Brief regering : Akkoord algemene oriëntatie NGT dossier in de Raad
27 428 Beleidsnota Biotechnologie
22 112
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 409
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2025
Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Minister van Economische Zaken,
de Staatssecretaris van Openbaar Vervoer en Milieu en de Staatssecretaris Jeugd, Preventie
en Sport over de Raadspositie t.a.v. het wetsvoorstel van de Europese Commissie voor
het gebruik van Nieuwe Genomische Technieken in de plantenveredeling (hierna: NGT-voorstel).
Aanloop naar het akkoord over de Raadspositie
Op 5 juli 2023 heeft de Europese Commissie het NGT-voorstel1 gepresenteerd. Sindsdien is er in de Raad intensief onderhandeld over een Raadspositie.
Het Europese Parlement bepaalde op 7 februari 2024 haar positie2. Onder de Spaanse en Belgische voorzitterschappen waren de meeste discussiepunten
in het NGT- voorstel afgerond. Toch bleef een gekwalificeerde meerderheid uit, voornamelijk
vanwege de verdeeldheid onder de lidstaten over intellectueel eigendom, specifiek
de impact van octrooirecht op NGT-planten. Het Hongaarse voorzitterschap gaf ondanks
aandringen van Nederland geen prioriteit aan dit onderwerp. Het Poolse voorzitterschap
had wel de ambitie om een overeenkomst te bereiken en de Europese patstelling te doorbreken.
Ik heb uw kamer hierover geïnformeerd3.
Uiteindelijk heeft dat geleid tot een compromistekst die op 14 maart jl. op een gekwalificeerde
meerderheid kon rekenen.
Inhoud van de Raadspositie
De definitieve tekst van de Raadspositie heb ik als bijlage bij deze brief gevoegd.
Mijn mede-bewindspersonen en ik hechten veel waarde aan een proportioneel, veilig
en toekomstbestendig NGT-voorstel. Dit uitgangspunt is ook verankerd in het BNC-fiche4 over dit wetsvoorstel, dat als leidraad diende voor de Nederlandse inbreng in de
onderhandelingen. Ik ben van mening dat de Raadspositie een gebalanceerd compromis
is waarin ik belangrijke punten voor Nederland herken. De Raadspositie bevat enkele
belangrijke wijzigingen ten opzichte van het oorspronkelijke Commissievoorstel:
• Aanscherping equivalentiecriteria: De criteria die onderscheid maken tussen NGT-categorie 1 en NGT-categorie 2 planten
zijn verder verfijnd om het onderscheid duidelijker en proportioneel te maken. Dit
is een belangrijk punt voor Nederland om het wetsvoorstel zo goed mogelijk te laten
aansluiten bij de laatste wetenschappelijke inzichten.
• Beperking herbicide tolerante planten: Planten die resistent zijn tegen herbiciden worden uitgesloten van NGT-categorie
1, en zullen onder NGT- categorie 2 vallen. Hoewel het BNC-fiche stelt dat het voorstel
voor plantaardig uitgangsmateriaal5 (PRM) een logischere plek is om dit onderwerp te behandelen, herbicidetolerante eigenschappen
kunnen ook met conventionele veredeling worden bereikt, gaf een meerderheid van de
Raad de voorkeur aan het opnemen van deze bepaling in het NGT-voorstel.
• NGT-categorie 2:
○ NGT-categorie 2 planten blijven onder de ggo-regelgeving van de Unie vallen, maar
zullen via een proportionele toelatingsprocedure beoordeeld worden. Zo mogen lidstaten
gebruik maken van de zogenaamde «opt-out» om de teelt van deze gewassen op hun grondgebied
te verbieden. Hoewel Nederland hier geen voorstander van is, met het oog op een gelijk
Europees speelveld, was dit een belangrijk punt voor een aantal andere lidstaten.
In het kader van geven en nemen is dit iets waar ik mee kan leven.
○ Verder is er een mogelijkheid voor NGT-categorie 2 toegevoegd waarbij aanvragers op
vrijwillige basis extra informatie op het etiket voor consumenten kunnen zetten over
alle met NGTs ingebrachte eigenschappen van de plant.
• Intellectueel eigendom:
○ Voor NGT-categorie 1 planten komt een meldingsplicht met betrekking tot octrooien.
Als aanvragers bekend zijn met octrooien of octrooiaanvragen op de (eigenschappen
van) NGT-categorie 1 planten of producten moeten zij dit bij hun aanvraag vermelden.
Deze meldingsplicht zorgt voor meer transparantie voor veredelaars zonder aanzienlijke
regeldruk of administratieve last te creëren voor de aanvrager en overheid. De exacte
implementatie hiervan zal later vorm worden gegeven, hierover zal na het triloog verder
worden gesproken.
○ Er komt een publiekelijk toegankelijke databank waarin de octrooi- informatie wordt
gepubliceerd. Wijzigingen moeten hierin ook worden doorgegeven, bijvoorbeeld als een
octrooi verloopt of vervalt.
○ Aanvragers kunnen op vrijwillige basis informatie verstrekken over het voornemen van
octrooihouders om hun geoctrooieerde NGT-categorie 1 plant of product onder billijke
voorwaarden beschikbaar te stellen.
○ De commissie zal richtsnoeren publiceren om marktdeelnemers te ondersteunen bij een
beter begrip van intellectueel eigendom van NGT- planten.
○ Er wordt een octrooi-expertgroep opgericht om het effect van octrooien op de markt
voor NGT-planten te monitoren.
Nederland heeft zich in de onderhandelingen sterk ingezet om maatschappelijke zorgen
over octrooien te adresseren, conform twee moties die in maart 2024 door uw Kamer
zijn aangenomen en de Kamerbrief die over de uitvoering van deze twee moties is verzonden6. Daarin werd benadrukt dat NGT-planten niet octrooieerbaar zouden moeten zijn of
dat octrooirechten geen belemmering mogen vormen voor de toegang tot genetische eigenschappen
en technieken voor veredelaars. Tegelijkertijd is het essentieel dat de juridische
haalbaarheid van de nieuwe regelgeving wordt gewaarborgd. De eisen van octrooieerbaarheid
liggen vast in internationale regelgeving7, die niet eenvoudig en alleen in onderlinge samenhang kunnen worden gewijzigd8. Het beperken van het octrooirecht in de NGT-verordening zou leiden tot tegenstrijdige
internationale verplichtingen. Wel kan binnen de NGT-verordening gezorgd worden voor
transparantie van het octrooilandschap in NGT-planten voor veredelaars. De Raadspositie
introduceert die transparantie samen met handvatten om met octrooien om te gaan. Ook
draagt de Raadspositie bij aan de discussie over octrooien in de plantenveredeling.
Hierbij wordt de toegang van NGTs tot de Europese markt niet verder vertraagd. Het
Poolse voorzitterschap heeft uiteindelijk een pragmatische oplossing gevonden die
zowel de zorgen van de samenleving erkent als juridisch houdbaar en proportioneel
is. Hiermee beschouw ik dit onderdeel van de genoemde moties als afgedaan.
Ten algemene ben ik zeer tevreden met het behaalde resultaat. De Raadspositie sluit
grotendeels aan bij de Nederlandse positie en ik geloof dat deze tekst ons in staat
stelt om de voordelen die NGT-planten Nederland zullen bieden te benutten.
Vervolgproces
Met de Raadspositie kunnen de onderhandelingen beginnen tussen de Europese Commissie,
het Europese Parlement en de Raad, de zogenaamde trilogen.
Momenteel is er geen duidelijke tijdlijn over het begin van de trilogen. Ik zal mij
inzetten voor een constructieve en positieve bijdrage aan deze onderhandelingen. Zodra
het triloog is afgerond zal er nog een implementatieperiode gelden van twee jaar,
waarna de wetgeving van kracht zal zijn. Uiteraard zal ik uw Kamer op de hoogte blijven
houden van ontwikkelingen op het dossier.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
Indieners
-
Indiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur