Brief regering : Kabinetsreactie inzake Achtste jaarverslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
30 573 Migratiebeleid
Nr. 225
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2025
In de procedurevergadering van 22 januari 2025 heeft de vaste commissie voor Asiel
en Migratie besloten mij te verzoeken de Kamer een kabinetsreactie te doen toekomen
inzake het Achtste jaarverslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (Mededeling
van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement (COM(2024)593).
Hierbij voldoe ik, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp aan dit verzoek.
Achtste jaarverslag over de Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije
Op 19 december 2024 is door de Europese Commissie het achtste jaarverslag inzake de
Faciliteit voor Vluchtelingen in Turkije (FRiT) gepubliceerd. De FRiT werd bij besluit
van de Europese Commissie opgezet in 2015, en werd eveneens opgenomen in de EU-Turkije
Verklaring.1 De Faciliteit heeft tot doel om op een brede manier vluchtelingen en gastgemeenschappen
in Turkije te ondersteunen en te voorzien in hun behoeften. Het is een systeem voor
het coördineren van de middelen die via het EU-budget beschikbaar worden gesteld,
evenals van de extra bijdragen van lidstaten die als externe ontvangsten in de begroting
van de EU worden opgenomen. Deze middelen worden ingezet voor het verlenen van humanitaire
bijstand en ontwikkelingshulp. Het achtste jaarverslag rapporteert over het functioneren
van de FRiT in 2023. Het verslag is bijgewerkt tot februari 2024. Dat brengt met zich
mee dat de val van het Assad-regime in Syrië op 8 december 2024 en de effecten daarvan
op het Turkse migratiebeleid en op de situatie voor vluchtelingen en migranten in
Turkije niet zijn meegenomen in dit verslag.
In het jaarverslag zet de Commissie de migratiesituatie in Turkije tot het begin van
2024 uiteen. Turkije is een belangrijk opvang- en doorreis-land voor vluchtelingen
en migranten. Volgens de Turkse autoriteiten verblijven er in januari 2024 meer dan
3,2 miljoen geregistreerde Syriërs en 300.000 andere vluchtelingen en migranten in
Turkije. Veelal hebben zij de Afghaanse, Iraakse, Iraanse of Somalische nationaliteit.
Het langdurige verblijf van deze aantallen Syrische vluchtelingen samen met het toenemende
aantal irreguliere migranten drukt zwaar op gastgemeenschappen in Turkije en heeft
impact op het maatschappelijke draagvlak in het land. De Commissie spreekt in het
verslag waardering uit voor de doorlopende inspanningen van Turkije om de EU-Turkije
Verklaring uit te voeren. Het jaarrapport rapporteert dat het aantal irreguliere vertrekken
vanuit Turkije naar de EU weliswaar met 15% gestegen is in 2023 ten opzichte van 2022,
maar nog altijd lager is dan vóór de Verklaring en dus concrete resultaten oplevert.
2023 was ook het jaar waarin Turkije werd getroffen door verwoestende aardbevingen
in februari. De impact daarvan komt meermaals naar voren in dit jaarverslag. De Commissie
rapporteert ook over het zogenaamde 1–1 mechanisme: voor elke van de Griekse eilanden
naar Turkije terugkerende irreguliere migrant wordt er een door UNHCR erkende vluchteling
hervestigd. Tussen 2016 en 2020 heeft Turkije in totaal 2.140 migranten overgenomen
als onderdeel van deze afspraken. Vanwege de COVID-pandemie heeft Turkije in 2020
de overname van irreguliere migranten unilateraal opgeschort, deze is sindsdien niet
meer hervat. Het jaarverslag benoemt dat er tot en met 2023 bijna 41.000 vluchtelingen
uit Turkije zijn hervestigd (nb. Inmiddels heeft de EU in totaal 43.019 vluchtelingen
hervestigd uit Turkije (peilmaand: augustus 2024).
Volgens de Commissie coordineert de FRiT snel en doelmatig EU-steun voor vluchtelingen
in Turkije. De Commissie benadrukt dat de FRiT effectief EU-fondsen inzet voor humanitaire
en ontwikkelingshulp aan vluchtelingen en kwetsbare gastgemeenschappen in Turkije,
migratiebeheer en grensbewaking. Het totale door de EU toegezegde budget dat door
FRiT wordt geimplementeerd is 6 miljard euro, welke in twee tranches – voor de periodes
2016–2017 en 2018–2019 – beschikbaar is gesteld voor een groot aantal verschillende
projecten. Tegen het einde van 2023 was de volledige operationele begroting aanbesteed
en was het merendeel daarvan – meer dan 5,3 miljard euro – gecontracteerd en uitbetaald.
De projecten lopen tot uiterlijk medio 2025, onder andere, omdat de uitvoeringsperiode
van deze projecten bij wijze van uitzondering is verlengd naar aanleiding van de COVID-19
pandemie. Volgens de Commissie hebben de projecten onder de Faciliteit in 2023 de
cruciale steun verleend aan vluchtelingen en gastgemeenschappen in Turkije. De Europese
Raad besloot meermaals tot continuering van de financiële steun voor de opvang van
vluchtelingen in Turkije. Voor 2021–2023 werd 3 miljard euro vrijgemaakt, voor 2024
520 miljoen euro en voor 2025–2027 2 miljard.2
3
4
Het jaarverslag zet de voortgang van de projecten uiteen ten aanzien van de volgende
prioriteiten: onderwijs, bescherming, gezondheid, gemeentelijke infrastructuur, basisbehoeften
en sociaal-economische steun, migratiebeheer en de rol van vrouwen en meisjes binnen
de projecten. De Commissie concludeert dat er goede resultaten zijn geboekt in het
verlenen van bijstand aan vluchtelingen en gastgemeenschappen door de projecten.
De Europese Rekenkamer deed een tweede doelmatigheidscontrole van de FRiT in 2022–2023.
In het achtste jaarverslag over de FRiT, verwijst de Europese Commissie dan ook naar
het op 24 april 2024 openbaar gepubliceerde rapport hierover van de Europese Rekenkamer,
inclusief aanbevelingen en de reactie van de Commissie daarop.5 Ondanks dat de uitvoering van de projecten aanzienlijke vertragingen had en de Faciliteit
een nog grotere kosteneffectiviteit en aantoonbare impact had kunnen bereiken, stelt
de Rekenkamer vast dat de FRiT in een uitdagende politieke context relevante steun
heeft geboden. De vier aanbevelingen zien op de duurzaamheid en meting van de impact
van projecten, het ophalen van gegevens over onderwijs en beoordeling en monitoring
van de kosten. De Commissie zegt in het achtste jaarverslag toe om als vervolgstap
de dialoog aan te willen gaan met lidstaten, het Europese Parlement en Turkije over
deze aanbevelingen.
Verder neemt de Commissie zich voor om vier andere stappen te nemen, te weten: (1)
om de effectieve uitvoering van de projecten en (2) communicatie-activiteiten voort
te zetten, (3) programmering voort te zetten op basis van de aanvullende steun om
de duurzaamheid van de Faciliteit te waarborgen en (4) een bijeenkomst te organiseren
van de stuurgroep in het voorjaar van 2025. Bij deze stuurgroep zijn de Europese lidstaten
vertegenwoordigd.
Kabinetsreactie op het Achtste jaarverslag over de Faciliteit voor Vluchtelingen in
Turkije
Het kabinet sluit zich aan bij de bevindingen en vervolgstappen die worden genoemd
in het jaarverslag. Het onderschrijft dat via de FRiT snel en doelmatig EU-steun voor
vluchtelingen in Turkije is verleend. Het aantal vluchtelingen en migranten dat in
Turkije verblijft was groot in de onderzochte periode. Dit onderstreept het belang
van de steun die de Faciliteit bood op het gebied van humanitaire bijstand en ontwikkelingshulp
voor opvang in Turkije.
Het kabinet verwelkomt de projecten die als onderdeel van de FRiT zijn uitgevoerd.
Zo werden middels de Faciliteit in 2023 circa 500.000 kinderen in staat gesteld om
naar school te gaan en konden meer dan 12.000 onderwijsvoorzieningen verder worden
gemoderniseerd. Middels het sociale vangnet voor noodgevallen (ESSN), kon aan meer
dan 1,6 miljoen vluchtelingen financiële ondersteuning worden geboden. Mede dankzij
een onderwijsprogramma voor zorgaanbieders (SIHHAT) waren daarnaast 190 gezondheidscentra
voor migranten operationeel en door de Faciliteit gefinancierde ziekenhuizen verleende
cruciale zorg na de aardbevingen van 2023. Het kabinet ziet dit als tastbare voorbeelden
van de waardevolle bijstand die de FRiT aan vluchtelingen en gastgemeenschappen biedt.
Eveneens verwelkomt het kabinet de inzet van de Commissie ten aanzien van het versterken
van migratiebeheer in Turkije op bijvoorbeeld grensmanagement en asiel – in lijn met
Europese en internationale standaarden.
Met betrekking tot de bredere uitvoering van de EU-Turkije Verklaring sluit het kabinet
zich aan bij de conclusie van de Commissie dat zowel de EU als Turkije zich blijven
inzetten voor een effectieve uitvoering van de Verklaring, inclusief de wens van de
EU om de afspraken op het gebied van hervestiging en overname van migranten vanaf
de Griekse eilanden door Turkije te hervatten. Het kabinet steunt de in het jaarverslag
door de Commissie voorgestelde vervolgstappen. Verder omarmt het kabinet het voornemen
van de Commissie om de dialoog aan te gaan met de betrokken partijen over de aanbevelingen
die de Europese Rekenkamer deed naar aanleiding van de tweede doelmatigheidscontrole
van de Faciliteit. Het kabinet herkent de aanbevelingen van de Europese Rekenkamer
en zal in Europees verband aandacht blijven vragen voor goede opvolging. Het kabinet
wijst in Europees verband ook consequent op het belang van goede monitoring van deze
projecten, in het licht van de bescherming van mensenrechten van migranten en vluchtelingen
in Turkije, en verwelkomt de inzet van de Commissie daarop.
EU-Turkije samenwerking op het gebied van migratie
Het kabinet onderkent dat Turkije één van de grootste vluchtelingengemeenschappen
ter wereld opvangt. Sinds de publicatie van het achtste jaarverslag zijn de cijfers
gewijzigd, maar verblijven er niettemin zeer grote aantallen vluchtelingen in het
land. Volgens de meest recente cijfers van de Turkse autoriteiten verblijven er momenteel
2,9 miljoen geregistreerde Syrische vluchtelingen en ruim 200.000 vluchtelingen met
een andere nationaliteit in Turkije.
Turkije geldt voor Nederland ook als belangrijk land van transit en herkomst. De EU-Turkije
Verklaring is nog altijd de kapstok van migratiesamenwerking tussen de EU en Turkije,
omdat het de terechte ondersteuning biedt aan de inspanningen die Turkije levert voor
de opvang van vluchtelingen en het versterken van migratie- en asielmanagement en
de aanpak van mensenhandel- en smokkel in Turkije, en daarnaast sinds de totstandkoming
een drastische vermindering van het aantal irreguliere vertrekken waarneembaar is
ten opzichte van de situatie vóór de Verklaring. Het kabinet is daarom voorstander
van de instandhouding en volledige implementatie van de EU-Turkije Verklaring en zet
in op constructieve migratiesamenwerking, op Europees én bilateraal niveau.
Tegelijkertijd zijn de omstandigheden in Syrië drastisch veranderd de afgelopen periode.
In Syrië zet Turkije in op stabilisatie, wederopbouw en het realiseren van basisvoorzieningen.
Deze inzet is er mede op gericht om duurzame vrijwillige terugkeer van vluchtelingen
te realiseren. Turkije verzoekt de internationale gemeenschap om steun bij deze inspanningen.
Ook staat Turkije go-and-see visits toe, waarbij één gezinslid per familie maximaal 3 keer terug kan keren naar Syrië
zonder de verblijfstatus in Turkije te verliezen, om de kansen op duurzame terugkeer
te vergroten. Ook het kabinet zet – ook in Europees verband – in op het faciliteren
van vrijwillige terugkeer van Syriërs, zowel vanuit Nederland, de EU als vanuit landen
in de regio. Nederland vindt het dan ook van belang dat de EU inzet op sectorale sanctieverlichting
in Syrië, en in het verlengde daarvan, wederopbouw in Syrië – ook om uiteindelijk
terugkeer van Syrische vluchtelingen mogelijk te maken. Ondertussen beziet de EU de
voortgang in de transitie van het bestuur, met bijzondere aandacht voor de omgang
met de diverse gemeenschappen in de Syrische samenleving. Het kabinet hecht aan een
actieve en coördinerende rol van de EU op dit terrein, tussen lidstaten en met landen
in de regio. Het is van belang om landen in de regio zoals Turkije te ondersteunen
bij het voorbereiden van terugkeer van Syrische vluchtelingen. Tegelijkertijd zal
een deel van de Syrische vluchtelingen in Turkije niet of pas op lange termijn naar
Syrië terugkeren en blijft voortzetting van steun voor opvang van vluchtelingen in
Turkije van belang.
Nederlands Turkse bilaterale samenwerking op het gebied van migratie
Nederland zet in het verlengde van de EU-inzet ook in op een constructieve bilaterale
migratiesamenwerking met Turkije. Nederland zet in op het versterken van de migratiedialoog
met de Turkse migratie-autoriteiten en spreekt met Turkije over onderwerpen als terugkeer
van- en naar Turkije, de aanpak van smokkel, terugkeer van Syrische vluchtelingen,
het versterken van asiel- en migratiemanagement in Turkije en het waarborgen van fundamentele
rechten van migranten en vluchtelingen. Concreet ondersteunt Nederland Turkije bij
het versterken van grensmanagement, de aanpak van mensensmokkel, de terugkeer vanuit
Turkije (Afghaanse en Syrische nationaliteiten uitgesloten), vinden er met enige regelmaat
kennisuitwisselingen plaats op bijvoorbeeld thema’s als opvang en de aanpak van mensenhandel
en ondersteunt Nederland ook bij asielmanagement via een detachering bij UNHCR. Deze
inzet vindt plaats in lijn met internationaal en Europees recht en migratieprogrammering
wordt ingericht, uitgevoerd en gemonitord volgens internationale normen. Voorts zet
Nederland in op het tegengaan van irreguliere migratie door middel van (pro)actieve
advisering van luchtvaartmaatschappijen en samenwerking met migratieautoriteiten in
individuele casussen en door het geven trainingen op het gebied irreguliere migratie,
zoals documentfraude, aan deze partijen. Voorts zijn de afgelopen jaren meerdere werkbezoeken
van Turkse autoriteiten (Presidency Migration for Management, Turkish National Police,
gendarmerie, kustwacht) aan Nederland georganiseerd, waaronder over documentfraude,
terugkeer en grensmanagement. In het kader van de implementatie van de EU-Turkije
Verklaring hervestigt Nederland ook vluchtelingen uit Turkije. Deze hervestiging is
momenteel opgeschort in verband met het beslis- en vertrekmoratorium voor mensen met
de Syrische nationaliteit.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie