Brief regering : Reactie op verzoek van het lid Patijn, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 11 maart 2025, over het bericht dat werknemers van Transavia met vaste contracten zes weken per jaar een WW-uitkering krijgen
29 544 Arbeidsmarktbeleid
26 448
Structuur van de uitvoering werk en inkomen (SUWI)
Nr. 1276
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 31 maart 2025
Tijdens de Regeling van Werkzaamheden op 11 maart jl. heeft het lid Patijn verzocht
om informatie over werknemers van Transavia met een vast contract die zes weken per
jaar een WW-uitkering krijgen. Met deze brief geef ik Uw Kamer nadere toelichting
hierover.
Arbeidsrecht
In beginsel geldt dat werkgevers en werknemers binnen de kaders van wet- en regelgeving
contractsvrijheid hebben als het gaat om welk type arbeidsovereenkomst zij met elkaar
aangaan. Hierbij vindt het kabinet het belangrijk dat partijen kiezen voor een contract
dat past bij de persoonlijke voorkeuren van werknemers en bij de aard en inrichting
van het werk. Daarbij dient structureel werk zo veel mogelijk plaats te vinden op
basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd.
Recht op WW-uitkering
Voor het ontstaan van een recht op WW moet sprake zijn van relevant arbeidsurenverlies
van ten minste vijf uur per kalenderweek. Een arbeidsuur is een uur waarover de werknemer
loon heeft ontvangen of recht op loon bestaat. Voor het ontstaan van een recht op
WW is een beƫindiging van de arbeidsovereenkomst geen vereiste.
Arbeidsovereenkomsten bij Transavia Cabinepersoneel
Uit de cao Cabinepersoneel1 blijkt dat Transavia gebruik maakt van zogenoemde piek-dal contracten voor onbepaalde
tijd. Dit zijn arbeidsovereenkomsten waarin een wisselende arbeidsomvang is afgesproken.
In de dalperiode, van 1 november tot en met 31 maart, werken de medewerkers gedurende
maximaal zes weken nul uren. Voor deze periode is geen arbeid overeengekomen en daarom
hebben medewerkers ook geen recht op loon.
Voor de periode van zes weken heeft de werknemer volgens deze arbeidsovereenkomst
van Transavia geen recht op loon en is er dus sprake van arbeidsurenverlies. Hierdoor
kan voor de werknemer recht ontstaan op een WW-uitkering indien ook aan de overige
voorwaarden wordt voldaan. Een van die voorwaarden is de zogenoemde wekeneis. Een
werknemer moet in de laatste 36 weken voordat hij werkloos wordt, in minstens 26 weken
loon hebben ontvangen (hebben gewerkt). Het maakt daarbij niet uit hoeveel uur er
is gewerkt. In het geval van Transavia zal hieraan worden voldaan gezien er 46 weken
wordt gewerkt voorafgaand aan de dalperiode van zes weken. Daarnaast moet de (werkloze)
werknemer beschikbaar zijn voor werk en voldoen aan de inspanningsplicht (sollicitatieverplichtingen).
In de modelovereenkomst van Transavia is opgenomen dat het de medewerker is toegestaan
om werkzaamheden voor een andere werkgever te verrichten of handel te drijven, indien
de werkgever daarvan geen nadeel ondervindt. De medewerker is in de periode van zes
weken dan ook beschikbaar om ander werk aan te nemen waardoor ook aan deze voorwaarde
zal kunnen worden voldaan.
Voorgenomen wijzigingen oproep met wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers
Met het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers worden oproepovereenkomsten in beginsel
verboden. Deze maatregel wordt genomen, omdat oproepovereenkomsten een hoge mate van
inkomens- en roosteronzekerheid met zich meebrengen. Het kabinet wil werknemers met
een oproepcontract meer zekerheid bieden over werk en inkomen. Daarom worden oproepovereenkomsten
in beginsel afgeschaft. Dit betekent dat het niet langer mogelijk is arbeidsovereenkomsten
te sluiten zonder arbeidsomvang of met nul uren. Ook is het niet langer mogelijk een
loonuitsluitingsbeding overeen te komen. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in
het tweede kwartaal van 2025 ingediend bij uw Kamer. De verwachte inwerkingstredingsdatum
van de oproepmaatregelen is 1 januari 2027.
Na inwerkingtreding van wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers zullen partijen in
beginsel niet langer nul uren overeen kunnen komen. De arbeidsvoorwaarden zoals afgesproken
in de cao Cabinepersoneel waarbij gedurende zes weken per jaar een arbeidsomvang van
nul uren is overeengekomen, zal na inwerkingtreding van het wetsvoorstel niet langer
zijn toegestaan.
Met het zogenoemde piek-dal contract zoeken partijen de randen van het arbeids- en
socialezekerheidsrecht op. Het hebben van pieken en dalen in de werkzaamheden is in
beginsel een ondernemersrisico. Door de arbeidsovereenkomst op deze manier vorm te
geven, wordt dit ondernemersrisico volledig afgewenteld op de samenleving. Dit vind
ik onwenselijk, omdat werkgevers op deze manier hun verantwoordelijkheid ontlopen.
Werk- en inkomenszekerheid moeten het uitgangspunt vormen. Daarom worden oproepcontracten
in beginsel verboden met het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers.
Dit wetsvoorstel is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met sociale partners.
Na inwerkingtreding van dit wetsvoorstel is het niet langer mogelijk (perioden van)
nul-uren of een loonuitsluitingsbeding af te spreken. Partijen kunnen dan niet langer
overeenkomen dat gedurende een bepaalde periode geen recht bestaat op arbeid en loon,
zoals nu wel het geval is in het piek-dal contract van Transavia.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Y.J. van Hijum
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid