Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Energieraad 13 mei 2025
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 1125
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 april 2025
Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda voor de informele Energieraad van 13 mei
2025 in Warschau, Polen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Geannoteerde Agenda informele Energieraad 13 mei
Op 13 mei a.s. vindt in Warschau de informele Energieraad plaats onder het Poolse
Voorzitterschap (hierna: het voorzitterschap). De formele agenda en de stukken die
duiding geven aan de inhoud van de discussies ontbreken momenteel nog, maar naar verwachting
zal de Raad in het teken staan van energieveiligheid. Het is aannemelijk dat in ieder
geval gesproken zal worden over de EU-energieveiligheidsarchitectuur en de situatie
in Oekraïne. Tijdens de informele Energieraad is geen besluitvorming voorzien.
Energieveiligheid
Het Poolse voorzitterschap heeft aangekondigd tijdens de formele Energieraad in juni
2025 Raadsconclusies aan te willen nemen over energieveiligheid. Veiligheid is een
prioriteit van het voorzitterschap en in de huidige geopolitieke context komt ook
energieveiligheid hoog op de agenda te staan. Tijdens de formele Energieraad van 17 maart
jl. heeft al een beleidsdebat plaatsgevonden over de EU-energieveiligheidsarchitectuur. In dit beleidsdebat is gesproken over de bedreigingen voor het energiesysteem
door fysieke aanvallen, cyberaanvallen en klimaatrisico’s, lessen uit de energiecrisis
in 2022 en de aangekondigde herziening van het EU-energieveiligheidsraamwerk, die
wordt verwacht in 2026. Er was eensgezindheid dat er gewerkt moet worden aan een energiesysteem
dat veilig, betrouwbaar en betaalbar is. De verwachting is dat tijdens de informele
Energieraad deze discussie wordt voortgezet.
Het kabinet deelt de notie dat een veilige, betrouwbare en betaalbare energievoorziening
cruciaal is voor de economie en maatschappij. Hiervoor moeten risicovolle strategische
afhankelijkheden worden afgebouwd en voorkomen. Via de kabinetsaanpak risicovolle
strategische afhankelijkheden is het kabinet bezig om afhankelijkheden binnen het
energiedomein in kaart te brengen, en te onderzoeken hoe we deze op een verantwoorde
manier kunnen mitigeren1. Door de voorziening van energie te verduurzamen en te diversifiëren, kan de impact
van onvoorspelbare internationale marktprijzen en eventuele prijspieken veroorzaakt
door geopolitieke spanningen verkleind worden. Daarom zet Nederland zich in voor het
verder versterken van Europese samenwerking op de interne energiemarkt, een goed geïntegreerd
Europees energiesysteem en voldoende interconnecties omdat dit de duurzame energieproductie
in de gehele EU ondersteunt. Nederland pleit daarnaast ervoor om de import van energiedragers
en grondstoffen zoveel mogelijk te diversifiëren, zoals ook uiteen is gezet in de
Energienota 20242. Op Europees niveau zijn de afgelopen jaren verschillende acties in gang gezet om
risicovolle strategische afhankelijkheden te verminderen, zoals onder andere het REPowerEU-pakket
waarmee energie-onafhankelijkheid wordt versneld. De Commissie heeft tot nadere orde
de publicatie van de routekaart in het kader van REPowerEU uitgesteld gezien de geopolitieke
ontwikkelingen. Het kabinet roept de Commissie op om tot een snelle publicatie te
komen inclusief concrete maatregelen voor het uitfaseren van Russische brandstoffen.
Naast het vergroten van energieonafhankelijkheid zet het kabinet zich in voor het
verhogen van de weerbaarheid van de energiesector als geheel, onshore en offshore,
door het versterken van de vitale infrastructuur zowel fysiek als digitaal. Nationaal
probeert het kabinet de veiligheid van energie infrastructuur te borgen door bijvoorbeeld
in de locatiebeslissingen voor offshore windparken eisen te stellen aan vergunninghouders.
Deze moeten een veiligheidsstrategie opstellen, waarbij ze fysieke weerbaarheidscomponenten,
cyberveiligheid en economische veiligheid in acht moeten nemen. Maar ook internationale
en Europese samenwerking is in dit kader van belang. Zo werkt Nederland nauw samen
met andere Noordzeelanden om de offshore-infrastructuur te beschermen tegen dreigingen
en verstoringen en wordt er binnen het Pentalaterale Energieforum gekeken naar de
gevolgen van een cyberaanval op onderdelen van het elektriciteitssysteem via gezamenlijke
crisisoefeningen. Nederland zal deze voorbeelden benoemen als manieren waarmee de
veiligheid van de onderling verbonden energie-infrastructuur verbeterd kan worden.
Wat betreft de verordening betreffende risicoparaatheid in de elektriciteitssector
ziet het kabinet geen aanleiding voor een grote herziening. Nederland werkt momenteel,
net als andere EU-landen, aan de herziening van het nationale risicoparaatheidsplan
dat voortkomt uit deze verordening. Dit plan wordt afgestemd met buurlanden en de
Europese Commissie en zal begin 2026 gereed zijn.
Het kabinet verwelkomt de door de Commissie aangekondigde herziening van de leveringszekerheidsverordening
voor gas. Nederland zal aangeven dat in een geval van verstoring van de gastoevoer
energiebesparing geprioriteerd zou moeten worden en essentiële industriële afnemers
beter moeten worden beschermd, vooral tijdens langdurige verstoringen. Ook zal Nederland
pleiten voor vereenvoudiging van het solidariteitsmechanisme tussen EU-lidstaten.
Ten slotte is het van belang dat de leveringszekerheidsverordening praktisch en uitvoerbaar
blijft. In het kader van de leveringszekerheidsverordening voor gas lopen momenteel
ook de onderhandelingen over de verlenging van de tijdelijke gasopslagdoelen. Over
de Nederlandse inzet ten aanzien van dit verlengingsvoorstel is de Kamer recent middels
een Kamerbrief geïnformeerd3. Op 11 april heeft de Raad over dit voorstel een Algemene Oriëntatie bereikt. In
de onderhandelingen in de Raad is het voorstel van de Commissie op een aantal punten
aangepast. Deze aanpassingen hebben vooral tot doel meer flexibiliteit aan te brengen
rond de tussentijdse vuldoelen en het per 1 november te behalen vuldoel. Dit om het
gedrag van lidstaten en de maatregelen die zij nemen om de opslagen tijdig en adequaat
gevuld te krijgen minder voorspelbaar te maken.
Situatie in Oekraïne
Tijdens de formele Energieraad van 17 maart jl. heeft de Oekraïense Minister German
Galushchenko een overzicht gegeven van de huidige energiesituatie in Oekraïne. Zowel
de Commissie als bijna alle lidstaten spraken brede steun uit voor Oekraïne en benadrukten
het belang van hulp bij het verdedigen van het energiesysteem van Oekraïne en wezen
op de samenhang met het streven naar energieveiligheid in de huidige gespannen geopolitieke
context. Naar verwachting wordt deze discussie verder gevoerd tijdens de informele
Energieraad.
Het kabinet is zich bewust van de dringende energiebehoeften in Oekraïne, als gevolg
van de voortdurende Russische aanvallen op kritieke energie-infrastructuur in de afgelopen
maanden. Nederland zal daarom tijdens de informele Energieraad waardering uiten voor
alle inspanningen van de EU, haar lidstaten en G7+ partners om Oekraïne te ondersteunen
in een gecoördineerde respons bij het aanpakken van dringende behoeften, zoals gasleveranties,
maar ook op de langere termijn, zoals noodzakelijke EU-hervormingen in de energiesector.
In lijn met de Kamerbrief over de staat van de oorlog in Oekraïne van 17 februari jl.
zal Nederland tijdens de Raad aangeven dat het Oekraïne steunt en zal blijven steunen4. De Nederlandse inzet op het gebied van energie richt zich primair op het beschermen
en herstellen van de Oekraïense infrastructuur en energiecapaciteit. Nederland steunt
Oekraïne hierbij via internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank en
de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) en de Europese investeringsbank
(EIB) en helpt met technische assistentie voor hervormingen. Daarnaast steunt Nederland
de Oekraïense energiesector ook door het bedrijfsleven te stimuleren om actief te
blijven of worden in Oekraïne. Hiervoor heeft het kabinet 58 miljoen euro ter beschikking
gesteld voor in-kind energiesteun via Nederlandse bedrijven. Nederland zal tijdens
de Raad aangeven dat dit soort stimuleringen via de private sector hard nodig zijn
omdat overheden deze last niet alleen kunnen dragen en door actief in te spelen op
de Oekraïense behoefte niet alleen de Oekraïense wederopbouw en bedrijfsleven wordt
geholpen maar we ook ons eigen verdienvermogen ondersteunen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei