Brief regering : Voortgang milieuproblematiek Tata Steel
28 089 Gezondheid en milieu
Nr. 334
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2025
Op 20 februari jl. hebben de Minister van Klimaat en Groene Groei en ik u gezamenlijk
geïnformeerd over de voortgang van de maatwerkafspraken met Tata Steel.1 Met deze brief informeer ik u aanvullend daarop, mede namens de Minister van Klimaat
en Groene Groei, over de voortgang van verschillende milieu en gezondheid gerelateerde
onderwerpen rondom Tata Steel Nederland.
In deze brief worden de volgende onderwerpen toegelicht:
– Gezondheid borgen in beoogde Maatwerkafspraak;
– Proces maatwerkaanpak;
– Ontwikkeling gezondheidseffectrapportage;
– Wijziging samenstelling Expertgroep;
– Actualiteiten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH);
– Overige zaken waaronder toezeggingen uit de Commissiedebatten Externe Veiligheid van
16 oktober en 4 maart jl. en het plenaire debat Verduurzaming Industrie van 20 maart
jl.2 en een aantal moties.3
Gezondheid borgen in beoogde Maatwerkafspraak
Zoals het kabinet al eerder heeft aangegeven, zal het borgen van de gezondheid van
omwonenden, werknemers en oud-werknemers van Tata Steel een prominente plaats krijgen
in de maatwerkafspraak.4 In deze paragraaf wordt toegelicht op welke manier daar naartoe wordt gewerkt. Op
dit moment is 1
Aangezien gezondheid, naast verduurzaming, een essentieel aspect is van de beoogde
maatwerkafspraak met Tata Steel zijn er hiervoor door het kabinet al verschillende
stappen gezet en onderzoeken uitgevoerd. Zo is, onder andere door het RIVM5, een groot aantal onderzoeken uitgevoerd en is de Expertgroep Gezondheid IJmond ingesteld.
De Tweede Kamer is hier in de afgelopen jaren voortdurend van op de hoogte gehouden.
Twee rapporten zijn in het bijzonder van belang geweest, namelijk de studie van het
RIVM De bijdrage van Tata Steel Nederland aan de gezondheidsrisico's van omwonenden en
de kwaliteit van hun leefomgeving6 en het advies Gezondheid geborgd, de eerste bevindingen van de Expertgroep Gezondheid IJmond7.
De uitkomst van het RIVM-rapport is deels verwerkt in de plannen van Tata Steel zoals
die in januari 2024 met de Kamer zijn gedeeld.8 Daarnaast zijn beide rapporten verwerkt in de inzet van het Kabinet voor de onderhandelingen
over de maatwerkafspraak.9 Dit heeft geresulteerd in de volgende gezondheidsdoelstellingen:
• Reductie van de hoeveelheid van het bedrijf afkomstige fijnstof in de omgeving;
• Reductie van NO2-uitstoot van diffuse bronnen op grondniveau;
• Reductie van piek en tonaal geluid;
• Reductie van geuroverlast; en
• Reductie van Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS), waaronder PAK-uitstoot.
Ook de komende tijd zullen verschillende onderzoeken en adviezen verschijnen, waarmee
een vinger aan de pols kan worden gehouden. Deze zullen verderop in deze brief nader
worden toegelicht.
Proces maatwerkaanpak
De maatwerkaanpak is bedoeld voor de 20 grootste industriële uitstoters die bereid
zijn blijvend te investeren en produceren in Nederland en te werken aan een businessmodel
op basis van schone en duurzame producten en productieprocessen. De maatwerkaanpak
bestaat uit een stapsgewijze aanpak met drie fases: een Expression of Principles, een Joint Letter of Intent en een bindende maatwerkafspraak.10 Dit doet recht aan de complexiteit van deze materie en aanpak. Het werken met verschillende
fases is van belang, omdat het bijvoorbeeld tijd kost om de technische en bedrijfseconomische
uitwerking en onderbouwing te concretiseren.
In de Expression of Principles (EoP) staan op hoofdlijnen de ambities, verschillende potentiële onderwerpen en doelen
beschreven voor het maken van een mogelijke maatwerkafspraak in een latere fase. De
EoP met Tata Steel is medio 2022 afgerond.11
De Joint Letter of Intent (JLOI) is concreter en gedetailleerder uitgewerkt. Het kan per bedrijf verschillen
welke onderwerpen exact in een JLOI terugkomen. Om tot een JLOI te komen met Tata
Steel worden onder meer de CO2-reductiedoelen nader uitgewerkt, de voorwaarden voor borging van de CO2-reductie bepaald, en de afspraken over de bovenwettelijke gezondheidsdoelen en manier
van borging hiervan bepaald. Als onderbouwing wordt onder meer de business case nader
uitgewerkt en getoetst en worden technische haalbaarheidsonderzoeken gedaan.
Een concept JLOI wordt voor advies voorgelegd aan de Adviescommissie Maatwerkafspraken Verduurzaming
Industrie (AMVI). De Expertgroep Gezondheid IJmond zal de AMVI adviseren over de gezondheidsparagraaf
van de concept JLOI met Tata Steel. Op dat moment is de beoogde concept JLOI voldoende
gedetailleerd uitgewerkt en er is tegelijkertijd nog ruimte om de overwegingen van
de adviescommissie mee te nemen in de uitwerking van een definitieve JLOI. De definitieve
JLOI en het advies daarop worden vervolgens met de Tweede Kamer gedeeld12.
Na ondertekening van de JLOI zal deze verder worden uitgewerkt tot een bindende maatwerkafspraak, aangepast aan de aard, de tijdhorizon en de omstandigheden van de verschillende voorgestelde
projecten. Tot op heden is er alleen met het bedrijf Nobian een bindende maatwerkafspraak
gesloten. De Kamer kan daarin een voorbeeld zien van een manier waarop een maatwerkafspraak
juridisch geborgd kan worden.13
Het resultaat van de onderhandelingen met Tata Steel zal moeten voldoen aan de Europese
staatssteunregels en ter goedkeuring aan de Europese Commissie worden voorgelegd.
Daarbij wordt expliciet getoetst of de gemaakte afspraken, mede die op het gebied
van milieu, daadwerkelijk bovenwettelijk zijn en of de steun proportioneel is. De
budgettaire gevolgen van het uiteindelijke onderhandelingsresultaat met Tata Steel
zijn onder voorbehoud van parlementaire autorisatie van de begroting.
Tenslotte is goede monitoring van de afspraken belangrijk om te bewaken dat resultaten
daadwerkelijk worden gerealiseerd.14 Dit is ook onderdeel van de te maken maatwerkafspraak. Op deze manier kan tijdig
worden bijgestuurd in het geval dat doelstellingen onverhoopt niet (tijdig) kunnen
worden gerealiseerd. Zoals eerder aangegeven, zijn er reeds middelen gereserveerd
in het klimaatfonds voor versterking van het toezicht en handhaving ten behoeve van
de maatwerkafspraken.
Ontwikkeling gezondheidseffectrapportage
Aanleiding
Eén van de adviezen van de Expertgroep Gezondheid IJmond is om parallel aan het opstellen
van het Milieueffectrapport een zogenaamde gezondheidseffectrapportage (GER) op te
stellen15. De Expertgroep ziet de Gezondheidseffectrapportage (GER) als een hulpmiddel om gezondheid
een volwaardige plaats te geven in de besluitvorming over de maatwerkafspraken.16 De Expertgroep geeft in haar advies aan dat de methodiek van het hierboven genoemde
RIVM-rapport uit 2023 als basis kan dienen voor de methodiek van een GER. Een GER
bestond immers nog niet en er moest een methodiek worden uitgewerkt en vastgesteld
voordat een GER bij Tata Steel kan worden opgesteld.
Methodiek
Naar aanleiding van het advies van de Expertgroep en een motie (Kamerstuk 28 089, nr. 307)17 van de Kamer is er vóór de zomer van 2024 gestart met het concretiseren van een GER
bij Tata Steel. Hierbij is gebruik gemaakt van de expertise van de Expertgroep Gezondheid
IJmond, de Commissie voor de milieueffectrapportage, de GGD Kennemerland, het RIVM,
de provincie Noord-Holland en de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied. Daarnaast is
hierover overleg gevoerd met omwonenden en het bedrijf.18 Op basis van deze gesprekken heeft het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
(IenW) het RIVM de opdracht gegeven voor het ontwerpen van een methodisch kader voor
een GER voor Tata Steel. Deze methodiek heeft het RIVM nu afgerond. U treft deze als
bijlage bij deze brief.
De GER richt zich expliciet op gezondheid, anders dan het milieuEffect-Rapport (MER)
dat door Tata Steel in het kader van de vergunningverlening voor hun plannen voor
vergroening wordt opgesteld. In het MER worden verwachte effecten op emissies, immissies
en deposities beschreven en getoetst aan wettelijke milieunormen. Het MER dient als
een bouwsteen voor de GER. In de GER wordt een vertaling gemaakt naar de mogelijke
effecten op de gezondheid van omwonenden. De gezondheidseffecten zullen deels kwantitatief
en deels kwalitatief worden beschreven. Omdat het gaat om een effectinschatting, zal
deze per definitie onzekerheden bevatten.
Relatie met milieueffectrapport en vergunningverlening
Zoals hierboven al beschreven, is een GER iets anders dan een MER. Een MER is een
wettelijk verplichte rapportage die moet worden opgesteld door een bedrijf bij het
aanvragen van een vergunning.19 Een MER zorgt ervoor dat milieu een plaats krijgt in de besluitvorming over een project.
Het proces van de MER loopt momenteel al voor het project Heracless-Groen Staal van
Tata Steel20. Het bevoegd gezag, de provincie Noord-Holland, heeft reeds aangegeven dat een gezondere
leefomgeving een centrale plek in het MER van Tata Steel dient te krijgen.21
In december 2024 heeft de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG) concepten
van onderzoeken voor de MER ontvangen van Tata Steel. De Omgevingsdienst heeft haar
opmerkingen op deze concepten in maart gedeeld met Tata Steel. Het bedrijf zal deze
de komende maanden verwerken om te komen tot een volgende versie van het MER. Tata
Steel heeft toegezegd deze versie openbaar te maken, naar hun verwachting zal dat
voor de zomer zijn. Daarmee wordt ook invulling gegeven aan een toezegging aan de
Kamer22.
Uitvoering
Een volgende stap is het opstellen van de GER bij Tata Steel. Het streven is dat de
eerdergenoemde partijen hierbij op basis van hun expertise worden betrokken.
Op dit moment is nog niet de informatie beschikbaar die nodig is om een GER op te
kunnen stellen. Hiervoor zijn data onder meer uit het MER nodig, met een behoorlijke
mate van detail en zekerheid, om de onzekerheden niet te groot te laten worden. Idealiter
wordt een GER opgesteld op basis van een definitieve MER, die ook beoordeeld is door
de Commissie MER en het bevoegd gezag, omdat de data dan volledig gevalideerd zijn.
Tegelijkertijd vraagt uw Kamer om zo spoedig mogelijk een GER op te stellen. Daarom
wordt er een balans gezocht tussen nauwkeurigheid en snelheid.
De gezondheidseffecten zullen zoveel mogelijk cijfermatig inzichtelijk worden gemaakt.
Voor de onderdelen waar het mogelijk is te kwantificeren en waar er voldoende gegevens
beschikbaar zijn, zullen de gezondheidsrisico’s berekend worden. Om tegemoet te komen
aan het verzoek van de Kamer om zo spoedig mogelijk een GER uit te voeren, heeft Tata
Steel aangegeven bereid te zijn om voorafgaand aan publicatie van de definitieve MER
vertrouwelijk concepten te verstrekken aan de opsteller van de GER23. Daardoor zou op basis van deze conceptgegevens gestart kunnen worden met het opstellen
van een (concept) GER. Tata Steel heeft ook toegezegd de voor de GER benodigde informatie
te delen zodra deze beschikbaar is. Dat betekent dat een GER hopelijk in de tweede
helft van dit jaar kan worden afgerond. Hierbij moet rekening worden gehouden met
het feit dat de methodiek voor het eerst wordt toegepast. Zodra de GER voor Tata Steel
is afgerond, zal deze aan de Kamer worden gestuurd.
Uw Kamer is reeds ingegaan op de suggestie om over de GER bij Tata Steel nader in
gesprek te gaan in de vorm van een rondetafelgesprek.
Gezondheidsrapportage als breder instrument
Het is in dit stadium nog te vroeg om over de eventuele juridische borging van een
GER als onderdeel van vergunningen voor industriële bedrijven in het algemeen te spreken,
zoals voorgesteld in de motie Gabriels.24 Op basis van de ervaringen met bovengenoemde GER voor Tata Steel, zal als onderdeel
van de Actieagenda Industrie en Omwonenden worden verkend of een GER als generiek
instrument voldoende effectief en werkbaar is. Op basis daarvan kan eventueel worden
gekeken of het onderdeel zou moeten worden van het VTH-stelsel.
Wijziging samenstelling Expertgroep
In het najaar van 2023 is de Expertgroep Gezondheid IJmond ingesteld.25 De Expertgroep adviseert over de gezondheidsvraagstukken in de IJmond. De Expertgroep
bestaat uit tien experts op het gebied van gezondheid op juridisch, medisch en sociaaleconomisch
vlak. Per 1 januari 2025 heeft een van de leden van de Expertgroep haar ontslag aangeboden
wegens een nieuwe rol elders en de mogelijke belangenverstrengeling tussen beide functies.
Conform artikel 3 van het instellingsbesluit mag de Expertgroep bestaan uit een voorzitter
en negen leden. De Staatssecretaris kan leden (op eigen verzoek) ontslag verlenen
en (nieuwe) leden (her)benoemen. In maart is het vertrekkende lid vervangen. Het instellingsbesluit
is daartoe op 12 maart jl. gewijzigd en gepubliceerd in de Staatscourant.26
Actualiteiten op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH)
De provincie Noord-Holland, heeft provinciale staten recent in een voortgangsbrief27 uitvoerig over de stand van zaken van VTH bij Tata Steel geïnformeerd. Hierin is
onder andere ingegaan op het onderzoek naar het intrekken van de vergunning van Kooksgasfabriek
2, vergunningverlening van het Groen Staalproject, lopende lasten onder dwangsom,
emissiemetingen en bodemverontreiniging. Een afschrift van deze brief is bij deze
Kamerbrief gevoegd.28
Kooksgasfabriek 1
In het plenaire debat over de verduurzaming van de industrie van 20 maart jl. is aan
de Kamer toegezegd in te gaan op de plaats van Kooksgasfabriek 1 in het businessmodel
van Tata Steel. Sluiting van deze fabriek is niet voorzien als onderdeel van het eerste
deel van het verduurzamingsplan (voor 2030). In de tweede fase, als ook de overige
onderdelen van het bedrijf verduurzamen, zal deze fabriek wel sluiten. Dat betekent
ook dat de fabriek tot die tijd aan de geldende voorschriften zal moeten voldoen.
Dit is een verantwoordelijkheid van het bedrijf zelf. Gelet op de lopende lasten onder
dwangsom, zal het bedrijf hier prioriteit aan moeten geven en proactief mee aan de
slag moeten gaan.
Kooksgasfabriek 1 is een grote uitstoter van stikstofoxides. Daarom wordt onderzocht
of de voorschriften die voor deze fabriek gelden kunnen worden aangescherpt. In 2022
heeft de OD NZKG namens het bevoegd gezag aan Tata Steel een onderzoekverplichting
opgelegd met betrekking tot het reduceren van de emissie van stikstofoxides (NOx) door Kooksgasfabriek 1 richting de 500 mg/m3. Dit is in lijn met een eerder aangenomen Kamermotie.29 De motie verzoekt de Nederlandse regels aan te passen zodat de Europese norm van
500 milligram stikstofdioxide per kubieke meter ook kan worden opgelegd aan de kooksgasfabrieken
van Tata Steel. U bent eerder over dit traject geïnformeerd30.
De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) heeft op 6 januari 2025 advies gegeven
over het voornemen om een besluit te nemen over deze nieuwe emissienorm. Het doel
is om, als de kosteneffectiviteitsanalyse daar voldoende aanleiding voor geeft, de
vergunning aan te passen om de gemiddelde uitstoot-normen van NOx van de schoorstenen 11, 12, 13 en 14 te verlagen richting 500 mg/Nm3. Welke normverlaging
daadwerkelijk realistisch is, moet nog blijken uit zowel een kosteneffectiviteitsanalyse
als een technisch-inhoudelijke onderbouwing. De OD NZKG zal het advies van de ILT
betrekken in de verdere procedure. Het uitvoeren van een kosteneffectiviteitsanalyse
kost veel tijd. ILT adviseert hier 3 maanden de tijd voor te nemen. De OD NZKG verwacht
daarom niet voor het vierde kwartaal van 2025 een besluit te kunnen nemen.
De informatie die uit bovengenoemd vergunningstraject volgt, is ook relevant voor
het aan deze motie verbonden wetgevingstraject. Zoals eerder aan de Kamer gemeld,
worden om deze reden op dit moment geen verdere stappen gezet in het aan deze motie
verbonden wetgevingstraject31.
Toezegging schriftelijke reactie rapport Stuifgevoelige Goederen
De Kamer heeft om een schriftelijke reflectie gevraagd op een partijdeskundigenrapport
«Stuifgevoelige Goederen 2024 inzake Tata Steel» van dhr. Coenrady. We waarderen de
betrokkenheid van dhr. Coenrady en de andere invalshoek die in het rapport uiteen
wordt gezet. Het rapport is door IenW nader bestudeerd en in november mondeling besproken
met dhr. Coenrady.
In het rapport komt o.a. de vraag aan de orde of overkappingen bij Tata Steel juridisch
afdwingbaar zijn. Het rapport stelt dat het toepassen van een gesloten opslag bij
stuifgevoelige goederen het uitgangspunt moet zijn en dat alle stuifgevoelige stoffen
in gesloten ruimten moeten worden opgeslagen en/of gemengd.
De conclusies van het rapport worden door IenW niet gedeeld. Onder de huidige wet-
en regelgeving zijn overkappingen bij Tata Steel niet juridisch afdwingbaar. Dat is
om de volgende redenen:
1. Om aan Europese regelgeving te voldoen mag een keuze worden gemaakt om minimaal één
of eventueel meer van de daarin genoemde technieken toe te passen waarin geen voorkeur
is aangegeven over welke techniek boven andere technieken zou moeten worden toegepast.
2. Er volgt ook geen verplichting uit nationale regelgeving omdat complexe bedrijven
zoals Tata Steel zijn uitgezonderd.
3. Een recente uitspraak van de rechtbank Noord-Holland wijst erop dat overkappingen
bij Tata Steel niet verplicht kunnen worden opgelegd.
4. Ook de enige andere bekende toepassing van overkappingen bij een staalfabriek, in
Italië, is met behulp van overheidssubsidie tot stand gekomen en daarom niet vergelijkbaar.
Deze vier punten worden hieronder verder toegelicht.
1. Best Beschikbare Technieken (BBT)
Een bedrijf moet de beste beschikbare technieken toepassen bij het voorkomen en beperken
van diffuse stofemissie. De beste beschikbare technieken zijn maatregelen waarbij
de praktische bruikbaarheid is aangetoond. En die, kosten en baten in aanmerking genomen,
economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden
toegepast. Het bevoegd gezag kan in dat kader in de vergunning eisen stellen. Daarbij
wordt rekening gehouden met BBT-conclusies (en andere documenten). De situatie bij
Tata Steel valt onder het BBT-referentiedocument (BREF) ijzer en staal32. De BBT voor diffuse stofemissies van de opslag, het hanteren, en het transport van
materiaal te voorkomen of te verminderen door toepassing van een of meer van de genoemde
technieken zoals opgenomen in BBT-conclusie 11. Volgens de OD NZKG hanteert Tata Steel
het gros van de genoemde technieken.
In de BREF-ijzer en staal is met betrekking tot de BBT-conclusie en technieken het
volgende opgenomen: «11. De BBT is diffuse stofemissies van de opslag, de hantering
en het transport van materiaal voorkomen of verminderen door toepassing van een of
meer van de onderstaande technieken33.»
Daaruit volgt dat het toepassen van één of meer technieken als BBT kan worden beschouwd.
Er wordt niet aangegeven dat één specifieke techniek (zoals overkappingen) altijd
moet worden toegepast. In de lijst van mogelijke technieken staat vervolgens genoemd:
«gebruik van opslag in een gebouw of in vaten, in plaats van opslaghopen buiten het
gebouw, indien de omvang van de opslag dit mogelijk maakt». De omvang van de opslagen bij Tata Steel zijn dusdanig groot en hoog waardoor toepassen
van deze techniek niet de meest voor de hand liggende optie is en daarom momenteel
ook niet wordt toegepast.
Daarnaast is gekeken naar het document BREF op- en overslag: «BAT is to apply enclosed storage by using, for example, silos, bunkers, hoppers and
containers, to eliminate the influence of wind and to prevent the formation of dust
by wind as far as possible by primary measures. ... However, although large volume silos and sheds are available, for (very) large quantities
of not or only moderately drift sensitive and wettable material, open storage might
be the only option. Examples are the long-term strategic storage of coal and the storage
of ores and gypsum.34»
BBT is dus in ieder geval het toepassen van één of meer van de genoemde technieken.
Uit de eerste zinnen van de BBT-conclusie wordt niet aangegeven dat de ene techniek
toegepast moet worden boven andere technieken die hier genoemd staan. In tegenstelling
tot de bewering uit het rapport van Coenrady, blijkt er uit de BBT-conclusie zelf
geen voorkeur over welke techniek boven andere technieken zou moeten worden toegepast.
2. Besluit activiteiten leefomgeving
De regels over opslag van goederen in gesloten ruimten in hoofdstuk 4 van het Besluit
activiteiten leefomgeving (Bal) gelden niet voor complexe bedrijven zoals Tata Steel.
Artikel 4.1065 Bal is daarmee niet van toepassing voor Tata Steel. Er is ook geen
andere Nederlandse wet- en regelgeving van toepassing.
3. Uitspraak rechtbank Noord-Holland
Een recente uitspraak35 van de rechtbank Noord-Holland ondersteunt de zienswijze dat overkappingen momenteel
niet wettelijk kunnen worden afgedwongen bij Tata Steel. De rechtbank is van oordeel
dat de BBT-conclusie 11 facultatief is geformuleerd door de tekst: «toepassing van
een of meer van de onderstaande technieken». Dat betekent dat een keuze kan worden
gemaakt om minimaal één of eventueel meer van de daarin genoemde technieken toe te
passen en dat daarmee al aan de BBT-conclusie wordt voldaan. Anders dan in de zaak
is gesteld, volgt uit de BBT-conclusie niet dat de in die conclusie genoemde technieken
allemaal toegepast moeten worden. Dat het wellicht technisch mogelijk is om een grote
overkapping te bouwen, maakt dat niet anders.
Daarmee is volgens de rechtbank voldoende gemotiveerd dat aan BBT-conclusie 11 wordt
voldaan door Tata Steel, omdat de transportbanden zijn overkapt en de opslag nat wordt
gesproeid en dat deze BBT-technieken in de vergunning uit 2007 zijn vastgelegd in
verschillende voorschriften.
4. Toepassingen elders
Bij de staalfabriek Ilva in Taranto (Italië) is recent een (niet hermetisch) gesloten
opslaghal gerealiseerd. Deze maatregel is mede gefinancierd door de Italiaanse overheid
en was niet afdwingbaar op basis van wet- en regelgeving.
Om bovenstaande redenen worden de conclusies van het rapport van dhr. Coenrady daarom
niet door IenW gedeeld. IenW heeft deze conclusies in het kader van hoor- en wederhoor
gedeeld met dhr. Coenrady. Dhr. Coenrady heeft aangegeven het standpunt van het ministerie
niet te delen.
CE-Delft rapport «Analyse Toekomstplannen Tata Steel»
Op 4 oktober jl. is er bij IenW een gesprek gevoerd met CE-Delft en Greenpeace n.a.v.
het rapport «Analyse Toekomstplannen Tata Steel», wat CE-Delft in opdracht van Greenpeace
heeft opgesteld. Hierin wordt een vergelijking gemaakt tussen de verduurzamingsroute
van Tata Steel, en een alternatieve route gebaseerd op inkoop van halffabricaten en
grotere inzet van schroot. Vanuit de rijksoverheid en de OD NZKG zijn enkele aandachtspunten
bij het onderzoek meegegeven:
– De analyse sluit niet volledig aan bij de cijfers die bekend zijn bij het Rijk. CE-Delft
gaat uit van een CO2-reductie van 5 Mton op basis van het Heracless-Groen staal plan
inclusief afvangen en opslaan van CO2-uistoot middels de zogenoemde Carbon Capture and Storage technologie (CCS). Echter, met het Heracless-project wordt al een CO2-reductie van
5 Mton gerealiseerd, zonder eventuele inzet van CCS, zie hierover ook onder meer de
Groen Staal36 brief. De kosteninschatting van CE-Delft zou hierop aansluitend exclusief CCS moeten
zijn.
– De resultaten van Roadmap+37 dragen bij aan de reductie van stikstof- en fijnstofuitstoot maar ontbreken in de
CE-Delft analyse. Daarnaast zijn de beoogde extra gezondheids- en milieumaatregelen
uit het Groen Staal-project zoals overkappingen ook niet meegenomen in de analyse
van de fijnstofreductie.
– De emissiegegevens van zowel de huidige installaties als de toekomstige productieroute
middels een Direct Reduced Iron-fabriek (DRI-fabriek) en elektrische vlamboogoven
(EAF) lijken te zijn gebaseerd op verouderde of niet-toepasbare literatuurgegevens.
Hierdoor ontstaat een onvolledig beeld van de werkelijke emissiesituatie bij zowel
de bestaande als de nieuwe installaties waarbij moderne mitigerende maatregelen zullen
worden toegepast.
– Daarnaast ontbreekt een analyse van de (internationale) staalmarkt of analyse van
de ontwikkelingen in de techniek. Hierdoor is er uitgegaan van standaarden en een
vaste kostprijs. Daardoor kan er geen conclusie over gehanteerde kostprijzen en markten
worden getrokken.
CE-Delft heeft aangeboden om bovengenoemd punten (deels) mee te nemen in een aanvullende
analyse, wanneer de rijksoverheid een opdracht zou verschaffen aan CE-Delft. Er wordt
op dit moment geen noodzaak gezien om een dergelijke opdracht te verstrekken, mede
omdat de verwachting is dat de gezondheidseffectrapportage en het milieueffectrapport
de gevolgen van de toekomstplannen op gezondheid en milieu gedetailleerd in beeld
gaan brengen.
Toezegging schriftelijke reactie in te gaan op de vraag te gaan kijken naar alternatieve
routes verduurzaming Tata Steel
Tijdens het plenaire debat Verduurzaming Industrie van 20 maart jl. werd door het
lid Kostic gevraagd om een schriftelijke reactie op een onbeantwoorde vraag. De vraag
was of de Minister van Klimaat en Groene Groei, onder andere gezien de signalen vanuit
verschillende experts (waaronder CE-Delft), wilde kijken naar een circulair Tata Steel,
zonder het energie-intensieve gedeelte.38
Het overleg met CE-Delft en Greenpeace en input vanuit andere analyses en adviezen
heeft niet geleid tot een andere conclusie over de route en inzet van het kabinet
voor de verduurzaming en het schoner worden van de staalproductie bij Tata Steel.39
De onderhandelingsinzet is gekozen na zorgvuldige afweging van de verschillende routes,
vanuit diverse perspectieven, en breed gedragen in de Kamer met het aannemen van de
motie Erkens.40 In de keuze zijn o.a. het rapport van Wijers/Blom en het eerste advies van de Expertgroep
Gezondheid IJmond meegenomen. Een alternatieve manier van staal maken zoals ook omschreven
door Wijers/Blom41, is een route met enkel de inzet van schroot, of op basis van geïmporteerd halffabricaat
(HBI), een route die ook CE-Delft in haar vergelijking heeft gebruikt. Die route is
met name niet gekozen omdat deze niet voldoende haalbaar wordt geacht. Productie van
het hoogwaardige staal dat Tata Steel op dit moment maakt, is niet mogelijk met alleen
inzet van schroot vanwege kwaliteitsvereisten. Ook is er (nog) geen markt voor HBI,
en komt deze mogelijk ook niet van de grond. Daarbij geven Wijers/Blom aan dat een
route op basis van alleen schroot of geïmporteerd HBI geen rendabele businesscase
voor het bedrijf oplevert. Overigens is ook het smelten van schroot energie-intensief.
In de huidige plannen richt het bedrijf zich wel op een verhoging van het aandeel
schroot naar 30% (en 50% na fase 2 van de verduurzaming). Met deze verhoging van het
aandeel schroot draagt deze maatwerkafspraak bij aan de circulariteitsdoelen.42
Tot slot
Het kabinet zet zich blijvend in voor een schone en duurzame staalindustrie in Nederland,
zowel middels het spoor van de vergunning, toezicht en handhaving, als via de maatwerkaanpak.
We houden de Kamer periodiek op de hoogte van de voortgang.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
C.A. Jansen
Indieners
-
Indiener
C.A. Jansen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat