Brief regering : Kabinetsinzet Ministeriële Vergadering Raad van Europa
20 043 Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa
Nr. 150
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2025
De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken heeft in november 2022 gevraagd om jaarlijks
in aanloop naar de ministeriële vergadering van de Raad van Europa (RvE) de Kamer
te informeren over de kabinetsinzet. Dit jaar vindt de ministeriële vergadering plaats
op 13 en 14 mei a.s. in Luxemburg. Met deze brief voldoe ik graag aan dit verzoek.
Inleiding
Het Luxemburgse voorzitterschap van het Comité van Ministers (CM) van de RvE vindt
plaats tegen een achtergrond van ongekende geopolitieke ontwikkelingen. Ontwikkelingen
die het belang van een sterker en weerbaarder Europa naar de voorgrond hebben getild.
Een veilig, welvarend en weerbaar Europa kan niet bestaan zonder functionerende democratische
rechtsstaten en nauwe, constructieve samenwerking onderling. De RvE speelt een cruciale
rol in het borgen van mensenrechten, rechtsstaat en democratie in Europa. De komende
ministeriële vergadering biedt een goede gelegenheid voor de lidstaten om te bespreken
hoe de RvE op deze ontwikkelingen dient in te spelen.
Hoewel de definitieve agenda nog niet is vastgesteld, zal in Luxemburg naar verwachting
worden gesproken over de rol van de RvE in de wereld, steun aan Oekraïne, een «Nieuw
Democratisch Pact voor Europa» en implementatie van de «Verklaring van Reykjavik».
In de marge van de vergadering zal bovendien het Europees Advocatenverdrag worden
ondertekend door diverse lidstaten, waaronder Nederland.
Rol van de Raad van Europa in de wereld en t.o.v. andere internationale organisaties
De RvE is in 1949 opgericht vanuit de overtuiging dat bescherming van mensenrechten
en een stevige democratische rechtsstaat de basis vormen voor stabiliteit, vrede en
welvaart. Ruim 75 jaar later staan deze waarden onder druk. Toch heeft de RvE juist
nu een belangrijke rol te vervullen. De gezamenlijk waarden, waarop de RvE is gestoeld,
bieden houvast binnen een complexe geopolitieke dynamiek en bieden handvatten voor
versteviging van de weerbaarheid van Europa. Hoewel nationale defensie expliciet uitgesloten
is van het RvE-mandaat, werkt de RvE ook aan normen en samenwerking op het terrein
van veiligheid, waaronder het tegengaan van financiering van terrorisme en witwassen,
terrorisme, transnationale misdaad en cybercrime. Hiermee draagt de RvE bij aan een
gezamenlijke, effectievere aanpak van grensoverschrijdende problemen die de Europese
veiligheid ondermijnen.
Binnen het bredere multilaterale bestel zet Nederland zich in voor goede samenwerking
en complementariteit tussen de RvE en andere internationale organisaties. In dit kader
is met name de synergie tussen de RvE en de EU van belang. Zo maakt de EU veelvuldig
gebruik van onder meer rapporten van de Venetië-Commissie en GRECO (Groep van Staten
tegen Corruptie) bij het beoordelen van de hervormingen in EU-kandidaat-lidstaten
en treedt de EU toe tot diverse RvE-instrumenten, waaronder het Europees Verdrag voor
de Rechten van de Mens (EVRM) en het Verdrag van Istanboel. In het kader van versterkte
Europese weerbaarheid zal Nederland zich blijven inzetten voor versteviging van de
RvE-EU-relatie.
Om een speler van betekenis te kunnen blijven, is het bovendien van belang te behouden
wat de RvE onderscheidt van andere organisaties en dat is primair het mensenrechtensysteem.
Het EVRM, in combinatie met toezicht door het Europees Hof voor de Rechten van de
Mens (EHRM) en het CM, wordt beschouwd als het meest effectieve mensenrechtensysteem
ter wereld. Nederland zal zich derhalve blijven inzetten voor versteviging hiervan.
Steun aan Oekraïne
Accountability
De steun van de RvE aan Oekraïne richt zich met name op herstel van gerechtigheid
voor het land en zijn inwoners, oftewel accountability van Rusland voor zijn agressie tegen Oekraïne. Voor Nederland is de betrokkenheid
van de RvE temeer relevant, omdat Nederland kort na de Russische grootschalige inval
in Oekraïne de rol van voortrekker van het thema «restoring justice for Ukraine» op zich heeft genomen. Er wordt derhalve nauw samengewerkt op dit terrein.
Betrokkenheid van de RvE is in het bijzonder instrumenteel bij twee ontwikkelingen.
Ten eerste de oprichting van een speciaal tribunaal ter vervolging van het misdrijf
agressie. Op 21 maart jl. werd in de kerngroep landen die meewerken aan dat initiatief
op ambtelijk niveau overeenstemming bereikt over de kerndocumenten voor de oprichting
van een dergelijk tribunaal. Dit zal gebaseerd zijn op een verdrag tussen Oekraïne
en de RvE. Momenteel wordt hierover politieke besluitvorming voorbereid binnen de
groep van steunende landen en vervolgens binnen de RvE. Ten tweede speelt de RvE een
belangrijke rol in de totstandkoming van een compensatiemechanisme voor oorlogsschade
als gevolg van de Russische agressie. Het in Den Haag gevestigde Schaderegister voor
Oekraïne is opgericht onder de vlag van de RvE. Nederland is vice-voorzitter van het
Comité van Partijen bij het Schaderegister. Momenteel wordt onder Nederlands voorzitterschap
bezien of de volgende pijler van een compensatiemechanisme, namelijk een claimscommissie,
ook onder de vlag van de RvE kan worden opgericht. De ministeriële vergadering in
mei komt in beide gevallen te vroeg voor definitieve besluitvorming, maar is wel een
belangrijk moment om de voortdurende steun aan Oekraïne, en de betrokkenheid van de
RvE bij deze sporen, te herbevestigen.
Kindontvoeringen
Op 5 februari jl. is Thórdís Kolbrún Reykfjord Gylfadóttir benoemd tot speciaal gezant
van de RvE voor de situatie van kinderen in Oekraïne. De missie van de speciaal gezant
richt zich onder andere op de illegale verplaatsing en deportatie van Oekraïense kinderen
naar de Russische Federatie, de tijdelijk bezette gebieden in Oekraïne en Belarus,
evenals hun gedwongen adoptie door Russische burgers. In 2023 werd binnen de RvE een
«Consultation Group on the Children of Ukraine» (CGU) opgericht om als platform te dienen voor de lidstaten, de EU, andere internationale
organisaties en het maatschappelijk middenveld om juridische en politieke kwesties
omtrent Oekraïense kinderen te bespreken. De Nederlandse inzet richt zich onder meer
op het steunen van onafhankelijke onderzoekscommissies, identificatie, hereniging
en rehabilitatie van gedeporteerde kinderen, en het opleggen van sanctiemaatregelen
aan personen betrokken bij de deportatie van Oekraïense kinderen.
Een «Nieuw Democratisch Pact voor Europa»
De Secretaris-Generaal van de RvE, Alain Berset, heeft in maart jl. een proces geïnitieerd
om tot een «Nieuw democratisch Pact voor Europa» te komen. De SG beoogt hiermee de
democratische weerbaarheid te versterken middels voorlichting, bescherming en innovatie.
Onderdeel daarvan zijn de tien «Reykjavik Principles for Democracy», die in grote lijnen beschrijven wat de RvE verstaat onder een goed functionerende
democratie. De principes zijn in mei 2023 aangenomen op de Top in Reykjavik en zijn
een herbevestiging van het belang van de democratische rechtsstaat, in Europa en daarbuiten.
Om de principes praktischer en meer toepasbaar te maken, neemt Nederland actief deel
aan het stuurcomité democratie van de RvE, dat parameters ontwikkelt voor elk van
de tien principes. Naar verwachting worden de parameters eind 2025 afgerond. Zoals
genoemd in het Regeerprogramma1, zet Nederland zich onder meer in voor de «bescherming en waakzaamheid voor nieuwe
bedreigingen van de stabiliteit van onze democratische rechtsstaat», naast het versterken
en vernieuwen ervan.
Implementatie Verklaring van Reykjavik
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en zijn toezichtmechanisme
Naleving van uitspraken van het EHRM door alle lidstaten van de RvE blijft een prioriteit
voor Nederland. Hiermee wordt de effectiviteit en geloofwaardigheid van het EHRM-systeem
gewaarborgd. In het afgelopen jaar bleek dit een voortdurende uitdaging.
Nederland zet zich onder meer in voor de zaak van de Turkse mensenrechtenverdediger
Osman Kavala. Het EHRM oordeelde in 2019 dat hij op oneigenlijke gronden veroordeeld
was. Ondanks herhaaldelijke oproepen van het CM om Kavala onmiddellijk vrij te laten,
bevindt hij zich nog in detentie. Ook aan een inbreukprocedure voor het Hof geeft
Turkije geen gehoor. De RvE spant zich in voor naleving van deze uitspraak. Een derde
high-level technisch bezoek van het secretariaat van het CM aan Ankara staat gepland voor eind
mei 2025. Nederland blijft de zaak ook bilateraal op hoog niveau aan de orde stellen.
Het kabinet heeft op 10 juli 2020 een statenklacht bij het EHRM ingediend tegen de
Russische Federatie wegens het neerhalen van vlucht MH17. In het kader van de inhoudelijke
behandeling vond op 12 juni 2024 een hoorzitting plaats. Rond deze zomer wordt de
uitspraak van het EHRM in deze zaak verwacht, waarna de zaak onder toezicht van het
CM wordt geplaatst.
Er zijn twee zaken betreffende het Koninkrijk die onder verscherpt toezicht van het
CM staan. In deze zaken, die detentieomstandigheden en het gebrek aan psychiatrische
zorg aan langdurig gestraften in Aruba, Curaçao en Sint Maarten betreffen, heeft het
EHRM een schending van het verbod op onmenselijke of vernederende behandelingen of
bestraffingen door het Koninkrijk vastgesteld. De regering heeft de vereiste actieplannen
ingediend en ook hierna regelmatig gerapporteerd over nog te nemen maatregelen om
de betreffende uitspraak van het EHRM uit te voeren. Daarnaast legt het Koninkrijk
uit wat er wordt gedaan om in de toekomst vergelijkbare schendingen te voorkomen.
In juni 2024 is het Netwerk van Nationale Uitvoeringscoördinatoren opgericht, medegefinancierd
door Nederland, waarmee lidstaten elkaar ondersteunen bij het uitvoeren van uitspraken
van het EHRM en hun onderlinge dialoog versterken.
Gendergelijkheid, gelijke rechten van LHBTIQ-personen en het Verdrag van Istanboel
Nederland heeft zich met succes ingezet voor aanname van de nieuwe strategie voor
gendergelijkheid van de RvE voor 2024–2029. De strategie benadrukt de rol van mannen
en jongens in het beleid ter bevordering van gendergelijkheid en bevat verwijzingen
naar seksuele en reproductieve gezondheid en rechten.
Sinds september 2023 is de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger (PV) bij de RvE
voorzitter van het Comité van Partijen van het Verdrag van Istanboel, het verdrag
van de RvE dat beoogt geweld tegen vrouwen en meisjes en huiselijk geweld te voorkomen,
te vervolgen en uit te bannen. Als voorzitter richt Nederland zich onder andere op
goede samenwerking met de EU (in 2023 toegetreden tot het verdrag) en de VN. Tevens
zet Nederland in op uitwisseling met, en zichtbaarheid in, RvE-lidstaten die het Verdrag
nog niet hebben geratificeerd, de Caribische delen van het Koninkrijk en geïnteresseerde
landen buiten de RvE. Zo organiseerde de Nederlandse PV in Straatsburg eind 2024 een
werkbezoek voor de BES- en CAS-eilanden over de implementatie van RvE-mensenrechtenverdragen,
in het bijzonder het Verdrag van Istanboel.
Op het terrein van gelijke rechten voor LHBTIQ-personen is in 2024 binnen de RvE een
nieuw comité van deskundigen inzake seksuele geaardheid, genderidentiteit en -expressie
en geslachtskenmerken opgericht (ADI SOGIESC). Dit comité is onder andere begonnen
met het opstellen van een aanbeveling over de gelijke rechten van intersekse personen,
en een meerjarige strategie voor de gelijke rechten van LHBTIQ-personen (2027–2032).
Nederland voert in 2024–2025 het voorzitterschap van dit comité.
Mensenrechten en Milieu
Tijdens de Top in Reykjavik in 2023 is besloten dat de RvE het werk met betrekking
tot mensenrechten en het milieu zal gaan intensiveren. Ook werd de RvE aangemoedigd
een «Reykjavik Committee» op te zetten ter coördinatie van alle werkzaamheden binnen de RvE ten aanzien van
milieu. Dit heeft geresulteerd in een milieustrategie en bijbehorend actieplan. Nederland
heeft in dit kader succesvol ingezet op het voorkomen van duplicatie van bestaande
milieufora en het voorkomen van extra druk op het RvE-budget. Ook heeft de Nederlandse
inzet eraan bijgedragen dat de milieustrategie en het bijbehorende actieplan geen
(bindende) verplichtingen bevatten voor de lidstaten, maar gericht zijn op de organisatie
van de RvE en haar activiteiten.
Daarnaast heeft het Stuurcomité mensenrechten (CDDH) een rapport over de noodzaak
en haalbaarheid van een eventueel aanvullend instrument op het gebied van mensenrechten
en milieu aan het CM aangeboden. In dit rapport zijn, conform de inzet van Nederland,
op een neutrale wijze diverse opties uiteengezet voor juridisch bindende en niet-juridisch
bindende instrumenten. Tijdens de ministeriële vergadering zal geen beslissing worden
genomen over een mogelijk instrument, maar zal naar verwachting worden besloten dat
de discussie zal worden voortgezet. Zoals aangegeven in de beantwoording van 18 februari
2025 op vragen van de leden Gabriëls (GL-PvdA) en Piri (GL-PvdA), worden de geschetste
opties, inclusief de implicaties en gevolgen, momenteel interdepartementaal onderzocht.
Uw Kamer zal, naar verwachting, voor het zomerreces over de Kabinetsinzet worden geïnformeerd
conform motie Brekelmans (VVD), (Kamerstuk 32 735, nr. 373).
Europees Advocatenverdrag
En marge van de vergadering zal het Europees Advocatenverdrag van de RvE worden opengesteld
voor ondertekening. Dit is het eerste verdrag gericht op de bescherming van het beroep
van advocaat en tot stand gekomen als reactie op de toenemende meldingen van aanvallen
op de uitoefening van het beroep, hetzij in de vorm van intimidatie, bedreigingen
of aanvallen, of inmenging in de uitoefening van professionele taken. Advocaten spelen
een sleutelrol bij het handhaven van de rechtsstaat en het veiligstellen van toegang
tot rechtvaardigheid voor iedereen. Het publieke vertrouwen in rechtssystemen hangt
mede af van de rol die advocaten spelen. Staten moeten er derhalve voor zorgen dat
advocaten hun professionele taken kunnen uitvoeren. Aangezien aanvallen op de uitoefening
van het beroep van advocaat ook steeds vaker in Nederland voorkomen, zal Nederland
het verdrag in Luxemburg ondertekenen.
Kosovo
Nederland steunt in beginsel de ambities van Kosovo in het kader van toetreding tot
de RvE, met in achtneming van de aanbevelingen van PACE-rapporteur Bakoyannis. Naar
verwachting zal dit niet op de agenda van de ministeriële vergadering van mei staan.
Het is wel mogelijk dat de toetreding van Kosovo later in het jaar alsnog ter besluitvorming
aan het CM wordt voorgelegd.
Voorzitterschap van het Comité van Ministers
Tijdens de ministeriële vergadering zal Luxemburg het voorzitterschap van het Comité
van Ministers overdragen aan Malta. Nederland zal van mei tot en met november 2027
voorzitter zijn van het CM. Uw Kamer zal te zijner tijd geïnformeerd worden over de
kabinetsinzet ten aanzien van het voorzitterschap.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.