Brief regering : Aanpak van stalbranden
36 600 XIV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2025
Nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Helaas vinden er regelmatig stalbranden plaats in Nederland. Een stalbrand is een
vreselijke gebeurtenis voor alle betrokkenen. Ik vind het daarom belangrijk dat de
brandveiligheid op veehouderijbedrijven verbeterd wordt. Het Verbond van Verzekeraars
(hierna: VvV) publiceert vandaag de Risicomonitor stalbranden 20241. De risicomonitor wordt jaarlijks gepubliceerd en biedt inzicht in het aantal stalbranden,
het aantal dodelijke dierlijke slachtoffers en de oorzaken van de stalbranden voor
zover bekend. Met deze brief informeer ik de Kamer over de uitkomsten van de Risicomonitor
stalbranden 2024. Daarnaast informeer ik de Kamer met deze brief over de voortgang
van het maatregelenpakket voor de aanpak van stalbranden. Ook ga ik in deze brief
in op de motie van het lid Graus (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 36) over het Stable Safe-systeem en valwanden.
Risicomonitor stalbranden 2024
Uit de Risicomonitor stalbranden blijkt dat er in 2024 43 stalbranden hebben plaatsgevonden.
In totaal zijn hierbij 62.790 dieren omgekomen. Het aantal branden is gelijk gebleven
aan het aantal branden in 2023. Wel zijn er in 2024 meer dieren omgekomen dan in 2023.
De stijging in het aantal omgekomen dieren komt door het aantal stalbranden op pluimveebedrijven.
Bij een stalbrand op een pluimveebedrijf kan het aantal dode dieren helaas hoog oplopen,
omdat kippen vaak in grotere aantallen gehouden worden dan de andere diersoorten.
Bij veel stalbranden is de oorzaak helaas onbekend. Dit komt doordat de stal in veel
gevallen volledig afbrandt. Voor de branden waarvan de oorzaak wel te achterhalen
was, zijn elektra en werkzaamheden de meestvoorkomende oorzaken. Deze resultaten bevestigen
de noodzaak van een effectieve aanpak van stalbranden.
Voortgang maatregelenpakket aanpak stalbranden
Momenteel werk ik, conform mijn brief van 18 december 2024, aan een maatregelenpakket
voor de aanpak van stalbranden (Kamerstuk 36 600 XIV, nr. 75). Met dit maatregelenpakket breng ik samen met de sector en andere betrokkenen de
aanpak van stalbranden verder. Hieronder licht ik per maatregel de voortgang toe.
Meer inzicht in oorzaken en factoren brand door intensivering brandonderzoek
Ik bekijk momenteel samen met het VvV op welke wijze de risicomonitor verder uitgebreid
kan worden vanaf het jaar 2025. Door meer inzicht te krijgen in de oorzaak van een
brand en de factoren die invloed hebben gehad op de ontwikkeling van het incident,
kan ik in de toekomst namelijk gerichtere brandveiligheidsmaatregelen treffen. Bij
uitbreiding van de risicomonitor kan gedacht worden aan verdiepende informatie over
de oorzaak van de brand (bijvoorbeeld of er sprake was van specifieke werkzaamheden),
en het bouwjaar en de omvang van de stal.
Uitvoerbare en proportionele elektra- en brandveiligheidskeuring
Onderdeel van de eerder met u gedeelde aanpak van stalbranden is een verplichting
tot het doen van keuringen die gericht zijn op het voorkomen van brand. Deze keuringen
zijn gericht op de brandveiligheid van technische installaties op het erf (elektrakeuring)
en op het brandveiligheidsmanagement en bewustwording van brandrisico’s (brandveiligheidskeuring).
Ik hecht veel waarde aan de uitvoerbaarheid, effectiviteit en proportionaliteit van
deze keuringen, en wil dit graag nader onderzoeken. Op korte termijn start een onderzoeksbureau
in opdracht van LVVN met het uitvoeren van proefkeuringen om meer inzicht te krijgen
in de impact (waaronder de financiële gevolgen) van een verplichte elektrakeuring
voor veehouders. Hierbij zal in eerste instantie gekeken worden naar de uitkomsten
van reeds uitgevoerde keuringen, om zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande
informatie. Aanvullend hierop zal een aantal nieuwe proefkeuringen uitgevoerd worden.
De uitkomsten hiervan zullen naar verwachting in het najaar van 2025 gereed zijn.
Daarnaast heb ik Stichting Milieukeur (hierna: SMK) opdracht gegeven om het keuringsschema
voor de brandveiligheidskeuring te ontwikkelen. Parallel hieraan werk ik momenteel
samen met SMK een effectieve frequentie en opzet voor de keuring uit. De ontwikkeling
van het keuringsschema is een grondig proces en vergt veel afstemming met verschillende
stakeholders. Het keuringsschema zal naar verwachting in het najaar van 2025 gereed
zijn. Deze nieuw ontwikkelde keuring zal ook in een aantal proefkeuringen op veehouderijen
uitgevoerd worden om de impact (inclusief financiële gevolgen ervan) voor veehouders
in kaart te brengen.
Aan de hand van de uitkomsten van deze stappen bezie ik of aanpassingen in het eerder
bij het parlement voorgehangen ontwerpbesluit nodig zijn om te zorgen dat de regelgeving
effectief, proportioneel en uitvoerbaar gaat zijn. Daarna zal ik een besluit nemen
over het eventueel opnieuw voorhangen bij beide Kamers.
Ontwikkelen denkkader brandveiligheid voor het bedrijfsmatig houden van dieren
Ik heb het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (hierna: NIPV) opdracht gegeven
om een integraal denkkader «Basis voor brandveiligheid» specifiek voor het bedrijfsmatig
houden van dieren te ontwikkelen, waar dierkenmerken in opgenomen worden. Aan de hand
van dit denkkader kan inzichtelijk worden gemaakt bij het verlagen van welk risico
het meeste effect wordt bereikt op het gebied van brandveiligheid in stallen. Het
NIPV heeft al een aantal bijeenkomsten georganiseerd met experts om dit denkkader
inhoudelijk vorm te geven. Het denkkader is naar verwachting in december 2025 gereed.
Zodra het denkkader gereed is zal ik dit delen met de Kamer en zal ik tevens de Kamer
informeren over hoe dit denkkader in de toekomst ingezet kan gaan worden.
Verlagen grenswaarde omvang brandcompartimenten en effectieve toepassing gelijkwaardigheidsbeginsel
Zoals eerder aan uw Kamer gemeld loopt een verkenning naar het aanpassen van de grenswaarde
voor de omvang van een brandcompartiment in het dierenverblijf bij nieuwe en te verbouwen
stallen, in het Besluit bouwwerken leefomgeving.Als er een brand uitbreekt in een
stal met grote brandcompartimenten is de kans op veel dierlijke slachtoffers groot.
Een aanpassing zou dat risico kunnen verkleinen. In de huidige situatie is de maximumomvang
van een brandcompartiment voor een stal in het Besluit Bouwwerken Leefomgeving (Bbl)
vastgesteld op 2.500m2. Als een veehouder een groter brandcompartiment wil bouwen dan is dat ook mogelijk,
mits conform het gelijkwaardheidsbeginsel extra brandveiligheidsmaatregelen worden
getroffen waarmee aangetoond wordt dat het compartiment even brandveilig is als een
compartiment van 2.500 m2. Binnenkort start een onderzoeksbureau in opdracht van LVVN met het in kaart brengen
van de financiële en bouwtechnische gevolgen van deze maatregel voor veehouderijbedrijven.
Daarnaast wil ik waarborgen dat wanneer het gelijkwaardigheidsbeginsel toegepast wordt,
dit op een effectieve wijze gebeurt. Onderdeel van deze opdracht is daarom ook het
in kaart brengen van het gebruik van het gelijkwaardigheidsbeginsel bij stallen in
de huidige praktijk. De uitkomsten van dit onderzoek zullen naar verwachting in het
najaar van 2025 gereed zijn.
Brandveiligheidscampagne
Meer bewustzijn over de risico’s van brand en hoe die te voorkomen kan bijdragen aan
het verminderen van het aantal branden. Naast de uitwerking van de hierboven beschreven
maatregelen zet ik daarom ook in op een brandveiligheidscampagne om veehouders op
korte termijn te helpen bij het verbeteren van de brandveiligheid van hun bedrijf.
Zoals uit de risicomonitor stalbranden 2024 blijkt, blijven werkzaamheden een belangrijke
oorzaak van stalbranden. Een brandveiligheidscampagne draagt bij aan het vergroten
van bewustwording en biedt veehouders inzicht in laagdrempelige brandveiligheidsmaatregelen
die ze kunnen treffen.
Op korte termijn start een communicatiebureau, in samenwerking met sectororganisaties,
de Brandweer, veiligheidsregio’s en het VvV, met het opzetten van een aantal gerichte
initiatieven om veehouders en erfbetreders te informeren over brandrisico’s en brandveiligheidsmaatregelen.
Motie-Graus (Kamerstuk 36 410 XIV, nr. 36)
De motie van lid Graus verzoekt de regering, mede in het kader van het stalbrandpreventieplan,
om een pilot met de Stable Safe-systemen en valwanden waardoor dieren kunnen vluchten
in plaats van stikken.
Ik heb uw Kamer op 20 september 2024 geïnformeerd over de invulling van deze pilot.
Het praktisch testen van de twee systemen in een fysieke stal brengt het dierenwelzijn
in gevaar, omdat vuur en rook gecreëerd moeten worden. Daarom is besloten om geen
praktijkpilot uit te voeren, maar om deskundigen de systemen integraal te laten beoordelen.
Ik heb WUR de opdracht gegeven om een integrale analyse van de twee systemen uit te
voeren. Dit om te achterhalen hoe effectief de systemen zijn voor de overlevingskans
van dieren bij brand, aan welke randvoorwaarden deze systemen dan moeten voldoen en
of die voorwaarden haalbaar zijn. Bij het ontstaan, de verspreiding en de beheersing
van brand spelen namelijk veel verschillende factoren een rol. Bij deze integrale
analyse zijn onder andere de ontwerpers van de systemen, experts op het gebied van
(stal)brandveiligheid, veehouders, ingenieurs en brandonderzoekers betrokken. De resultaten
van deze door WUR begeleide integrale beoordeling zijn in een rapport verwerkt, dat
bijgevoegd is bij deze brief.
Resultaten van de integrale beoordeling
WUR concludeert op basis van de integrale analyse dat valwanden in de meeste gevallen
geen of onvoldoende mogelijkheid bieden voor dieren om te vluchten. Het realiseren
van valwanden is daarnaast volgens WUR niet of maar beperkt mogelijk bij bestaande
stallen. Wel kunnen valwanden het klimaat in dierruimten die naast een ruimte waar
brand is liggen, voor korte tijd verbeteren. In zeer specifieke situaties is het daardoor
mogelijk dat het klimaat voor de dieren in een ander compartiment dan daar waar de
brand is voor langere tijd leefbaar blijft. Echter kan dit ook worden gerealiseerd
op minder complexe en kostbare manieren zonder een valwanden systeem, bijvoorbeeld
via ramen, schuifdeuren of met rookafvoer via het dak. Ten aanzien van het Stable
Safe systeem concludeert WUR dat, ondanks dat het systeem mogelijkheden creëert voor
dieren om te vluchten, landbouwhuisdieren bij brand over het algemeen niet zelfredzaam
zijn en niet zelfstandig kunnen vluchten. Het openklappen van de hokafscheiding zal
daardoor niet leiden tot minder dierlijke slachtoffers. Daarnaast kan de inzet van
hulpdiensten worden belemmerd als dieren los door het stalgebouw lopen. WUR concludeert
tot slot voor beide systemen dat deze naar verwachting slechts een beperkt effect
zullen hebben op het verminderen van dierlijke slachtoffers als gevolg van brand,
omdat landbouwhuisdieren over het algemeen niet zelfredzaam zijn en niet gaan vluchten
bij brand.
Beleidsreactie
Ik vind het belangrijk dat de brandveiligheid op veehouderijbedrijven verbeterd wordt,
en innovatie kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Ik waardeer het dan ook
zeer dan partijen, zoals de ontwikkelaars van het Stable Safe systeem en van het systeem
van valwanden, hier een bijdrage aan willen leveren. Ik ben WUR en alle betrokken
experts erkentelijk voor hun analyse en beoordeling van deze systemen. De hierboven
beschreven resultaten tonen helaas aan dat de evacuatie van landbouwhuisdieren bij
brand over het algemeen vrijwel onmogelijk is. De twee systemen zoals die zijn beoordeeld,
bieden om die reden in de praktijk helaas weinig meerwaarde. Evenwel blijf ik altijd
openstaan voor eventuele substantiële doorontwikkelingen of voor nieuwe innovatieve
systemen.
De resultaten van de integrale beoordeling onderstrepen het grote belang van het voorkomen
van brand. Daarom werk ik momenteel, zoals hierboven toegelicht, aan een maatregelenpakket
voor de aanpak van stalbranden. Met dit maatregelenpakket breng ik samen met de sector
de aanpak van stalbranden verder. Zoals hierboven aangegeven is de ontwikkeling van
een integraal denkkader «Basis voor brandveiligheid» voor het bedrijfsmatig houden
van dieren onderdeel van die aanpak. Dit denkkader kan ook gebruikt gaan worden om
nieuwe en andere oplossingen voor verbeteren van de brandveiligheid van stallen te
beoordelen op het effect in de totale brandveiligheid van een stal. Initiatiefnemers
die innovatieve oplossingen willen bedenken, kunnen het kader dan ook gaan gebruiken
om te toetsen of nieuwe systemen en maatregelen effectief kunnen gaan bijdragen aan
de verbetering van de brandveiligheid. Ik verwelkom dit soort initiatieven en zie
met belangstelling uit naar innovatieve oplossingen die binnen dit denkkader bijdragen
aan een hogere brandveiligheid in stallen. Met de uitvoering van deze integrale beoordeling
van de twee genoemde systemen beschouw ik de motie als afgedaan.
De Minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, F.M. Wiersma
Indieners
-
Indiener
F.M. Wiersma, minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur