Brief regering : Toezegging over de opvolging van aanbevelingen in toezichtrapport 79 over de inzet van virtuele agenten door de AIVD en de MIVD
29 924 Toezichtsverslagen AIVD en MIVD
Nr. 277
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 maart 2025
Inleiding
Op 11 september 2024 vond het commissiedebat IVD-aangelegenheden plaats met de vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken. Tijdens dat debat kwam het Commissie van Toezicht
op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) toezichtrapport 79 over de inzet
van virtuele agenten door de AIVD en de MIVD (hierna: de diensten) aan de orde. Hierin
worden een aantal aanbevelingen gedaan. Wij hebben tijdens het debat toegezegd om
uw Kamer binnen zes maanden een schriftelijke terugkoppeling te geven over de opvolging
van deze aanbevelingen.
Algemeen
De CTIVD constateert in het rapport dat haar algemene beeld is dat de diensten rechtmatig
handelen bij de inzet van virtuele agenten. Ook constateert de CTIVD dat het beleid
van de diensten voorziet in de technische en organisatorische maatregelen die nodig
zijn bij de inzet van een virtueel agent. Hierbij verloopt ook de zorgplicht voor
virtuele agenten – van veiligheid tot geheimhouding van bronnen – rechtmatig. De werkwijze
van virtuele agenten leveren een belangrijke bijdrage voor het vergaren van informatie
ten behoeve van de diensten.
Aanbevelingen
In haar toezichtrapport doet de CTIVD drie aanbevelingen. Zoals bij de aanbieding
van dit toezichtrapport aan de Tweede Kamer is aangegeven, zijn de eerste twee aanbevelingen
in zijn geheel overgenomen en de derde gedeeltelijk. Voor deze aanbevelingen en onze
reactie verwijs ik u door naar onze beleidsreactie1.1 De aanbevelingen van de CTIVD hebben de diensten geholpen verdere stappen te zetten
in de borging en bestendiging van een rechtmatig, efficiënt en effectief beleid en
werkwijze.
Opvolging aanbevelingen
Het proces van de implementatie van de overgenomen aanbevelingen is inmiddels succesvol
afgerond. Het uitgangspunt is het creëren van een situatie waarbij het uitvoeren van
gezamenlijke operaties dan wel het wederzijds ondersteunen van operaties zo optimaal
mogelijk is. Eenheid van beleid is daarvoor randvoorwaardelijk. Daarom is de opvolging
door de diensten gezamenlijk opgepakt en dit heeft geresulteerd in consistent beleid
dat op elkaar aansluit. Ten aanzien van de gedeeltelijk overgenomen aanbeveling zijn
de diensten en CTIVD in gesprek over de technische haalbaarheid en uitvoerbaarheid.
Tot slot
Wij hebben de CTIVD geïnformeerd over de implementatie van de verbetermaatregelen
naar aanleiding van haar aanbevelingen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
J.J.M. Uitermark
De Minister van Defensie,
R.P. Brekelmans
Indieners
-
Indiener
J.J.M. Uitermark, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Medeindiener
R.P. Brekelmans, minister van Defensie