Brief regering : Reactie op verzoek commissie over de petitie van Alzheimer Nederland en Sociaal Werk “vaste stek gezocht voor samenredzaamheid”
31 765 Kwaliteit van zorg
34 104
Langdurige zorg
29 538
Zorg en maatschappelijke ondersteuning
Nr. 903
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
In uw brief van 16 oktober 2024 heeft u de Minister van VWS verzocht om een reactie
te geven op de petitie «vaste stek gezocht voor samenredzaamheid» die op 15 oktober
aan is geboden aan de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Aangezien
de inhoud van de petitie de onderwerpen raken die binnen de verantwoordelijkheid van
mijn portefeuille vallen reageer ik naar uw Kamer.
Met deze petitie roepen Sociaal Werk Nederland en Alzheimer Nederland samen met een
breed scala aan maatschappelijke organisaties op om de komende jaren werk te maken
van ontmoetingsplekken waar buurtbewoners van jong tot oud, met én zonder zorgbehoefte
elkaar dagelijks kunnen ontmoeten, helpen, en samen activiteiten kunnen ondernemen.
In de petitie word ik opgeroepen om:
• In te zetten op een landelijk dekkend netwerk van ontmoetingsruimten.
• Te erkennen dat het investeren in ontmoeting en bouwen van netwerken in het sociaal
domein geen kostenpost is maar een investering in een trotste buurt die lééft.
• Te zorgen dat bestaande subsidieregelingen toegankelijker worden voor gemeenten.
• Gemeenten structureel meer financiële middelen te geven om deze basisvoorzieningen
in te kunnen richten en voortgang te monitoren.
In deze brief informeer ik uw Kamer over de huidige beleidsinzet (uitvoering van afspraken
uit de zorgakkoorden) en mijn voornemens om de beweging van zorg naar welzijn en gezondheid
voort te zetten en te versterken. Deze passen bij de oproep in de petitie.
Huidige beleidsinzet
Ik herken het belang waar de partijen toe oproepen en ben met het met de opstellers
van de petitie eens dat gemeenten er zorg voor moeten dragen dat ontmoetingsruimten
in voldoende mate aanwezig dienen te zijn. Dit hoort ook bij de wettelijke taak die
zij hebben bij de uitvoering van de Wmo2015. Om fysieke ontmoetingsruimten en de sociale
samenhang in buurten en wijken verdergaand te stimuleren zijn hier aanvullende afspraken
over gemaakt in het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Gezond en Actief Leven Akkoord
(GALA) en tijdelijke middelen beschikbaar gesteld.
Hierbij is uitgegaan van het principe dat in (zorgzame) buurten en wijken inwoners
en organisaties kunnen bijdragen aan de sociale samenhang, het welzijn en de gezondheid
van mensen. Bijvoorbeeld met de realisatie van fysieke ontmoetingsruimten, inloopvoorzieningen
en/of de extra inzet van sociaal werkers. Dit zijn mogelijkheden om de zogenoemde
sociale basis te faciliteren en ondersteunen. Als overheid (landelijk en lokaal) kunnen
wij hier een rol pakken zodat eenvoudige hulp- of ondersteuningsvragen laagdrempelig
kunnen worden opgepakt. Mensen die zich eenzaam voelen, mentale, fysieke, financiële
of gezinsproblemen hebben, kunnen – waar mogelijk – terugvallen op steun van vrienden,
familie, buren, gezin, clubgenoten, collega’s, mede buurtbewoners, vanuit bewonersinitiatieven
of laagdrempelige (professionele) ondersteuning in de wijk zoals aangeboden door gemeenten
en organisatie. Een sterke sociale basis draagt er dus aan bij dat (hulp)vragen zoveel
mogelijk in het «gewone» leven worden opgelost en heeft daarmee ook een preventieve
werking.
Met de uitvoering van het IZA en het GALA wordt ingezet op het versterken het sociaal
domein. Tot 2026 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor onder andere het versterken
van de sociale basis en de ketenaanpak welzijn op recept. Met gemeenten is afgesproken
dat zij voor de sociale basis een lokale beleidsvisie ontwikkelen om hier stappen
in te zetten. Inmiddels hebben bijna alle gemeenten een dergelijke visie ontwikkeld
en zetten gemeenten onder andere in op de realisatie van meer fysieke ontmoetingsruimten.
Bijvoorbeeld in de gemeente Amersfoort. Hier wordt gewerkt met de methodiek gelijk
gezond. Bewoners van een wijk kunnen gebruik maken van een laagdrempelige inloopvoorziening
als zij problemen ervaren in het persoonlijk leven. Met een intensivering van de inzet
van sociaal werkers kunnen deze problemen eerder en gerichter worden aangepakt waardoor
onder andere gezondheidsklachten kunnen worden voorkomen. Dit zorgt bijvoorbeeld voor
minder werkdruk voor de huisarts in die omgeving. In Tilburg is voor een soortgelijke
aanpak gekozen in het wijkcentrum «Contour de Twern».
Eenzelfde soort werkwijze wordt gehanteerd bij het sociaal verwijzen. Mensen kunnen
zich melden bij een laagdrempelige inloopvoorziening of in een wijkcentrum en worden
mensen gericht geholpen. Het sociaal verwijzen is een werkwijze voor mensen die een
hulpvraag hebben waar niet direct een medische oplossing noodzakelijk is. In het GALA
is met gemeenten afgesproken de uitvoering te versnellen met het beschikbaar stellen
van extra middelen voor welzijn op recept tot 2026. Welzijn op recept is een variant
van het sociaal verwijzen. Dit leidt tot concrete resultaten. Ongeveer 75% van de
gemeenten is gestart met de inrichting van deze aanpak. Dit betekent dat er afspraken
zijn gemaakt tussen gemeente en zorgverzekeraar(s) over de uitvoering van deze aanpak.
Uit de Landelijke Monitor van het Landelijk Kennisnetwerk WoR blijkt dat het aantal
gemeenten dat Welzijn op Recept inzet is toegenomen. Er zijn veel voorbeelden waar
Welzijn op Recept heeft gezorgd voor een goede netwerksamenwerking tussen eerstelijnszorgverleners
en het sociaal domein. In het sociaal domein wordt ook een toename gezien van het
aantal verwijzingen vanuit de eerstelijnszorgverleners.
Een kwart van de gemeenten is echter nog niet begonnen met sociaal verwijzen. Gemeenten
die nog niet gestart zijn noemen het vaakst (49%) als reden hiervoor dat er geen samenwerkingsafspraken
met de zorgverzekeraar zijn. Daarnaast is het ontbreken van structurele financiering
en afspraken hierover een bekend knelpunt. Er is inmiddels gewerkt aan het verbeteren
van de mogelijkheden om «sociaal verwijzen» te financieren. Voorbeelden zijn de SPUK
IZA, de betaaltitel bekostiging domein- en sectoroverstijgende samenwerking en het
onlangs verschenen addendum waarbij het mogelijk wordt gemaakt om vanuit de transformatiemiddelen
structurele middelen voor bijvoorbeeld welzijnscoaches te financieren.
Om de sociale basis verder te versterken en zodoende onder andere te komen tot een
groter aanbod van laagdrempelige voorzieningen ondersteun ik gemeenten en andere betrokkenen
met kennis en kunde. Uw Kamer is hierover op 6 juli 2023 geïnformeerd1. Inmiddels is een verandertheorie sociale basis uitgewerkt en wordt hiervoor ook
een ondersteuningsprogramma ingericht. Daarnaast zijn verschillende subsidies verstrekt
aan het sociaal werk en organisaties die vrijwillige inzet stimuleren en vernieuwen.
Met de subsidie aan het sociaal werk worden welzijnsorganisaties in staat gesteld
om op regionaal niveau met gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders afspraken
te maken over de uitvoering van de regioplannen. Deze plannen zijn van groot belang
om de beweging van zorg naar gezondheid en welzijn te maken, de ambities voor de beoogde
transformatie zijn hier ook in vastgelegd. Uit eerste resultaten blijkt dat deze subsidie
ertoe leidt dat welzijnspartijen actief (gaan) participeren bij de uitvoering van
de transformatieplannen en hier ook financiële middelen voor krijgen. Een sterke sociale
basis is één van de randvoorwaarden voor het behoud van kwaliteit en houdbaarheid
van onze zorg en ondersteuning in Nederland. Het versterken van de sociale basis wordt
meegenomen in de gesprekken over het aanvullend zorg- en welzijnsakkoord.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer
Indieners
-
Indiener
V. Maeijer, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport