Brief regering : Sponsorconvenant 2025-2029
36 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2025
Nr. 163
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 februari 2025
Tijdens de behandeling van de begroting over 2023 heb ik aan uw Kamer toegezegd het
sponsorconvenant te evalueren en te bezien of een vervolg wenselijk is.1 Die stappen heb ik met vertegenwoordigers van het onderwijsveld, maatschappelijke
organisaties, het bedrijfsleven en andere stakeholders de afgelopen periode gezet.
Het is goed dat we tot een vernieuwd sponsorconvenant zijn gekomen.2 Hieronder geef ik een toelichting van de uitgangspunten van het sponsorconvenant,
de uitkomsten van evaluatiegesprekken met de convenantpartijen en de navenante wijzigingen
in het sponsorconvenant.
Uitgangspunten van het sponsorconvenant
Scholen staan midden in de maatschappij en werken, vooral op lokaal niveau, soms samen
met commerciële partners. Van de groenteboer die fruit verzorgt tijdens een zomerfeest,
tot een bezoek van een grote werkgever uit de regio om leerlingen bekend te maken
met technische beroepen. Dit verrijkt de schooltijd van leerlingen. In sommige gevallen
is bij dit soort samenwerking sprake van sponsoring: als een school in ruil voor een
geldelijke of materiële bijdrage, of vrijstelling van een (een deel) van de bijdrage,
een tegenprestatie op zich neemt waar leerlingen mee te maken krijgen, en deze bijdrage
niet is gebaseerd op de onderwijswetgeving, noemen we dat sponsoring. Sponsoring kan
ongewenste vormen aannemen, bijvoorbeeld als het onderwijs te afhankelijk wordt van
geldelijke bijdragen van bedrijven.
Met het sponsorconvenant helpen we scholen bij zorgvuldige en transparante besluitvorming
over het aangaan van sponsorovereenkomsten. Hier zijn namelijk regels voor: in de
wet is vastgelegd dat het bevoegd gezag de medezeggenschapsraad moet betrekken bij
besluiten over sponsoring. Ook zijn de informatieplicht en klachtenregeling wettelijk
vastgelegd. Daarnaast moet het sponsorbeleid in het schoolplan en de schoolgids staan.
Uitkomsten evaluatiegesprekken
Uit evaluatiegesprekken met de convenantpartijen blijkt dat scholen bij sponsoring
doorgaans handelen conform de wet- en regelgeving en de normen zoals beschreven in
het sponsorconvenant. Daarbij hanteren zij, ook in het vernieuwde sponsorconvenant,
de volgende uitgangspunten:
• de onderwijsinhoud mag niet worden beïnvloed;
• de samenwerking mag de ontwikkeling van kinderen niet schaden;
• het uitvoeren van de kernactiviteiten van de school mag niet afhankelijk van sponsoring
worden;
• alle betrokkenen bij de school moeten op een zorgvuldige manier met sponsoring omgaan.
De convenantpartijen geven in evaluatiegesprekken aan dat zij het desalniettemin verstandig
vinden dat het sponsorconvenant er is als handvat en om in voorkomende gevallen op
terug te vallen. Daarom is het sponsorconvenant onder meer aangescherpt op definitie,
looptijd en brede toepasbaarheid. Door de kernachtigere beschrijving van de uitgangspunten
van sponsoring worden scholen en bedrijven beter in staat gesteld om weloverwogen
beslissingen te nemen op het gebied van sponsoring.
Concrete voorbeelden van sponsoring zijn toegevoegd, waaronder samenwerkingen tussen
scholen en bijlesbedrijven. Het sponsorconvenant roept scholen op om bijlessen in
het kader van sponsoring beschikbaar te laten zijn voor alle leerlingen binnen de
school. Aan scholen wordt gevraagd om extra ondersteuning zoveel mogelijk intern aan
te bieden. Indien dat niet mogelijk is, dient de extra begeleiding op school plaats
te vinden en zoveel mogelijk met partijen zonder winstoogmerk. Scholen blijven verantwoordelijk
voor het waarborgen van een kwalitatief goed aanbod en een veilige omgeving voor leerlingen.
De motie van het lid Van Raan (PvdD) vraagt om een aanscherping van het sponsorconvenant
om kindermarketing uit scholen te weren.3 In het vernieuwde sponsorconvenant stellen de scherpere definitie en praktische voorbeelden
scholen beter in staat om bewuste afwegingen te maken bij het aangaan van een samenwerking
met partijen die daarvoor mogelijk een tegenprestatie verlangen. Tevens is gehoor
gegeven aan de motie van het lid Rudmer Heerema (VVD), waaruit volgt dat sponsoring
niet afkomstig mag zijn uit landen die onze kernwaarden of vrijheden afwijzen.4 Dit is als concreet voorbeeld van ongewenste sponsoring in het sponsorconvenant opgenomen.
De looptijd van het sponsorconvenant is gewijzigd naar vijf jaar. Het sponsorconvenant
zal voortaan iedere vijf jaar op initiatief van het Ministerie van OCW of eerder,
indien één van de convenantpartijen daar aanleiding toe ziet, worden geëvalueerd.
Daarbij bezien we ook welke rol het Ministerie van OCW als stelselverantwoordelijke
hierbij dient te hebben.
Tot slot
Het vernieuwde sponsorconvenant biedt scholen handvatten om zorgvuldig en transparant
met sponsoring om te gaan. Een weloverwogen samenwerking tussen het bedrijfsleven
en organisaties buiten de school kan een positieve bijdrage leveren aan de verbinding
tussen het onderwijs en maatschappij. Ik wil alle convenantpartijen die hebben meegewerkt
aan de actualisatie van het sponsorconvenant bedanken voor hun hulp, goede ideeën
en inzet.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
M.L.J. Paul
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.