Brief regering : Stand van zaken implementatie richtlijnen in het vierde kwartaal 2024
21 109 Uitvoering EU-Richtlijnen
Nr. 269
                   BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
            
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2025
Hierbij bied ik u het periodieke overzicht aan van de stand van zaken bij de implementatie
                  van EU-richtlijnen in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde van het vierde
                  kwartaal van 2024.
               
In deze brief wordt eerst ingegaan op de implementatieachterstand zoals die op 31 december
                  2024 gold. Daarna worden de oorzaken van deze achterstand behandeld en worden de richtlijnen
                  die het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd genoemd. Vervolgens volgt
                  een opsomming van de ingebrekestellingprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland
                  is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie. Mede op verzoek van uw Kamer
                  zijn ook de lopende infracties wegens (vermeende) onjuiste implementatie in het overzicht
                  ingebrekestellingen per departement opgenomen.
               
Huidige achterstand
De achterstand per 1 januari 2025 bedroeg 17 richtlijnen t.o.v. 9 richtlijnen in het
                  vorige kwartaal. In het 4e kwartaal van 2024 is er 1 achterstallige richtlijn geïmplementeerd. Er zijn in dit
                  kwartaal 9 richtlijnen in overschrijding bijgekomen.
               
De 17 achterstallige richtlijnen zijn aan de volgende ministeries toegedeeld: BZ (2)
                  KGG (1), FIN (1), OCW (1), SZW (1), AenM (1), IenW (4) en JenV (6).
               
De overschrijding van de implementatiedatum varieert sterk, van 3 tot 1.079 dagen.
                  Een exacte aanduiding van de overschrijding per richtlijn is te vinden in bijgevoegd
                  kwartaaloverzicht.
               
Achterstanden en hun oorzaken
Wat betreft de oorzaken voor de implementatieachterstand ultimo vierde kwartaal 2024
                  speelt een aantal factoren een rol. Deze factoren worden hieronder per ministerie
                  toegelicht.
               
BZ
RICHTLIJN (EU) 2019/997 VAN DE RAAD van 18 juni 2019 tot vaststelling van een EU-noodreisdocument
                     en tot intrekking van Besluit 96/409/GBVB
Uiterste implementatiedatum: 8 december 2024
Richtlijn (EU) 2019/997 regelt de voorwaarden voor afgifte van een Europees noodreisdocument
                  aan een niet-vertegenwoordigde EU-burger en de procedure volgens welke een Europees
                  noodreisdocument wordt afgegeven. De implementatietermijn voor deze richtlijn is op
                  8 december 2024 verstreken. De richtlijn wordt geïmplementeerd in de Rijkswet consulaire
                  bescherming EU-burgers. Het voorstel van wet tot wijziging van de Rijkswet consulaire
                  bescherming EU-burgers is op 22 oktober 2024 ingediend bij de Tweede Kamer.1 Vanaf 8 december 2025 moeten deze regels worden toegepast.
               
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2024/1986 VAN DE COMMISSIE van 6 mei 2024 tot wijziging
                     van Richtlijn (EU) 2019/997 van de Raad wat betreft het machineleesbare gedeelte van
                     het EU-noodreisdocument
Uiterste implementatiedatum: 9 december 2024
Het artikel in deze richtlijn betreft een wijziging in de bijlage van richtlijn (EU)
                  2019/997 en vergt een feitelijk handelen in waarvoor geen implementatie in wet- en
                  regelgeving noodzakelijk is. Deze richtlijn zal vanwege de samenhang met richtlijn
                  ((EU) 2019/997) gelijktijdig met die richtlijn worden genotificeerd aan de Europese
                  Commissie.
               
KGG
Richtlijn (EU) 2023/2413 van het Europees Parlement en de Raad van 18 oktober 2023
                     tot wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001, Verordening (EU) 2018/1999 en Richtlijn
                     98/70/EG wat de bevordering van energie uit hernieuwbare bronnen betreft, en tot intrekking
                     van Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 1 juli 2024
Richtlijn (EU) 2023/2413 betreft een omvangrijke wijziging van Richtlijn (EU) 2018/2001
                  (Renewable Energy Directive/RED), waarbij verschillende implementatietermijnen gelden.
                  Voor een aantal van de zogenaamde «versnellingsartikelen» die er voor moeten zorgen
                  dat projecten voor hernieuwbare energie sneller uitgerold kunnen worden geldt een
                  uiterste implementatiedatum van 1 juli 2024. De Tweede Kamer is hierover geïnformeerd
                  bij brief van 7 juni 2024 (Kamerstuk 31 239, nr. 396).
               
Deze artikelen betreffen deels feitelijk handelen waarvoor geen implementatie in wet-
                  en regelgeving noodzakelijk is. Voor de aanpassing van de vergunningsprocedure geldt
                  dat de Nederlandse systematiek (voor een groot deel) voldoet aan de gestelde eisen.
                  Daar waar nodig worden deze artikelen geïmplementeerd in de Omgevingswet, de daarop
                  gebaseerde algemene maatregelen van bestuur en de Wet Windenergie op Zee. Het streven
                  is de voorstellen daartoe in de eerste helft van 2025 aan te bieden aan de Tweede
                  Kamer.
               
FIN
RICHTLIJN (EU) 2021/2167 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 24 november 2021
                     inzake kredietservicers en kredietkopers en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG
                     en 2014/17/EU
Uiterste implementatiedatum: 29 december 2023
De richtlijn (EU) 2021/2167 biedt een regelgevend kader voor de overdracht en het
                  beheer van niet-renderende kredietovereenkomsten, of de rechten uit dergelijke overeenkomsten,
                  door kredietinstellingen. De richtlijn is onderdeel van de strategie van de Europese
                  Unie om het volume van niet-renderende kredietovereenkomsten op bankbalansen te verlagen
                  en de mogelijke toekomstige opeenhoping van dergelijke kredietovereenkomsten te voorkomen.
               
Implementatie vindt plaats in de Wet op het Financieel toezicht (Wft) en Boek 7 van
                  het Burgerlijk Wetboek. Verder leidt implementatie van de richtlijn tot aanpassing
                  van diverse lagere regelgeving. De voorbereiding van het voorstel van wet ter implementatie
                  van de richtlijn is vertraagd wegens gebrek aan capaciteit en wisselingen op het dossier.
                  Daarnaast is het voorstel van wet op 12 juni 2023 in consultatie gegaan, waarbij er
                  diverse uitgebreide reacties zijn ontvangen. Het verwerken van de reacties heeft tot
                  aanpassingen geleid waar complexe afwegingen aan ten grondslag lagen.
               
Op 31 mei 2024 is het voorstel van wet ter advisering naar de Raad van State gestuurd.
                  De Raad van State heeft op 24 juli een positief advies uitgebracht (dictum B). Ons
                  streven is het wetsvoorstel zo snel mogelijk bij uw Kamer in te dienen. Ondertussen
                  wordt geschreven aan de lagere regelgeving.
               
I&W
RICHTLIJN (EU) 2017/2397 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 12 december 2017
                     betreffende de erkenning van beroepskwalificaties in de binnenvaart en tot intrekking
                     van de Richtlijnen 91/672/EEG en 96/50/EG van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
Richtlijn (EU) 2017/2397 wordt geïmplementeerd door wijzigingen op verschillende niveaus
                  van regelgeving, waaronder een wijziging van de Binnenvaartwet en het Binnenvaartbesluit.
                  De wetswijziging waarmee de Binnenvaartwet wordt gewijzigd is op 28 november 2023
                  gepubliceerd.2 De wijziging van het Binnenvaartbesluit is op 18 april 2024 gepubliceerd.3 Om problemen door de overschrijding van de implementatietermijn zo veel mogelijk
                  te voorkomen, is de richtlijn gedeeltelijk geïmplementeerd in de Binnenvaartregeling.4 Op dit niveau van ministeriële regeling zal voor de volledige implementatie ook nog
                  een wijziging plaatsvinden. Door deze gedeeltelijke implementatie kan er al deels
                  uitvoering worden gegeven aan de richtlijn met onder andere de uitgifte van de nieuwe
                  soort vaarbewijzen.
               
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2020/12 VAN DE COMMISSIE van 2 augustus 2019 tot aanvulling
                     van Richtlijn (EU) 2017/2397 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft normen
                     betreffende competenties en de overeenkomstige kennis en vaardigheden voor praktijkexamens,
                     de goedkeuring van simulatoren en medische geschiktheid
Uiterste implementatiedatum: 17 januari 2022
De implementatie van de Gedelegeerde Richtlijn (EU) 2020/12 is onderdeel van de implementatie
                  van de Richtlijn (EU) 2017/2397.
               
Voor de toelichting op de oorzaak van de achterstand wordt verwezen naar de toelichting
                  bij Richtlijn (EU) 2017/2397.
               
RICHTLIJN (EU) 2023/946 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 10 mei 2023 tot
                     wijziging van Richtlijn 2003/25/EG met betrekking tot de toevoeging van verbeterde
                     stabiliteitsvereisten en de afstemming van die richtlijn op de door de Internationale
                     Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten
Uiterste implementatiedatum: 5 december 2024
Richtlijn 2023/946 is op grond van artikel 62, eerste lid, van de Regeling veiligheid
                  zeeschepen per 5 december 2024 geïmplementeerd door dynamische verwijzing in de Regeling
                  veiligheid zeeschepen. Deze richtlijn wijzigt richtlijn 2003/25 met betrekking tot
                  specifieke stabiliteitsvereisten voor zogenoemde ro-ro-passagiersschepen. Richtlijn
                  2023/946 voegt verbeterde stabiliteitsvereisten toe aan richtlijn 2003/25 en brengt
                  deze in lijn met de door de Internationale Maritieme Organisatie vastgestelde stabiliteitsvereisten
                  in het SOLAS-verdrag. Abusievelijk is een verwijzing naar een artikel uit richtlijn
                  2003/25 in de Regeling veiligheid zeeschepen niet aangepast. De aanpassing wordt meegenomen
                  in een lopende wijzigingsregeling en zal naar verwachting in de loop van het jaar
                  in werking treden.
               
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2024/299 VAN DE COMMISSIE van 27 oktober 2023 tot wijziging
                     van Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de
                     methode voor de rapportage van emissieprognoses voor bepaalde luchtverontreinigende
                     stoffen
Uiterste implementatiedatum: 31 december 2024
De implementatie van deze richtlijn had uiterlijk op 31 december 2024 aan de Europese
                  Commissie moeten zijn gemeld. De Nederlandse regelgeving voldoet aan de richtlijn,
                  maar daarvan is abusievelijk geen melding gedaan in de Staatscourant en deze melding
                  in de Staatscourant is niet aan de Commissie gemeld als implementatie. Dit zal zo
                  spoedig mogelijk gebeuren.
               
JenV
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[A] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN 20 juni 2019
                     tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
                     instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2022
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2019/1151 [B].
RICHTLIJN (EU) 2019/1151[B] VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 juni 2019
                     tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale
                     instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht
Uiterste implementatiedatum: 1 augustus 2023
De richtlijn 2019/1151 wijzigt richtlijn 2017/1132 met betrekking tot het gebruik
                  van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht. De
                  richtlijn maakt het mogelijk dat bij de bedrijvenregisters in de lidstaten online
                  een BV wordt opgericht, dat bijkantoren online kunnen worden geregistreerd en dat
                  online informatie en documenten kunnen worden ingediend door vennootschappen en bijkantoren.
                  De richtlijn bevat daarnaast een bepaling over bestuursverboden en de uitwisseling
                  van informatie daarover tussen lidstaten.
               
Deels zijn deze verplichtingen ook al opgenomen in de richtlijn 2006/123, welke in
                  2010 zijn geïmplementeerd in de Dienstenwet en het Handelsregisterbesluit 2008. Implementatie
                  van de overige nieuwe verplichtingen vindt plaats in het Burgerlijk Wetboek, in de
                  Wet op het notarisambt en opnieuw een wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008.
                  De wet tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en de Wet op het notarisambt is op
                  1 januari 2024 in werking getreden. EZ werkt nog aan de wijziging van het Handelsregisterbesluit
                  2008. Vooruitlopend op de voor de implementatie nog benodigde wijzigingen van het
                  Handelsregisterbesluit 2008, werkt de Kamer van Koophandel (hierna: de KVK) vanaf
                  het vierde kwartaal 2024 in de praktijk al in overeenstemming met de eisen uit de
                  richtlijn. De implementatie bij de KVK is vertraagd doordat de verordening met de
                  technische specificaties pas laat gereedkwam en vanwege een overvolle ontwikkelkalender
                  en capaciteitsbeperkingen bij zowel EZ als de KVK. Voor één onderdeel geeft de KVK
                  aan vanwege aanhoudende capaciteitsbeperkingen meer tijd nodig te hebben. In het eerste
                  kwartaal van 2025 wordt bezien of dit onderdeel alsnog kan worden geïmplementeerd.
                  Naar verwachting wordt de formele wijziging van het Handelsregisterbesluit 2008 in
                  het eerste kwartaal van 2025 gepubliceerd.
               
RICHTLIJN (EU) 2022/2464 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
                     tot wijziging van Verordening (EU) nr. 537/2014, Richtlijn 2004/109/EG, Richtlijn
                     2006/43/EG en Richtlijn 2013/34/EU, met betrekking tot duurzaamheidsrapportering door
                     ondernemingen
Uiterste implementatiedatum: 6 juli 2024
De richtlijn (EU) 2022/2464 verplicht, kort gezegd, grote en beursgenoteerde ondernemingen
                  om te rapporteren over duurzaamheid. Accountants zullen deze duurzaamheidsrapporteringen
                  beoordelen en moeten daarvoor aan extra eisen voldoen. De richtlijn wordt geïmplementeerd
                  door enerzijds een ontwerp voor een algemene maatregel van bestuur van JenV dat de
                  rapportageverplichting voor ondernemingen bevat en anderzijds door een wetsvoorstel
                  en een algemene maatregel van bestuur van FIN met (voornamelijk) regels voor accountants(organisaties)
                  die de duurzaamheidsrapportering moeten controleren.
               
Het ontwerp voor de algemene maatregel van bestuur over de rapportageverplichting
                  is op 12 juni 2024 overgelegd aan beide Kamers in het kader van de voorhang (Kamerstuk
                  26 485, nr. 437). Hierop zijn op 12 juli en 25 september 2024 vragen ontvangen van de Tweede Kamer
                  respectievelijk Eerste Kamer. De beantwoording van deze vragen is eind december 2024
                  naar de beide Kamers gestuurd. De Eerste Kamer heeft laten weten op 11 februari gelegenheid
                  te bieden voor inbreng voor nader schriftelijk overleg.
               
Het wetsvoorstel is op 13 januari 2025 bij de Tweede Kamer ingediend. Het ontwerp
                  voor de algemene maatregel van bestuur over de regels voor accountants(organisaties)
                  is eind december 2024 in consultatie gegeven.
               
RICHTLIJN (EU) 2022/2555 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
                     betreffende maatregelen voor een hoog gezamenlijk niveau van cyberbeveiliging in de
                     Unie, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 910/2014 en Richtlijn (EU) 2018/1972
                     en tot intrekking van Richtlijn (EU) 2016/1148 (NIS 2-richtlijn)
Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
Zie toelichting onder richtlijn (EU) 2022/2557.
RICHTLIJN (EU) 2022/2557 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
                     betreffende de weerbaarheid van kritieke entiteiten en tot intrekking van Richtlijn
                     2008/114/EG van de Raad (CER-richtlijn)
Uiterste implementatiedatum: 17 oktober 2024
Context van de vertraagde omzetting
De NIS2-richtlijn en de CER-richtlijn dienden met ingang van 18 oktober 2024 te zijn
                  omgezet in nationale wet- en regelgeving. Hoewel de inspanningen er steeds op gericht
                  zijn geweest deze implementatietermijn te halen, heeft Nederland heeft deze richtlijnen
                  helaas niet tijdig kunnen omzetten. Dit komt doordat de omzetting naar nationale wetgeving
                  een omvangrijk en complex traject is, waarbij grote zorgvuldigheid is vereist. Die
                  grote zorgvuldigheid is vereist, omdat de wetten waarin de NIS2-richtlijn en CER-richtlijn
                  worden omgezet aanzienlijke impact hebben op Nederlandse organisaties, zowel in de
                  publieke als in de private sector. Er zijn ten opzichte van bestaande wetgeving meer
                  en nieuwe sectoren en significant meer organisaties die moeten voldoen aan de nieuwe
                  wetgeving. De toepasselijkheid op vele sectoren heeft er ook toe geleid dat interdepartementale
                  afstemming met bijna alle departementen vereist is.
               
In het licht van de vertraagde omzetting wordt ook gewezen op de keuze van Nederland
                  om, vanwege de hiervoor genoemde impact op organisaties, de implementatiewetsvoorstellen
                  open te stellen voor internetconsultatie, hoewel dit bij implementatiewetgeving niet
                  verplicht is. Naar aanleiding daarvan zijn de implementatiewetsvoorstellen op verschillende
                  onderdelen aangepast en zijn de bijbehorende toelichtingen op punten aangevuld of
                  verduidelijkt.
               
Het wetgevingsproces
De NIS2-richtlijn wordt geïmplementeerd in de Cyberbeveiligingswet en de CER-richtlijn
                     wordt geïmplementeerd in de Wet weerbaarheid kritieke entiteiten. De wetsvoorstellen
                     Cyberbeveiligingswet en Wet weerbaarheid kritieke entiteiten zijn op 4 december 2024
                     voor formeel (verplicht) advies voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad
                     van State (hierna: de Afdeling).5 De Afdeling is verzocht om spoedadvies en heeft dat verzoek ook gehonoreerd. Het
                     advies op de wetsvoorstellen wordt uiterlijk eind januari 2025 verwacht. Er zal zo
                     spoedig mogelijk een nader rapport op dat advies worden opgesteld. Afhankelijk van
                     de tijd die nodig is voor de verwerking van het advies en het adresseren daarvan in
                     een nader rapport, zullen de wetsvoorstellen naar verwachting rond het einde van het
                     eerste kwartaal van 2025 worden ingediend bij de Tweede Kamer.
                  
Het streven is dat beide wetsvoorstellen in het derde kwartaal van 2025 tot wet worden
                     verheven. Uiteraard is dit ook afhankelijk van de voortgang van de behandeling van
                     de wetsvoorstellen in de Tweede Kamer en Eerste Kamer. Dit streven geldt ook voor
                     de onderliggende regelgeving, die niet de instemming van het parlement behoeft. Het
                     uitgangspunt is dat de wetten en onderliggende regelgeving op hetzelfde moment in
                     werking treden.
                  
RICHTLIJN (EU) 2023/977 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 10 mei 2023 betreffende
                     de uitwisseling van informatie tussen de rechtshandhavingsinstanties van de lidstaten
                     en tot intrekking van Kaderbesluit 2006/960/JBZ van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 12 december 2024
Een wijziging van het Besluit politiegegevens ter implementatie van de richtlijn is
                  op 19 december 2024 in werking getreden (Stb. 2024, 420). Dit is gemeld aan de Europese Commissie. De richtlijn wordt verder geïmplementeerd
                  in een ministeriële regeling, die naar verwachting later dit jaar in werking kan treden.
               
AenM
RICHTLIJN (EU) 2021/1883 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 20 oktober 2021
                     betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen
                     met het oog op een hooggekwalificeerde baan, en tot intrekking van Richtlijn 2009/50/EG
                     van de Raad
Uiterste implementatiedatum: 18 november 2023
Richtlijn (EU) 2021/1883 vervangt Richtlijn 2009/50/EG en daarmee de regeling voor
                  kennismigranten. Bij de implementatie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de
                  nationale regeling die op een aantal onderdelen gunstiger voorwaarden bood. De implementatietermijn
                  (18 november 2023) is inmiddels verstreken.
               
Het besluit ter implementatie is in werking getreden en gereed gemeld bij de Commissie.
                  Het wetsvoorstel is aanhangig gemaakt bij de Tweede Kamer. De parlementaire behandeling
                  van het wetsvoorstel is al verschillende malen uitgesteld en staat voorlopig ingepland
                  voor het eerste kwartaal van 2025.
               
OCW
RICHTLIJN (EU) 2022/2381 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 23 november 2022
                     inzake het verbeteren van het genderevenwicht bij bestuurders van beursgenoteerde
                     ondernemingen en daarmee samenhangende maatregelen
Uiterste implementatiedatum: 28 december 2024
Richtlijn (EU) 2022/2381 verplicht lidstaten onder meer ervoor te zorgen dat beursgenoteerde
                  ondernemingen een doelstelling opgelegd krijgen ten aanzien van het percentage leden
                  van het ondervertegenwoordigde geslacht in de functies van al dan niet uitvoerend
                  bestuurder. Voor de implementatie van deze richtlijn is in Nederland geen aanvullende
                  regelgeving vereist. Daarom wordt een mededeling van implementatie voorbereid, inclusief
                  een transponeringstabel waaruit blijkt middels welke nationale bepalingen aan deze
                  richtlijn wordt voldaan.
               
SZW
RICHTLIJN (EU) 2022/2041 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 19 oktober 2022
                     betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie
Uiterste implementatiedatum: 15 november 2024
De EU-richtlijn betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie heeft betrekking
                  op de toereikendheid van en bescherming door het minimumloon en het bevorderen van
                  collectieve onderhandelingen. Het implementatievoorstel voorziet in een aantal wijzigingen
                  van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. De implementatietermijn (15 november
                  2024) is inmiddels verstreken. Reden hiervoor is dat het consultatieproces en het
                  parlementaire proces meer tijd in beslag hebben genomen. Het wetsvoorstel is op 23 april
                  2024 ingediend bij de Tweede Kamer, op 8 oktober 2024 heeft de Tweede Kamer het voorstel
                  aangenomen. De plenaire behandeling door de Eerste Kamer vond plaats op 14 januari
                  2025.
               
Op 14 januari 2025 heeft advocaat-generaal Emiliou van het EU Hof van Justitie een
                  conclusie gewezen in een zaak over deze richtlijn (zaaknummer: C-19/23), waarin de
                  advocaat-generaal concludeert dat de richtlijn geen rechtsbasis heeft en nietig zou
                  moeten worden verklaard. In verband hiermee heeft op 28 januari 2025 de voortzetting
                  van het debat met de Eerste Kamer plaatsgevonden. Tijdens dit debat heeft de Eerste
                  Kamer een ordevoorstel aangenomen, om de stemming uit te stellen tot het moment waarop
                  er duidelijkheid is over de bevoegdheid van de EU om de richtlijn vast te stellen.
               
Richtlijnen die in het volgende kwartaal moeten worden geïmplementeerd om overschrijding
                     te voorkomen
EZ
RICHTLIJN (EU) 2024/1711 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juni 2024 tot
                     wijziging van de Richtlijnen (EU) 2018/2001 en (EU) 2019/944 inzake het verbeteren
                     van de opzet van de elektriciteitsmarkt van de Unie
FIN
RICHTLIJN (EU) 2022/2556 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 14 december 2022
                     tot wijziging van de Richtlijnen 2009/65/EG, 2009/138/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU,
                     2014/59/EU, 2014/65/EU, (EU) 2015/2366 en (EU) 2016/2341 wat betreft digitale operationele
                     weerbaarheid voor de financiële sector
IenW
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2024/846 VAN DE COMMISSIE van 14 maart 2024 tot wijziging
                     van Richtlijn 2006/22/EG van het Europees Parlement en de Raad inzake minimumvoorwaarden
                     voor de uitvoering van de Verordeningen (EG) nr. 561/2006 en (EU) nr. 165/2014 en
                     van Richtlijn 2002/15/EG betreffende voorschriften van sociale aard voor het wegvervoer
VWS
RICHTLIJN (EU) 2023/175 VAN DE COMMISSIE van 26 januari 2023 tot wijziging van Richtlijn
                     2009/32/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende 2-methyloxolaan
RICHTLIJN (EU) 2024/505 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 7 februari 2024
                     tot wijziging van Richtlijn 2005/36/EG wat betreft de erkenning van beroepskwalificaties
                     van verantwoordelijk algemeen ziekenverplegers die in Roemenië zijn opgeleid
GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2024/782 VAN DE COMMISSIE van 4 maart 2024 tot wijziging
                     van Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de minimumopleidingseisen
                     voor de beroepen van verantwoordelijk algemeen ziekenverpleger, beoefenaar der tandheelkunde
                     en apotheker (Voor de EER relevante tekst
Ingebrekestellingen wegens te late implementatie
In het vierde kwartaal van 2024 zijn er twee ingebrekestellingen wegens te late implementatie
                  van richtlijnen van de Europese Commissie ontvangen:
               
Van JenV, zaak 2024/0288, mbt RL 2022/2555 (cyberbeveiliging)
Van JenV, zaak 2024/0289, mbt RL 2022/2557 (weerbaarheid van kritieke entiteiten)
De Europese Commissie heeft in het vierde kwartaal van 2024 zes zaken wegens te late
                  implementatie geseponeerd:
               
Van BZ, zaak 2024/0198, mbt RL 2024/242 (lijst defensiegerelateerde producten)
Van EZ, zaak 2021/0077, mbt RL 2018/1972 (Europees wetboek voor elektronische communicatie)
Van JenV, zaak 2021/2062, mbt Kaderbesl 2008/913/JBZ (bestrijding van bepaalde vormen
                  en uitingen van racisme en vreemdelingenhaat)
               
Van JenV, zaak 2019/0228, mbt RL 2017/828 (bevorderen langetermijnbetrokkenheid aandeelhouders).
Van JenV, zaak 2020/0548, mbt RL 2017/828 (bevorderen langetermijnbetrokkenheid aandeelhouders).
Van SZW, zaak 2024/0168, mbt RL 2022/431 (carcinogene agentia op het werk)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
                  C.C.J. Veldkamp
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken