Brief regering : Appreciatie van de motie van het lid Podt over de overheid als launching customer voor nieuwe eiwitproducten (Kamerstuk 30252-198)
30 252 Toekomstvisie agrarische sector
Nr. 202
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 april 2025
Hierbij stuur ik u mijn appreciatie op de aangehouden motie van het lid Podt, die
op 27 maart 2025 werd ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw, Klimaat en Voedsel
(Kamerstuk 30252–198). In deze aangehouden motie wordt de regering verzocht te verkennen
of het Innovatiekrediet zo aangepast kan worden dat de lening conditioneel wordt toegekend
vóór volledige financiering, om meer privaat kapitaal aan te trekken en wordt de regering
verzocht een rol te nemen als launching customer voor nieuwe eiwitproducten, zoals
in Denemarken en Duitsland.
Ik wil de motie na overleg met mijn collega van Economische Zaken «Oordeel Kamer»
meegeven, mits ik hem op de hiervolgende manier kan interpreteren.
Innovatiekrediet
Het Innovatiekrediet richt zich op risicovolle technische en klinische ontwikkelingsprojecten.
Met het Innovatiekrediet kan een deel van het ontwikkelrisico worden afgedekt, zodat
de drempel voor de onderneming zelf en haar investeerders wordt verlaagd. De mogelijkheid
bestaat al om conditioneel toe te kennen (met ontbindende voorwaarde voor financiering
in de verleningsbeschikking) als er bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
(RVO) voldoende vertrouwen is dat de financiering door private investeerders in afzienbare
tijd rond komt. Aan de ontbindende voorwaarde dient normaliter binnen 4–8 weken te
worden voldaan (met mogelijkheid tot uitstel). Voor zover is de motie overbodig. Wel
is het zo dat veel ondernemers nog niet bekend zijn met deze mogelijkheid en daardoor
wellicht niet aan een aanvraag beginnen, waardoor mogelijk minder privaat kapitaal
wordt aangetrokken. Wanneer ik de motie zo mag interpreteren dat we met RVO in gesprek
gaan over het beter informeren van de doelgroep, dan kan ik de motie voor wat betreft
dit verzoek «Oordeel Kamer» geven.
De overheid als launching customer
Het inkoopbeleid van de overheid is een belangrijk instrument waarmee bijvoorbeeld
ondernemers, boeren en ketenpartijen worden gemotiveerd om grotere maatschappelijke
bijdragen te leveren. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) constateert
dat voor tal van ondernemingen in de catering de overheid een belangrijke klant is1. Het inkoopbeleid is namelijk een instrument om een meer verantwoorde bedrijfsvoering
te stimuleren. Daarnaast stelt de WRR dat de overheid voedselaanbieders kan faciliteren
bij de marktintroductie van potentieel interessante producten die een maatschappelijke
impact hebben. De overheid treedt hier dan op als launching customer en neemt hiermee
een deel van de onzekerheden bij de eerste opschaling weg. Wanneer ik de motie zo
mag interpreteren dat we vanuit de rijksoverheid, als opdrachtgever, het gesprek aangaan
met cateraars over de inkoop van meer innovatieve eiwitproducten, dan kan ik de motie
ook voor dit verzoek «Oordeel Kamer» geven. Het is uiteindelijk aan cateraars zelf,
om binnen de gestelde ambities en doelen, specifieke producten in te kopen.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Indieners
-
Indiener
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur