Brief regering : Niet starten pilot no-riskpolis langdurig bijstandsgerechtigden
29 544 Arbeidsmarktbeleid
Nr. 1278
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2025
Met deze brief informeer ik u dat de pilot no-riskpolis voor langdurig bijstandsgerechtigden
niet uitgevoerd kan worden. Er zijn helaas niet genoeg gemeenten die deel willen nemen
aan de pilot.
Wat was het doel en de opzet van de pilot?
Met de in de zomer van 2024 verzonden brief Resultaten Banenafspraak 20231 bent u geïnformeerd over de pilot no-riskpolis voor langdurig bijstandsgerechtigden.
De no-riskpolis biedt dekking tegen het risico voor de werkgever van loondoorbetaling
bij ziekte. Het idee is dat de no-riskpolis het voor de werkgever aantrekkelijker
maakt om een langdurig bijstandsgerechtigde in dienst te nemen.
Het doel van de pilot is te onderzoeken of een no-riskpolis voor langdurig bijstandsgerechtigden,
die nu niet in aanmerking komen voor een no-riskpolis, effectief is. Effectief wil
zeggen dat de no-riskpolis (1) de baankans van deze doelgroep vergroot en (2) de duurzaamheid
van werk voor deze doelgroep vergroot.
In genoemde brief gaf ik aan dat conform amendement De Kort c.s.2 een concreet voorstel was uitgewerkt voor een pilot met de inzet van de no-riskpolis
voor langdurig bijstandsgerechtigden. Onderzoeksbureau De Beleidsonderzoekers had
in samenspraak met gemeenten en UWV een aantal varianten uitgewerkt van een pilot.
Daarop is gekozen voor een opzet die methodologisch solide is, zodat er na de pilot
conclusies kunnen worden getrokken over de waarde en de effectiviteit van het instrument
voor langdurig bijstandsgerechtigden die nu geen gebruik kunnen maken van de no-riskpolis.
Waarom de pilot niet kan starten
Door de Beleidsonderzoekers is in het onderzoek aangegeven dat voor een goede pilot
een steekproef van minimaal 35.000 langdurig bijstandsgerechtigden nodig is; 17.500
mensen met een no-riskpolis en een controlegroep zonder polis van dezelfde omvang.
In de tweede helft van 2024 is veel energie gestoken in het vinden van voldoende gemeenten
die mee willen doen aan de uitvoering van de pilot. We hebben met ruim 30 geïnteresseerde
gemeenten gesproken over mogelijke deelname aan de pilot. Dit heeft helaas niet geleid
tot het benodigde aantal gemeenten dat de pilot wil uitvoeren.
Bij de geïnteresseerde gemeenten zijn slechts ongeveer 8.000 mogelijke deelnemers
beschikbaar, terwijl er voor een succesvolle pilot 35.000 deelnemers nodig zijn. Dit
betekent dat er te weinig deelnemers gevonden zijn om een pilot met de no-riskpolis
voor langdurig bijstandsgerechtigden uit te kunnen voeren. Gemeenten geven hiervoor
een aantal redenen.
De doelgroep van de pilot is bij nader inzien kleiner blijkt dan gedacht
Gemeenten schatten in dat veel langdurig bijstandsgerechtigden in de pilotperiode
niet aan het werk zullen komen in verband met belemmeringen om te kunnen werken zoals
gezondheidsklachten en/of multiproblematiek. De mensen die wel aan het werk geholpen
kunnen worden, stromen vaak uit met behulp van loonkostensubsidie. Via het doelgroepregister
ontstaat dan al een recht op de no-riskpolis. De resterende groep voor wie deze pilot
meerwaarde kan hebben, werd door veel (aanvankelijk geïnteresseerde) gemeenten te
klein geacht om de inspanningen van een pilot te rechtvaardigen.
De pilot vraagt relatief veel aanpassingen in de uitvoering
Gemeenten werden bij deelname aan de pilot geacht te organiseren wie wel en wie niet
in aanmerking kwam (de controlegroep). Dit vraagt om het inpassen van de pilot in
de lokale en regionale dienstverlening en goede monitoring. Denk hierbij aan onder
andere het aanpassen van de werkprocessen en informatiesystemen, instructies voor
medewerkers en goede communicatie met gemeenteraad, werkgevers en bijstandsgerechtigden.
Een andere opzet van de pilot kan effectiviteit niet aantonen
Een eerder overwogen alternatief is het uitvoeren van de andere door de Beleidsonderzoekers
uitgewerkte variant. In deze variant worden de resultaten van pilot-gemeenten vergeleken
met resultaten uit andere gemeenten. Omdat gemeenten (sterk) van elkaar verschillen
in samenstelling bestand, arbeidsmarkt, beleid en uitvoering van re-integratie van
deze doelgroep, etc., is het lastig om het effect van de no-riskpolis in een pilot
te kunnen meten. Uitkomsten van deze variant zijn daarom kwetsbaar voor de kritiek
dat appels met peren worden vergeleken. Een dergelijke pilot zou daardoor niet tot
eenduidige uitkomsten over de effectiviteit van een no-riskpolis leiden. Ik acht de
uitvoering van dit alternatief daarom niet zinvol.
Tot slot
Op grond van het bovenstaande kom ik tot de conclusie dat het doorzetten van de pilot
niet zinvol is. Het budget dat was gereserveerd voor de pilot wordt betrokken bij
de integrale besluitvorming rondom de Voorjaarsnota.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J.N.J. Nobel
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.N.J. Nobel, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid