Brief regering : Appreciaties op de ingediende amendementen plenaire behandeling Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk (Kamerstuk 36450)
36 450 Regels omtrent de instelling van het Adviescollege toetsing regeldruk (Instellingswet Adviescollege toetsing regeldruk)
Nr. 45
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 21 februari 2025
Tijdens de plenaire behandeling van het wetsvoorstel Instellingswet Adviescollege
toetsing regeldruk (ATR) op 6 en 12 februari 2025 zijn er moties en amendementen ingediend
door Kamerleden en door mij geapprecieerd. Tijdens de stemming van 18 februari 2025
is er gestemd over de moties. Op verzoek van het lid Kisteman (VVD) is de stemming
over het wetsvoorstel en de daarop ingediende amendementen aangehouden tot na het
reces en is verzocht om een Kamerbrief met appreciaties van de amendementen. In deze
brief neem ik graag de gelegenheid om de appreciaties op de amendementen nader toe
te lichten.
Ik zou graag nogmaals willen benoemen dat de amendementen die door uw Kamer zijn ingediend
worden beoordeeld vanuit juridische overwegingen, uitvoerbaarheid en de vraag of een
dergelijke aanpassing wel in het Nederlandse rechtsbestel past. Ik heb een groot aantal
amendementen moeten ontraden om die redenen. In de appreciaties die hierna volgen
zal ik dit nog wat uitgebreider toelichten.
Ingediende amendementen
Kamerstuk 36 450, nr. 43 Nader gewijzigd amendement van het lid Vermeer ter vervanging van nr. 30 over het
onderzoeken van de impact van regels op concurrentiekracht en innovatie expliciet
toevoegen aan de taken van het adviescollege
Ik ontraad dit amendement.
Het ATR is ingesteld om te adviseren over de mogelijke regeldrukeffecten van voorgenomen
regelgeving. Dit amendement beoogt de taak van ATR significant uit te breiden, omdat
wordt voorgesteld om ATR ook te laten adviseren over concurrentiekracht en innovatie.
Dit gaat dus verder dan regeldruk en de reikwijdte van de ATR. Bovendien is er al
de Bedrijfseffectentoets (BET), die ingaat op onder andere concurrentiekracht en innovatie.
Hiermee maakt dit onderdeel uit van het beleidsproces van ministeries. Ik let er als
Minister van EZ op dat dit goed gebeurt. Daarnaast heeft dit amendement mogelijke
consequenties voor de doorlooptijd van de advisering, het budget en de capaciteit
van ATR.
Kamerstuk 36 450, nr. 20 Amendement van de leden Inge van Dijk en Kisteman ter vervanging van nr. 15 over
het aan de definitie van «ervaren regeldruk» toevoegen dat het adviescollege ook adviseert
over regeldrukeffecten die voortvloeien uit de stapeling van en samenhang met (complexe)
wet- en regelgeving
Ik ontraad dit amendement.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat in de begripsbepaling een definitie wordt
opgenomen van «de samenhang of opeenstapeling van toepasselijke wet- en regelgeving».
Hoewel ik begrip heb voor het idee, omdat verplichtingen kunnen cumuleren en ondernemers
dan aangeven dat het teveel wordt, ontraad ik het toch. Dit amendement zou ATR een
extra toetsingsbevoegdheid geven in situaties waarin regeldruk ontstaat door een combinatie
van bestaande en nieuwe regels. Het is daarbij onduidelijk wat de afbakening is van
de samenloop van verplichtingen en het wordt onwerkbaar als dit ook departementoverstijgend
zou zijn. Het wetsvoorstel bevat overigens een mogelijkheid voor ATR om de regering
te adviseren over knelpunten in bestaande regelgeving naar aanleiding van signalen
uit de samenleving (waaronder bedrijven), bijvoorbeeld over samenloop van verplichtingen.
Kamerstuk 36 450, nr. 28 Gewijzigd amendement van het lid Thijssen ter vervanging van nr. 25 over de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nadrukkelijk betrekken bij de toetsing
van regeldruk
Ik ontraad dit amendement.
Het ATR toetst regeldruk als het voorgenomen regelgeving voor zowel burgers, bedrijven
als professionals betreft. Ik ben verantwoordelijk voor ATR als organisatie. De Minister
van BZK is hoeder van de Kaderwet Adviescolleges. ATR is een onafhankelijk adviesorgaan.
Een koppeling aan een extra Minister voegt daarmee mijns inziens geen waarde toe aan
de uitvoering en de taken, doch zal de governance niet duidelijker maken.
Kamerstuk 36 450, nr. 9 Amendement van het lid Inge van Dijk over het ook kijken naar de regeldrukeffecten
voor instellingen zonder winstoogmerk en vrijwilligers
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Vrijwilligers vallen al in de categorie burgers, waar ATR ook over adviseert, maar
het kan geen kwaad om ze expliciet op te nemen in de wet.
Kamerstuk 36 450, nr. 32 Amendement van het lid Vermeer over het wijzigen van de begripsomschrijving van «regeldrukeffecten»
zodat het niet uitsluitend gaat over de daarin genoemde sectoren
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Tijdens de eerste termijn is dit aan bod gekomen. Mijn steun hiervoor heb ik uitgesproken
in de vorm van een toezegging. Door dit amendement wordt het, indien aangenomen, direct
verankerd in de wet.
Kamerstuk 36 450, nr. 13 Amendement van het lid Flach over het schrappen van de uitzondering van burgerlijk
procesrecht en bestuursprocesrecht, zodat ook voorstellen op deze terreinen getoetst
kunnen worden op regeldrukeffecten
Ik ontraad dit amendement.
Het procesrecht biedt essentiële waarborgen voor een eerlijke rechtspleging. De lasten
voor de betrokkene partijen door het procesrecht, bijvoorbeeld door het overleggen
van stukken, komen voort uit procesbeginselen, zoals het recht op een eerlijk proces
en hoor en wederhoor. Het gaat hier niet om het aanleveren van informatie aan een
bestuursorgaan, maar aan de rechter of de wederpartij. De verplichtingen vloeien daarmee
voort uit de aard van de zaak, niet uit de eisen die de regelgeving stelt. Deze lasten
zijn daarom niet aan te merken als regeldrukkosten en het heeft daarom geen zin om
dit soort regelgeving aan ATR voor te leggen.
De griffierechten in het burgerlijk procesrecht en het bestuursprocesrecht zijn financiële
lasten die het gevolg zijn van een verplichting om een geldbedrag over te maken aan
de overheid of het bevoegd gezag. Deze kosten zijn niet direct gerelateerd aan een
informatiebehoefte van de overheid of aan inhoudelijke verplichtingen. Van regeldrukkosten
is hier dus ook geen sprake.
Voor de wet- en regelgeving op het terrein van het strafrecht en strafvordering geldt
dat kosten die voortvloeien uit overtredingen van burgers en bedrijven, niet worden
meegenomen bij de berekening van de regeldruk, omdat die aan eigen gedragingen te
wijten zijn. Dit geldt ook voor het bestuurlijke sanctierecht.
Kamerstuk 36 450, nr. 26 Amendement van het lid Idsinga over dat ook een groep van minimaal een vijfde van
het grondwettelijk aantal leden van een der beide Kamers een adviesverzoek kan doen
Ik ontraad dit amendement.
Met dit amendement wordt geregeld dat niet alleen beide Kamers als geheel, maar ook
een groep van minimaal een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der
Kamers het ATR kan verzoeken om advies uit te brengen over regeldrukeffecten van een
initiatiefwetsvoorstel of een amendement. Ik beoog in artikel 3, derde en vierde lid,
van de Instellingswet ATR te regelen dat er een meerderheid van de Kamer moet zijn
voor zo’n adviesaanvraag. Het is niet altijd zinvol en efficiënt als ATR gaat adviseren
over initiatiefwetsvoorstellen en amendementen waarvan de kans gering is dat ze ingediend
en/of aangenomen gaan worden. Dat zou onnodig werk opleveren en daarmee ATR beperken
in de mogelijkheden om te adviseren over voorstellen waarbij wel een meerderheid van
de Kamer vindt dat ze rijp zijn om aan ATR te worden voorgelegd. Daarnaast heeft dit
amendement mogelijke consequenties voor de doorlooptijd van de advisering, het budget
en de capaciteit van ATR.
Kamerstuk 36 450, nr. 23 Amendement van de leden Flach en Kisteman ter vervanging van nr. 12 over het voor
beide Kamers mogelijk maken advies te vragen over alle wetsvoorstellen, niet enkel
initiatiefwetsvoorstellen
Ik ontraad dit amendement.
Het betreft een niet passende wijziging in de adviesstructuur. ATR adviseert namelijk
al over regeringswetsvoorstellen voordat deze worden ingediend. Door het amendement
zou een tweede toetsingsronde door ATR op verzoek van een van beide Kamers worden
gecreëerd. Dit past niet binnen het Nederlandse rechtsbestel waarin het aan de regering
en de Tweede en Eerste Kamer, als wetgevende macht, is om te beoordelen hoe met adviezen
van adviescolleges over wetsvoorstellen is omgegaan. De Raad van State kan ook niet
twee keer adviseren over een wetsvoorstel. Het is voor beide Kamers niet mogelijk om de Raad van State te vragen om advies of voorlichting over een regeringswetsvoorstel.
De Raad van State kan eventueel alleen nog adviseren over amendementen van de Kamer, net als ATR dit kan. De Eerste Kamer kan ATR wel nog vragen om een
advies over het wetsvoorstel zoals dat door amendementen van de Tweede Kamer is aangepast,
als de Tweede Kamer niet zelf om die adviezen heeft gevraagd. Indien gewenst kunnen
de Kamers ATR uiteraard ook vragen om nadere toelichting in een technische briefing.
Kamerstuk 36 450, nr. 16 Amendement van het lid Flach over het verduidelijken van de adviesfunctie richting
de Staten-Generaal door in artikel 3, vierde lid, de woorden «in algemene zin» te
schrappen
Ik ontraad dit amendement.
Met artikel 3, vierde lid, van het wetsvoorstel wordt geregeld dat beide Kamers der
Staten-Generaal het ATR advies kunnen vragen over regeldrukeffecten in algemene zin.
De toevoeging «in algemene zin» is bedoeld om deze taak te onderscheiden van de taak
in het derde lid van artikel 3, waarin het gaat om de advisering aan de Tweede Kamer
over de regeldrukeffecten van initiatiefwetgeving en amendementen. Door het schrappen
van «in algemene zin» zouden de beide Kamers ATR ook kunnen verzoeken om een advies
over regeringsvoorstellen, terwijl regeringsvoorstellen in een eerder stadium al worden
voorzien van een ATR-advies. Zie hierover de appreciatie op amendement nr. 23. De
Kamers kunnen zelf bepalen hoe breed of hoe smal (bijvoorbeeld generiek of voor een
bepaalde sector) ze hun vraag aan ATR om een advies «in algemene zin» stellen, zolang
het dus niet om voorgenomen regelgeving van de regering of een Minister gaat, want
die wordt al door ATR getoetst. Indien gewenst kunnen de Kamers ATR uiteraard ook
vragen om nadere toelichting in een technische briefing.
Kamerstuk 36 450, nr. 18 Amendement van het lid Grinwis over het adviescollege ook de bevoegdheid te geven
de regering te adviseren over beleidsregels van uitvoeringsorganisaties en toezichthouders
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat ATR, naar aanleiding van signalen uit
de samenleving, niet alleen kan adviseren over bestaande regelgeving, maar ook over
beleidsregels die zijn opgesteld door uitvoeringsorganisaties of toezichthouders.
Dit is een waardevolle invulling die ik kan steunen omdat beleidsregels in de praktijk
grote invloed kunnen hebben op de regeldruk voor burgers en bedrijven.
Kamerstuk 36 450, nr. 31 Amendement van het lid Vermeer over een adviesmogelijkheid ten aanzien van de juistheid
en volledigheid van de berekening van de regeldruk in ex-post evaluaties van beleid
en regelgeving
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Hiermee kan ATR een helpende hand bieden aan de departementen door hierover te adviseren.
Kamerstuk 36 450, nr. 29 Amendement van het lid Thijssen over expliciteren dat het adviescollege toetst op
«onnodige regeldruk»
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Ik begrijp de wens voor dit amendement goed. We willen namelijk geen onnodige regeldruk.
Kamerstuk 36 450, nr. 19 Amendement van de leden Kisteman en Flach over de ATR laten controleren in hoeverre
de inbreng van de doelgroep is verwerkt in het ontwerp of voorstel
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Met dit amendement wordt bewerkstelligd dat het voorstel inzichtelijk maakt dat de
voorgestelde verplichtingen die regeldruk opleveren in de praktijk voor de desbetreffende
doelgroep werkbaar zijn én in hoeverre de inbreng van de doelgroep is verwerkt in
het ontwerp of voorstel. Hier kan ik mij in vinden.
Kamerstuk 36 450, nr. 21 Amendement van de leden Grinwis en Flach ter vervanging van nr. 10 over het adviescollege
tevens te laten beoordelen of een ontwerp van de Europese Commissie voldoende aandacht
besteedt aan de werkbaarheid in de praktijk
Ik ontraad dit amendement.
Dit amendement is namelijk niet nodig, omdat advisering over de werkbaarheid van het
ontwerp bij BNC-fiches al is vervat in artikel 1 in combinatie met artikel 5, derde
lid, van het wetsvoorstel. In artikel 5, derde lid, is namelijk geregeld dat ATR adviseert
of het EU-voorstel substantiële regeldrukeffecten heeft en of de hoogte van de verwachte
regeldrukkosten in Nederland voldoende inzichtelijk is. In artikel 1 is gedefinieerd
dat regeldrukeffecten bestaan uit «regeldrukkosten» en «ervaren regeldruk» én dat
de niet-kwantificeerbare regeldruk die voortvloeit uit de werkbaarheid van wet- en regelgeving in de praktijk onderdeel is van «ervaren regeldruk».
Kamerstuk 36 450, nr. 27 Gewijzigd amendement van de leden Grinwis en Flach ter vervanging van nr. 22 over
het adviescollege tevens te laten beoordelen of de Minister in het BNC-fiche voldoende
rekenschap geeft hoe de uitvoering, handhaving en toezicht in het voorstel worden
vormgegeven en wat hiervan de regeldrukeffecten voor de Nederlandse situatie zijn
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Het fiche hoeft niet 100% uitgewerkt te zijn op dit punt, maar ATR kan al aan de slag
met de eerste inschatting op deze punten.
Kamerstuk 36 450, nr. 14 Amendement van het lid Flach over het adviescollege laten beoordelen of sprake is
van substantiële regeldrukeffecten als gevolg van een gewijzigd voorstel
Ik ontraad dit amendement.
Dit amendement zou ertoe leiden dat alle voorgenomen regelgeving die na het uitbrengen van het ATR-advies wordt gewijzigd,
in verband met bijvoorbeeld commentaar in de consultatiefase of uitgebrachte andere
adviezen, altijd opnieuw aan ATR moet worden voorgelegd. Dat zou ook het geval zijn indien er evident
geen regeldrukeffecten uit die wijzigingen volgen, zoals bij het aanbrengen van tekstuele
verduidelijkingen. Ik snap de zorg dat bij de beoordeling of er sprake is van substantiële
regeldruk het nu lijkt alsof de slager zijn eigen vlees keurt. Dit amendement zou
echter betekenen dat alle gewijzigde voorstellen voor een tweede keer naar ATR moeten.
Dat de verantwoordelijkheid om eventuele wijzigingen naar ATR te sturen voor een aanvullende
zienswijze ligt bij de regering, is in lijn met de positie van andere adviescolleges
bij gewijzigde voorstellen. Ook na advisering door de Raad van State kunnen namelijk
beperkte wijzigingen in een wetsvoorstel of ontwerpbesluit worden aangebracht zonder
dat dit hoeft te leiden tot het opnieuw voorleggen daarvan aan de Raad. Ook daar is
de beoordeling van de mate van ingrijpendheid aan de regering en niet aan de Raad.
Zie aanwijzing 7.15, eerste lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving: «Indien
in een wetsvoorstel of een ontwerp voor een algemene maatregel van bestuur waarover
de Afdeling advisering van de Raad van State advies heeft uitgebracht, vóór de indiening,
onderscheidenlijk de vaststelling, daarvan ingrijpende wijzigingen worden aangebracht die niet het gevolg zijn van het advies van de Afdeling advisering,
wordt de Afdeling over deze wijzigingen gehoord.» De toelichting op die aanwijzing
vermeld het volgende: «Ingevolge artikel 4 van het reglement van orde voor de ministerraad
beraadslaagt de ministerraad opnieuw over een wetsvoorstel of ontwerp voor een algemene
maatregel van bestuur, indien dit belangrijk is gewijzigd. De ministerraad beslist over een hernieuwde raadpleging van de Afdeling advisering. Ook in geval van twijfel over de ingrijpendheid van een wijziging neemt de ministerraad
een beslissing.»
Kamerstuk 36 450, nr. 17 Amendement van het lid Flach over het verankeren van het «pas-toe-of-leg-uit»-principe
voor ATR-adviezen
Ik ontraad dit amendement.
Deze verplichting past niet in deze wet. Dit wetsvoorstel regelt namelijk wat ATR
doet. Maar wat de regering daar vervolgens mee doet, is een politiek besluit waarover
de beide Kamers uiteraard met de regering kunnen debatteren. Dit zou wel kunnen door
middel van een verduidelijking in de Aanwijzingen voor de regelgeving (aanwijzing
4.44) «dat er in het bijzonder bij wettelijke adviseurs [zoals ATR dan dus] een verplichting
ligt om duidelijk en transparant aandacht te besteden aan het ontvangen advies en
wat daarmee is gebeurd, en dat het voor de hand ligt dat per adviespunt te doen».
Op deze manier geldt het niet alleen voor ATR-adviezen, maar voor alle adviezen van
alle adviesorganen.
Kamerstuk 36 450, nr. 33 Amendement van het lid Flach over een extra tussentijdse wetsevaluatie
Dit amendement geef ik oordeel Kamer.
Hiermee zou de evaluatie van doeltreffendheid van ATR vervroegd worden van vier naar
twee jaar. Ik ben bereid dit te doen, hoewel een periode van twee jaar erg kort is
om te evalueren. Daardoor zal alleen een korte tussentijdse evaluatie haalbaar zal
zijn, ook omdat twee volledige evaluaties over een periode van vier jaar veel capaciteit
kost.
Tot slot
Tijdens de tweede termijn van de plenaire behandeling van de Instellingswet zei ik
het al: «Regels die werken en de lasten beperken! Dat is mijn ambitie.» Dit is nog
steeds mijn ambitie en ik geloof erin dat we met de Instellingswet een grote stap
zetten in het regeldrukbeleid waardoor we deze ambitie mogelijk kunnen maken.
De Minister van Economische Zaken,
D.S. Beljaarts
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D.S. Beljaarts, minister van Economische Zaken