Brief regering : Voortgangsupdate routekaart energieopslag 2024
29 023 Voorzienings- en leveringszekerheid energie
31 239
Stimulering duurzame energieproductie
Nr. 534
BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 februari 2025
Energieopslag is een van de vormen van flexibiliteit waarmee ons energiesysteem in
balans wordt gehouden. Om energieopslag te bevorderen is in 2023 de routekaart energieopslag1 opgesteld. Met deze brief informeert het kabinet de Kamer over de voortgang van de
bijna 70 acties rondom het bevorderen van energieopslag die in de routekaart in kaart
zijn gebracht. Van deze acties is inmiddels de helft (bijna) afgerond. Ook is sinds
de publicatie van de routekaart een aantal nieuwe acties geformuleerd.
In deze brief wordt eerst ingegaan op de voornaamste algemene ontwikkelingen rondom
energieopslag, vervolgens worden enkele ontwikkelingen met betrekking tot elektriciteitsopslag,
moleculenopslag en warmteopslag afzonderlijk toegelicht. Onder elektriciteitsopslag
wordt ook specifiek ingegaan op de ruimtelijke randvoorwaarden voor de inpassing van
batterijen. In bijlage 1 bij deze brief wordt de voortgang per actie beschreven.
Algemene ontwikkelingen op het gebied van energieopslag
De beleidsvisie en de acties uit de routekaart energieopslag zijn het afgelopen jaar
verder uitgewerkt in verschillende beleidstrajecten.
In december 2023 is de langetermijnvisie op het energiesysteem, het Nationaal Plan
Energiesysteem (NPE), naar de Kamer gestuurd.2 Het NPE stelt dat elektriciteit de ruggengraat vormt van het energiesysteem in de
toekomst. Het opwekken van elektriciteit is voor het grootste deel weersafhankelijk.
Om de energietransitie in goede banen te leiden is flexibiliteit in het energiesysteem
onontbeerlijk. Het vergroot de betrouwbaarheid en efficiëntie van het systeem en voorkomt
hoge energieprijzen door verschuivingen in de tijd van vraag en aanbod van energie
en de conversie naar andere energiedragers. Voldoende flexibiliteit kan daarmee bijdragen
aan een meer betaalbaar energiesysteem. Een aantal aangrijpingspunten uit de routekaart
is daarom in het NPE verder uitgewerkt. Het gaat hierbij om de toepassing van energieopslag
in het energiesysteem, het versnellen van innovatie en opschaling, vraagstukken omtrent
grondstoffen en de samenwerking tussen overheden en andere partijen.
Een ander aandachtspunt uit de routekaart is de inpassing van energieopslag in de
leefomgeving. Dit is nader uitgewerkt in het Programma Energiehoofdstructuur (PEH).3 In het PEH is een langetermijnvisie geformuleerd op de ontwikkeling van het fysieke
energiesysteem van aanbod, opslag, conversie en transport van nationaal belang en
gekoppeld aan ruimtelijke keuzes. Vanwege de bijdrage aan energieleveringszekerheid
worden grootschalige systeembatterijen benoemd als nationaal belang in het PEH.
In de routekaart is geen nationale doelstelling voor specifiek energieopslag vastgelegd.
Het kabinet is van mening dat opslag één van de vormen van flexibiliteit is die nodig
is voor het energiesysteem van de toekomst. Zoals in de routekaart energieopslag is
aangegeven, speelt energieopslag al geruime tijd een cruciale rol in ons energiesysteem
en zal het dat ook in de toekomst blijven doen. Uit de Europese elektriciteitsverordening4 volgt dat Nederland vanaf 2026 tweejaarlijks zal moeten rapporteren over een nog
te bepalen indicatieve nationale doelstelling voor flexibiliteit, inclusief opslag.
Het kabinet hecht belang aan een Europese aanpak om te bepalen hoeveel flexibiliteit,
inclusief energieopslag, nodig is en wacht de nog door een vertegenwoordiging van
Europese netbeheerders te bepalen methodologie af. Het kabinet zet zich intussen in
op het verbeteren van monitoring en scenariomodellen (inclusief prognoses van netbeheerders),
omdat de groei van opslag momenteel onvoldoende (nauwkeurig) gerapporteerd en voorspeld
kan worden.
Ontwikkelingen Elektriciteitsopslag
De belangrijkste ontwikkelingen voor elektriciteitsopslag die in deze brief benoemd
worden hebben betrekking op batterijen bij zonneparken, middellange en lange termijn
energieopslag, ruimtelijke sturing en de sterke groei van opslag. Het kabinet heeft
de Kamer in december 2024 apart geïnformeerd over de voortgang van de Nederlandse
batterijstrategie5.
Elektriciteitsopslag groeit
Op het laagspanningsnet is het aantal thuisbatterijen sterk gegroeid. Volgens het
Nationaal Smart Storage Trendrapport zijn thuisbatterijen tussen 2022 en 2023 met
150% toegenomen naar 39.000 exemplaren.6 Zoals het kabinet in de voortgangsupdate van 20237 schreef, is het gezien de snelle toename van het aantal thuisbatterijen van belang
zo snel mogelijk randvoorwaarden te creëren die verergering van netcongestie door
thuisbatterijen voorkomen. Het kabinet verkent de mogelijkheden hiervoor met de sector,
de netbeheerders en de ACM. Voor de korte termijn wordt ingezet op het maken van afspraken
met commerciële partijen die thuisbatterijen bundelen tot inzet op elektriciteitsmarkten.
Hierbij worden ook de geleerde lessen in onze buurlanden betrokken. Naar verwachting
kunnen deze afspraken met de sector voor de zomer van 2025 worden gerealiseerd. Daarna
kan worden onderzocht of de stimulering van thuisbatterijen waardevol kan zijn om
netcongestie tegen te gaan.
Ook batterijen op het middenspanningsnet spelen een belangrijke rol op het gebied
van netcongestie. Hiervoor zijn capaciteitsbeperkende contracten en biedplichtcontracten
beschikbaar. Buurtbatterijen worden – afhankelijk van de capaciteit – aangesloten
op het middenspanningsnet of het hoogspanningsnet. Op dit moment is het niet exact
duidelijk hoeveel (buurt)batterijen zijn aangesloten op het middenspanningsnet. Wel
zijn er indicaties dat ook dit aantal is gegroeid. Zo is volgens het CBS het aantal
batterijen met een capaciteit tussen de 1 MWh en 10 MWh van 19 in 2022 naar 31 gegroeid
in 2023.8 Het kabinet wil in samenwerking met de netbeheerders beter inzichtelijk krijgen hoeveel
batterijen op het middenspanningsnet zijn aangesloten en hoeveel aanvragen er liggen
bij de netbeheerders.
Ten slotte heeft ook grootschalige elektriciteitsopslag op het hoogspanningsnet een
groei doorgemaakt. In 2023 zijn 9 grootschalige batterijen met een capaciteit tussen
de 10 MWh en 100 MWh aangesloten.9 Dit waren er in 2022 nog 4.
Batterijen bij zonneparken
In het voorjaar van 2023 is aangekondigd10 dat via het Klimaatfonds batterijen bij zonneparken zouden worden ondersteund. Via
batterijopslag en uitgestelde invoeding van zonne-energie kan immers CO2-reductie gerealiseerd worden. Uit gesprekken met de sector en een nadere studie van
CE Delft is echter gebleken dat de beoogde subsidieregeling verhoudingsgewijs heel
duur zou zijn11. Het kabinet acht de subsidieregeling ondoelmatig en zal de maatregel daarom niet
in de originele vorm invoeren. Wel onderzoekt het kabinet alternatieve maatregelen
die als doel hebben om de groei van flexibiliteit in het elektriciteitssysteem te
stimuleren. De reikwijdte hiervan is niet beperkt tot enkel batterijen bij zonneparken,
maar bestrijkt ook andere vormen van energieopslag en andere opties om (hernieuwbare)
energie te balanceren. Over een alternatieve inzet van de middelen wordt in het voorjaar
van 2025 besloten – tezamen met de integrale besluitvorming over het Klimaatfonds.
Onderzoek naar het stimuleren van Long Duration Energy Storage
Ook onderzoekt het kabinet maatregelen om middellange en lange termijn energieopslag
(ook bekend als Long Duration Energy Storage, LDES) te stimuleren. LDES heeft een
grote maatschappelijke waarde, omdat het bij juiste locatiekeuzes een gunstige impact
kan hebben op de belasting van het hoogspanningsnet. Dit kan leiden tot een efficiëntere
netinfrastructuur en tot een betere inpassing van hernieuwbare opwek. Bovendien kan
LDES zorgen voor energieleveringszekerheid tijdens periodes van langdurige schaarste.
Deze maatschappelijke baten van LDES worden onvoldoende gereflecteerd in de marktprijzen.
Momenteel worden voornamelijk Li-ion batterijen gebruikt, maar voor LDES is Li-ion
vooralsnog niet geschikt. Investeringen in alternatieve technieken hebben veelal een
lange terugverdientijd en komen op dit moment nog niet tot stand. Daarom wordt LDES
meegenomen in de nieuwe subsidieronde van de Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie
(DEI+), die loopt van 28 januari 2025 tot en met 28 augustus 2025.12
Ruimtelijke inpassing van grootschalige systeembatterijen
Netbeheerders krijgen veel klantaanvragen van grote batterij-ontwikkelaars om een
netaansluiting te realiseren. Daarnaast worden decentrale overheden benaderd over
vestigingsmogelijkheden en omgevingsvergunningen.
Grote batterijen worden doorgaans rechtstreeks aangesloten op een hoogspanningsstation.
Wanneer er geen capaciteit is op een station, belandt een batterij in de wachtrij.
Naarmate capaciteit en capaciteitsaanvragen verder uit elkaar lopen, zal de wachtrij
langer zijn. De randvoorwaarde voor het daadwerkelijk aansluiten van batterijen uit
de wachtrij is dat een congestieneutrale aansluiting wordt afgesproken met de batterij-exploitant.
Dat kan via het nieuwe tijdsduurgebonden transportrecht (TDTR, eerder genoemd «ATR85»),
zoals de batterij met een opslagcapaciteit van 1.200 MWh die GIGA Storage heeft aangekondigd
te bouwen op het terrein van Aldel. Het is niet toegestaan voor onafhankelijke netbeheerders
om batterijen te exploiteren, maar in specifieke gevallen geldt een uitzondering op
dit verbod. Deze uitzonderingen zijn opgenomen in de Energiewet.13
Grootschalige batterijen leggen beslag op ruimte. Eén van de drie uitgangspunten van
de Nota Ruimte is dat keuzes niet worden afgewenteld op andere gebieden.14 Voor batterijen vraagt dit dat overheden op een slimme wijze ruimte bieden aan de
komst van batterijen Batterijen leveren aan de balanshandhaving en leveringszekerheid
van het nationale en regionale energiesysteem.
Qua profiel en ruimtelijke vestigingsvoorwaarden passen grootschalige batterijen goed
op locaties waar bijvoorbeeld andere grootschalige bedrijvigheid is gevestigd. De
bevoegdheid voor de ruimtelijke inpassing van batterijen ligt daarbij in eerste plaats
bij gemeenten. Provincies kunnen aanvullend omgevingsbeleid formuleren om op regionaal
niveau te sturen op locaties voor het plaatsen van grootschalige batterijen en regels
te stellen voor de ruimtelijke inpassing door gemeenten. Om handvatten te bieden in
de vergunningverlening heeft de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) een Handreiking
vergunningverlening elektriciteitsopslagsystemen15 opgesteld.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat werkt daarnaast aan specifieke
wetgeving voor vergunningverlening en ruimtelijke inpassing op het gebied van omgevingsveiligheid,
maar met de in 2023 beschikbaar gekomen technische richtlijn PGS 37–116 en het algemene instrumentarium onder de Omgevingswet kunnen gemeenten al invulling
geven aan een zorgvuldige inpassing.17
Met decentrale overheden maakt het kabinet in 2025 interbestuurlijke afspraken over
het ruimtelijk faciliteren van batterijen als onderdeel van de afspraken over de doorontwikkeling
van het energiesysteem.18 Onder meer wordt verkend of aanpassing van de Omgevingswet hiervoor nodig is danwel
kan helpen.
Onder regie van de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening19 worden tot slot ontwerpbeelden gemaakt van batterijen. De ontwerpbeelden laten zien
hoe batterijen gebouwd kunnen worden met behoud van ruimtelijke kwaliteit (goed ingepast
in het landschap). Deze komen via het Programma Mooi Nederland begin 2025 beschikbaar.20
De verwachting is dat met het tijdsduurgebonden transportrecht, de handreiking vergunningverlening,
de PGS-richtlijn en het Programma Mooi Nederland de ruimtelijke inpassing van batterijen
voorlopig in goede banen geleid kan worden. Als bijlage bij deze brief is de Informatiefolder batterijen voor provincies en gemeenten meegestuurd, waar op een toegankelijke manier de bovenstaande informatie wordt gevisualiseerd
en toegelicht.
Aanvullend wil het kabinet ook scenario’s onderzoeken waarin de doorgroei van batterijen
sterk toeneemt vanaf 2030, om meer inzicht krijgen en te bepalen hoe de verschillende
flexibiliteitsopties zich tot elkaar verhouden. Het kabinet werkt aan een visie op
de benodigde opschaling van flexibiliteit in een CO2-vrije elektriciteitsketen in Nederland. In deze visie wordt geschetst hoe de verschillende
flexibiliteitsopties zich tot elkaar verhouden en welke groei nodig is in de toekomst.
Hierover zal het kabinet de Kamer medio 2025 informeren.
Ontwikkelingen Moleculenopslag
De belangrijkste ontwikkelingen voor moleculenopslag hebben betrekking op waterstof,
aardgas en olie.
Waterstof
In alle scenariostudies is een grote rol weggelegd voor ondergrondse waterstofopslag.
Voor het veilig gebruik van de diepe ondergrond voor waterstofopslag publiceert het
kabinet in 2025 een visie, inclusief de benodigde maatregelen om de eerste opslag
te realiseren. Om deze op te stellen heeft het kabinet een gezant ondergrondse waterstofopslag
aangesteld.
Het kabinet heeft tevens een visie op waterstofdragers geformuleerd.21 De essentie van de visie is dat het kabinet veel ruimte biedt voor de inzet van waterstofdragers
bij de energie- en grondstoffentransitie en daarbij gepaste ondersteuning biedt voor
de verschillende waterstofdragers en vervoersmodaliteiten.
Aardgas
Gasopslag speelt een belangrijke rol in het gassysteem en een steeds belangrijkere
rol in de Nederlandse gasleveringszekerheid, onder andere door de afname van gaswinning
in Nederland. Sinds het verschijnen van de routekaart is de Visie gasopslagen gepubliceerd.22 Hierin zijn twee doelen gesteld voor gasopslag in Nederland: ten eerste moeten er
voldoende goed functionerende gasopslagen zijn en ten tweede moeten deze voldoende
worden gevuld. Sinds het publiceren van de Visie gasopslagen zijn de volgende ontwikkelingen
te melden. Oktober jl. heeft het kabinet het eerste overzicht gasleveringszekerheid
van Gasunie Transport Services (GTS) met de Kamer gedeeld.23 Dit overzicht is een belangrijke basis voor het bepalen van een vulambitie voor het
jaar 2025 door het kabinet, gelijk met de aanpak voor 2024. Daarnaast is de Kamer
geïnformeerd over het advies van adviesbureau Kyos over mogelijke vulmaatregelen,
zoals het opleggen van een vulverplichting, het aanhouden van een strategische voorraad
en het aanwijzen van een vulagent.24 Dit advies is, samen met het overzicht gasleveringszekerheid van GTS, belangrijke
input voor het aanstaande wetsvoorstel bestrijden energieleveringscrisis. Met dit
wetsvoorstel (dat binnenkort in internetconsultatie gaat) komt het kabinet met enkele
structurele vulmaatregelen voor gasopslag. Tot de inwerkingtreding van dit wetsvoorstel,
krijgt Energie Beheer Nederland (EBN) een vultaak voor het vullen van een door het
kabinet bepaalde hoeveelheid gas voor zover de markt dat niet doet.
Olie
Op grond van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 (Wva 2012) houdt Nederland
strategische voorraden ruwe aardolie en aardolieproducten aan. Omdat er tijdens de
energiecrisis van 2022 diverse kwetsbaarheden ten aanzien de huidige voorraadvorming
naar voren zijn gekomen, neemt het kabinet momenteel de Wva 2012 onder de loep. Over
een voorstel tot aanpassing van de Wva 2012 zal de Kamer t.z.t. separaat worden geïnformeerd.
Het eerder gedeelde voornemen om de wettelijke voorraadplicht aan te passen naar 90
dagen binnenlands verbruik, zal in dit voorstel worden meegenomen.25
Ontwikkelingen Warmteopslag
De belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van warmteopslag betreffen het Ontwikkelperspectief
Duurzame Warmtebronnen, collectieve systemen en het subsidie-instrumentarium.
Ontwikkelperspectief Duurzame Warmtebronnen
Warmteopslag in collectieve warmtesystemen biedt de mogelijkheid het systeem te flexibiliseren,
verduurzamen en de kosten te drukken. In het NPE en de Startanalyse van het PBL26 wordt een scenario geschetst waarin uiteindelijk één-derde van de gebouwde omgeving
is aangesloten op een collectieve warmtevoorziening. De verduurzamingsopgave vraagt
dus om een stevige opschaling van deze duurzame warmtebronnen.
Om per warmtebron in kaart te brengen wat het perspectief is op de ontwikkelingen,
heeft het kabinet gewerkt aan het Ontwikkelperspectief Duurzame Warmtebronnen (ODW)
dat in december 2024 naar de Kamer is gestuurd.27 Hierin wordt ingegaan op de kansen die seizoensopslag van warmte biedt voor de verduurzaming
van collectieve warmtesystemen. Tevens worden nieuwe ontwikkelingen op het gebied
van korte-termijnopslag (één dag tot enkele weken) besproken. Ten slotte wordt de
levering van koude uit een warmte-koudeopslag (WKO) gepresenteerd als duurzame en
efficiënte manier van koudelevering aan collectieve warmtesystemen.
Onderzoek naar baten van warmteopslag in collectieve warmtesystemen
InvestNL heeft een onderzoek laten doen naar de baten van warmteopslag in collectieve
warmtesystemen.28 Uit het onderzoek blijkt dat het gebruik van warmteopslag de kostprijs van warmte
kan doen dalen. Tevens kan het gebruik van warmteopslag de emissie-intensiteit per
GJ van een warmtenet doen dalen. Ook is in het onderzoek gekeken naar de mogelijkheden
die warmteopslag biedt wanneer er door netcongestie onvoldoende transportcapaciteit
op het stroomnet beschikbaar is om een individuele warmtevoorziening in nieuwe woningen
te realiseren. Door warmteopslag te combineren met een non-firm ATO (Aansluit- en
Transport-overeenkomst), zou in sommige gevallen toch een warmtevoorziening gerealiseerd
kunnen worden zonder netcongestie te verergeren. InvestNL en het kabinet denken na
over mogelijke vervolgstudies naar aanleiding van dit onderzoek, zoals een onderzoek
naar de financierbaarheid van warmteopslag.
Factsheet warmteopslag voor decentrale overheden
Het kabinet werkt aan een handreiking voor warmteopslag, zodat decentrale overheden
warmteopslag een plek kunnen geven in transitievisies en ruimtelijke ordening. Via
de website van het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) is in 2024 een
factsheet gepubliceerd, waarin het belang en de mogelijkheden van warmteopslag worden
uiteengezet.29
Afsluiting en vervolg
Deze brief geeft een actueel overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het
gebied van energieopslag. Het kabinet committeert zich aan het verder opvolgen van
de acties uit de routekaart energieopslag en blijft in gesprek met betrokken partijen
waaronder decentrale overheden, netbeheerders, de ACM, de energieopslagsector en betrokken
departementen om de voortgang te waarborgen.
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei