Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 14-15 april 2025

Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2025

Op 14 en 15 april aanstaande vindt de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid
plaats te Warschau. Hierbij zend ik u de Geannoteerde Agenda voor deze Raad toe. Conform
de vastgestelde afspraken informeer ik uw Kamer middels de Geannoteerde Agenda tevens
over de voortgang van de onderhandelingen inzake de herziening van de Coördinatieverordening
Sociale Zekerheid.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Y.J. van Hijum

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID (WSB) 14–15 april
2025

In deze Geannoteerde Agenda treft u aan: – Informatie over de Informele Raad WSBVC
van 14–15 april 2025

Informatie over de Informele Raad WSB, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid,
van 14–15 april 2025

In het nu volgende informeer ik u over de Informele Raad WSB, onderdeel Werkgelegenheid
en Sociaal Beleid, van 14–15 april. De Informele Raad vindt plaats in Warschau. Ik
ben voornemens deel te nemen aan de Informele Raad. Aansluitend zal ik in Warschau
een aantal bilaterale gesprekken voeren in het kader van de doorlopende uitvoering
van de motie Palland, de motie Bikker en motie Van Kent/Ceder1.

In het verslag van de Formele Raad van 10 maart jl. heb ik u geïnformeerd over de
laatste ontwikkelingen met betrekking tot de onderhandelingen over de Coördinatieverordening
Sociale Zekerheid (883/2004). In aanvulling daarop kan ik melden dat het Poolse voorzitterschap
dit onderwerp heeft geagendeerd voor bespreking in het Coreper-overleg van 11 april
ter voorbereiding op een triloog. Bij verdere ontwikkelingen wordt u nader geïnformeerd.

Agendapunt: digitale veranderingen en algoritmen in de wereld van het werk – ontwikkeling
van de sociale dialoog, recht op informatie van werknemers

Doel Raadsbehandeling

Het Pools Voorzitterschap beoogt een gedachtewisseling te houden over digitale veranderingen
en algoritmen in de wereld van het werk, met een focus op de ontwikkeling van de sociale
dialoog en het recht op informatie van werknemers.

Inhoud/achtergrond

Een discussiedocument ten behoeve van de gedachtewisseling is ten tijde van het opstellen
van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar.

Inzet Nederland

We zien in de wereld van werk dat onder meer platformbedrijven intensief gebruik maken
van algoritmisch management. Algoritmisch management is een diverse set van technologische
hulpmiddelen en technieken om werkenden op afstand te managen, daarbij gebruikmakend
van datacollectie en surveillance van werkenden, met (semi-) automatische besluitvorming
als doel. Door middel van algoritmisch management kunnen bepaalde taken die gewoonlijk
door mensen worden uitgevoerd, zoals het monitoren, beoordelen, vergelijken en aansturen
van werknemers, worden geautomatiseerd. Algoritmisch management kan verschillende
voordelen met zich meebrengen, zoals het aanjagen van innovatie, verhogen van productiviteit
of het versnellen van dienstverlening. Tegelijkertijd kan het gebruik van technologieën,
zoals algoritmisch management, de klassieke relatie tussen werkgevers aan de ene kant
en werknemers of zelfstandigen aan de andere kant, onder druk zetten.

Met de totstandkoming van de EU-richtlijn betere arbeidsvoorwaarden bij platformwerk
in 2024 is regelgeving voor werkenden voor digitale platforms tot stand gekomen. Zo
moeten platformwerkers en hun vertegenwoordigers worden geïnformeerd over de inzet
en het gebruik van automatische monitoring- en besluitvormingssystemen en welke data
worden verzameld door deze systemen. In gevallen waarin door het gebruik van automatische
monitoring- en besluitvormingssystemen een hoog risico bestaat op een inbreuk op rechten
en vrijheden van platformwerkers, moet een impactanalyse worden uitgevoerd waarover
platformwerkers en hun vertegenwoordigers moeten worden geconsulteerd. Besluiten die
tot gevolg hebben dat het contract van een platformwerker wordt beperkt, geschorst
of beëindigd, mogen enkel genomen worden door een mens.

Het gebruik van algoritmen speelt echter breder dan de platformeconomie. Algoritmes
en automatisering raken vele vormen en soorten van werk in alle lidstaten, waarbij
werk zich ook regelmatig over de landsgrenzen heen beweegt. Tijdens de gedachtewisseling
zal ik daarom inbrengen dat het goed is over dit thema in EU-verband te spreken. Ik
zal toelichten dat het van belang is dat werknemers en werkgevers samen het gebruik
van algoritmen bespreken, in het bijzonder wanneer dit invloed heeft op hun werk en
arbeidsomstandigheden. Het is van belang dat het recht op informatie van werknemers
over het gebruik van algoritmen wordt geborgd. Sociale partners kunnen hierbij een
belangrijke rol spelen. Juist gezien de snelle ontwikkelingen op dit terrein hoop
ik ook van ervaringen van andere lidstaten te leren.

Agendapunt: actief integratiebeleid van EU-lidstaten

Doel Raadsbehandeling

Het Pools Voorzitterschap beoogt een gedachtewisseling te houden over actief integratiebeleid
van EU-lidstaten.

Inhoud/achtergrond

Een discussiedocument ten behoeve van de gedachtewisseling is ten tijde van het opstellen
van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar.

Inzet Nederland

Het kabinet hecht groot belang aan een actief integratiebeleid dat zowel bijdraagt
aan een open en vrije samenleving als aan de arbeidsmarktparticipatie van nieuwkomers
en mensen met een migratieachtergrond. Mijn inzet voor de gedachtewisseling zal dan
ook gericht zijn op deze twee pijlers, zoals uiteengezet in de Actieagenda Integratie
en Open en Vrije Samenleving2.

Ik zal tijdens de gedachtewisseling benadrukken dat meedoen in de Nederlandse samenleving
hand in hand gaat met het onderschrijven van fundamentele normen en waarden, die verankerd
zijn in de Grondwet en de democratische rechtsstaat. Hierbij hoort het bewaken en
bevorderen van individuele vrijheden, zoals zelfbeschikking en de vrijheid om eigen
keuzes te maken, ook in gesloten gemeenschappen. Ik zal onderstrepen dat het noodzakelijk
is om intolerante en onverdraagzaam gedrag tegen te gaan, de sociale cohesie te versterken
en dat polarisatie bestreden moet worden. Ook het tegengaan van schadelijke praktijken
en het vergroten van de bewustwording van buitenlandse beïnvloeding zijn hierbij cruciaal.

Daarnaast zal ik aandacht vragen voor het bevorderen van snelle arbeidsmarktparticipatie
van nieuwkomers, asielzoekers en statushouders, waarbij het kabinet taal en werk als
basis van integratie ziet. Dit draagt tevens bij aan het verminderen van de krapte
op de arbeidsmarkt. Het kabinet zet in op het versterken van de Nederlandse taalvaardigheid,
zowel via inburgeringstrajecten als door werkgevers een grotere verantwoordelijkheid
te geven. Andere actiepunten zijn het wegnemen van belemmeringen voor de toegang tot
werk, het erkennen van diploma’s en het tegengaan van discriminatie op de arbeidsmarkt.

Tot slot zal ik aangeven dat het werken aan integratie een integrale aanpak vereist,
waarbij verschillende beleidsterreinen elkaar versterken. Het kabinet zoekt hierbij
nadrukkelijk de samenwerking met gemeenten en maatschappelijke organisaties.

Agendapunt: gelijkheid op de arbeidsmarkt: innovatief beleid ter ondersteuning van
zorgverantwoordelijkheden

Doel Raadsbehandeling

Het Pools Voorzitterschap beoogt een gedachtewisseling te houden over gelijkheid op
de arbeidsmarkt, met een focus op innovatief beleid ter ondersteuning van zorgverantwoordelijkheden.

Inhoud/achtergrond

Een discussiedocument ten behoeve van de gedachtewisseling is ten tijde van het opstellen
van deze Geannoteerde Agenda nog niet beschikbaar.

Inzet Nederland

Tijdens de gedachtewisseling zal ik benadrukken dat het faciliteren van een goede
balans tussen werk en privé en het ondersteunen van zorgverantwoordelijkheden, van
essentieel belang is voor het realiseren van gelijkheid op de arbeidsmarkt. Ik zal
noemen dat dit niet alleen bijdraagt aan de arbeidsparticipatie, met name van vrouwen,
maar ook bijdraagt aan een gelijkwaardige verdeling van zorgtaken tussen partners
en de ontwikkeling van de band tussen ouder en kind.

Ik zal in de gedachtewisseling het traject voor de vereenvoudiging van het verlofstelsel
uit de Wet arbeid en zorg onder de aandacht brengen. Dit traject is mede ingegeven
door de inzichten uit recente onderzoeken naar de toegankelijkheid en doeltreffendheid
van diverse verlofregelingen3. Daaruit kwam naar voren dat het huidige verlofstelsel als complex wordt ervaren
door de vele verschillende regelingen en administratieve vereisten. Dit gebrek aan
overzicht samen met de kans op inkomensverlies kan een belemmering vormen voor het
daadwerkelijk opnemen van verlof. Deze inzichten worden meegenomen in het traject
voor de vereenvoudiging van het verlofstelsel.

Verder zal ik noemen dat het kabinet de doeltreffendheid en doelmatigheid van het
arbeid en zorgbeleid onderzocht heeft middels een periodieke rapportage. Ook deze
rapportage laat zien dat de bestaande regelingen een positief effect hebben op het
faciliteren van de werk-privébalans. Wel wordt gesignaleerd dat het gebruik van verlofregelingen
voor mantelzorg relatief laag is. Ik zal benoemen dat het voornemen is de regelingen
voor mantelzorg te vereenvoudigen. Het kabinet heeft advies gevraagd aan de SER over
de combinatie van werk en mantelzorg. Daarbij is gevraagd om ook aandacht te besteden
aan het genderaspect en het bevorderen van een evenwichtige verdeling van mantelzorg
en werk tussen mannen en vrouwen. Het advies wordt einde dit jaar verwacht en zal
een nieuwe impuls geven aan dit thema. Verder zet het kabinet in op het versterken
van de toegankelijkheid en kwaliteit van kinderopvang. Met investeringen in de kwaliteit
van de opvang wordt het voor ouders makkelijker om werk en zorg te combineren.

Het kabinet hecht belang aan goede afspraken op de werkvloer tussen werkgever en werknemer.
In veel bedrijven zijn flexibele werktijden en de mogelijkheid om thuis te werken,
voor zover het werk dat mogelijk maakt, al gemeengoed. Ook andere vormen van ondersteuning
van werkenden met zorgtaken vanuit het werk kunnen bijdragen aan het op peil houden
van de arbeidsparticipatie.

Tot slot zal ik de dialoog met burgers en werkgevers aanhalen, waarin is gesproken
over gelijkwaardige kansen op de arbeidsmarkt en de uitdagingen rondom zorgverantwoordelijkheden.
De uitkomsten uit deze gesprekken, zoals het aanmoedigen van gesprekken tussen partners
over zorgverantwoordelijkheden en het bieden van flexibele arbeidstijden, worden meegenomen
in lopende trajecten, waaronder de vereenvoudiging van het verlofstelsel en ook bij
de uitwerking van het SER-advies. Ik zal benadrukken dat een integrale aanpak en voortdurende
dialoog met de samenleving essentieel zijn om te komen tot innovatief beleid dat gelijkheid
op de arbeidsmarkt bevordert en zorgverantwoordelijkheden adequaat kan ondersteunen.