Brief regering : Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM)
32 849 Mijnbouw
Nr. 269
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2025
De diepe ondergrond is onmisbaar voor onze huidige en toekomstige energievoorziening.
Het kabinet hecht eraan om, in lijn met de aanbevelingen uit Parlementaire enquête
aardgaswinning Groningen (PEGA), de kennis over de diepe ondergrond verder te versterken
en uit te breiden. Met deze brief informeert het kabinet de Kamer over de jaarlijkse
rapportage uit 2023 van het Kennisprogramma Effecten Mijnbouw (KEM). Hierbij worden
KEM-onderzoeken naar effecten van het gebruik van de diepe ondergrond toegelicht en
de voortgang van de evaluatie van het KEM. Ook de uitkomsten van het bodemdalingsonderzoek
en de ontwikkelingen in het Nederlandse kennislandschap van de ondergrond zijn opgenomen
in deze brief.
Kennisprogramma Effecten Mijnbouw
In 2017 is het KEM ingericht om door middel van onafhankelijk onderzoek het inzicht
in mogelijke risico’s van mijnbouwactiviteiten in Nederland te vergroten. Via het
KEM worden verschillende onderzoeken uitgezet naar aanleiding van vragen die gesteld
worden door, onder andere, instanties, onderzoekers en burgers. Voor de regie op het
kennisprogramma is een panel van onafhankelijke wetenschappers aangesteld, dat toeziet
op de kwaliteit, relevantie, volledigheid, geschiktheid en onafhankelijkheid van het
programma. Met de oprichting van het kennisprogramma is invulling gegeven aan een
belangrijke aanbeveling van de Onderzoekraad voor de Veiligheid (OVV) in het rapport
«Aardbevingsrisico’s in Groningen».1 De doelstelling2 van het KEM is drieledig:
1) Onafhankelijk toegepast onderzoek uitvoeren om inzicht te vergroten in de mogelijke
effecten en onzekerheden van mijnbouwactiviteiten,
2) Kennis samenbrengen in methoden en gereedschappen om effecten te kwantificeren, die
gebruikt kunnen worden voor beleid en toezicht in de energietransitie,
3) Bijdragen aan kennis van en vertrouwen in mijnbouwactiviteiten door communicatie naar
experts en andere stakeholders (o.a. inwoners) over KEM-projecten.
Het wetenschappelijk panel dat toeziet op de regie van het KEM heeft zijn jaarrapportage
2023 opgeleverd. Met de Kamer is afgesproken dat de Kamer één keer per jaar wordt
geïnformeerd over het KEM.3 De jaarrapportage van het KEM over 2023 en de begeleidende brief zijn bij deze brief
gevoegd.
Jaarrapportage 2023: verbreding van het onderzoek zet door
Het KEM-panel beschrijft in zijn jaarrapportage de status van KEM-onderzoeken, kennisborging en -deling en een nationale onderzoeksstrategie voor verantwoordelijk
gebruik van de Nederlandse ondergrond. De verschuiving in onderwerpen bij de KEM-onderzoeken
zet door. Waar eerst onderzoeken rond de aardbevingen in Groningen centraal stonden,
vinden nu meer onderzoeken plaats naar bodemdaling, naar vloeistoflekkages en ondergrondse
vloeistof en gas migratie bij mijnbouwactiviteiten, en de hieruit voortkomende risico’s.
In 2023 is een verbeterd KEM-dashboard opgezet, dat in 2024 in samenspraak met het
Nederlandse kennisveld en belanghebbenden gebruikt is voor een hernieuwde prioritering.
KEM-Onderzoeken in 2023
Sinds de oprichting van het KEM in 2017 tot december 2023 zijn er in totaal 31 onderzoeken
afgerond. In 2023 zijn er de volgende studies afgerond:
KEM 15: van belang voor geothermie.
Dit project richt zich op een verbeterd inzicht in de geomechanische effecten ten
gevolge van koud water injectie bij geothermische systemen, wat een rol speelt bij
geïnduceerde seismiciteit. Er is ook door modellering gekeken naar het risico op seismiciteit
wanneer bestaande breuken binnen de invloedssfeer zitten van het geothermische systeem.
KEM-16a: tools voor bodemdaling
Dit project richt zich op de ontwikkeling en integratie van publieke tools voor bodemdaling
dreiging en risicoanalyse. Dit deelproject is geheel afgerond en heeft geresulteerd
in «best practices» en robuuste analyse tools voor meervoudige diepe bodemdaling.3
KEM-28: waterstofopslag in zoutcavernes
Hier is een onderzoek gedaan naar en risicoanalyse van ondergrondse waterstof (H2) opslag in conglomeraten van zoutcavernes. Geconcludeerd wordt dat opslag technisch
mogelijk is, maar dat allereerst per locatie specifiek onderzoek een vereiste is.
Daarnaast zijn er suggesties gedaan voor diverse mitigerende maatregelen en verder
onderzoek voor H2 opslag in zoutcavernes.
KEM 34: aardbevingen en infrastructuur
Dit onderzoek ging in op het risico met betrekking tot geïnduceerde seismiciteit voor
infrastructuur in de regio Groningen. KEM-34 is onderdeel van het meerjarige EU-project
TURNkey4, wat zich richtte op het kunnen kwantificeren van de kwetsbaarheid van diverse civiele
infrastructuren voor aardbevingsschade.
Verder heeft TNO op basis van eerdere KEM onderzoeken (KEM-03/10/35/43) een instrument
ontwikkeld waarmee de seismische dreiging en risico’s voor een gegeven productiescenario
in het Groningenveld snel en onafhankelijk kunnen worden geanalyseerd. De onderzochte
en ontwikkelde verbeteringen nemen de laatste inzichten mee en maken de Seismische
Dreigings- en Risicoanalyse (SDRA) geschikt voor risicoanalyses, ook na het stoppen
van de gasproductie. In 2023 is de code van de publieke SDRA van TNO openbaar beschikbaar
gekomen.5
Kennisborging en -deling
De KEM-website (kemprogramma.nl) bestaat sinds oktober 2018 en heeft als doel het
delen van KEM-onderzoeksresultaten en -evaluaties. De website had in 2023 circa 2600
bezoekers, die meer dan 30.000 pagina’s bekeken, voornamelijk de KEM-projectpagina’s.
Op deze pagina’s zijn de onderzoekvraag, de rapporten en de evaluaties te vinden,
alsook de mogelijke impact van het onderzoek.
Verbeteringen naar aanleiding van de evaluatie KEM 2022
In 2022 heeft een onafhankelijke evaluatie van KEM plaatsgevonden door adviesbureau
Anderson Elffers Felix. Naast het advies om het KEM te verlengen, wat het vorige kabinet
heeft gedaan tot en met december 2028, zijn er ook mogelijke verbeteringen geïdentificeerd.
− In 2023 is naar aanleiding van het advies de werkwijze van het KEM explicieter gemaakt
en geconcretiseerd. Het proces van, en besluitvorming over, vraagidentificatie en
uitschrijving is transparanter en toegankelijker geworden. De verbeteringen zijn gedocumenteerd
in het document KEM Strategie en modus operandi 2023–2027, te vinden op de KEM-website.6 Vanaf begin 2023 functioneert KEM in lijn hiermee.
− Verder is er in 2023 aangestuurd op betere communicatie over het KEM en de onderzoeken
richting experts, overheden en burgers. Dit komt onder andere naar voren in een verbeterde
website en direct contact met burgers en andere stakeholders via KEM kennisdagen.
− Als laatste is in 2023 gestart met het opzetten van het Sociale Effecten Mijnbouw
(SEM-)panel binnen het KEM. Dit panel zal onderzoeken laten uitvoeren naar de effecten
van mijnbouw op het welbevinden van personen en sociale structuren in de samenleving.
Het KEM volgt hiermee de aanbeveling van de parlementaire enquête Groningen en de
KEM-evaluatie uit 2022 op om onderzoek te faciliteren naar «niet-fysische» mijnbouweffecten.
Onderzoek naar effecten van bodemdaling en gestapelde mijnbouw
Naar aanleiding van de toezegging7 aan het lid Vedder in het Wetgevingsoverleg Groningen van 16 oktober 2023 (Kamerstuk
36 410 XII, nr. 84) worden hierbij de resultaten van onderzoeken naar bodemdaling met de Kamer gedeeld.
De onderzoeken over bodemdaling in 2023 liepen via het KEM (KEM-16a, eerder benoemd)
en via het Instituut Mijnbouwschade Groningen (gecombineerde effecten van meervoudige
mijnbouwactiviteiten, hierna GEMMA).
Het GEMMA onderzoek, in opdracht van de Commissie Mijnbouwschade en het Instituut
Mijnbouwschade Groningen (IMG), gaat over de effecten van gestapelde mijnbouw. Daarbij
is gekeken naar de mogelijke cumulatie van effecten van verschillende mijnbouwactiviteiten
die dicht bij elkaar plaatsvinden. Dit onderzoek is in december 2024 gepubliceerd
op de website van het IMG.8 Uit het onderzoek blijkt dat er geen aanwijzingen zijn dat gestapelde mijnbouw leidt
tot schade als de activiteiten los van elkaar niet schadeveroorzakend zijn. Het gaat
dan om trillingen in combinatie met directe of indirecte effecten door diepe bodemdaling
of -stijging. In de omgeving van de locaties waar zout gewonnen wordt zijn ook geen
aanwijzingen dat gestapelde mijnbouw tot schade leidt, maar om dit met meer zekerheid
te kunnen stellen is nog een verdere uitwerking nodig. De uitkomsten van dit onderzoek
worden halverwege 2025 verwacht.
Kennislandschap aardwetenschappen
Het KEM-panel pleitte in 2022, samen met het wetenschappelijke onderzoekprogramma
DeepNL, in een breed gedragen notitie voor een nationale gecoördineerd onderzoekstrategie
ten behoeve van het verantwoord gebruik van de Nederlandse ondergrond voor de energiestrategie.
De voorgestelde onderzoekstrategie omvat zowel lange termijn onafhankelijk wetenschappelijk
(NWO), toegepast onderzoek (o.a. KEM en de Groot Technologische Instituten) en monitoring
(o.a. KNMI) als de ontwikkeling van publieke DRA-instrumenten. Het KEM-panel is content
dat de Parlementaire Enquête Aardgaswinning Groningen eenzelfde aanbeveling heeft
gedaan en dat het kabinet dit heeft omarmd via onder andere maatregel 49 van Nij Begun.9 Dit heeft onder andere geresulteerd in, zoals hieronder beschreven, het aantrekken
van personeel met aardwetenschappelijke achtergrond en het opzetten van het GeoKennisNL
programma.
Kennisontwikkeling ten behoeve van (toekomstige) mijnbouwactiviteiten
Nederland gaat over op een duurzaam energiesysteem. De in april 2023 aangenomen motie
van het lid Boulakjar verzoekt de regering om in kaart te brengen welke kennis nodig
is voor het uitvoeren van toekomstige mijnbouwactiviteiten, en of deze kennis in voldoende
mate in Nederland aanwezig is.10 Eén van de maatregelen die is uitgevoerd in navolging van Nij Begun is een kennisscan die de aardwetenschappelijke kennis binnen de eigen organisatie
in kaart brengt. Hieruit blijkt dat deze kennis in toenemende mate aanwezig is. Het
bijhouden en uitbreiden van kennis bij de landelijke overheid is echter een continu
proces, en de taakstelling en natuurlijk verloop van technisch opgeleide mensen vormen
risico’s voor het kennispeil binnen het departement. De toezichthouder (SodM) heeft
aangegeven dat zij met de invulling van de Nij Begun een forse impuls op kennis hebben
gekregen.
Tegelijkertijd constateert het kabinet dat kennis van mijnbouwactiviteiten in Nederland
niet vanzelfsprekend is. Het vorige kabinet heeft aangekondigd om het programma GeoKennisNL
op te richten dat beoogt relevante kennisontwikkeling te stimuleren door afstemming
tussen kennispartijen en het delen van kennis. Met GeoKennisNL wil het kabinet (toekomstige)
kennislacunes in kaart brengen zodat kennispartijen hier goed op kunnen inspelen.
Dit programma bevindt zich nu in een kwartiermakersfase, en gaat daarna ook daadwerkelijk
van start.
Er zijn ook minder positieve ontwikkelingen. Zo loopt de projectfinanciering van DeepNL
af in 2025. Dit programma ondersteunt sinds 2017 fundamenteel wetenschappelijk onderzoek.
Daarnaast heeft in 2024 één van de universiteiten die een brede aardwetenschappelijke
opleiding aanbiedt bezuinigen aangekondigd, waardoor minder studenten aardwetenschappen
zullen studeren en de kennisontwikkeling onder druk komt te staan.
Tot slot
Voor zowel de energietransitie als grondstoffenwinning is kennisontwikkeling van de
ondergrond is essentieel. Met het KEM, maar ook met gerichte onderzoeken als GEMMA,
worden belangrijke bijdragen geleverd om veilig en verantwoord ondergrond in Nederland
te benutten. Kennisontwikkeling is niet vanzelfsprekend en vereist continue impulsen
en stimulering. Het kabinet heeft de lessen uit Nij Begun ter harte genomen en blijft, door continuering van het KEM en het opzetten van bijvoorbeeld
GeoKennisNL, werken aan het verbeteren, stimuleren en delen van de kennis van de ondergrond.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei