Brief regering : Reactie op verzoek commissie over het ADR-rapport inzake het beveiligingsproces van staatsgeheime/vertrouwelijke informatie bij NCTV en politie
36 600 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2025
Nr. 133
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 maart 2025
Uw Kamer heeft mij verzocht1 om vertrouwelijke inzage te krijgen in de gelakte stukken over de politie (niet zijnde
staatsgeheim) uit het ADR-rapport inzake het beveiligingsproces van staatsgeheime/vertrouwelijke
informatie bij NCTV en politie, voorafgaand aan het plenaire debat over dit rapport.
Zoals toegelicht in de beslisnota bij de kabinetsreactie op het ADR-rapport, lenen
enkele passages betreffende de politie zich niet voor openbaarmaking, omdat zij inzicht
geven in de operationele werkwijze van de politie; personen en systemen kwetsbaar
maken of herleidbaar zijn naar personen. Deze passages zijn daarom gelakt in de openbare
versie.
Naar aanleiding van het verzoek van uw Kamer heb ik besloten het ADR-rapport waarin
voorgenoemde passages ongelakt zijn ter vertrouwelijk inzage te leggen bij het Centraal
Informatiepunt van uw Kamer tot en met de afronding van het plenaire debat. Op dit
rapport is de Regeling vertrouwelijke stukken van toepassing.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel
Indieners
-
Indiener
D.M. van Weel, minister van Justitie en Veiligheid