Brief regering : Rapport wettelijke evaluatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) over de periode 2019-2023 en bestuurlijke reactie
25 422 Opwerking van radioactief materiaal
25 268
Zelfstandige bestuursorganen
Nr. 307
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2025
Hierbij ontvangt u de wettelijke evaluatie van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid
en Stralingsbescherming (ANVS) over de periode 2019–2023. Daarmee voldoet het Ministerie
van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) aan de verplichting om de doeltreffendheid
en doelmatigheid van een zelfstandig bestuursorgaan eens per vijf jaar te evalueren.1 De evaluatie van de ANVS is uitgevoerd door een consortium van onafhankelijke onderzoekers
van de adviesbureaus KPMG en KWINK-groep. In deze brief reageert het ministerie op
de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers. Het rapport en de bestuurlijke
reactie van de ANVS treft u aan als bijlagen bij deze brief.
Het zelfstandig bestuursorgaan ANVS
De ANVS is opgericht in 2015 om kennis te bundelen in één organisatie en te voldoen
aan de internationale standaarden van onafhankelijkheid van een autoriteit voor nucleaire
veiligheid en stralingsbescherming. De ANVS zorgt voor de advisering over en uitvoering
van de nationale wet- en regelgeving. Daaronder vallen ook internationale afspraken
die in Nederland zijn geïmplementeerd. De ANVS is een zelfstandig bestuursorgaan dat
valt onder het Ministerie van IenW. De ANVS en IenW werken samen, waarbij de secretaris-generaal
van IenW de rol van de eigenaar vervult, de directeur-generaal Milieu en Internationaal
de rol van opdrachtgever en de ANVS die van opdrachtnemer.2 Dit wordt de bestuurlijke driehoek genoemd.
De conclusies en aanbevelingen uit het rapport
In het rapport concludeert KPMG/KWINK-groep dat «het aannemelijk is dat de ANVS doeltreffend en doelmatig functioneerde in de evaluatieperiode,
de mate waarin is niet exact vast te stellen». Zo heeft de ANVS haar wettelijke taken uitgevoerd, oordeelden de internationale
missies overwegend positief over het functioneren van de ANVS en is de output (o.a.
aantal inspecties, registraties en erkenningen en vergunningverleningen) volgens de
onderzoekers meer gestegen dan de input (kosten voor mensen en middelen). De onderzoekers
ook aan dat het met het oog op de groeiende nucleaire sector niet vanzelfsprekend
is dat de ANVS ook in de toekomst doeltreffend zal kunnen functioneren. Vier hoofdaanbevelingen
worden gegeven aan het Ministerie IenW en de ANVS voor het verbeteren van de doeltreffendheid
en doelmatigheid:
1) Heb aandacht voor de langetermijncontext waarin de ANVS opereert en stel een visie
op die daar recht aan doet, 2) zorg voor middelen die passen bij de langetermijncontext
van de nucleaire veiligheid en stralingsbescherming en de omvang van de taken, 3) werk
aan het versterken van het samenspel in de driehoek zodat de externe governance past
bij de langetermijnvisie en bijdraagt aan het doeltreffend en doelmatig functioneren
van de ANVS, 4) zorg voor meer inzicht in de kosten voor het uitvoeren van de taken
om beter het gesprek te kunnen voeren over passende middelen.
De ANVS en het ministerie onderschrijven de aanbevelingen van KPMG/KWINK-groep. Op
enkele punten geeft de ANVS in haar reactie aan zich niet volledig te herkennen in
het geschetste beeld of de oplossingsrichting. Hierover gaan IenW en de ANVS in gesprek3.
De aanbevelingen van KPMG/KWINK-groep zijn concreet en bruikbaar. Hierna is op een
aantal onderwerpen nader ingegaan die het ministerie bij opvolging van de aanbevelingen
belangrijk acht.
Langetermijncontext: visie en middelen
Op diverse plekken in het rapport constateert KPMG/KWINK-groep het belang van meer
aandacht voor de langetermijncontext. Het gaat dan met name over de ontwikkelingen
in de sector en de politieke ambities op het nucleaire gebied. Dit herkent en onderschrijft
het ministerie. Het is belangrijk om gezamenlijk een heldere visie voor de lange termijn
te formuleren en die te vertalen naar concrete doelstellingen en acties. Dit ziet
het ministerie als de basis voor het kunnen uitvoeren van de aanbevelingen.
Naar aanleiding van de aanbevelingen zal het ministerie een onderzoek doen naar de
manier waarop de middelen vanuit het Rijk passen bij de langetermijncontext van nucleaire
veiligheid en stralingsbescherming en de omvang van de taken. Zo zal in 2025 een verkenning
gedaan worden naar de voor- en nadelen van een eigen begrotingsartikel voor de ANVS.
Doeltreffend en doelmatig
De evaluatieperiode 2019–2023 was een periode die voor de ANVS gekenmerkt werd door
intensivering en uitbreiding van de nucleaire sector. Denk daarbij aan de vergunningverlening
voor de bouw van de onderzoeksreactor Pallas en de voorbereidingen voor nieuwe kerncentrales.
De ANVS heeft in deze periode zijn wettelijke taken op het gebied van nucleaire veiligheid
en stralingsbescherming uitgevoerd, zoals de genoemde vergunningverlening voor Pallas
en bijvoorbeeld ook de publicatie van de Staat van de Nucleaire Veiligheid4. Tegelijkertijd is de ANVS als organisatie verder geprofessionaliseerd en steviger
bemenst waardoor de ANVS heeft laten zien zich voor te bereiden op de toekomst. In
het onderzoeksrapport staat dat de ANVS veel geleerd heeft van de Pallas-vergunningverlening
voor toekomstige vergunningverlening van nucleaire installaties. Dit beschouwt het
ministerie als een goed voorbeeld van hoe de ANVS effectief meebeweegt in een nucleaire
sector die zich steeds meer uitbreidt. Ook voorstellen om het proactief toezicht op
het gebied van stralingsbescherming te verbeteren5, getuigt volgens het Ministerie van toekomstgerichtheid. Het ministerie vindt het
positief dat KPMG/KWINK-groep het aannemelijk acht dat de ANVS bij dit alles doeltreffend
en doelmatig heeft gewerkt in de evaluatieperiode.
De verwachting is dat de omvang van het werk van de ANVS in de toekomst zal blijven
toenemen. Zo zijn de ambities van het kabinet op het nucleaire gebied groot. De onderzoekers
geven aan dat het daarom niet vanzelfsprekend is dat de ANVS ook in de toekomst doeltreffend
en doelmatig kan zijn. Op basis van de aanbevelingen zal het Ministerie van IenW met
de ANVS dit verder oppakken.
Een belangrijk aspect hierbij is de informatie die nodig is om het gesprek goed te
kunnen voeren tussen het ministerie en de ANVS. De onderzoekers constateren dat het
de ANVS niet lukt om IenW voldoende zicht te geven op de doelmatigheid en doeltreffendheid
van de taakuitvoering. In 2022 is in opdracht van de ANVS een visie opgesteld over
de doelmatigheid. Volgens de onderzoekers is deze visie onvoldoende. De onderzoekers
concluderen ook dat meer inzicht in de kosten voor het uitvoeren van de taken nodig
is om het gesprek over passende middelen tussen de ANVS en het ministerie beter te
kunnen voeren. Hierover zal het gesprek worden gevoerd tussen IenW en de ANVS.
Samenspel tussen eigenaar, opdachtgever en opdrachtnemer
In de evaluatieperiode is de samenwerking tussen IenW en de ANVS over het algemeen
als constructief en coöperatief ervaren. Dit laat echter onverlet dat er moet worden
gewerkt aan de samenwerking en het onderlinge vertrouwen. Het ministerie ziet het
als een kans op basis van de eerder genoemde gezamenlijke lange termijn visie het
samenspel verder te versterken. Dit draagt bij aan concrete beleidsdoelstellingen
en heldere rolverdeling.
Concluderend
Het Ministerie van IenW en de ANVS onderschrijven de aanbevelingen van KPMG/KWINK-groep.
Daarbij staat voorop dat de ANVS doeltreffend en doelmatig heeft gefunctioneerd in
de onderzochte periode. De aanbevelingen van KPMG/KWINK-groep worden ter harte genomen
en voortvarend opgepakt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
Ch.A. Jansen
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat