Brief regering : Voortgangsrapportage Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap 2024
32 279 Zorg rond zwangerschap en geboorte
Nr. 263
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2025
Het kabinet zorgt met de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap1 voor preventie van en informatie en ondersteuning bij onbedoelde en ongewenste zwangerschap.
De huidige aanpak loopt tot en met 2025. Ik geef hieraan een vervolg. Want wie (nog)
geen kinderen wil, moet zich tegen een zwangerschap kunnen beschermen. En mensen die
te maken krijgen met een onbedoelde zwangerschap moeten kunnen rekenen op betrouwbare
informatie en goede ondersteuning. Zo vergroten we de regie van mensen op hun leven:
met óf zonder kinderwens.
In deze brief beschrijf ik de voortgang van de aanpak van het afgelopen jaar (2024).
Ook schets ik mijn plannen voor het vervolg op de huidige aanpak per 2026. Ik ga in
op een aantal door uw Kamer aangenomen moties: (1) Motie Stoffer (SGP)2, (2) Motie Tielen (VVD)3 en (3) Motie Diederik van Dijk (SGP).4 Met deze brief geef ik tot slot gestand aan een aantal toezeggingen: het informeren
van de Kamer over vervolgplannen ten aanzien van het vergroten van de regie op de
kinderwens (Kamerstuk 29 963, nr. 27),5 het tegengaan van de gevolgen van desinformatie6 en een vervolg van de extra anticonceptiecounseling in de abortuskliniek.7
Uw Kamer ontvangt bij deze brief twee bijlagen: (1) de meest recente monitor van de
Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid
en Milieu (RIVM) en (2) het kwalitatief onderzoek van het RIVM «Toegang tot anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie».
Voortgang 2024 per pijler
Pijler 1: Voorkomen van een onbedoelde en/of ongewenste zwangerschap
Ik vind het van groot belang om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen. In de eerste
pijler wordt daarom op verschillende manieren gewerkt aan preventie.
A. Gerichte publiekscommunicatie
De campagne voor jongeren over anticonceptie liep van 16 december 2024 tot en met
31 januari 2025. Ik ben zeer tevreden met de behaalde resultaten en heb daarom besloten
de campagne in het najaar van 2025 te herhalen, met verbeteringen op basis van de
ervaringen van de eerste campagneperiode.
Soa Aids Nederland en Rutgers ontwikkelden de campagne in opdracht van VWS, met bestaande
materialen van de Vrij Veilige Datingshow8, aangevuld met nieuw materiaal. Er zijn video's gemaakt waarin jongeren vragen stellen
over seks aan familieleden (bijv. video 1 en video 2) en straatinterviews met jongeren over seks, soa’s en anticonceptie (video). De campagne was zichtbaar op TikTok, Instagram (43.000 bezoekers), YouTube (6.000 bezoekers),
DPG-media9 (3.000 bezoekers) en de Sense-website en op offline posters op plekken waar jongeren
vaak komen. Via de online kanalen konden jongeren doorklikken naar Sense.info. Dat
gebeurde 141.000 keer. Jongeren vonden op Sense.info meer informatie over anticonceptie,
hormonen, natuurlijke methoden en condoomgebruik ter preventie van soa's. Sense reageerde
op meer dan 1.000 comments van de doelgroep, corrigeerde misverstanden en verwees
naar hun website voor meer informatie. De man/vrouw-verhouding was op alle platformen
evenwichtig, wat belangrijk is omdat het voorkomen van onbedoelde zwangerschappen
en soa's een gedeelde verantwoordelijkheid is. Er was sprake van veel interactie met
de doelgroep vanuit Sense en tussen jongeren zelf. Populaire pagina’s op Sense.info
waren «natuurlijke anticonceptiemethoden» (3.800 bezoekers) en «veelgestelde vragen
over misverstanden over anticonceptie en soa’s» (128.000 klikken).
B. Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en Seksualiteit
Het Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en Seksualiteit ging, als onderdeel van
het programma Gezonde School, in 2019 van start en loopt dit jaar af. Het programma
is bedoeld als tijdelijke impuls met als doel collectieve preventie op het gebied
van seksuele en relationele vorming via het onderwijs structureel te verbeteren. De
afgelopen jaren namen ruim 2.000 scholen deel.
In het schooljaar 2023/2024 maakten 339 scholen10 gebruik van de stimuleringsregeling Gezonde Relaties en Seksualiteit. Ook voor het
huidige schooljaar 2024/2025 is de belangstelling groot, met momenteel 311 deelnemende
scholen.11 De laatste evaluatie van het programma12 laat zien dat 89% van de scholen tevreden is met de uitvoering van de regeling. 91%
van de scholen ziet dat leerlingen sinds de toekenning van de stimuleringsregeling
respectvoller omgaan met hun eigen seksualiteit en die van de ander. En bijna de helft
van de scholen geeft specifiek aandacht aan hoog risicogroepen met betrekking tot
het thema relaties en seksualiteit. 28% van de scholen heeft het thema in het beleid
en visie vastgelegd en 44% heeft hier een begin mee gemaakt.
Ter ondersteuning van scholen is in de professionaliseringactiviteiten van het stimuleringsprogramma
extra ingezet op de onderwerpen borging, ouderbetrokkenheid en het omgaan met polarisatie.
Steeds meer hogeschoolopleiders gebruiken het ontwikkelde lesmateriaal13 op hun lerarenopleidingen, en er zijn workshops gegeven tijdens congressen en op
hogescholen. Vanuit de GGD’en wordt gewerkt aan de continuïteit van de activiteiten,
ook na de afronding van het programma in 2025.
C. Gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie
Om onbedoelde en/of ongewenste zwangerschappen te voorkomen zijn extra maatregelen
genomen om gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie
beschikbaar te maken. Allereerst wordt er vanaf 2023 tot en met 202714 extra geïnvesteerd in het landelijk programma Nu Niet Zwanger (NNZ) dat door de GGD
GHOR Nederland wordt uitgevoerd. Daarnaast is via de SPUK GALA (Specifieke Uitkering
voor de onderdelen uit het Gezond en Actief Leven Akkoord) extra geld beschikbaar
gesteld waarmee gemeenten indien nodig anticonceptie kunnen betalen voor Nu Niet Zwanger-cliënten.
Ook wordt sinds 1 juli 2023 in verschillende abortusklinieken in het land ervaring
opgedaan met het op maat geven van extra anticonceptieconsulten aan vrouwen in een
meer kwetsbare positie, vlak voor of na een abortusbehandeling.
Beide maatregelen zijn geëvalueerd door het RIVM als onderdeel van de kwalitatieve
monitor onbedoelde zwangerschappen (zie bijlage 2). Dit verdiepende onderzoek laat
zien dat zowel de inzet van extra anticonceptiecounseling in abortusklinieken als
de impulsgelden voor het landelijk programma NNZ kunnen bijdragen aan een verbeterde
toegankelijkheid tot anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie. De voortzetting
van beide maatregelen is aan te bevelen, zo stelt het RIVM.
De extra middelen voor het landelijk programma Nu Niet Zwanger blijven tot en met
2027 beschikbaar. En de extra anticonceptiecounseling in de abortusklinieken wordt
vanaf 2026 een vast en structureel onderdeel van de Subsidieregeling abortusklinieken.
Pijler 2: Informatie en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap
Binnen de tweede pijler zorg ik voor laagdrempelige en passende informatie en voor
goede en landelijk beschikbare ondersteuning bij een onbedoelde of ongewenste zwangerschap.
A. Landelijk informatiepunt onbedoelde zwangerschap
Het Landelijk informatiepunt bestaat uit de website www.infopuntonbedoeldzwanger.nl en een chat- en telefoonlijn. Het informatiepunt wordt door Fiom beheerd en verwijst
door naar gespecialiseerde keuzehulpverleners en hulpverleners psychosociale hulp
na abortus, mocht dit wenselijk zijn.
In 2024 bezochten opnieuw meer individuele bezoekers de website, namelijk 45.316,
een stijging van 5,25% ten opzichte van 2023. Er kwamen 455 telefoontjes binnen bij
het informatiepunt, een aantal dat ongeveer gelijk is aan dat van 2023. Het aantal
chatgesprekken is verder gestegen: 949 mensen zochten via de chat contact. In 2023
waren dat 782 mensen en in 2022 508. In de nieuwe aanpak per 2026 blijft het aanbod
van het Landelijk informatiepunt behouden.
B. Keuzehulp bij onbedoelde zwangerschap
Mensen die behoefte hebben aan begeleiding bij het komen tot een keuze15 over een onbedoelde zwangerschap hebben allereerst de mogelijkheid tot het volgen
van een online zelfhulpmodule «Zwanger wat nu?», aangeboden door Fiom. In 2024 maakten
1.607 mensen van dit aanbod gebruik. Daarnaast is er het landelijk dekkend netwerk
van keuzehulpverleners. Er zijn momenteel vijf aanbieders en tientallen vestigingen
in het land. Er wordt zowel online als face-to-face hulp geboden. Keuzehulpverleners
zijn verplicht tot registratie, training en intervisie vanuit Kenniscentrum Fiom.
Met een factsheet16 rapporteert Fiom jaarlijks over de keuzehulp. Dit jaar zijn ook de chatgesprekken
voor het eerst in de factsheet opgenomen. Dit zorgt voor een forse stijging van het
aantal keuzehulptrajecten in vergelijking met voorgaande jaren, waarin de chatgesprekken
geen onderdeel van de factsheet waren. Verder blijkt dat in 2024 1.800 keuzehulptrajecten17 zijn doorlopen bij de 5 verschillende aanbieders. Het grootste deel van de gesprekken
vond alleen met de vrouw plaats. Bijna de helft van de gesprekken was fysiek en 75%
van de zwangeren was korter dan 9 weken zwanger. Opvallend is dat 27% van de vrouwen
en 17% van de mannen volgens de keuzehulpverlener die de data aanleverde een vorm
van druk heeft ervaren tijdens de besluitvorming. In 2023 was dit 15% van de vrouwen
en 19% van de mannen. De druk kan zowel gaan over sturing richting een zwangerschapsafbreking
of juist richting het uitdragen van de zwangerschap. Deze cijfers komen niet overeen
met internationaal onderzoek18 naar druk bij onbedoelde zwangerschap en zijn daarmee opvallend. Het lijkt aannemelijk
dat mensen die professionele hulp zoeken bij het maken van een keuze vaker van mening
verschillen met hun partner of mensen om hen heen. Vanuit dat «conflict» kan druk
ontstaan. De keuzehulpverlener kan hierbij ondersteuning bieden zodat de vrouw alsnog
de voor haar beste keuze kan maken. Fiom doet momenteel onderzoek naar het onderwerp
druk binnen het besluitvormingsproces en wat hierin helpend voor de zwangere zou kunnen
zijn. De resultaten worden in 2026 verwacht.
De online zelfhulpmodule en het landelijk dekkend netwerk keuzehulp blijven in de
nieuwe aanpak per 2026 beschikbaar.
C. Psychosociale hulp na een abortus
In Nederland is de eventuele keuze voor abortus een veilige keuze; het leidt niet
tot (mentale) gezondheidsschade voor de vrouw.19, 20 Maar uiteraard kan er behoefte zijn aan extra ondersteuning bij de verwerking van
een zwangerschapsafbreking. Voor mensen die hier behoefte aan hebben is de online
zelfhulpmodule «Abortusverwerking» beschikbaar, aangeboden door Fiom. In 2024 maakten
334 mensen hiervan gebruik. Daarnaast is er sinds juli 2023 het landelijk dekkend
netwerk hulpverleners psychosociale hulp na abortus. Dit wordt als optionele extra
taak binnen de open house voor keuzehulp gefinancierd. Er zijn momenteel 5 aanbieders en tientallen vestigingen
in het land waar deze face-to-face hulp wordt geboden. Hulpverleners zijn verplicht
tot registratie, training en intervisie vanuit Kenniscentrum Fiom.
Met een factsheet21 rapporteert Fiom dit jaar voor het eerst over psychosociale hulp na abortus. In 2024
vonden 272 trajecten plaats. Voor het overgrote deel van de (voornamelijk vrouwelijke)
cliënten was de zwangerschapsafbreking korter dan een jaar geleden. Zij zochten hulp
bij gevoelens van verdriet, schuldgevoel, spijt, somberheid en eenzaamheid.
Zowel de online zelfhulpmodule als het landelijk dekkend netwerk voor face-to-face
hulp na een abortus blijven ook na 2026 beschikbaar.
D. Gespreksleidraad onbedoelde zwangerschap voor huisartsen
De SeksHAG (een expertgroep van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG)), Fiom
en Rutgers hebben gezamenlijk met groot succes gewerkt aan het inmiddels afgeronde
project «Verbetering van begeleiding bij onbedoelde zwangerschap in de huisartsenpraktijk
en implementatie van de leidraad»22. Sinds 2024 zijn er geaccrediteerde e-learnings voor huisartsen beschikbaar. Huisartsen die de medicamenteuze zwangerschapsafbreking
aan hun patiënten aanbieden zijn verplicht tot het volgen van alle genoemde online
modules, behalve de module over preventie. Het streven was om in het eerste jaar minimaal
100 huisartsen te scholen. Dat aantal is ruim overschreden. In 2024 (peildatum 31-12-2024)
ging het om de volgende aantallen: (1) Geslaagd voor de module Keuzehulp: 466 huisartsen.
(2) Geslaagd voor de module Nazorg: 320 huisartsen. (3) Geslaagd voor de module Preventie
(herhaalde) onbedoelde zwangerschap: 216 huisartsen. (4) Geslaagd voor de module medicamenteuze
zwangerschapsafbreking: 65 huisartsen.
De e-learnings worden blijvend beheerd door Rutgers en Fiom, in samenwerking met de SeksHag.
E. Begeleiding bij afstand ter adoptie
Het aantal vrouwen in Nederland dat overweegt om hun kind af te staan ter adoptie
is relatief laag (gemiddeld 60 per jaar). Ongeveer een derde van hen besluit uiteindelijk
daadwerkelijk afstand te doen van hun kind.
Sinds 2024 is de begeleiding van vrouwen die overwegen een kind ter adoptie af te
staan of in het verleden afstand ter adoptie van een kind hebben gedaan in een aparte
opdracht23 geregeld. Na een aanbestedingsprocedure is deze opdracht aan Fiom gegund. In de nieuwe
opdracht is meer ruimte gekomen voor de ondersteuning (nazorg) van mensen die in het
verleden afstand ter adoptie van hun kind(eren) deden.
In 2024 is begeleiding gestart aan 38 nieuwe cliënten en waren er in totaal 97 actieve
trajecten waarin vrouwen (en hun partner) begeleiding is geboden tijdens het keuzeproces,
na de bevalling en tijdens de bedenktijd na de bevalling. Afhankelijk van hun keuze
is begeleiding geboden bij het verdere afstandstraject of is er een warme toeleiding
geweest naar zelf zorgen of pleegzorg.
De Landelijke Afstand Ter Adoptie Registratie (LATAR24) biedt inzicht in de begeleiding bij afstand ter adoptie. In het tweede kwartaal
van dit jaar wordt de rapportage over 2024 verwacht.
Pijler 3: Zorg en ondersteuning voor (aanstaande) ouders: een Kansrijke Start
Binnen de Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap is de samenwerking met Kansrijke
Start op de volgende manieren vormgegeven:
• Gratis en toegankelijke anticonceptie voor personen in een kwetsbare situatie: extra
middelen voor de verbreding en uitbreiding van Nu Niet Zwanger zodat meer mensen in
een kwetsbare situatie ondersteund worden bij het nemen van regie op hun kinderwens
en daarmee betere toegang krijgen tot anticonceptie. En extra middelen voor gemeenten
via de SPUK GALA om anticonceptie te betalen voor mensen die ondersteund worden via
Nu Niet Zwanger en dit zelf niet kunnen betalen.
• Kansrijke Start en Nu Niet Zwanger zijn meer gaan samenwerken met het Landelijk informatiepunt
onbedoelde zwangerschap en de keuzehulpverleners.
• Gezamenlijk ZonMw-kennisprogramma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap.
De doelen binnen deze pijler zijn behaald: de samenwerking is de afgelopen jaren in
praktijk gebracht. Deze pijler zal in de nieuwe Aanpak per 2026 dan ook komen te vervallen.
Pijler 4 Onderzoek en monitoring
De laatste pijler bestaat uit het onderzoek en de monitoring over onbedoelde en/of
ongewenste zwangerschap.
A. RIVM-monitor
Het RIVM is verantwoordelijk voor de monitor van de Aanpak onbedoelde en ongewenste
zwangerschap. De monitor bestaat uit een cijferoverzicht (kwantitatieve rapportage
met indicatoren, bijlage 1) en een verdiepend kwalitatief onderzoek, in 2023 en 2024
over de maatregelen ter verbetering van de toegang tot anticonceptie voor personen
in een kwetsbare situatie (bijlage 2).
In het cijferoverzicht zijn ten opzichte van vorig jaar drie nieuwe indicatoren toegevoegd;
(1) het aantal aanmeldingen voor psychosociale hulp na abortus na een onbedoelde zwangerschap,
(2) het aantal aanmeldingen voor de online zelfhulpmodule «Abortusverwerking» van
Fiom en (3) cijfers over het gebruik van anticonceptie.
B. ZonMw-programma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap
Met dit ZonMw-programma wordt kennis gegenereerd over preventie, zorg en ondersteuning
bij onbedoelde zwangerschappen.25 Eén van de doelstellingen van het programma is om ervoor te zorgen dat de ontwikkelde
kennis beschikbaar wordt gemaakt voor de praktijk. ZonMw organiseert meerdere keren
per jaar een leernetwerkbijeenkomst KOOZ (Kwetsbaar Ouderschap Onbedoelde Zwangerschap)
voor alle betrokkenen bij de projecten en heeft een online platform waar ervaringen,
tips en onderzoeksresultaten worden gedeeld.
Er zijn recent twee projecten afgerond:
(1) «Shkorey»26, voor Eritreeërs in Leeuwarden is er een serious game, de Shkorey-app, ontwikkeld.
Het project heeft geleid tot samenwerkingen tussen verloskundigen, kraamzorg en maatschappelijk
werkers bij Humanitas. De app is klaar voor bredere implementatie, ook buiten Leeuwarden.
(2) «Understanding vulnerability»27, laat zien dat mbo’ers niveau 1 en 2, jongeren zonder startkwalificatie of zonder
werk vaker te maken krijgen met onbedoelde zwangerschappen in combinatie met factoren
zoals armoede en een instabiele thuissituatie. Aanbevolen wordt om preventie van en
ondersteuning bij onbedoelde zwangerschappen te integreren in de preventie van huiselijk
geweld en schooluitval, en gerichte ondersteuning te bieden. De rest van de onderzoeksresultaten
komen vanaf eind 2025 tot eind 2026 beschikbaar. De (tussentijdse) resultaten die
nu al beschikbaar zijn, zijn verwerkt in de plannen voor de aanpak per 2026. De eventuele
opvolging van de nog te verwachten resultaten wordt meegenomen in de verdere uitwerking
van de Aanpak onbedoelde zwangerschap per 2026, waarover ik uw Kamer komend najaar
informeer.
C. Aanvullend onderzoek via ZonMW
In februari 2023 is de studie Aanvullende Vragen Onbedoelde Zwangerschap (AVOZ studie)
van start gegaan.28 Het Amsterdam UMC, Utrecht UMC, UMC Groningen, Fiom en Rutgers werken samen aan dit
onderzoeksproject. ZonMw heeft deze aanvullende onderzoeksvragen in opdracht van het
Ministerie van VWS uitgezet vanuit het programma Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar
(jong) ouderschap.
De eerste resultaten van de AVOZ studie zijn inmiddels gepubliceerd.29 De volgende deelstudies komen deze zomer tot een afronding: (1) onderzoek naar de
factoren die bijdragen aan het ontstaan van een onbedoelde zwangerschap; (2) onderzoek
naar de ervaringen van mannen en vrouwen met de zorg en ondersteuning bij een onbedoelde
zwangerschap; en tot slot (3) aanbevelingen ter verbetering van het voorkomen van
en de zorg en ondersteuning bij een onbedoelde zwangerschap. De resultaten van deze
deelstudies zullen voor het zomerreces van 2025 met de Kamer worden gedeeld. Ik zal
uw Kamer komend najaar mijn reactie en mijn opvolging van de aanbevelingen sturen.
Aanpak onbedoelde zwangerschap op de BES-eilanden
Sinds 2022 is gewerkt aan het verbeteren van de informatie, hulp en ondersteuning
aan onbedoeld zwangeren op de BES-eilanden. Daarbij is rekening gehouden met al bestaande
en krachtige lokale initiatieven, zoals de succesvolle website SabaLovin.30 In nauw overleg met de professionals op de eilanden en Fiom is in januari 2024 met
aanvullende activiteiten gestart, waarover uw Kamer in de vorige voortgangsrapportage
is geïnformeerd.31
Fiom inventariseerde de (bij)scholingswensen van professionals die bij een onbedoeld
zwangere vrouw betrokken zijn. Er lijkt op dit moment geen behoefte aan (bij)scholing.
Tot nu toe wordt ook beperkt gebruik gemaakt van de telefoon- en chatdienst van het
Landelijk Informatiepunt Onbedoelde zwangerschap door inwoners van de BES-eilanden
(4 telefoontjes en 6 chatgesprekken in 2024). Een mogelijke verklaring hiervoor is
de onbekendheid van dit nieuwe aanbod op de eilanden.
Begin dit jaar is de opzet van het programma Nu Niet Zwanger gestart op Bonaire. In
2025 zal een kwartiermaker vanuit het landelijk programmateam van GGD GHOR Nederland
in nauwe samenwerking met de projectleider van de lokale GGD en andere professionals
op Bonaire invulling gaan geven aan het programma. Er zal hierbij ook aandacht worden
gegeven aan een betere vindbaarheid van het Landelijk Informatiepunt Onbedoelde Zwangerschap
en de (bij)scholingsmogelijkheden vanuit Fiom.
De Aanpak onbedoelde en ongewenste zwangerschap 2026 t/m 2029
De nieuwe Aanpak onbedoelde zwangerschap zal bestaan uit drie pijlers en loopt van
2026 t/m 2029. Een aantal activiteiten binnen de huidige aanpak blijft onveranderd,
omdat deze relevant en nodig blijven. Er zijn echter ook (tijdelijke) projecten en
activiteiten die, zoals reeds voorzien, na 2025 stoppen of worden aangepast.
Pijler 1 blijft de grootste pijler vanwege het grote belang dat ik hecht aan preventie.
De titel van deze pijler wordt van «Voorkomen van een onbedoelde en/of ongewenste
zwangerschap» veranderd in «Regie op kinderwens».
Hieronder presenteer ik kort een aantal nieuwe maatregelen per 2026. Een uitgebreide
brief met daarin de nieuwe Aanpak onbedoelde zwangerschap per 2026 deel ik dit najaar
met uw Kamer.
Pijler 1: Regie op kinderwens
Iedereen die graag kinderen wil, moet zich goed kunnen voorbereiden op een gezonde
zwangerschap. Voor wie (nog) geen kinderen wil, moet informatie over bescherming tegen
zwangerschap toegankelijk zijn. Zo vergroten we de regie van mensen op hun leven met
óf zonder kinderwens. Goede gezondheidsvaardigheden, voorlichting over anticonceptie
en kennis over vruchtbaarheid zijn essentieel om deze regie te krijgen en houden.
Bevorderen van seks met condoom
Het condoomgebruik daalt.32 Dat is zorgelijk in het kader van soa preventie. Maar ook omdat het condoom tegen
een zwangerschap beschermt en een oplossing kan zijn wanneer men (liever) geen (hormonale)
anticonceptie gebruikt.
Momenteel doet Soa Aids Nederland in opdracht van het Ministerie van VWS onderzoek
naar effectieve interventies om het condoomgebruik te stimuleren. De resultaten worden
rond de zomer van 2025 verwacht. Op basis van deze resultaten, zal ik één of meerdere
activiteiten starten om het condoomgebruik in de lift te krijgen.
Seksuele en Relationele vorming via de Gezonde School
Vanaf 2026 maakt dit belangrijke thema weer deel uit van Gezonde School, samen met
andere gezondheidsthema’s zoals Voeding en Sport & Bewegen.
Scholen kunnen de Stimuleringsregeling Gezonde School aanvragen. Ongeveer 800 scholen
kunnen daarmee jaarlijks begeleiding krijgen van een Gezonde School-adviseur (10 uur
per school). En ongeveer 230 scholen kunnen het stimuleringsbudget van € 1.200 voor
activiteiten of taakuren van de Gezonde School-coördinator ontvangen (als zij dit
budget sinds 2022 niet meer gekregen hebben).33 Gezien de belangstelling voor het thema Gezonde Relaties en Seksualiteit, mede als
gevolg van de Stimuleringsregeling, wordt verwacht dat veel scholen dit thema ook
in de toekomst kiezen.
Preventieve collectieve publiekscommunicatie
In samenspraak met de Kennisinstituten op het gebied van seksuele en reproductieve
gezondheid (Fiom, Rutgers en Soa Aids Nederland) maak ik afspraken zodat preventie
met behulp van collectieve publiekscommunicatie (meer dan nu) een kernactiviteit wordt
binnen de instellingssubsidies voor deze instituten. De communicatie over onder andere
regie op kinderwens, anticonceptie en vruchtbaarheid moet zich gaan richten op verschillende
doelgroepen, ook op jongens en mannen.
Terugdringen van de gevolgen van mis- en desinformatie34
Ik focus mij op het bestrijden van de gevolgen van mis- en desinformatie. We worden
steeds vaker geconfronteerd met onjuiste informatie over anticonceptie, onbedoelde
zwangerschap, abortus en seksuele vorming. Dat baart mij grote zorgen omdat iedereen
in Nederland keuzes moet kunnen maken op basis van betrouwbare informatie, zonder
hierbij misleid te worden.
Deze kwestie is helaas complex en er zijn geen eenvoudige oplossingen. Daarom is het
Ministerie van BZK een onderzoek gestart naar de risico’s van online mis- en desinformatie
op volksgezondheid. De resultaten worden medio 2025 verwacht. Op basis hiervan bepaal
ik hoe het Ministerie van VWS hier beleid op kan ontwikkelen. Parallel hieraan werk
ik aan maatregelen om de negatieve gevolgen van mis- en desinformatie over anticonceptie,
onbedoelde zwangerschap, abortus en seksuele en relationele vorming te beperken. Ik
informeer uw Kamer in het najaar over de uitwerking van mijn plannen.
Pijler 2: Informatie en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap
Ondanks onze preventieve maatregelen zullen onbedoelde zwangerschappen blijven voorkomen.
Niet alles in het leven is nu eenmaal maakbaar. Het is heel voorstelbaar dat mensen
twijfels en vragen hebben op het moment dat een zwangerschap hen overvalt. Daarom
zorg ik voor goede informatie en ondersteuning op dit terrein, zowel voor mensen die
zwanger raken als mensen die zwanger maken. Uiteraard sta ik voor zelfbeschikking
voor onbedoeld of ongewenst zwangeren en bescherm ik die belangrijke verworvenheid.
Het Landelijk informatiepunt onbedoelde zwangerschap, de keuzehulp, psychosociale
hulp na abortus, begeleiding bij afstand ter adoptie, de leidraad en e-learning voor
huisartsen blijven allemaal onveranderd onderdeel van mijn aanpak per 2026.
Pijler 3: Onderzoek en monitoring
Binnen deze pijler is onderzoek en monitoring op het terrein van onbedoelde zwangerschap
ondergebracht.
Onderzoeksprogramma ZonMw: implementatiefase (t/m 2028)
Het onderzoeksprogramma van ZonMw: Onbedoelde zwangerschap en (jong) kwetsbaar ouderschap zal medio 2028 worden afgerond met een slotbijeenkomst.
Begin 2025 zijn er twee implementatierondes beschikbaar gekomen: (1) een verspreidings-
en implementatieronde (VIMP)35 en (2) een impact stimuleringssubsidie36. Na een selectieprocedure, die op dit moment loopt, kunnen deze projecten eind 2025
van start gaan. Eind 2027 worden de resultaten opgeleverd. Het doel van deze implementatieronde
is om de resultaten uit de onderzoeken te borgen in de praktijk, zodat er ook daadwerkelijk
impact kan worden gemaakt met de verworven onderzoeksresultaten van dit programma.
Monitoring
Ik zal de monitoring eenvoudiger vormgeven en stop per 2026 de opdracht hiervoor aan
het RIVM. Hiermee wordt naar verwachting ongeveer € 200.000 per jaar bespaard. Dit
budget zet ik in voor maatregelen met een direct effect op de doelgroep, zoals het
bestrijden van mis- en desinformatie.
Ik wil een beperkte indicatorenset met algemene cijfers over onbedoelde zwangerschappen
op een online goed vindbare plek, het liefst real-time, beschikbaar houden. Ik onderzoek
momenteel wat hiervoor een passende plek is en wie de gegevens kan verzamelen en publiceren.
Ik zal uw Kamer hierover in het najaar van dit jaar nader informeren.
Moties
De motie Stoffer (SGP) c.s. verzoekt de regering de subsidie voor relationele en seksuele
vorming ook beschikbaar te stellen als scholen die erkende programma’s willen gebruiken
zonder de verplichtingen van het programma Gezonde School.37
Scholen zijn niet verplicht deel te nemen aan Gezonde School en kunnen zelf kiezen
hoe zij lessen over seksuele vorming invullen en welke ondersteuning zij wensen. Scholen
kunnen materiaal kiezen dat past bij hun visie. Zoals gebruikelijk is bij subsidies,
zijn hier wel voorwaarden aan verbonden.
Het is van belang om onderscheid te maken tussen het tijdelijke Stimuleringsprogramma
Gezonde Relaties en Seksualiteit en het ondersteuningsaanbod van Gezonde School, die
verschillende mogelijkheden en voorwaarden hebben. Zoals hierboven beschreven zal
het thema Gezonde Relaties en Seksualiteit per 2026 weer een vast onderdeel worden
van de Gezonde School. De belangrijkste verschillen van vóór en ná 2026 zijn:
Onderdelen:
Stimuleringsprogramma Gezonde Relaties en Seksualiteit (2019–2025)
Gezonde Relaties en Seksualiteit onderdeel van de Gezonde School (2026–2029)
Scholing (eenmalige e-learning) van een Gezonde School Coördinator (GSC)
Verplicht onderdeel
Geen verplicht onderdeel
Aanstellen van een GSC op school
Verplicht
Verplicht
Ondersteuningsuren Gezonde School Adviseur (GSA) vanuit lokale GGD
20 uur
10 uur
Stimuleringsbudget voor activiteiten zoals de aanschaf erkende lespakketten of scholing
docenten1
€ 5.000,–
€ 1.200,–
Scholen die al eerder stimuleringsbudget hebben aangevraagd
Konden dit in een nieuwe ronde opnieuw aanvragen
Kunnen geen budget meer aanvragen, wel ondersteuningsuren van GSA
X Noot
1
Zie website van de gezondeschool of loket gezond leven voor een actueel overzicht
Gezonde School stimuleert om te werken vanuit vier pijlers: educatie, schoolomgeving,
signaleren, beleid. De vier pijlers zijn gebaseerd op de wetenschappelijk onderbouwde
Whole School Approach.38 Deze aanpak en de voorwaarde van de subsidie die hieraan verbonden zijn garanderen
de kwaliteit en structurele inzet op de gezondheid van leerlingen. Daarom zie ik geen
aanleiding om deze voorwaarden aan te passen en beschouw ik deze motie als afgedaan.
De motie Tielen (VVD) verzoekt de regering om te onderzoeken of en hoe huisartsen
en apothekers proactief en gericht een «pil-stopgesprek» kunnen aanbieden.39
In dit kader heb ik gesproken met het Nederlands Huisartsengenootschap (NHG), de Landelijke
Huisartsen Vereniging (LHV) en de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering
der Pharmacie (KNMP). Huisartsen werken volgens professionele richtlijnen, zoals de
NHG-standaard Anticonceptie. De NHG standaard Anticonceptie adviseert om gesprekken
over anticonceptie op verschillende momenten aan te bieden, bijvoorbeeld na de start
met een nieuw middel. Deze gesprekken vinden plaats op verzoek van de patiënt. Huisartsen
hebben inzicht in het medicatiegebruik van patiënten, maar ontvangen geen melding
in hun systeem wanneer een patiënt stopt met anticonceptie. Wel informeren huisartsen
bij patiënten in een kwetsbare situatie vaker tijdens het consult naar het gebruik
van anticonceptie. De zorgstructuur maakt het momenteel moeilijk om actief contact
op te nemen over het stoppen met anticonceptie. Patiënten kunnen altijd bij hun huisarts
terecht voor vragen over anticonceptie.
Apothekers werken ook volgens richtlijnen en bieden zorg via consulten, bijvoorbeeld
bij vervolguitgifte van anticonceptie. Ze ontvangen echter geen meldingen wanneer
iemand stopt met anticonceptie en het is onduidelijk of er behoefte is aan een «pil-stopgesprek».
Apothekers kunnen vrouwen begeleiden bij het zoeken naar anticonceptie en bieden digitale
ondersteuning via apotheek-apps. Bijwerkingen en vragen kunnen ook met de apotheker
worden besproken.
Zowel de LHV, NHG als de KNMP benadrukken het belang van betrouwbare informatie over
anticonceptie, via websites zoals Thuisarts.nl en Apotheek.nl. Om deze reden zetten
we vanuit VWS dan ook volop in op de doorontwikkeling van Thuisarts.nl. Ook zijn er
diverse andere websites waar informatie is te vinden over anticonceptie voor verschillende
doelgroepen.40
Op basis van gesprekken met het NHG, de LHV en de KNMP concludeer ik dat het invoeren
van een proactief «pil-stopgesprek» niet haalbaar is. Dit betekent echter niet dat
betrouwbare informatie over anticonceptie niet belangrijk is, en zowel ik als de beroepsgroepen
blijven hieraan werken. De motie van het lid Tielen beschouw ik hiermee als afgedaan.
Tot slot mijn reactie op de motie van het lid Diederik van Dijk (SGP) c.s.41 over extra maatregelen om onbedoelde zwangerschappen te voorkomen, hulp aan onbedoeld
zwangere vrouwen te verbeteren, in kaart te brengen welke eventuele aanvullende maatregelen
er genomen zouden kunnen worden en wat de financiële consequenties hiervan kunnen
zijn.
In het tweeminutendebat Medische Ethiek van 4 februari jl. heb ik uw Kamer een terugkoppeling
in deze brief beloofd. Veel van de huidige activiteiten binnen de Aanpak onbedoelde
en/of ongewenste zwangerschap worden onveranderd doorgezet. En op basis van wetenschappelijk
onderzoek en signalen vanuit het veld zet ik aanvullend in op het bevorderen van condoomgebruik
en het verminderen van de gevolgen van mis- en desinformatie. Omdat ik nog wacht op
de uitkomsten van lopend onderzoek, waarbij met name de AVOZ-studies over het verbeteren
van de preventie en ondersteuning bij onbedoelde zwangerschap van belang is, kan ik
op dit moment de gevraagde financiële consequenties nog niet precies in kaart brengen.
Op dit aspect van de motie kom ik terug in mijn brief van komend najaar. Hierin geef
ik mijn reactie op de AVOZ-studies en presenteer ik mijn definitieve Aanpak onbedoelde
zwangerschap 2026–2029.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V.P.G. Karremans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.P.G. Karremans, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport