Brief regering : Reactie op verzoeken over de aangekondigde plannen van de Amerikaanse president Trump in Gaza en de Israëlische bezetting ‘voor onbepaalde tijd’ van Zuid-Syrië en de Hermonberg
23 432 De situatie in het Midden-Oosten
Nr. 557
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 februari 2025
Uw Kamer verzocht op 6 februari jl. om een kabinetsstandpunt t.a.v. de aangekondigde
plannen van de Amerikaanse president Trump in de Gazastrook en een kabinetsreactie
op de Israëlische bezetting «voor onbepaalde tijd» van Zuid-Syrië en de Hermonberg.
In deze brief zet ik het kabinetsstandpunt hierover uiteen. Tevens informeer ik uw
Kamer over de laatste stand van zaken ten aanzien van de geplande EU-Associatieraad
met Israël en marge van de Raad van Buitenlandse Zaken op 24 februari.
De Gazastrook
Het staakt-het-vuren tussen Israël en Hamas is een positieve eerste stap die een einde
kan brengen aan het geweld, de verwoesting en het menselijk leed. Het is van belang
dat de overeenkomst standhoudt, zodat alle gegijzelden veilig kunnen terugkeren naar
Israël en voldoende humanitaire hulp de mensen in de Gazastrook bereikt.Het staakt-het-vuren
biedt een kans om toe te werken naar een duurzame oplossing gedragen door beide partijen,
waarbij het uitgangspunt de tweestaten-oplossing blijft.Het is tevens van belang om
te werken aan herstel, stabilisatie en wederopbouw van de Gazastrook als integraal
onderdeel van een toekomstige Palestijnse staat naast een veilig Israël.
De Amerikaanse president Trump heeft naar aanleiding van het staakt-het-vuren uitspraken
over Gaza gedaan die het kabinet niet deelt. Voor het Nederlands beleid staat buiten
kijf: Gaza is van de Palestijnen. Voor de toekomstige situatie in de Gazastrook blijven
de G7-principes leidend1. Onderdeel van deze principes is een democratisch Palestijns-geleid bestuur van de
Gazastrook en geen gedwongen tijdelijke of permanente verplaatsing van Palestijnen
vanuit de Gazastrook, hetgeen zou indruisen tegen het internationaal recht.
Israël en Syrië
Nederland erkent de Israëlische soevereiniteit niet over de sinds 1967 door Israël
bezette Golanhoogten. Als bezettende mogendheid oefent Israël slechts feitelijk gezag
uit in het gebied. Dit standpunt is gebaseerd op het internationaal recht, dat gebiedsverwerving
door middel van geweld verbiedt. VN-Veiligheidsraadresolutie 242, aangenomen naar
aanleiding van de Zesdaagse Oorlog in 1967, en VN-Veiligheidsraadresolutie 497, aangenomen naar aanleiding van de Israëlische annexatie van de Golanhoogten,
weerspiegelen en bevestigen deze internationaalrechtelijke positie. Het kabinet erkent
tegelijkertijd de huidige Israëlische veiligheidszorgen met betrekking tot Syrië.
Echter, het is van belang dat de territoriale integriteit van Syrië wordt gerespecteerd
en tijdelijke defensieve maatregelen mogen niet leiden tot een langdurige bezetting
van Syrisch grondgebied. Voorts dient het Israëlisch militair optreden in overeenstemming
te zijn met het internationaal recht, en niet tot verdere escalatie leiden of een
obstakel vormen voor de politieke transitie in Syrië. Dat benadrukt het kabinet in
contacten met Israël, zowel bilateraal als in EU-verband.
Turkije en Syrië
Met betrekking tot de rol van Turkije in Syrië, herkent het kabinet het beeld dat
het tegengaan van terrorisme en een duurzame terugkeer van Syrische vluchtelingen
prioriteiten vormen voor Turkije. Nederland erkent de Turkse veiligheidszorgen in
de regio en benadrukt dat Turkije dient te handelen conform het internationaal recht.
Dit wordt ook uitgedragen in contacten met Turkije, zowel bilateraal als in EU- en
NAVO-verband. Uw Kamer is, in respectievelijk het verslag van Raad Buitenlandse Zaken
van 16 december 2024 en het verslag van de EU-Westelijke Balkan Top van 18 december
en de Europese Raad van 19 december 2024, geïnformeerd over de wijze waarop uitvoering
is gegeven aan de moties Piri/Paternotte en Ceder.2 Het kabinet zal relevante ontwikkelingen blijven volgen.
EU-Israël Associatieraad
Tenslotte informeer ik uw Kamer over de laatste stand van zaken omtrent de Associatieraad
tussen de EU en Israël. Deze Associatieraad zal plaatsvinden in onmiddellijk vervolg
op de bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken op 24 februari a.s. Nederland zal
pleiten voor het belang dat naast de brede samenwerkingsrelatie tussen de EU en Israël,
bestaande zorgen, zoals de situatie in de Gazastrook, de toegang van humanitaire hulp,
de situatie op de bezette Westelijke Jordaanoever en de veiligheidssituatie in de
regio (inclusief Iran, Syrië, Libanon) kunnen worden besproken.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken