Brief regering : Evaluatierapport functioneren gemeente Maashorst
35 619 Samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden
Nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 april 2025
Per 1 januari 2022 zijn de Brabantse gemeenten Landerd en Uden samengevoegd tot de
gemeente Maashorst. In de wet die de herindeling regelt is opgenomen dat ik u na drie
jaar informeer over het functioneren van deze nieuwe gemeente. Met deze brief geef
ik hier graag invulling aan.
Aanleiding
In de herindelingswet1 die de samenvoeging van de gemeenten Landerd en Uden regelt is in artikel 9 opgenomen
dat de Minister van BZK binnen drie jaar na de herindelingsdatum het parlement een
verslag stuurt over het functioneren van de nieuwe gemeente Maashorst. In dit verslag
dient bijzonder aandacht uit te gaan naar de positie van alle kernen van de nieuwe
gemeente, in het bijzonder de kernen Schaijk en Reek en de wenselijkheid om deze kernen
alsnog bij de gemeente Oss te voegen.
Proces
In samenspraak met de gemeente Maashorst en provincie Noord-Brabant is er een onafhankelijk
bureau geselecteerd (Berenschot) dat de evaluatie van het functioneren van Maashorst
heeft uitgevoerd in mijn opdracht. U bent in juli 2022 geïnformeerd over de wijze
waarop deze evaluatie uitgevoerd werd. Het proces bestond uit drie fasen: het maken
van een evaluatieontwerp, het uitvoeren van een nulmeting en de daadwerkelijke evaluatie.
Eind 2024 is de evaluatie afgerond en zijn de uitkomsten besproken in de gemeenteraad
van Maashorst.
Hoe functioneert de gemeente Maashorst?
Uit de evaluatie komt het beeld naar voren dat de gemeente Maashorst goed functioneert.
Inwoners en maatschappelijke partners zijn over het algemeen tevreden over wat de
gemeente voor haar inwoners doet, al zijn er op het gebied van dienstverlening, bereikbaarheid
en participatie ook verbeterpunten. Inwoners van de kern Schaijk zijn in vergelijking
tot de andere kernen van Maashorst minder tevreden over de dienstverlening van de
nieuwe gemeente en het onderhoud van de openbare ruimte. Verder komt uit het onderzoek
een positief beeld naar voren over de financiële positie en het bestuurlijk vermogen
van de nieuwe gemeente. Er is een goed samenspel tussen college en raad. Hierdoor
is de gemeente in staat gebleken om complexe en soms langlopende dossiers tot een
goed einde te brengen en betekenisvol te zijn in de samenwerking met andere gemeenten
in de regio. Wel behoeft de doorontwikkeling van de ambtelijke organisatie nog aandacht,
maar hier worden concrete stappen op ondernomen.
Welke positie hebben de kernen van Maashorst, in het bijzonder Schaijk en Reek, in
relatie tot de andere delen van de gemeente en wat is de maatschappelijke samenhang
met omliggende kernen die niet tot de nieuwe gemeente behoren?
De gemeente Maashorst bestaat uit zes kernen met ieder een eigen historie en karakter.
Voor boodschappen, werk, onderwijs of zorg kent elke kern een eigen oriëntatie op
(grotere) kernen binnen en buiten de gemeente. Dit zien we bij veel gemeenten die
uit meerdere kernen bestaan. Op basis van de beperkte gegevens over de maatschappelijk-economische
oriëntatie van de kernen van Maashorst kunnen we stellen dat de grotere kernen, met
name Uden en Schaijk, grotendeels zelfvoorzienend zijn. De kleinere kernen, zoals
Volkel, Odiliapeel en Reek zijn voor voorzieningen en werkgelegenheid in grotere mate
afhankelijk van omliggende kernen binnen en buiten de gemeente. Schaijk en Reek zijn
maatschappelijk-economisch georiënteerd op Oss, maar in mindere mate ook op Uden,
Veghel en Grave. Voor Zeeland, Volkel en Odiliapeel geldt dat zij zich minder sterk
oriënteren op kernen uit omliggende gemeenten en grotendeels zijn gericht op Uden.
Uit de evaluatie blijkt dat sinds de herindeling de maatschappelijke verbinding tussen
de kernen van Maashorst op onderdelen is toegenomen. Zorgcoöperaties, ouderenbonden,
muziekverenigingen, carnavalsverenigingen en ondernemersverenigingen weten elkaar
steeds meer te vinden.
In welke mate is een wijziging van de gemeentelijke indeling om de kernen Schaijk
en Reek bij de gemeente Oss te voegen wenselijk?
Het functioneren van de gemeente vormt geen aanleiding om na te denken over wijziging
van de gemeentelijke indeling. Daarnaast concluderen de onderzoekers dat een wijziging
van de gemeentelijke herindeling forse organisatorische, personele en financiële consequenties
heeft. Maar wat vinden inwoners zelf? IPSO I&O heeft in opdracht van het onderzoeksbureau
in een enquête aan inwoners gevraagd of zij het wenselijk vinden om de gemeentelijke
indeling te wijzigen door de kernen Schaijk en Reek bij de gemeente Oss te voegen2. 22% van de respondenten vindt dit goed of zeer goed. Een gelijk aandeel (23%) vindt
dit slecht of zeer slecht. 43% van de respondenten staat er neutraal tegenover en
11% weet het niet. In Schaijk en Reek hebben inwoners een sterkere mening over een
eventuele wijziging van de gemeentelijke indeling. In Schaijk vindt 36% van de respondenten
de wijziging van de gemeentelijke herindeling een goed idee tegenover 46% van de respondenten
die het een slecht idee vindt. In Reek vindt 14% het een goed idee om de gemeentelijke
indeling te wijzigen door de kernen Schaijk en Reek bij Oss te voegen en vindt 67%
dit een slecht idee. De onderzoekers hebben ook gesprekken gevoerd met maatschappelijke,
economische en bestuurlijke stakeholders. Vrijwel niemand van hen was voor een wijziging
van de gemeentelijke indeling van Maashorst.
Reflectie op de uitkomsten van de evaluatie
In verschillende debatten en in antwoord op diverse Kamervragen heb ik toegezegd u
niet alleen te informeren over de uitkomsten van de evaluatie, maar hier ook op te
reflecteren. De evaluatie is in mijn ogen grondig uitgevoerd conform artikel 9 van
de betreffende herindelingswet. Op basis van het evaluatierapport constateer ik dat
de gemeente Maashorst het als jonge fusiegemeente goed doet. Zeker, er zijn aandachtspunten,
maar de gemeente pakt deze actief op. Ik ben blij dat dat gemeente Maashorst in haar
brief in reactie op het evaluatierapport aangeeft aandacht te houden voor de kernen
Schaijk en Reek, aangezien uit de evaluatie blijkt dat inwoners van deze kernen een
grotere afstand tot de gemeente ervaren en minder tevreden zijn over de dienstverlening.
Uit het onderzoek blijkt ook dat inwoners uit deze kernen voor werk, school of andere
voorzieningen deels zijn georiënteerd op kernen buiten Maashorst. Dit vraagt (net
als bij alle andere gemeenten met een vergelijkbaar profiel) om een goede samenwerking
tussen Maashorst en de buurgemeenten. Ik ben blij dat de gemeente Maashorst deze samenwerking
ook zoekt. Ik begrijp de conclusie van de gemeenteraad dat de uitkomsten van de evaluatie
geen aanleiding geven voor het wijzigen van de gemeentelijke indeling. Ik teken hierbij
aan dat het trekken van conclusies uiteraard aan de gemeente, uiteindelijk aan de
gemeenteraad, zelf is.
Brief Burgercomité Schaijk en Reek
U heeft daarnaast in afschrift een brief ontvangen van het Burgercomité Schaijk en
Reek. Het comité benoemt in de brief vier punten van kritiek op de evaluatie. Hieronder
ga ik kort op deze punten in.
Allereerst geeft het burgercomité aan dat de enquête die onder inwoners is gehouden
niet representatief is. IPSOS I&O onderbouwt in de bijgevoegde «Rapportage inwonerspeiling
Maashorst» echter dat het gaat om een representatieve enquête. De respons in zowel
de gehele gemeente als per kern was voldoende om betrouwbare uitspraken te kunnen
doen.
Het tweede punt van het burgercomité is dat de raad «in het geheim» input heeft gegeven
in plaats van in een openbare raadsvergadering en dat de raad en het college van Maashorst
invloed zouden hebben gehad op de resultaten van het onderzoek. De bijeenkomsten met
raadsleden waren geen raadsvergaderingen (die in beginsel openbaar zijn), maar groepsinterviews
die door het evaluatiebureau zijn georganiseerd om informatie op te halen. Voor dit
interview, net als de andere interviews in het kader van deze evaluatie, geldt niet
het principe van openbaarheid.
Verder zijn de raad en het college, conform het evaluatieontwerp, betrokken bij het
onderzoek. Hun input is namelijk onmisbaar om een goed beeld te krijgen van het functioneren
van Maashorst. Er zijn door het onderzoeksbureau daarnaast nog veel meer bronnen gebruikt
om een goed beeld te krijgen van het functioneren van de gemeente. Naast bestudering
van cijfers en documentatie heeft een raadpleging van inwoners plaatsgevonden en is
onder andere gesproken met maatschappelijke organisaties, ondernemers, ambtenaren,
een afvaardiging van inwoners en regionale partners zoals buurgemeenten, provincie
en regio Noordoost-Brabant. In het evaluatierapport is helder onderscheid gemaakt
tussen de inbreng van inwoners, maatschappelijke organisaties, ondernemers, regionale
partners, de ambtelijke organisatie en het bestuur van Maashorst, naast de informatie
uit documenten. Daarmee is transparant te volgen hoe de inbreng van de verschillende
stakeholders en uit verschillende bronnen leidt tot de conclusies zoals opgenomen
in het rapport.
Het burgercomité geeft als derde punt aan dat zij het logboek missen waarin alle evaluatie-activiteiten
en contacten zijn opgenomen. Dit logboek is uiteraard in te zien, maar het burgercomité
wil graag inzicht hebben in de verslagen van interviews, focusgroepen en andere bijeenkomsten.
Dit is helaas niet mogelijk. Alle verslagen, ook die van de interviews met raadsleden,
zijn niet openbaar. De uitkomsten zijn door het onderzoeksbureau verwerkt in het evaluatierapport
zonder dat deze zijn te herleiden naar personen. Dit is van belang om te waarborgen
dat geïnterviewden zich vrij voelden om informatie te delen met het onderzoeksbureau.
Ten slotte stelt het burgercomité dat het evaluatierapport wel degelijk punten bevat
die aanleiding geven om Schaijk en Reek bij de gemeente Oss te voegen. Het comité
doelt hierbij op het feit dat Schaijk, en in mindere mate Reek, voor een groot deel
georiënteerd zijn op Oss en een deel van de inwoners van deze kernen het wenselijk
vindt om deze kernen alsnog bij Oss te voegen. De oriëntatie van Schaijk en (in mindere
mate) Reek op Oss is echter geen nieuw feit. Daarnaast is een dergelijke externe oriëntatie
heel normaal voor gemeenten die bestaan uit meerdere (kleine) kernen en betekent dit
niet dat dit soort gemeenten niet goed kan functioneren. Ik ben het daarnaast niet
eens met de conclusies die het burgercomité trekt uit de inwonerspeiling. Uit de peiling
blijkt namelijk dat het merendeel van de inwoners uit Schaijk en Reek het geen goed
idee vindt om deze kernen alsnog bij Oss te voegen. Waarmee ik zeker niet wil ontkennen
dat een aanzienlijk deel van de inwoners van Schaijk liever hadden gezien dat hun
kern bij de gemeente Oss was gevoegd. Ik wil echter benadrukken dat, ook al waren
de inwoners van deze kernen in meerderheid voorstander van een nieuwe herindeling,
er meer zaken zijn die meegewogen moeten worden in een besluit tot het al dan niet
wijzigen van de gemeentelijke indeling. Deze afweging is primair aan de gemeenteraad
van Maashorst, het hoogste volks vertegenwoordigende orgaan van de gemeente. Op basis
van de evaluatie zie ik geen reden om vraagtekens te zetten bij het besluit van de
gemeenteraad om geen nieuwe herindelingsprocedure te starten.
Ten slotte
Met deze brief heb ik u geïnformeerd over het functioneren van de gemeente Maashorst
en hiermee invulling gegeven aan artikel 9 van de herindelingswet van Landerd en Uden.
Ik wil iedereen bedanken die heeft meegewerkt aan de evaluatie. Mijn complimenten
aan de inwoners, ondernemers, maatschappelijke en culturele organisaties, bestuurders
en ambtenaren van de gemeente Maashorst voor wat zij hebben neergezet in drie jaar
tijd. Een evaluatie in deze prille fase na de herindeling had ook een negatieve impact
kunnen hebben op de maatschappelijke samenhang binnen de gemeente en het functioneren
van de gemeentelijke organisatie.
Ik ben blij dat dit niet is gebeurd en de gemeente de evaluatie aangrijpt om het eigen
functioneren te optimaliseren voor alle inwoners van Maashorst.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
Indieners
-
Indiener
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties