Brief regering : Terugkoppeling conferentie "Taking the Reins"
36 600 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2025
Nr. 53
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2025
De vaste commissie voor Koninkrijksrelaties heeft mij verzocht om de Kamer tijdig
voor het commissiedebat Economische ontwikkeling Caribisch deel van het Koninkrijk
van 16 april aanstaande een terugkoppeling te geven op de driedaagse conferentie «Taking the Reins: Aruba, Curaçao en Sint Maarten – Driving Their Economic Future», inclusief de behaalde resultaten1. Aan dit verzoek geef ik graag gehoor.
Zoals aangegeven in mijn brief van 10 maart jl.2 is economische zelfredzaamheid leidend in mijn beleid voor de samenwerking tussen
Nederland en de Caribische delen van het Koninkrijk, in samenhang met de thema’s goed
bestuur en houdbare overheidsfinanciën.
De drie landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn autonoom in de vormgeving van hun
economische koers. Hun ontwikkeling richting zelfredzaamheid wordt echter afgeremd
door een aantal structurele uitdagingen, zoals de beperkte schaal van hun economieën,
hun moeilijke logistieke connecties en het vermogen adequate instituties op te bouwen
binnen een kleine maatschappij. Deze factoren maken hen tevens extra kwetsbaar voor
externe schokken. Die schokken kunnen economisch, geopolitiek of klimatologisch van
aard zijn.
Deze uitdagingen vertonen sterke overeenkomst met die van Small Island Development States (SIDS), eilanden die wereldwijd worden erkend als groep met een specifieke ontwikkelingsproblematiek.
In VN-verband wordt kennis uitgewisseld en aan oplossingen gewerkt voor de kwetsbaarheden
van deze eilandstaten. Het is daarom nuttig de kennis van en over SIDS te benutten
voor het bevorderen van de economische zelfredzaamheid van de drie Caribische landen.
Middels de Landspakketten die in 2020 zijn overeengekomen met Aruba, Curaçao en Sint
Maarten werkt de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) samen met de landen aan institutionele
versterking in het algemeen en beleidsvorming op economisch terrein in het bijzonder.
In dit kader organiseerden TWO en de drie ministeries voor economische ontwikkeling
van deze landen een conferentie op ambtelijk niveau, met als doel te komen tot duurzame
uitwisseling van informatie en gezamenlijke initiatieven op het gebied van economische
ontwikkeling.
Samenwerking is een voor de hand liggend antwoord op kleinschaligheid en gebrek aan
institutionele capaciteit, en kan helpen de gevolgen van externe schokken te beperken.
De ministeries voor economische ontwikkeling van de Caribische landen werken op sommige
onderwerpen al samen en hebben in overleg met de TWO de wens uitgesproken om de mogelijkheden
tot samenwerking verder te verkennen, tijdens een fysieke bijeenkomst.
Het doel van het evenement was het tot stand brengen van een regionaal samenwerkingsprogramma
op economische vraagstukken. Het evenement stond daarom in het teken van uitwisseling,
het bevorderen van innovatieve ideeën en het identificeren van gebieden voor intensievere
samenwerking.
Het evenement is door de vier Landen gezamenlijk vormgegeven. De gemeenschappelijkheid
van de kleine eiland-problematiek en de lessen die te trekken zijn uit de wereldwijde
SIDS-samenwerking, dienden als raamwerk voor deze meeting.
Het evenement is bezocht door ongeveer vijftig deelnemers, inclusief sprekers. Deelnemers
vertegenwoordigden verschillende ministeries en publieke organisaties van de vier
landen, waaronder de ministeries van economische zaken, de centrale banken en de Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO). Regionale en internationale sprekers van onder meer
het SIDS bureau van de VN, CARICOM en the University of the West Indies vulden de
expertise van deelnemers uit Aruba, Curaçao en Sint Maarten aan.
Het programma bestond uit drie dagen, waarbij de eerste dag in het teken stond van
verdieping op de economische ontwikkeling van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en verkenning
van de SIDS benadering. De tweede en derde dag stonden in het teken van intensiveren
van samenwerking, aan de hand van tien ronde tafels. Per tafel is een champion aangewezen, als aanspreekpunt voor vervolgstappen. Afsluitend zijn een gezamenlijke
slotverklaring en concrete vervolgstappen gepresenteerd. Het betrekken van bijzondere
gemeenten, Bonaire, Saba en Sint Eustatius bij het vervolg, is nadrukkelijk benoemd.
Bij afronding van het evenement is een gezamenlijke slotverklaring uitgesproken.
De slotverklaring luidt:
From the 29th to the 31st of January 2025, the Dutch Caribbean Countries came together
to discuss opportunities for economic collaboration. Hereby, we state that we are
willing to collaborate with each other, within the Dutch Caribbean Countries towards
common goals. Furthermore, understanding the importance of collaborating with all
six Dutch Caribbean islands, we will also discuss opportunities for collaboration
with Bonaire, Saba, and St. Eustatius. The call for a (virtual) platform for structured
consultation comes from various discussions on a wide range of topics concerning the
sustainable economic future of the six islands of the Dutch Caribbean. Additionally,
the role of data as a strategic resource and the collection and use of data for evidence-based
policy and decision-making is a priority for regional development. Having attended
the conference we commit and ensure to translate the results into concrete actions.
Attending a conference alone is not enough; the real challenge lies in ensuring that
these discussions translate into concrete actions starting on Monday, where we will
begin by identifying the three main priority areas for collaboration and begin to
discuss them at our next meeting on Thursday 20th, February, 2025. Acknowledging that
final decision-making is at the political level, we commit to informing and motivating
decision makers in our respective countries. We will assign a project leader to oversee
the follow-up steps.
Er is afgesproken dat de opbrengst wordt vertaald in concrete acties en dat het identificeren
van de drie belangrijkste prioriteiten daarin de eerste stap is. Ook is uitgesproken
dat een projectleider zal toezien op uitvoering van vervolgstappen en de afspraken
monitort.
In de afgelopen weken is daarom met Aruba, Curaçao en Sint Maarten gewerkt aan het
verder vormgeven van het regionaal samenwerkingsprogramma. Ook is er een prioritering
gemaakt van de opbrengst van onderwerpen en vervolgstappen, die de drie Caribische
landen gezamenlijk willen oppakken, waar wenselijke en mogelijk met ondersteuning
vanuit de TWO.
Dat levert de volgende top 3 op:
• Voedselzekerheid: samenwerking tussen eilanden en beschikbare middelen voor voedselzekerheid
Mogelijke vervolgstappen:
○ Verkennen van mogelijkheden tot oprichten van inter-eilandelijke samenwerkingsvormen:
kleinschalige boeren steunen, door het verlagen van transportkosten, gezamenlijke
inkoop en gewasverdeling.
○ Beleidsontwikkeling: het implementeren van beleid om verschillende vormen van landbouw
te reguleren en te stimuleren.
○ Gegevens en onderzoek: samenwerking met universiteiten om dataverzameling te versterken.
• Handel en connectiviteit
Mogelijke vervolgstappen:
○ Inter-eilandelijke commissie handel & connectiviteit.
○ Onderzoeken van een open skies-verdrag & economische zone tussen de zes eilanden.
○ Beleidsontwikkeling rond gezamenlijke inkoop in de regio.
• Blue economy: maritieme & plezierjacht-sector
Mogelijke vervolgstappen:
○ Informatie-uitwisseling voor beleidsvorming, bijvoorbeeld maritieme ruimtelijke ordening
en duurzaam beheer van maritieme hulpbronnen.
○ Het vaststellen van (milieu)normen en gezamenlijk onderhandelen met bijvoorbeeld cruisemaatschappijen.
○ Kennisuitwisseling: stimuleren van de uitwisseling van oceaan-gerelateerde technologieën
binnen de regio’s, zoals koeling van hotels met zeewater.
De komende periode blijf ik samen met het kabinet werken aan economische ontwikkeling
en zelfredzaamheid van het Caribisch deel van het Koninkrijk. Ik zal daarom de samenwerking
tussen de (ei)landen blijven volgen en bevorderen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
F.Z. Szabó
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.Z. Szabó, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties