaars en creatieve
professionals.
3. Debat over het ondersteunen van jonge kunstenaars en culturele en creatieve professionals
bij de start van hun carrière.
Door professor Marek Krajewski and Adam Mickiewicz van de Universiteit van Poznan
werd een presentatie gegeven over de arbeidsomstandigheden van kunstenaars in de EU.
Zoals eerder aangegeven in de geannoteerde agenda heeft Nederland tijdens het debat
aangegeven dat het bevorderen van de carrière van startende kunstenaars een prioriteit
is van het cultuurbeleid in Nederland. In Nederland bestaan al verschillende mogelijkheden
voor startende kunstenaars via de Rijkscultuurfondsen. Daarnaast kunnen jonge en startende
kunstenaars in Nederland gebruikmaken van de algemene voorzieningen voor sociale zekerheid.
Verder kunnen zij ook gebruikmaken van enkele algemene tijdelijke regelingen bij Platform
ACCT die bijdragen aan het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en professionele ontwikkeling
van werkenden in de culturele en creatieve sector.
Tijdens het debat werd de lidstaten gevraagd wat zij doen om de carrière van jonge
kunstenaars te ondersteunen. Veel lidstaten zien dit als een belangrijk onderwerp.
Er werden veel uiteenlopende nationale instrumenten genoemd. Veelgenoemd zijn belastingvoordelen
voor specifiek (werknemers binnen) de culturele en creatieve sector, specifieke subsidieregelingen
en toegang tot (culturele) scholing. Met betrekking tot Europese samenwerking lag
de nadruk op kennisuitwisseling.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.E.W. Bruins, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap