Brief regering : Voortgang ten aanzien van de schaderegeling en de procesbeschikbaarheidsaanpak
19 637 Vreemdelingenbeleid
Nr. 3388
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ASIEL EN MIGRATIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2025
Op 13 februari jl. vond een debat plaats over de situatie in de asielopvang in Ter
Apel. Met deze brief informeer ik uw kamer over de voortgang ten aanzien van de schaderegeling
en de procesbeschikbaarheidsaanpak (hierna: pba). Daarnaast heeft uw Kamer een aantal
moties aangenomen met betrekking tot deze onderwerpen. Hier zal ik in deze brief eveneens
op terugkomen.
Schaderegeling gemeente Westerwolde
In de gemeente Westerwolde wordt al jarenlang overlast ervaren door asielzoekers,
met schade tot gevolg voor inwoners en ondernemers uit de gemeente. Wegens de aard
en omvang van de ervaren overlast én het feit dat de gemeente Westerwolde te maken
heeft met de vestiging van het enige aanmeldcentrum in Nederland met een aanloopfunctie
is door mijn voorganger besloten tot een pilot voor deze schade. In gezamenlijkheid
met het COA en de gemeente Westerwolde is een pilot gestart om onverplicht financieel
tegemoet te komen aan de (gedeeltelijke) materiële schade van inwoners en ondernemers,
veroorzaakt door de overlast van asielzoekers. De pilot is medio 2024 gestart en wordt
uitgevoerd door een extern bureau. Uw Kamer is hierover geïnformeerd op 16 februari
20241.
Toelichting op de regeling
Gedurende de pilot is door ondernemers uit de gemeente Westerwolde aangegeven dat
er onduidelijkheid is over het type schade dat valt binnen de reikwijdte van de pilot.
Tijdens het commissiedebat van 12 september 2024 heb ik uw Kamer toegezegd dat mijn
juristen hier naar zullen kijken zodat helderheid kan worden geboden aan de ondernemers.
Hieruit is het volgende gebleken:
• Voor elke aanvraag moet eerst worden vastgesteld dat daadwerkelijk schade is geleden.
Als dat is vastgesteld, kan bepaald worden in hoeverre de verzoeker in aanmerking
komt voor een tegemoetkoming vanuit deze faciliteit.
• Voor zover het gaat om geleden schade veroorzaakt door overlast door asielzoekers
die verblijven in de gemeente Westerwolde, zouden verschillende partijen betrokken
kunnen zijn. Namelijk de asielzoeker zelf, de Staat (waaronder de gemeente ook valt)
en het COA. Het COA is een zelfstandig bestuursorgaan met eigen rechtspersoonlijkheid,
die wordt los gezien de rechtspersoonlijkheid van de Staat.
• Net zoals elk andere inwoner van Nederland is een asielzoeker in beginsel zelf aansprakelijk
voor de door hem veroorzaakte schade op grond van artikel 6:162 van het Burgerlijk
Wetboek.
• Onder omstandigheden kan het COA of de overheid aansprakelijk zijn voor geleden schade
wegens onrechtmatig overheidshandelen (onrechtmatige daad) of – onder voorwaarden
– rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie). Als er meer dan het afgesproken
aantal asielzoekers verblijft in de gemeente Westerwolde hoeft dat nog niet te betekenen
dat het COA of de gemeente Westerwolde aansprakelijk is voor de geleden schade van
inwoners of ondernemers als gevolg van overlast van asielzoekers.
Pilot en mogelijkheid voor verruiming
Los van de vraag over aansprakelijkheid, is het mogelijk om een faciliteit op te tuigen
waarin door partijen wordt afgesproken dat aan inwoners en ondernemers uit de gemeente
Westerwolde, die schade hebben geleden door overlast van asielzoekers, onverplicht
(financieel) tegemoet gekomen wordt. De gemeente Westerwolde heeft een aantal jaar
zelf gebruik gemaakt van deze mogelijkheid door het behandelen van dergelijke verzoeken
van inwoners en ondernemers uit de gemeente. Daarnaast heeft het COA een aantal van
dit soort verzoeken behandeld. Gelet op de aard en de omvang van de overlast die in
de gemeente wordt ervaren én het feit dat daar het enige aanmeldcentrum met aanloopfunctie
is gevestigd in Nederland, is door mijn ambtsvoorganger, in gezamenlijkheid met de
gemeente en het COA, afgesproken dat een financiële bijdrage wordt geleverd aan de
kosten die gemaakt worden voor deze tegemoetkomingsfaciliteit. Ook heeft mijn ministerie
het externe bureau ingehuurd dat de tegemoetkomingsfaciliteit heeft ingericht en nu
uitvoert. Hierbij benadruk ik dat deze handelingen niet dienen als een erkenning van
enige aansprakelijkheid van de gemeente Westerwolde of het COA. De pilot biedt een
onverplichte tegemoetkoming aan inwoners en ondernemers van de gemeente Westerwolde
voor geleden schade door overlast door asielzoekers.
Zoals aangegeven in de Kamerbrief2 van 16 februari 2024 moet voorkomen worden dat een verstrekking uit deze faciliteit
aan een ondernemer uit de gemeente Westerwolde kwalificeert als staatssteun. Er was
onduidelijkheid ontstaan bij de lokale ondernemers of gederfde winst en inkomstenderving
hieronder kan vallen. Daarnaast hebben de ondernemers aangegeven dat zij wensen dat
de pilot wordt verruimd zodat meer type schade in aanmerking komt voor een tegemoetkoming
vanuit de pilot.
Een financiële verstrekking uit de tegemoetkomingsfaciliteit aan inwoners en ondernemers
uit de gemeente Westerwolde kan onder omstandigheden kwalificeren als staatssteun.
Uitgangspunt is dat het gaat om werkelijk geleden schade. In grote lijnen moet voorkomen
worden dat ondernemers meer vergoed krijgen dan de werkelijk geleden schade. Het is
afhankelijk van de omstandigheden van het geval welk type schade hiervoor in aanmerking
komt. Hier kan gederfde winst of inkomstenderving voor in aanmerking komen in bijzondere
gevallen. Het uitgangspunt is dat mededinging niet verstoord mag worden door een uitkering
aan een onderneming. Dit zal per aanvraag beoordeeld moeten worden. Hiertoe wordt
een aanvullende opdracht verstrekt aan het externe bureau. Hiermee ontstaat voor ondernemers
en bewoners extra ruimte om gebruik te maken van de tegemoetkomingsfaciliteit.
Ik informeer uw Kamer over de voortgang op korte termijn. Op dat moment zal ik uw
Kamer tevens de eerste monitoring toezenden van de schadevergoeding voor ondernemers
in Ter Apel zoals toegezegd in het debat van 13 februari jl.
Na afronding van de pilot medio 2025 zal een evaluatie plaatsvinden om te bezien wat
de pilot heeft opgeleverd en of er noodzaak is om het door te ontwikkelen naar structureel
beleid. De intentie is om de regeling door te laten lopen totdat de evaluatie is afgerond.
Ik zal uw Kamer over de uitkomst van de evaluatie en de eventuele vervolgstappen informeren.
De procesbeschikbaarheidsaanpak (pba)
Op 6 februari jl. heb ik u geïnformeerd over de pba. De pba is een escalatiemodel
dat bestaat uit verschillende treden en een set aan maatregelen waarbij een steeds
zwaarder regime kan worden toegepast als de asielzoeker niet meewerkt aan zijn procedure
of overlast veroorzaakt. Daarbij is het uitgangspunt dat de asielzoeker steeds beschikbaar
is met het oog op een versnelde procedure, die uiteindelijk moet gelden voor alle
kansarme aanvragers.
Deze aanpak is nodig omdat er een individuele beoordeling moet plaatsvinden naar aanleiding
van de rechterlijke uitspraak van 1 maart 2024. Hierover is uw Kamer bij brief van
17 mei 20243 geïnformeerd.
Het escalatiemodel
− De eerste trede is het opleggen van een toezichtmaatregel dat gepaard gaat met een
tweemaal daagse inhuisregistratie. Dit is belangrijk omdat de aanvrager zo steeds
voor de IND beschikbaar is voor de geprioriteerde afhandeling.
− De tweede trede is plaatsing op de verscherpt toezicht locatie (vtl). Op de vtl is
sprake van een intensief programma in een afgeschermde, prikkelarme omgeving gericht
op gedragsverandering.
− De derde trede is het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel. Dit betreft
een zogeheten artikel-56-maatregel, waarbij wordt beoordeeld of plaatsing op een procesbeschikbaarheidslocatie
(pbl) dan wel plaatsing in de handhavings- en toezichtslocatie (htl) opportuun is.
Zoals bekend is in 2024 een pbl in Ter Apel tijdelijk geopend geweest. De rechtbank
heeft aangegeven dat vrijheidsbeperking bij opvang van asielzoekers bij voorbaat niet
uitgesloten is. Echter de vrijheidsbeperking die zo groot is als deze moet wel individueel
getoetst worden. Om die reden worden op dit moment de randvoorwaarden voor plaatsing
op een pbl in kaart gebracht om te deze escalatie zo snel mogelijk in te voeren.
− De vierde trede is het in bewaring stellen van de asielzoeker in een detentiecentrum
(vrijheidsontneming). Indien sprake is van strafrechtelijke detentie verblijft de
vreemdeling in een penitentiaire inrichting.
Moties en toezeggingen
a. Moties pbl/toezegging voortgang realisatie pbl
Tijdens het debat over de opvang in Ter Apel hebben leden van de VVD een tweetal moties
ingediend van gelijke strekking. In de eerste motie wordt opgeroepen asielzoekers
die overlast veroorzaken van straat te halen en in een pbl te plaatsen, door middel
van het opleggen van een vrijheidsbeperkende maatregel (Kamerstuk 19 637, nr. 3378). In de tweede motie wordt de regering verzocht zo snel mogelijk een juridische of
praktische oplossing te vinden om de pbl in Ter Apel te heropenen (Kamerstuk 19 637, nr. 3221). Zoals aangegeven ben ik positief om uitvoering te geven aan deze moties, waarbij
de pbl versneld wordt toegevoegd aan de pba.
In Ter Apel is, op 7 februari jl. als onderdeel van de pba, gestart met een pilot
verscherpt toezicht locatie (vtl). Alleenstaande mannelijke asielzoekers die overlastgevend
gedrag vertonen behoren tot de doelgroep van deze pilot. Op 24 februari jl. is de
pilot uitgebreid met de maatregel van een tweemaal daagse inhuisregistratie. Op basis
van de uitkomst van het debat op 13 februari jl. worden nu versneld de benodigde stappen
gezet om de pbl toe te voegen als onderdeel van trede 3 van de pba. Dit betekent dat
de kaders voor een pbl met een vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in art. 56
van de Vreemdelingenwet worden vastgelegd in de daartoe bestemde beleidsregels om
de maatregel op te kunnen leggen op het moment dat sprake is van overlast. Hierbij
moet nog worden vastgesteld tot welke escalatie de verschillende typen overlast leiden
binnen de escalatieladder. De keten brengt verder in kaart wanneer op de kortst mogelijke
termijn de pbl operationeel kan zijn in Ter Apel. Ik verwacht u op korte termijn hierover
verder te informeren.
b. Afzien uitbreiding vtl-locatie Budel
Door de leden van JA21 is een motie ingediend waarin wordt verzocht af te zien van
uitbreiding van de vtl-locatie in Budel (Kamerstuk 19 637, nr. 3352). Hierover heb ik op 10 maart de gemeente Cranendonck gesproken. Het aantal vtl plekken
zal niet worden uitgebreid, wel is besproken om ook de inhuisregistratie te starten
in Budel zodat de eerste stap van de escalatie daar kan worden uitgevoerd. De toevoeging
van de pbl, conform het model in Ter Apel, zal indien mogelijk ook in Budel ingevoerd
worden.
Ik wil hierbij benadrukken dat het gaat om asielzoekers vanuit de reguliere instroom
in Budel en niet asielzoekers die reeds verder in de procedure zijn en verblijven
in een ander deel in Nederland.
Tot slot
Ik heb u met deze brief meegenomen in de stand van zaken rondom de schaderegeling
voor Ter Apel en de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de moties over de pba.
Aan Uw Kamer heb ik toegezegd u in 2025 verder te informeren over de voortgang ten
aanzien van de realisatie van de pbl en de mogelijkheden om ook op andere locaties
gelijksoortige locaties te openen.
Dit zal ik doen in een verzamelbrief over overlast die op korte termijn aan uw Kamer
gestuurd zal worden. In deze brief zal ik ook ingaan op de toezegging om te onderzoeken
hoe de boetes voor zwart rijden te laten betalen door de veroorzaker, de uitkomsten
van het gesprek met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat om te bezien
of de aangiftebereidheid bij overtredingen in het openbaar vervoer kunnen worden bevorderd
en het onderzoek naar de huisregels in Ter Apel.
De Minister van Asiel en Migratie, M.H.M. Faber-van de Klashorst
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.H.M. Faber-van de Klashorst, minister van Asiel en Migratie