Brief regering : Reactie op de inbreng van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) t.b.v. het commissiedebat Water van 26 maart 2025
27 625 Waterbeleid
30 015
Bodembeleid
34 682
Nationale Omgevingsvisie
Nr. 712
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 april 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat heeft verzocht om een reactie
op de brief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), die zij aan de commissie
stuurde voorafgaande aan het commissiedebat Water van 26 maart 2025. Via deze brief
ontvangt u de gevraagde reactie. Inmiddels heb ik in het Bestuurlijk Overleg Water
van 10 april ook met de VNG gesproken over de gestelde vragen.
Kaderrichtlijn Water (KRW)
Naar aanleiding van tussenevaluatie van de KRW die in december 2024 naar de Kamer
is gestuurd1 stelt de VNG de vraag of het kabinet erkent dat zij vooral aan zet is om het halen
van de KRW-doelen te halen en welke veranderingen het kabinet in het stoffenbeleid,
gewasbeschermings-middelenbeleid en mestbeleid hiertoe gaat doorvoeren.
Het halen van de KRW-doelen is een verantwoordelijkheid van alle overheden samen,
en dus uiteraard ook van het kabinet. Vanuit het KRW-impulsprogramma werkt het Ministerie
van IenW samen met het Ministerie van LVVN en regionale overheden aan aanvullende
maatregelen voor stoffen, gewasbeschermings-middelen en nutriënten. Voor stoffen (inclusief
gewasbeschermingsmiddelen) is met LVVN en regionale partners een uitvoeringsprogramma
opgesteld, met diverse maatregelen voor Rijk en regio. Voor mest bereidt de Minister
van LVVN nieuwe maatregelen voor vanuit het 8e Actieprogramma Nitraatrichtlijn.
Een toekomst voor het landelijk gebied
Ten aanzien van het landelijk gebied vraagt de VNG of de Nota Ruimte inzicht gaat
bieden voor welke land- en tuinbouwgebieden impact te verwachten is als gevolg van
fysieke veranderingen van het water- en bodemsysteem.
De Nota Ruimte gaat in op de impact voor de land- en tuinbouw in een aantal type gebieden.
Het gaat om de veenweidegebieden, de beekdalen, de zones rondom kwetsbare Natura2000-gebieden
en de grondwaterbeschermingsgebieden. Deze gebieden staan benoemd in de Kamerbrief
van 29 november 2024 over de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur2. Op dit moment lopen de gesprekken met medeoverheden over de benodigde transities
en hoe die zijn te realiseren.
Ook vraagt de VNG of de Nota Ruimte voortbouwt op het voorontwerp Nota Ruimte over
de balans natuur–landbouw met gebiedsgericht beleid en met water en bodem als basis.
Het water- en bodemsysteem vormt nog steeds de basis voor de Nota Ruimte. In de aanpak
Ruimte voor Landbouw en Natuur worden het gebiedsgerichte beleid en de ruimtelijke
keuzes voor landbouw en natuur voorbereid onder verantwoordelijkheid van de Minister
van LVVN. Hierbij wordt rekening gehouden met het water- en bodemsysteem. De ruimtelijke
keuzes uit de aanpak Ruimte voor Landbouw en Natuur landen in de Nota Ruimte. Naast
nationale sturing zijn ook gebiedsgerichte keuzes op regionaal niveau nodig.
Tenslotte pleit de VNG in het kader van het landelijk gebied voor de introductie van
een nadeelcompensatiefonds om gebieden waar noodgedwongen functiewijziging zal moeten
plaatsvinden te ondersteunen en om gemeenten financieel in staat te stellen om meer
actief te sturen op grondgebruik.
Regels die leiden tot functiewijziging kunnen leiden tot een recht op nadeelcompensatie.
Als die functiewijziging het gevolg is van instructieregels die het rijk heeft gesteld
kunnen de daarmee gemoeide kosten worden verhaald bij het Rijk, op basis van de Omgevingswet.
Of daar een apart fonds voor nodig is, hangt af van de inhoud van de regels.
Rekening houden met water en bodem bij de woningbouwopgave
Over de woningbouwopgave vraagt de VNG aandacht voor gemeenten die in een lastige
financiële positie zouden kunnen komen te zitten wanneer geen rekening wordt gehouden
met het water en bodem systeem bij woningbouw of in het geval dat kosten van extra
maatregelen om toekomstbestendig te bouwen vooral bij de gemeenten worden gelegd.
Ik herken de zorg dat gemeenten in een lastige positie kunnen komen te zitten als
ze geconfronteerd worden met hogere kosten door maatregelen, of als er schade hersteld
moet worden wanneer niet toekomstbestendig wordt gebouwd. Daarom blijft het belangrijk
om zo vroeg mogelijk rekening te houden met het water- en bodemsysteem en zo toekomstbestendig
te investeren. Het gaat hierbij zowel om het maken van een zo goed mogelijke locatiekeuze,
als hoe er uiteindelijk gebouwd wordt.
Mijn collega van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en ik ondersteunen gemeenten
hierbij met instrumenten zoals het ruimtelijk afwegingskader voor de locatiekeuze
van nieuwe ontwikkelingen en de landelijke maatlat klimaatadaptatie, wat definieert
hoe klimaatadaptief te ontwikkelen.
Er zijn veel oplossingen mogelijk die bijdragen aan meerdere doelen, denk aan het
creëren van extra groen dat fijn is voor de leefomgeving, maar ook waterberging kan
zijn bij een heftige regenbui. In het Bestuurlijk Overleg van 10 april, waar ook de
Minister van VRO aanwezig was, hebben alle partijen uitgesproken samen te blijven
optrekken om het belang van het aan de voorkant rekening houden met water en bodem
te behartigen. Tevens heb ik in dit overleg aangegeven de gemeenten graag te ondersteunen
bij de vraagstukken die in dit licht bij de woningbouwopgave naar voren komen.
Het kabinet werkt voor woningbouw aan nieuwe financiële regelingen, zoals de Realisatiestimulans
en de Woningbouwimpuls om woningbouw mogelijk te maken. Daarmee wordt bijgedragen
aan publieke tekort van gemeenten. Voor de zomer wordt de Kamer geïnformeerd over
de precieze uitwerking van deze regelingen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat