Brief regering : Stand van zaken NATO New Force Model
28 676 NAVO
Nr. 497
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
Begin maart 2024 heeft uw Kamer een vertrouwelijke technische briefing gekregen over
het NATO New Force Model (NFM) en de Nederlandse bijdrage hieraan (Activiteitnummer 2024A01333). De operationele
planning bevindt zich inmiddels in een fase waarin een update kan worden gegeven.
In deze Kamerbrief wordt ingegaan op de ontwikkeling van het NFM en de Nederlandse
prioritering van capaciteiten in het kader van inzet voor hoofdtaak één.
Gezien de gevoeligheid en vertrouwelijkheid van de informatie wordt in deze brief
op hoofdlijnen ingegaan op het proces rond het NFM en de Nederlandse bijdrage. Het
Ministerie van Defensie is graag bereid om te voorzien in een vertrouwelijke technische
briefing om de voortgang nader toe te lichten.
NATO New Force Model
De NAVO werkt aan versterking van de collectieve afschrikking en verdediging. Deze
noodzaak is herbevestigd door de grootschalige Russische invasie van Oekraïne in 2022.
Enkele maanden na de inval stemde de NAVO tijdens de top in Madrid in met een nieuw
strategisch concept, waarin Rusland als meest belangrijke dreiging werd gedefinieerd.
Door deze verschuiving in focus werd de inzet van de NAVO verlegd van expeditionair
optreden naar de verdediging en afschrikking van het bondgenootschappelijk verdragsgebied;
hoofdtaak één voor Nederland.
Tijdens de NAVO-top in Vilnius in 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 440) besloten bondgenoten tot een pakket militaire plannen en maatregelen, inclusief
de daarbij horende behoefte aan eenheden en tijdslijnen, om de bondgenootschappelijke
afschrikking en verdediging aanzienlijk te versterken. Het NATO New Force Model (NFM) werd geïntroduceerd als instrument om gereedstaande eenheden en hoofdkwartieren
tijdig te kunnen activeren. Sindsdien is en wordt hard gewerkt door zowel de NAVO
als de defensieorganisatie om deze plannen verder te implementeren. De NAVO heeft
de commandostructuur vastgesteld, en koppelt de door lidstaten aangeboden eenheden
aan plannen.
De nieuwe militaire plannen om effectief te kunnen afschrikken en te verdedigen, gelden
zowel in vredestijd als in crisis en conflict. De militaire plannen zijn voor een
deel geregionaliseerd; in regionale plannen worden capaciteiten aangeboden vanuit
bondgenoten, waarna de plannen ook daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden met militaire
eenheden. De regionale plannen worden momenteel geactualiseerd en incrementeel steeds
verder verfijnd. Zo wordt bijvoorbeeld de recente toetreding van Finland en Zweden
verwerkt en is er steeds meer bekend over nationale verdedigingsplannen van lidstaten,
die gesynchroniseerd moeten worden met de NAVO plannen.
Anders dan voorheen zijn de capaciteitsdoelstellingen van de landen voor de langere
termijn in het NATO Defence Planning Proces (NDPP) gesynchroniseerd met de behoeften uit de regionale plannen. Bondgenoten krijgen
doelstellingen voor vereiste capaciteiten toegewezen op basis van economisch en technisch
potentieel, bevolkingsomvang en burden sharing in budget en risico. Die geactualiseerde capaciteitsdoelstellingen (Capability Targets) voor Nederland zijn eerder dit jaar toegelicht aan uw Kamer in een technische briefing
(Activiteitnummer 2024A06001 van 25 september 2024). Die geactualiseerde capaciteitsdoelstellingen
worden formeel door de bondgenoten vastgesteld tijdens de bijeenkomst van NAVO-Ministers
van Defensie in juni 2025.
De regionale plannen, die de basis vormen voor de capaciteitsdoelstellingen in het
NDPP, hebben grote gevolgen voor alle bondgenoten, ook voor Nederland. De collectieve
verdedigingstaak vraagt om investeringen in, en verdere adaptatie en versterking van
de krijgsmacht. Daar zijn de huidige investeringsplannen van de krijgsmacht ook op
gericht. In de Defensienota’s 2022 en 2024 heeft het kabinet de investeringen in het
versterken en toekomstbestendig maken van de krijgsmacht uitgewerkt.
De huidige investeringen zijn vooralsnog onvoldoende om de volledige NAVO-capaciteitsdoelstellingen
in te vullen, zodat er nog steeds keuzes nodig zijn. Er bestaat consensus onder bondgenoten
dat het volledig invullen van de capaciteitsdoelstellingen meer dan 2% van het BBP
zou vragen. Zoals toegezegd zal ik u met een Kamerbrief zo spoedig mogelijk informeren
wat de capaciteitsdoelstellingen voor Nederland financieel zouden kunnen betekenen.
Prioriteren van inzet van capaciteiten
Nederland heeft één krijgsmacht, met één set aan capaciteiten. Gezien de vele nationale
én internationale verplichtingen, is het belangrijk om de inzet van deze capaciteiten
te prioriteren. Daarom wordt kritisch gekeken naar de inzet van capaciteiten op de
verschillende taken en verantwoordelijkheden die voorliggen: de verdediging van Nederland
en het Caribisch deel van het Koninkrijk, de taken binnen de regionale plannen van
de NAVO en de instandhouding van de Nederlandse capaciteiten daarbij, de (Host Nation Support) rol die Nederland heeft als doorvoerland voor (trans-Atlantische) bondgenoten, ondersteuning
van Oekraïne, de inzet in EU- en VN-verband en overige inzet in strategische regio’s.
Op basis van de beschikbare capaciteiten van onze krijgsmacht spant Nederland zich
in om een maximale bijdrage te leveren aan het NFM. Daarbij is Nederland realistisch
over de inzetbare capaciteiten. Dat is in lijn met de brief van 25 januari 2024 (Aanhangsel
Handelingen II 2023/24, nr. 872) en de geannoteerde agenda voor de DMM van juni 2024 (Kamerstuk 28 676, nr. 449), waarin ik uw Kamer heb geïnformeerd dat Nederland heeft benadrukt dat regionale
plannen realistisch en op betrouwbare wijze moeten worden gevuld.
Nederland heeft binnen het NFM onder andere het Duits/Nederlandse Legerkorps hoofdkwartier
(1st German Netherlands Corps – 1GNC) aangeboden. 1GNC zal daarmee ingezet worden als tactisch hoofdkwartier in
de regionale plannen. Nederland en Duitsland hebben aan de NAVO aangegeven dat 1GNC
nog wel de nodige ondersteuning en troepen nodig heeft om de taak adequaat te kunnen
uitvoeren. SACEUR overlegt met Framework Nations Nederland en Duitsland, en met andere bondgenoten hoe deze capaciteiten multinationaal
ingevuld kunnen worden. Op termijn wordt er naar gestreefd dit deels door Duitsland
en Nederland te laten leveren, omdat de NAVO de verantwoordelijkheid hiervoor via
de NAVO capaciteitsdoelstellingen bij beide landen heeft belegd (NATO Capability Targets 2025 – Kamerbrief 28 676, nr. 472 van 8 november 2024). Ook hier geldt dat keuzes nodig blijven.
De inzet van capaciteiten van de Landmacht, Luchtmacht en Marine vindt plaats binnen
de bekende samenwerkingsverbanden met internationale partners, waar ook tijdens de
gereedstelling intensief mee wordt gewerkt. Zo is inzet van Nederlandse brigades gesynchroniseerd
met de Duitse divisies, werken luchtmacht squadrons samen met partners uit de F-35
community en trekken onze maritieme eenheden op binnen de internationale vlootverbanden waarmee
zij dagelijks optreden. De bijdrage van de Marechaussee is voor buitenlandse inzet
in NAVO-verband grotendeels gekoppeld aan de bijdrage van de Landmacht. In Nederland
is de inzet gericht op grensbewaking en Host Nation Support ter ondersteuning van de verplaatsingen van buitenlandse eenheden over Nederlands
grondgebied.
Het kabinet zal uw Kamer actief blijven informeren over verdere ontwikkelingen.
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.P. Brekelmans, minister van Defensie