Brief regering : Uitvoering van de motie van de leden Dobbe en Dijk over onderzoeken hoe het tekort aan zorgpersoneel kan worden teruggedrongen door het aantal managementopleidingen in de zorg te verminderen (Kamerstuk 33578-130) en van de motie van de leden Tielen en Paulusma over zorgverzekeraars en zorgaanbieders wijzen op de IZA-afspraken en de Kamer informeren als er afspraakschendingen worden gemeld bij de NZa (Kamerstuk 33578-134)
31 765 Kwaliteit van zorg
33 578
Eerstelijnszorg
29 689
Herziening Zorgstelsel
29 282
Arbeidsmarktbeleid en opleidingen zorgsector
Nr. 901
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 februari 2025
Op 3 december jl. heeft uw Kamer twee door mij ontraden moties uit het Tweeminutendebat
Eerstelijnszorg aangenomen. Het gaat om de motie van leden Dobbe en Dijk over onderzoeken
hoe het tekort aan zorgpersoneel kan worden teruggedrongen door het aantal managementopleidingen
in de zorg te verminderen1 en de motie van leden Tielen en Paulusma over zorgverzekeraars en zorgaanbieders
wijzen op de IZA-afspraken en de Kamer informeren als er afspraakschendingen worden
gemeld bij de NZa2. In deze brief licht ik toe op welke wijze ik uitvoering ga geven aan deze moties3.
Daarnaast doe ik uw Kamer met deze brief twee recent verschenen rapportages toekomen.
Het gaat om het rapport en de factsheet behorend bij de tweede meting van de Landelijke Monitor Zeggenschap voor verpleegkundigen, verzorgenden, verpleegkundig specialisten en begeleiders en
het eindrapport en bijbehorende infographic van de Verkenning naar leertechnologie in de wijkverpleging.
Motie leden Dobbe en Dijk over onderzoeken hoe het aantal managementopleidingen in
de zorg te verminderen
Het inzetten op voldoende instroom en doorstroom van medewerkers in de sector zorg
en welzijn is belangrijk, om de dubbele vergrijzing op te kunnen vangen. We moeten
daarin een juiste balans vinden tussen het investeren in managementopleidingen en
opleidingen voor het verlenen van zorg en welzijn. Ik ben in gesprek met veldpartijen
om een beter beeld te krijgen van de geschetste problematiek en de wenselijke mogelijkheden
om deze motie uit te voeren. Ik informeer uw Kamer dit voorjaar over de uitkomst van
deze gesprekken.
Motie leden Tielen en Paulusma over zorgverzekeraars en zorgaanbieders wijzen op de
IZA-afspraken rond het hanteren van de OVA als startpunt in de onderhandelingen en
afspraakschendingen melden bij de NZa
Zoals ik in mijn brief van 26 november jl.4 heb toegelicht is in het Integraal Zorgakkoord (IZA) afgesproken dat zorgverzekeraars
en zorgaanbieders als startpunt van de onderhandeling de OVA als index voor loonstijgingen
hanteren. Vervolgens kunnen partijen nog wel onderbouwde op- of afslagen op het tarief
afspreken. Deze IZA-afspraak is als richtsnoer nader geconcretiseerd in de Handvatten
Contractering en Transparantie gecontracteerde zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit
(NZa). Dit richtsnoer is ook van toepassing voor de apotheekzorg. Partijen, waar de
richtlijnen op toezien, zijn hier bij de publicatie van het richtsnoer op gewezen.
De motie vraagt ook om uw Kamer te informeren over meldingen van afspraakschendingen
bij de NZa. De NZa houdt risicogericht toezicht en informeert mij indien nodig hierover,
waarbij niet wordt ingegaan op individuele casuïstiek. De NZa gaat in het tweede kwartaal
van 2025 de handvatten evalueren. In deze evaluatie wordt ook gekeken naar het aantal
meldingen die de NZa kreeg over potentiële schendingen van de richtsnoeren. Uw Kamer
zal ik hierover in het voorjaar van 2025 informeren.
Landelijke Monitor Zeggenschap 2024
Zeggenschap is een belangrijk middel voor een betere zorgkwaliteit, meer werkplezier
en het behoud van medewerkers. Met de Landelijke Monitor Zeggenschap (LMZ) wordt de
landelijke ontwikkeling van zeggenschap en autonomie in zorg en sociaal domein, per
branche, beroepsgroep en regio inzichtelijk gemaakt. De nulmeting van de LMZ is uitgevoerd
in Q3 2023 en op 1 maart 2024 naar de Tweede Kamer verzonden5. De tweede meting is uitgevoerd in Q3 2024. In de bijlage treft u hiervan de rapportage
en bijhorende factsheet. Een derde meting vindt plaats Q3 2025.
Ten opzichte van de meting in 2023 is met de meting van 2024 een kleine, maar significante
stijging zichtbaar ten opzichte van de nulmeting in 2023. Deze score duidt op een
positieve ontwikkeling: professionals ervaren vaker dat (de voorwaarden voor) autonomie
en zeggenschap aanwezig zijn. De positieve ontwikkelingen zijn het sterkst zichtbaar
in de groep organisaties die zowel in 2023 als 2024 deelnam. Ondanks de resultaten
is blijvende inzet op verbetering nodig, aangezien de helft van de professionals aangeeft
(veel) meer zeggenschap te willen en de benodigde cultuuromslag tijd kost.
Het versterken van zeggenschap is de verantwoordelijkheid van werkgevers en moet onderdeel
zijn van goed werkgeverschap. Ik ondersteun werkgevers op verschillende manieren,
bijvoorbeeld met subsidie via de subsidieregeling zeggenschap. Het Landelijk Actieplan
Zeggenschap (LAZ) ondersteunt de gesubsidieerde organisaties met begeleiding en gratis
leermiddelen. Het LAZ bundelde de lessen van de organisaties uit de eerste subsidieronde
in hun jaarlijkse kennisoverzicht6. Met de inzichten van de LMZ en het LAZ kunnen werkgevers, leidinggevenden en professionals
gericht inzetten op het versterken van zeggenschap.
Verkenning naar leertechnologie in de wijkverpleging
De wijkverpleging kampt met een toenemende zorgvraag. Om voldoende personeel op te
leiden, is een betere organisatie van opleiden nodig voor de wijkverpleging: meer,
samen en anders. Leertechnologie kan bijdragen aan het verhogen van opleidingscapaciteit.
Dit gaf aanleiding tot het uitvoeren van een verkenning naar wat de kansen en mogelijkheden
hiervan zijn voor de wijkverpleging, geïnitieerd vanuit het Investeringsakkoord Opleiden
Wijkverpleging7.
De eindrapportage en een bijbehorende infographic vindt u in de bijlage. De verkenning
laat zien dat inzet van leertechnologie in de wijkverpleging nog in de kinderschoenen
staat. Het is niet dé oplossing voor het verhogen van de opleidingscapaciteit, maar
het kan wel een rol van betekenis spelen in het beter en anders opleiden. Positieve
effecten van leertechnologieën zijn bijvoorbeeld het bevorderen van onderwijs op maat,
betere praktijkvoorbereiding, en het vergroten van zelfstandigheid en zelfvertrouwen
van leerlingen. Leertechnologie biedt daarmee kansen voor de wijkverpleging. Tegelijkertijd
blijft het implementeren van dergelijke technologieën een uitdaging vanwege de kosten
en draagvlak binnen zorginstellingen.
Om leertechnologieën effectief te integreren en meer in te zetten waar passend, concludeert
de verkenning dat een aanpak nodig is die verder gaat dan incidenteel gebruik. Een
centrale visie, beleid en inrichting is essentieel om richting te geven en versnippering
te verminderen. Daarom ben ik voornemens om binnen (het vervolg van) de subsidieregeling
Inrichten Opleidingsstructuur Wijkverpleging samenwerkingsverbanden subsidie te bieden
voor de aanschaf en implementatie van leertechnologie. Ik streef ernaar om voor de
zomer deze (vervolg)regeling te publiceren.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M-F. Agema
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport