Brief regering : Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3131
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 april 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 14 april 2025
Op maandag 14 april 2025 nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de Raad Buitenlandse
Zaken (RBZ) in Luxemburg. Op de agenda stond de Russische agressie tegen Oekraïne,
de situatie in het Midden-Oosten, de EU-Afrika relaties en de Westelijke Balkan. Onder
lopende zaken werd Armenië-Azerbeidzjan besproken. Na de RBZ vond de EU High Level dialogue met de Palestijnse Autoriteit en de Intergouvernementele Conferentie met Albanië
plaats, hierover wordt uw Kamer middels dit verslag ook geïnformeerd.
Met dit verslag wordt tevens voldaan aan de toezegging gedaan tijdens het commissiedebat
RBZ d.d. 13 februari om uw Kamer te informeren over de casus Tent of Nations. Ook
wordt de Kamer geïnformeerd over de motie Ceder c.s. m.b.t. USAID en de motie Timmermans
c.s. m.b.t. Radio Free Europe. Tot slot wordt uw Kamer geïnformeerd over de steun
aan de LAF (Libanon) en het EU-toetredingsproces van Albanië
Russische agressie tegen Oekraïne
De Raad sprak over de voortdurende Russische agressieoorlog tegen Oekraïne en de brede
EU-steun aan Oekraïne. De Oekraïense Minister van Buitenlandse Zaken Andrii Sybiha
sloot virtueel aan voor een deel van de sessie. Met afschuw werd door lidstaten gereageerd
op de Russische raketaanval op Soemy, waarbij tientallen Oekraïners zijn gedood. Volgens
de Hoge Vertegenwoordiger (hierna: HV) laten de dodelijke aanvallen vanuit Rusland
zien dat Rusland geen intentie heeft zich aan een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren
te houden.
Vanuit Sybiha, de Raad en de HV volgde de brede oproep om militaire steun aan Oekraïne
te intensiveren en te versnellen. HV Kallas lichtte toe dat EU-lidstaten gezamenlijk
tot dusver reeds circa EUR 23 mld. aan militaire steun voor Oekraïne hebben gecommitteerd
voor 2025. Dit is een toename van EUR 3 mld. ten opzichte van de geleverde steun in
2024. Ook lichtte de HV toe dat twee derde van haar beoogde doel om twee miljoen rondes
artilleriemunitie te leveren reeds is gecommitteerd. Nederland zal daar een substantiële
bijdrage aan leveren. De Kamer zal hier zoals gebruikelijk via de periodieke leveringenbrief
over worden geïnformeerd. Tijdens de Raad ontving het bredere voorstel van de HV steun
van een grote groep lidstaten waaronder Nederland. Ook riep de HV op tot versterking
en verbreding van het mandaat van trainingsmissie EUMAM om toekomstbestendige steun
aan de Oekraïense strijdkrachten te realiseren.
Nederland verwees tijdens de Raad onder meer naar recente aankondigingen om EUR 150
miljoen aan luchtafweer en een Patriot-commandocentrale aan Oekraïne te leveren. Beide
leveringen vormen een onderdeel van het EUR 2 miljard pakket voor versnelde militaire
steun in 2025. Nederland gaf aan dat alle lidstaten hun verantwoordelijkheid moeten
nemen en hun bijdrage moeten leveren.
Diverse lidstaten, waaronder Nederland, riepen op tot het verhogen van de druk op
Rusland middels het aannemen van het 17e sanctiepakket. Nederland benadrukte hierbij dat gezamenlijk aanvullende mogelijkheden
voor het gebruik van de bevroren Russische Centrale-banktegoeden moeten worden verkend,
inclusief de juridische en financieel-economische risico’s hiervan. Daarnaast stond
Nederland stil bij de voortgang op het gebied van accountability, waaronder het agressietribunaal, het schaderegister en de claimscommissie.
Tot slot informeerde Nederland de Raad over de Lviv-conferentie. Deze eerste bilaterale
intergouvernementele conferentie, met deelname van zes ministeries, vond op 12 april
jl. plaats in Oekraïne en had als doel de bilaterale betrekkingen verder te versterken
en Oekraïne te steunen bij het doorvoeren van hervormingen en het voldoen aan de criteria
voor toetreding tot de EU.1 Nederland onderstreepte hierbij dat het strikt blijft vasthouden aan de Kopenhagen-criteria
en Oekraïne ondersteunt bij de noodzakelijke hervormingen, onder andere op het gebied
van goed bestuur, rechtsstaat en bestrijding van corruptie.
Situatie Midden-Oosten
Gazastrook en Westelijke Jordaanoever
De Raad sprak over de situatie in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever.
De HV opende het gesprek met een terugkoppeling van haar bezoek aan de regio. Bij
Israël is onder andere aangedrongen op het bereiken van een nieuwe staakt-het-vuren
overeenkomst. Dit is van belang voor de vrijlating van de gegijzelden en het bieden
van humanitaire hulp. In de gesprekken van de HV met de Palestijnse Autoriteit is
gesproken over de voorbereiding van de High Level Dialogue tussen de PA en de EU en het Palestijnse hervormingsprogramma. Tot slot stond het
Arabische plan voor de toekomst van de Gazastrook centraal tijdens haar bezoek. Zij
benadrukte dat het van belang is dat de EU nauw hierbij betrokken blijft. In dit kader
kondigde Nederland een volgende bijeenkomst aan van de Global Alliance voor de tweestatenoplossing, te organiseren gezamenlijk met Marokko.
Nederland benadrukte het belang van een hernieuwd staakt-het-vuren voor het lot van
de gegijzelden, en onmiddellijke verbetering van de humanitaire situatie in de Gazastrook.
Nederland onderstreepte2 dat de EU op dit vlak een sterkere rol moet pakken. Nederland heeft daarnaast de
voortdurende Israëlische blokkade van humanitaire hulp en elektriciteit veroordeeld
en gepleit voor een gecoördineerde inspanning van EU-lidstaten om Israël de blokkade
te laten opheffen en volledige, ongehinderde en onvoorwaardelijke toegang voor hulporganisaties
te herstellen. Airdrops zijn een relatief inefficiënte manier van hulpverlening en, met een algehele blokkade
van hulp, tevens geen mogelijkheid in deze situatie.3
Ook heeft Nederland de recente aanval op 15 hulpverleners veroordeeld en de noodzaak
van grondig onafhankelijk eigen onderzoek onderstreept. Daarnaast heeft Nederland
benadrukt4 dat, in geval Israël deze verantwoordelijkheid nalaat, onafhankelijk internationaal
onderzoek nodig is. In het kader van deze ontwikkelingen lichtte Nederland de keuze
toe tot de ontbieding van de Israëlische ambassadeur om deze boodschappen over te
dragen.
De Raad sprak ook over het toenemende geweld op de Westelijke Jordaanoever en over
sancties tegen gewelddadige kolonisten. Nederland riep op tot aanvullende sancties
tegen gewelddadige kolonisten en kolonistenorganisaties.5 Sancties vereisen EU-unanimiteit en tot op heden is er nog geen overeenstemming over
een derde pakket aan sancties tegen gewelddadige kolonisten en kolonistenorganisaties.
Nederland blijft zich onverminderd inzetten om dit draagvlak te vergroten.
Verder wees Nederland in het bredere kader van de strijd tegen straffeloosheid, mede
naar aanleiding van de toezegging aan het lid Paternotte, op het belang van steun
voor het Internationaal Strafhof, en keurde daarbij de aankondiging van Hongarije
om zich terug te willen trekken uit het Statuut van Rome af.
Syrië
De Raad sprak over Syrië en het belang van sanctieverlichting voor wederopbouw. De
HV pleitte voor een verdere opschorting van sectorale maatregelen en kreeg daarin
steun van een ruime meerderheid van de lidstaten. Nederland gaf aan voorstander te
zijn van verdere voorwaardelijke en stapsgewijze opschortingen van sancties, vooral
in sectoren die belangrijk zijn voor economisch herstel en wederopbouw.6, 7 Ook gaf Nederland aan dat het belang van een inclusieve transitie en bescherming
van Syriërs van alle religieuze en etnische achtergronden daarbij in alle contacten
met de transitieregering moet worden benadrukt.8, 9
Daarnaast sprak de Raad over de situatie in het Noordoosten van Syrië en de gevolgen
van het mogelijke wegvallen van Amerikaanse steun voor de kampen waar vrouwen en kinderen
van ISIS-strijders worden vastgehouden. De HV beschouwt deze ontwikkelingen als een
gevaar voor de veiligheid van de EU en pleitte voor meer humanitaire hulp, ondersteuning
van Irak bij repatriëring en re-integratie van Syriërs in coördinatie met Damascus.
Het voorstel van de HV kreeg steun van lidstaten. Nederland gaf aan de zorgen te delen
over het verminderen van Amerikaanse financiering en stelde dat gezamenlijke inzet
nodig is.
EU-Afrika relaties
Tijdens de Raad van november riep Nederland op tot oprichting van een Soedan kerngroep
om de EU inzet op het bereiken van een staakt het vuren te bevorderen. Op initiatief
van Nederland, en met steun van deze EU kerngroep, ging de Raad onder dit agendapunt
daarnaast apart in op de situatie in Soedan. Voorafgaand aan de Raad werd op 11 april
jl. met de verklaring van de HV al een sterke boodschap afgegeven.10 De bespreking viel symbolisch samen met het ingaan van het derde jaar van de oorlog.
Lidstaten vroegen aandacht voor de humanitaire ramp in Soedan en de recente aanvallen
op Zamzam en Abu Shouk vluchtelingenkampen in Darfoer. Er was brede steun voor diplomatieke
inspanningen van de EU om een einde te brengen aan het geweld en de beschikbare instrumenten
hier voor in te zetten.
Nederland bepleitte dat de EU zich meer zou moeten inspannen om een eind aan het conflict
te brengen. In lijn met motie Dobbe/Van der Burg11 noemde Nederland dat indien opportuun maatregelen moeten worden overwogen om wapentoevoer
en financiële stromen richting de strijdende partijen in te dammen, met als doel een
eind te maken aan het geweld. Nederland en verschillende andere lidstaten zijn daarnaast
voorstander van een grotere bemiddelingsrol door de Speciaal Gezant namens de EU voor
de Hoornregio. De kerngroep kan haar daarin politieke ondersteuning bieden, om betrokken
partijen bij elkaar te krijgen.
De Raad sprak over EU-Afrika relaties, mede ter voorbereiding van de EU Afrikaanse
Unie Ministeriële bijeenkomst op 21 mei a.s. De Raad toonde zich eensgezind over het
belang van goede relaties met het Afrikaanse continent en het positioneren van de
EU als geloofwaardige en betrouwbare partner met het oog op de groeiende invloed van
landen als Rusland. Hierbij werd door veel lidstaten het verdedigen van de multilaterale
wereldorde als groot belang aangemerkt, evenals de samenwerking op gebieden als handel,
migratie en veiligheid.
De HV riep op tot nauwe coördinatie van bezoeken aan het continent om relaties te
versterken. Nederland onderschreef dit belang en benadrukte in dit kader het belang
van de Global Gateway strategie, migratie en veiligheid. Nederland uitte daarnaast zorgen over de situatie
in DRC.
Westelijke Balkan
Op de avond voor de Raad vond een diner plaats met de EU-ministers van Buitenlandse
Zaken en van de Westelijke Balkanlanden. Eurocommissaris Kos onderstreepte dat EU-toetreding
op basis van eigen verdienste is. EU-lidstaten en de Westelijke Balkanlanden spraken
wederzijds steun uit voor het versterken van de samenwerking op veiligheid en defensie,
voortbouwend op de reeds bestaande samenwerking. Tevens spraken EU-lidstaten zorgen
uit over de situatie in Bosnië-Herzegovina en in Servië en werd aangedrongen op volledige
aansluiting met het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid (GBVB) en visumharmonisatie
door de landen in de Westelijke Balkan.
Tijdens de Raad werd vervolgens gesproken over de Westelijke Balkan. Wederom onderstreepten
veel lidstaten het belang van EU-uitbreiding. Ook uitten veel lidstaten, waaronder
Luxemburg namens de Benelux, nogmaals grote zorgen over de situatie in Bosnië-Herzegovina
en riepen op tot sancties jegens individuen die de constitutionele orde bedreigen,
waaronder Milorad Dodik.12 De HV benadrukte dat Bosnië-Herzegovina zich in de meest serieuze crisis sinds het
eind van de oorlog bevindt. De HV verwees in dit kader naar de vergrote Europese militaire
inzet via EUFOR Althea als teken van het belang dat de EU hecht aan stabiliteit en
veiligheid van het land. De HV gaf tevens aan dat ze tijdens haar recente bezoek aan
Bosnië-Herzegovina duidelijk heeft aangegeven dat de EU pogingen om de constitutionele
orde te ondermijnen niet zal tolereren. Tevens werden door lidstaten, waaronder de
Benelux, zorgen over de situatie in Servië geuit en werd het belang van respect voor
fundamentele rechten benadrukt. Verder sprak een aantal lidstaten, waaronder de Benelux,
steun uit voor de nieuwe EU Speciaal Vertegenwoordiger voor de Belgrado-Pristina Dialoog,
Peter Sørensen, en bepleitten zij het (geleidelijk) opheffen van de EU-maatregelen
tegen Kosovo.
Lopende zaken
Armenië-Azerbeidzjan
De Raad sprak over de situatie in Armenië en Azerbeidzjan aangezien beide landen op
13 maart jl. een tekst zijn overeengekomen die de basis vormt voor een mogelijke bilaterale
vredesovereenkomst. Het voorziene bezoek van de HV aan Bakoe en Jerevan op 12–13 mei
a.s. werd door veel lidstaten verwelkomd. De HV wees op de belangrijke rol voor de
EUMA-missie in Armenië om de regionale stabiliteit te borgen. Eurocommissaris Kos
gaf aan dat de EU investeert in de regio en benadrukte dat de Commissie EUR 270 miljoen
heeft uitgetrokken voor de partnerschapsagenda met Armenië. Nederland verwelkomde
de tekst van het vredesakkoord als een eerste stap naar een langdurige vrede en bepleitte
verdere steun van de EU aan dit proces.
Overige punten
EU High Level Dialogue met de Palestijnse Autoriteit
Na afloop van de Raad vond de eerste EU
High Level Dialogue met de Palestijnse Autoriteit (PA) plaats. HV Kallas stond stil bij de moeilijke
huidige omstandigheden voor de Palestijnse bevolking, veroordeelde de blokkade van
humanitaire hulp, lichtte het Europese standpunt op kolonistengeweld toe, en benadrukte
het belang van de terugkeer naar een staakt-het-vuren als opmaat voor een gedragen
tweestatenoplossing. De HV benadrukte het belang van de hervormingsagenda van de PA,
dat onderdeel is van de dialoog tussen de PA en de EU en dat voorwaardelijk is voor
de Europese financiële steun, onder andere te aanzien van de aanpassing van het sociale
zekerheid systeem en van curriculum van schoolboeken. Commissaris Suica kondigde formeel
een nieuw Europese steunpakket van EUR 1,6 miljard aan voor de komende drie jaar.
Nederland benoemde het belang van een hervormd PA en erkende de door de PA genomen
belangrijke stappen, onder andere op het gebied waar het betalingen aan families van
gevangenen betrof. Nederland benadrukte het belang van de implementatie hiervan en
noemde dat Nederland de PA hervormingen zal blijven steunen. Tot slot onderstreepte
Nederland het belang van de samenwerking tussen de EU en de PA, en in dit kader gesprekken
over de hernieuwing van het EU-Palestijnse actieplan dat deze samenwerking vormgeeft.
Motie Ceder USAID
Het kabinet blijft zich inspannen voor een constructieve samenwerking en dialoog met
de VS om onze standpunten over het voetlicht te brengen. Zo heeft het kabinet in lijn
met motie Ceder c.s.13 middels de contacten van de Nederlandse ambassade in Washington, de herziening van
USAID en de gevolgen daarvan besproken met de Amerikaanse autoriteiten.
Motie Timmermans C.S. over het financieringstekort van Radio Free Europe Europees
dichten
Nederland heeft de door Tsjechië geïnitieerde verklaring van 18 maart jl. ondertekend
over het belang van Radio Free Europe (RFE/RL), in lijn met motie Timmermans c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2221) die op 19 maart door uw Kamer werd aangenomen. Het kabinet zet zich, in samenwerking
met andere EU-lidstaten en gelijkgezinde landen, in voor het vinden van financiële
middelen die RFE/RL en andere vrije media in staat stellen hun belangrijke werk voort
te zetten. Hiermee is uitvoering gegeven aan de motie.
Motie Boswijk14 over burgerinitiatieven ten behoeve van Oekraïne
Conform de motie informeer ik u dat het kabinet mogelijkheden onderzoekt om burgerinitiatieven
ten behoeve van Oekraïne beter te ondersteunen. Er wordt momenteel een beleidskader
ontwikkeld voor de samenwerking met maatschappelijke organisaties in ontwikkelingshulp.
Over dit beleidskader is uw Kamer geïnformeerd in de Kamerbrief van 11 november 202415, en de beleidsbrief van 20 februari 2025.16 Over de verdere uitwerking van dit beleidskader, waaronder het instrumentarium ter
ondersteuning van Nederlandse particuliere initiatieven, wordt u in het voorjaar verder
geïnformeerd.
Toezegging m.b.t. Tent of Nations
Conform de toezegging tijdens het commissiedebat Raad Buitenlandse Zaken in februari17 informeer ik u middels dit verslag dat de situatie van Tent of Nations begin april
is opgebracht bij de Israëlische Minister van Buitenlandse Zaken.
Libanon – Steun aan de LAF
Ten aanzien van Libanon deel ik met uw Kamer dat het kabinet heeft besloten tot een
eenmalige financiële bijdrage van EUR 6 miljoen ten behoeve van non-lethale steun
voor de Lebanese Armed Forces. Het steunen van de LAF is in direct belang van Libanon en Israël en draagt bij aan
stabiliteit in de regio. Steun aan de LAF draagt hiermee bij aan de Nederlandse inzet
zoals geformuleerd in onder meer het Regeerprogramma en de Samenhangbrief.
EU-toetredingsproces Albanië: openen Cluster 3
En marge van de RBZ van 14 april jl. werd met Albanië een Intergouvernementele Conferentie
(IGC) gehouden, waarbij Cluster 2 (interne markt) werd geopend. In een Benelux-interventie
benadrukte België dat de interne markt het hart van de EU vormt en dat aanzienlijke
en voortdurende inspanningen van Albanië nodig zullen zijn. De Benelux onderstreepte
het belang van duurzame voortgang op de rechtsstaat voor het functioneren van de interne
markt. Tijdens de IGC werd tevens benoemd dat de EU op het daartoe geëigende moment,
namelijk bij het onder voorbehoud sluiten van de individuele hoofdstukken, overgangsbepalingen
voor vrij verkeer van werknemers en diensten zal overwegen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken