Brief regering : Een web van haat - De online grip van extremisme en terrorisme op minderjarigen
29 754 Terrorismebestrijding
Nr. 749
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Hierbij bied ik uw Kamer, mede namens de Minister van Justitie en Veiligheid, de publicatie
«Een web van haat – de online grip van extremisme en terrorisme op minderjarigen»
aan. Deze publicatie van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) gaat
in op het fenomeen minderjarige (12 tot en met 17 jaar) aanhangers van het jihadisme
en rechts-terrorisme. Een zorgelijk fenomeen waarvoor ik graag de aandacht vraag.
Minderjarigen steeds vaker een terroristische dreiging
De AIVD ziet dat minderjarigen steeds vaker een terroristische dreiging kunnen vormen,
met name vanuit het jihadisme en rechts-terrorisme. Het aantal minderjarige jihadisten
neemt sinds 2023 toe en de AIVD constateert dat de Nederlandse rechts-terroristische
beweging sinds 2020 voor een groot deel bestaat uit minderjarigen. De AIVD ziet momenteel
tientallen minderjarigen die een dreiging vormen voor de nationale veiligheid. Deze
toename is ook in het buitenland gaande. Zo zei de Britse veiligheidsdienst MI5 in
oktober 2024 dat 13% van hun onderzoeken naar betrokkenheid bij terrorisme over minderjarigen
gaan.1
Daarnaast gaf de Belgische veiligheidsdienst VSSE (Veiligheid van de Staat) in hun
Intelligence Report 2024 aan dat een derde van de personen die gewelddadige acties
plannen in de VSSE terrorismedossiers minderjarig zijn.2
Er kunnen verschillende soorten dreigingen tegen de nationale veiligheid uitgaan vanuit
minderjarigen die terroristisch gedachtegoed aanhangen. Zo wordt terroristische gedachtegoed
verder in stand gehouden en verspreid, waardoor anderen kunnen radicaliseren. Ook
kan de online activiteit van minderjarigen leiden tot netwerk- en groepsvorming. In
enkele gevallen kan het zelfs leiden tot een aanslagdreiging of activiteiten om uit
te reizen naar een strijdgebied, bijvoorbeeld jihadisten die naar ISIS-gebied willen
afreizen.
Niet zonder reden is gekozen voor de titel «een web van haat». Deze publicatie van
de AIVD beschrijft onder meer de belangrijke rol van sociale media en gamingplatforms,
zoals Discord, Instagram, Snapchat, Telegram, TikTok en Roblox bij radicalisering
van minderjarigen. De AIVD constateert dat een deel van de minderjarigen waarschijnlijk
verstrikt raakt in een jihadistische of rechts- terroristische ideologie door een
combinatie van overmatige blootstelling aan terroristische propaganda, hun identiteitsontwikkeling
en psychosociale problematiek. Niet elke minderjarige die met dergelijke propaganda
in aanraking komt zal de onderliggende ideologie overnemen of bereid zijn over te
gaan tot zorgelijke acties, maar duidelijk is dat minderjarigen extra kwetsbaar zijn
voor dergelijke invloeden.
Deze publicatie geeft inzicht in de dreiging die kan uitgaan van minderjarige aanhangers
van terroristische gedachtegoed en via welke kanalen minderjarigen op sociale media
en gamingplatforms hiermee in aanraking kunnen komen. Deze kennis is van waarde voor
professionals in verschillende domeinen – van hulpverleners tot beleidsmakers – maar
ook voor ouders en verzorgers. Door beter te begrijpen hoe deze beïnvloeding plaatsvindt,
kunnen signalen beter worden herkend en effectievere maatregelen getroffen worden
om deze minderjarigen – en de samenleving – weerbaarder te maken.
Het is voor de directe fysieke omgeving moeilijk zicht te houden op de online activiteiten
en contacten van minderjarigen. Minderjarigen kunnen ook doelbewust hun activiteiten
geheimhouden, bijvoorbeeld omdat ze ervan bewust zijn dat het verspreiden van extremistische
propaganda strafbaar is. Ook blijft extremistisch en terroristische propaganda zich
snel ontwikkelen en is het niet altijd direct te herkennen, waardoor de propaganda
niet in alle gevallen als zodanig wordt opgemerkt door ouders, professionals en/of
automatische detectiesoftware van sociale mediaplatformen.
Het ontsnappen aan dit web van haat wordt bemoeilijkt wanneer de fysieke wereld geen
krachtige tegenhanger biedt voor de status die deze minderjarigen in de online wereld
ervaren. De AIVD ziet bijvoorbeeld dat het online aanzien van minderjarigen en de
hoeveelheid aanspraak die ze hebben, soms aanzienlijk kan verschillen van hun sociale
positie in de fysieke wereld. Dit kan ertoe bijdragen dat deze minderjarigen hun online
activiteiten voortzetten, zelfs na (strafrechtelijke) interventie.
Maatwerk
Om de betrokkenheid van minderjarigen bij terrorisme tegen te gaan, is volgens de
AIVD maatwerk nodig. Ieder individueel geval is immers anders. In sommige gevallen
kan de dreiging weggenomen worden met de juiste pedagogische begeleiding of psychosociale
hulpverlening. In andere gevallen kan de jeugdstrafrechtketen een effectievere maatregel
zijn om de terroristische dreiging vanuit een minderjarige duurzaam te mitigeren.
Passende maatwerk zou kunnen bestaan uit (een combinatie van) hulpverlening, begeleiding
en een strafrechtelijk kader. Nauwe samenwerking tussen het sociale domein, zorgdomein
en veiligheidspartners (waaronder de AIVD), kan in dit benodigde maatwerk voorzien.
Omdat de minderjarigen waar deze publicatie over rapporteert veelal ook online radicaliseren,
zou dit maatwerk zich niet moeten beperken tot de regionale grenzen waar langs de
persoonsgerichte aanpak is georganiseerd. Deze problematiek vraagt een persoonsgerichte
aanpak die ook regio-overstijgend kan meebewegen.
(Preventieve) aanpak van de dreiging
De Rijksoverheid zet middels een divers pakket aan beleid en interventies direct en
indirect in op de (preventieve) aanpak van radicalisering onder minderjarigen en minderjarigen
waarvan een extremistische ofwel terroristische dreiging uitgaat. De (preventieve)
aanpak vindt o.a. op een landelijk en lokaal niveau plaats, in gezamenlijkheid met
een groot aantal partners uit het veiligheid-, sociaal- zorg- en onderwijsdomein.
Ook is er een brede verantwoordelijkheid bij diverse betrokkenen om jongeren wegwijs
te maken in de digitale wereld. Ouders, scholen, jeugdprofessionals en organisaties
in het maatschappelijk middenveld hebben allemaal een rol in het voorkomen dat minderjarigen
(online) radicaliseren.
Op dit moment wordt door de NCTV met alle betrokken partners bekeken of de contraterrorisme-aanpak
voldoende aansluit bij de dreiging die staat beschreven in bijbehorende publicatie
ten aanzien van jongeren. Waar nodig zullen maatregelen worden getroffen. Over eventuele
aanbevelingen en/of maatregelen binnen de contraterrorisme-aanpak, en in het bijzonder
op het online domein, wordt uw Kamer voor het zomerreces door de Minister van Justitie
en Veiligheid geïnformeerd.
Naast deze evaluatie van de aanpak door de NCTV, zet het Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (SZW) in op het voorkomen dat minderjarigen online radicaliseren
door de versterking van de digitale weerbaarheid onder jongeren. Momenteel loopt er
een pilot waarin samen met jongeren op lokaal niveau interventies worden ontwikkeld
ter preventie van discriminerende, haatdragende en extremistische uitingen online.
Tevens zet SZW in op het versterken van kennis over online radicalisering en het bieden
van handelingsperspectief aan (jeugd)professionals en gemeenten, die een belangrijke
rol spelen in de aanpak van radicalisering.
SZW zal de aankomende periode middels de Actieagenda Integratie en Open en Vrije Samenleving
inzetten op het versterken van de digitale weerbaarheid. SZW zal zich hierbij richten
op het vergroten van het bewustzijn en het handelingsperspectief in de (sociale) omgeving
van jongeren en het versterken van de samenwerking tussen het sociale en veiligheidsdomein.
Zoals beschreven in de Extremismestrategie 2024–2029 is ook onderwijs essentieel in
het bevorderen van de veerkrachtige open samenleving. De wettelijke burgerschapsopdracht
vraagt van scholen dat ze actief burgerschap en sociale cohesie bevorderen. Alle leerlingen
in het funderend onderwijs leren over de basiswaarden van de democratische rechtsstaat,
zoals vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Daarnaast wordt verwacht dat scholen
hun leerlingen leren hoe zij zich verhouden tot mensen met andere opvattingen en hoe
op een respectvolle manier kan worden omgegaan met verschillen tussen mensen.3
Ook de Minister van Justitie en Veiligheid deelt de in deze publicatie beschreven
zorgen omtrent het online domein. Daarom wordt in de Versterkte Aanpak Online inzake
extremistische en terroristische content in het bijzonder aandacht besteed aan jongeren.
Mede gelet op alle ontwikkelingen wordt de komende tijd bekeken of aanvullende maatregelen
nodig zijn.
De aanpak gericht op het tegengaan van radicalisering, extremisme en terrorisme is
ideologie-onafhankelijk en is geschikt voor zowel jongeren als volwassenen.
Voor mensen die, ondanks de preventieve inzet, radicaliseren richting gewelddadig
of strafbaar gedrag hebben we in Nederland een robuuste (lokale) aanpak voor het tegengaan
van radicalisering, extremisme en terrorisme. Als er online of in de fysieke wereld
signalen zijn van radicalisering, extremisme of zelfs mogelijke terroristische activiteiten
kunnen (ook minderjarigen) personen worden opgenomen in de persoonsgerichte aanpak
radicalisering (PGA-R).
De persoonsgerichte aanpak is een combinatie van bestuursrechtelijke, strafrechtelijke,
zorg- en overige interventies. Om partners uit de verschillende domeinen te ondersteunen,
heeft de NCTV onlangs een uitgebreide omschrijving van de lokale aanpak radicalisering,
extremisme en terrorisme geschreven.
Tot slot
Als Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zet ik mij continu in voor
het waarborgen van de democratische rechtsorde. De AIVD draagt hieraan bij door middel
van deze publicatie, en maakt duidelijk dat de inzet van preventie en strafrecht belangrijk
blijft om op een duurzame manier de democratische rechtsorde te beschermen. Zodoende
zal de AIVD, zoals beschreven in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten
2017, onderzoek blijven doen naar personen en organisaties die dreigingen vormen voor
de nationale veiligheid.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Indieners
-
Indiener
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties